Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740565
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740565/1
Verordening sociaal medische indicatie Hof van Twente 2025
Geldend van 01-06-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening sociaal medische indicatie Hof van Twente 2025Onderwerp Wijziging SMI verordening
Zaaknummer 915091
Vergadering 27 mei 2025
De raad van de gemeente Hof van Twente;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
overwegende dat de huidige verordening tegemoetkoming in de kosten van reguliere peuteropvang en kinderopvang bij sociaal medische indicatie is geactualiseerd
besluit:
vast te stellen de navolgende VERORDENING SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE HOF VAN TWENTE
HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. Aanvraag: een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang die wordt ingediend door de ouder(s)/verzorger(s).
2. Aanvraagformulier: een door het college vastgesteld formulier om in aanmerking te ko-men voor een tegemoetkoming kosten kinderopvang.
3. Aanvrager: de inwoner van de gemeente Hof van Twente die een aanvraag indient voor een voorziening op grond van deze verordening.
4. College: het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente
5. Gemeente: de gemeente Hof van Twente
6. Gezondheidsverklaring: een verklaring van een onafhankelijke medische of sociale professional waarin de noodzaak van een voorziening wordt onderbouwd.
7. Indicatie SMI: een indicatie afgegeven op medische of sociale gronden door het college van de gemeente Hof van Twente
8. Kinderdagverblijf: opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar in de gemeente Hof van Twen-te.
9. Kinderopvang: gastouder(bureau), kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang, dat ge-vestigd is in de gemeente Hof van Twente en dat ingeschreven is in het LRK.
10. Landelijk register kinderopvang (LRK): register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.
11. Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van de Belastingdienst aan ouders als ge-deeltelijke bijdrage in de kosten voor de in het LRK geregistreerde kinderopvang.
12. Maatschappelijke participatie: het vermogen van een inwoner om deel te nemen aan het sociale, maatschappelijke en economische leven.
13. Ouder(s): ouder(s)/verzorger(s) van een kind en woonachtig in de gemeente Hof van Twente.
14. Kind: een kind in de leeftijd 0 t/m 12 jaar.
15. Rapportage: een document waarin de ondersteuningsbehoefte van de kind en/of zijn ouders is vastgelegd, samen met de doelen (beoogde resultaten) en hoe deze te bereiken, evenals de bijdragen die zowel het college als de hulpvrager en zijn sociale netwerk hier-aan kunnen leveren.
16. Sociale Medische Indicatie (SMI): een regeling waarbij inwoners die door een medische of sociale situatie in een problematische leefsituatie verkeren, tijdelijk ondersteuning kun-nen krijgen om maatschappelijke participatie te behouden of te herstellen.
17. Tabel ouderbijdrage belastingdienst: de adviestabel die jaarlijks door de belastingdienst voor de ouderbijdrage kinderopvang wordt gepubliceerd.
18. Toezichthouder: de door het college aangewezen toezichthouder te weten de Gemeen-schappelijke Gezondheidsdienst Twente, belast met het houden van toezicht op de kwali-teit van kinderopvang.
19. Voorliggende voorziening: een reeds bestaande voorziening vanuit een andere wettelij-ke regeling of een ander fonds dat de aanvraag kan dekken, zoals de Wet maatschappe-lijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet, de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Participa-tiewet.
HOOFDSTUK 2REIKWIJDTE EN VOORWAARDEN
Artikel 2Doelgroep
Deze verordening is van toepassing op inwoners van de gemeente Hof van Twente die aantoonbaar:
1. Te maken hebben met ernstige medische of sociale beperkingen waardoor zij niet in staat zijn om zonder ondersteuning deel te nemen aan het maatschappelijk leven.
2. Niet in aanmerking komen voor ondersteuning via andere wettelijke regelingen zoals de Wmo, de Jeugdwet of de Zorgverzekeringswet.
