Wegsleepverordening Zaltbommel 2025

Geldend van 20-06-2025 t/m heden

Intitulé

Wegsleepverordening Zaltbommel 2025

gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 156, derde lid, van de Gemeentewet, artikelen 170 t/m 172 en 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

B E S L U I T :

vast te stellen de:

“Wegsleepverordening Zaltbommel 2025”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • c.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • d.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990;

  • e.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c, van de wet;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet, worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Zaltbommel aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3 Plaatsen en openingstijden van bewaring voertuigen

  • 1. Het college stelt bij verordening regels met daarin de plaats van bewaring van voertuigen, die op grond van deze verordening zijn weggesleept.

  • 2. De burgmeester kan ter handhaving van de openbare orde een tijdelijke plaats van bewaring met daarvoor geldende openingstijden aanwijzen.

Artikel 4 Kosten van overbrengen en het bewaren van voertuigen

  • 1. Het college stelt bij verordening regels met daarin de hoogte van de kosten van het overbrengen en het bewaren van voertuigen vast.

  • 2. Deze tarieven kunnen eenmaal per jaar worden geïndexeerd op basis van het prijsindexcijfer van dienstenprijzen, commerciële dienstverlening en transport van het Centraal Bureau van de Statistiek.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, artikel 164, zevende lid, en artikel 174, eerste lid van de wet, zijn de artikelen 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding van de verordening

Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van plaatsing in het Gemeenteblad.

Artikel 7 Overgangsbepaling

  • 1. De Wegsleepverordening 2024, vastgesteld op , wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2. De Wegsleepverordening 2024 blijft van toepassing op voertuigen die onder de werking van deze verordening zijn weggesleept.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Wegsleepverordening Zaltbommel 2025

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zaltbommel in zijn vergadering van donderdag 22 mei 2025

De raad voornoemd,

de (plv.) raadsgriffier,

E.A. (Bianca) Kooijman

de voorzitter,

M.C. (Marnix) Bakermans

Toelichting Wegsleepverordening

Algemeen

Op 1 januari 2002 zijn de Wet van 21 februari 1997, houdende de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), ook wel de wijziging van de wegsleepregeling genoemd, en het bijbehorende Besluit wegslepen van voertuigen in werking getreden. Artikel 170 tot en met 173 WVW 1994 zijn geheel vervangen door nieuwe bepalingen. De Wijzigingswet is bij de Invoeringswet van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), deel II, nog aangepast in verband met de overgang van de bepalingen over de uitvoering van bestuursdwang uit de Gemeentewet naar de Awb. Op grond van artikel 173, tweede lid, WVW 1994 dienen bij gemeentelijke verordening nadere regels te worden gesteld. Deze verordening geeft hieraan invulling.

Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen

Het uitvoeren van de wegsleepregeling is sinds 1 januari 2002 geen bevoegdheid meer van de burgemeester, maar van het college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Awb zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. In de WVW 1994 wordt een aantal bepalingen uit de Awb niet van toepassing verklaard. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

Uitgebreide werking

Op grond van de oude (geldig tot 1 januari 2002) WVW 1994 mochten op de weg staande voertuigen alleen worden weggesleept in het belang van de veiligheid op de weg, de vrijheid van het verkeer of het vrijhouden van invalidenparkeerplaatsen. Op grond van de herziene regeling in de WVW 1994 en het daarop gebaseerde Besluit wegslepen van voertuigen is het laatstgenoemde criterium uitgebreid.

Zowel de VNG als een aantal grote(re) gemeenten hebben hier sterk op aangedrongen bij zowel het ministerie van Verkeer en Waterstaat als de Tweede Kamer. Er zijn immers meer locaties denkbaar waar foutparkeren als zeer hinderlijk wordt ervaren zonder dat de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer direct in het geding is.

Direct optreden tegen dergelijke foutgeparkeerde voertuigen kan in bepaalde gevallen zeer wenselijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan het onbevoegd parkeren op laad- en loshavens, taxistandplaatsen, marktterreinen, voetgangersgebieden en dergelijke. Deze wegen en weggedeelten moeten eerst nader worden aangewezen in een gemeentelijke verordening voordat gemeenten gebruik kunnen maken van deze bevoegdheid.

Verordening

In artikel 173, tweede lid WVW 1994 wordt voorgeschreven dat “bij verordening” in elk geval regels moeten worden gesteld over de bevoegdheid tot:

  • de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

  • de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;

  • de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.

In de huidige Wegsleepverordening 2024 wijst de gemeenteraad de plaats van bewaring van voertuigen aan en zijn de kosten voor het overbrengen en bewaren van voertuigen vastgelegd in de verordening. Vanwege de flexibiliteit heeft het de voorkeur om deze bevoegdheid door middel van delegatie over te dragen aan het college. De tarieven kunnen dan door een besluit van het college worden aangepast. Met de geldende verordening wordt dit mogelijk gemaakt doordat in artikel 5 een clausule was opgenomen die luidt als volgt:

“Alle genoemde tarieven zijn exclusief BTW en kunnen eenmaal per jaar worden geïndexeerd op basis van het prijsindexcijfer goederenverkeer over de weg van het CBS. De Raad verleent het college het mandaat om hierin als bevoegd orgaan te besluiten.”

Deze mandaatclausule is onduidelijk omdat uit de redactie niet uitdrukkelijk blijkt dat deze zowel geldt voor de tarieven (bedragen) genoemd in de artikelen 4 en 5.

Artikel 173, tweede lid WVW 1994 gebruikt de woorden “bij” gemeentelijke verordening en niet “bij of krachtens” gemeentelijke verordening. De WVW 1994 geeft hiermee aan dat o.a. de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard en de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen een regelgevende bevoegdheid is en geen bevoegdheid tot uitvoering van een gemeentelijke verordening. Regelgevende bevoegdheid houdt de bevoegdheid in tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften.

Mandaatverlening van regelgevende bevoegdheid is op grond van artikel 10:3, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht niet toegestaan, tenzij de wet (in dit geval de WVW) in mandaatverlening voorziet. Een dergelijke voorziening is in de WVW 1994 niet opgenomen. Naast de onduidelijkheid, die de tekst van de mandaatclausule in de huidige wegsleepverordening bevat, is mandaatverlening dus in strijd met de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 156, eerste lid van de Gemeentewet biedt een algemene grondslag voor de overdracht van bevoegdheden aan het college tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. Artikel 156, eerste heeft daarbij ook betrekking op regelgevende bevoegdheden. Voor deze algemene grondslag is in deze voorliggende verordening gekozen. De aard van de bevoegdheid verzet zich bovendien niet tegen delegatie aangezien de artikel 173, tweede lid WVW 1994 niet nadrukkelijk de gemeenteraad aanwijst om de gemeentelijke verordening vast te stellen.

Met de nieuwe redactie van de wegsleepverordening wordt voorkomen dat de verordening steeds door de gemeenteraad gewijzigd moet worden als er een nieuwe overeenkomst wordt gesloten met een wegsleepbedrijf of als de bewaarplaats wijzigt.

Door het toekennen van deze bevoegdheid aan het college kunnen wijzigingen in de tarieven in de toekomst versneld worden aangepast en doorgevoerd door een collegebesluit op grond van de regels van de verordening. Het opnemen van bedragen in de tekst van de verordening zelf, zoals tot nu toe het geval was, met een bevoegdheid tot aanpassing dan wel indexering van de bedragen door het college is bovendien niet praktisch omdat in de tekst van de verordening dan de “oude” bedragen blijven staan en in werkelijkheid op grond van een indexering een heel ander bedrag in rekening wordt gebracht.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

Ad d. Voertuig

Het begrip 'voertuig', zoals in artikel 1 RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening. Ook in de APV is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg. Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In de APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.

Ad e. Motorrijtuig

Het begrip 'motorrijtuig' is apart omschreven omdat artikel 5 van de model-wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Artikel 2

Zoals hiervoor in het algemene deel van de toelichting is gememoreerd, is de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke. Het is aan de gemeenteraad om in deze wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken. In de tekst van de modelverordening is de ruimste variant opgenomen: alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente zijn aangewezen. Kortom, een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts worden weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten én behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, én zijn aangewezen in de wegsleepverordening.

Artikel 3

Op de inhoud van deze bevoegdheid is in het algemeen deel van deze toelichting reeds uitgebreid ingegaan.

In het nieuwe tweede lid is een bevoegdheid van de burgemeester opgenomen die geldt voor onvoorziene omstandigheden. In dat geval is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.

Artikel 4

Op de inhoud van deze bevoegdheid is in het algemeen deel van deze toelichting reeds uitgebreid ingegaan. Het college stelt de tarieven jaarlijks vast in een afzonderlijk regelgevend besluit.

Artikel 5

Deze bepaling is in de geldende Wegsleepverordening 2024 niet opgenomen. Hierin wordt geregeld dat de artikelen 1, 3 en 4 van deze verordening ook geldt voor het overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat.

Artikel 6

Vanwege rechtszekerheid wordt de datum van inwerkingtreding in de verordening aangegeven. Aan de datum van inwerkingtreding gaat de publicatie van de tekst van de verordening in het Gemeenteblad vooraf.

Artikel 7

In dit artikel is een bepaling van overgangsrecht opgenomen. De geldende Wegsleepverordening 2024 wordt ingetrokken op het moment dat de nieuwe wegsleepverordening in werking treedt maar gelden voor voertuigen die zijn weggesleept onder de werking van de ingetrokken verordening.

Artikel 8

In dit artikel is de citeertitel van de verordening opgenomen.