3. Niet over voldoende eigen financiële middelen beschikken om de benodigde voorziening zelf te bekostigen.
4. Aannemelijk kunnen maken dat de gevraagde voorziening bijdraagt aan het verminderen van sociale of medische problematiek en helpt maatschappelijke uitval te voorkomen.
Artikel 3Voorzieningen
1. Het college kan op basis van een SMI een tijdelijke voorziening verstrekken in de vorm van:
Tijdelijke kinderopvang of buitenschoolse opvang.
2. De voorzieningen worden alleen verstrekt indien:
a. De voorziening noodzakelijk en proportioneel is.
b. De voorziening niet op een andere manier (bijvoorbeeld via voorliggende voorzienin-gen) beschikbaar is.
c. Er geen sprake is van misbruik of oneigenlijk gebruik van de regeling.
HOOFDSTUK 3PROCEDURE EN BEOORDELING
Artikel 4Aanvraagprocedure
1. Een aanvraag voor een SMI-voorziening wordt schriftelijk ingediend bij het college via een vastgesteld aanvraagformulier.
2. De aanvrager dient een gezondheidsverklaring of sociaal-medische onderbouwing te overleggen van een bevoegde instantie.
3. Het college kan aanvullende informatie opvragen en zo nodig een medisch of sociaal on-derzoek laten uitvoeren.
4. In spoedeisende gevallen kan een voorlopige voorziening worden toegekend in afwach-ting van een definitieve beoordeling.
Artikel 5Beoordelingscriteria
1. Bij de beoordeling van een aanvraag houdt het college rekening met:
a. De aard en ernst van de medische of sociale problematiek.
b. De mate waarin de voorziening noodzakelijk is om maatschappelijke participatie te waarborgen.
c. De beschikbaarheid van andere oplossingen binnen het eigen netwerk van de aanvra-ger.
d. De financiële situatie van de aanvrager.
e. De duur van de problematiek en de verwachte noodzaak van de voorziening.
2. Een SMI-indicatie kan worden afgegeven als wordt voldaan aan de volgende voorwaar-den:
a. De ouder behoort tot de doelgroep ‘ouder met sociaal medische indicatie’. Van een sociaal medische indicatie is sprake als een ouder:
• een lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking heeft waar-door de ouder niet in staat is de (volledige) verzorging van de kind op zich te ne-men of
b. een kind dat op grond van sociaal medische problematiek kinderopvang nodig heeft om zich goed en gezond te kunnen ontwikkelen.
3. Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te kunnen komen moeten de volgende be-scheiden aan het college worden overlegd:
• een beschikking van de Belastingdienst, als de ouder in aanmerking komt (kan ko-men) voor een tegemoetkoming op grond van de Wet Kinderopvang én
• een contract tussen ouder(s) en kinderopvang.
4. Een voorziening kan worden geweigerd indien er sprake is van:
a. Geen of onvoldoende medische of sociale noodzaak.
b. Een voorliggende voorziening die het probleem al oplost.
c. Misbruik of oneigenlijk gebruik van de regeling.
d. De ouder aanspraak kan maken op een voorliggende voorziening
e. De ouder niet voldoet aan hetgeen bepaald is in artikel 5.2.
f. De ouder aanspraak kan maken op een algemene voorziening
g. Oplossingen binnen het eigen netwerk, dan wel eigen kracht kunnen worden gevon-den
5. Ter beoordeling van de aanvraag wordt een rapportage opgesteld. Deze rapportage is gericht op het vergroten van zelfredzaamheid, zodat op termijn geen SMI meer nodig is.
6. Een SMI-indicatie kan niet met terugwerkende kracht worden afgegeven.
7. De tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang SMI wordt als volgt vastgesteld:
a. bij een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm bedraagt de hoogte van de tegemoetkoming maximaal de noodzakelijke kosten; Dit met inachtneming van hert-geen bepaald is in deze verordening;
b. ls het inkomen meer bedraagt dan 120% van de geldende bijstandsnorm, bedraagt de hoogte van de tegemoetkoming maximaal de hoogte zoals die wordt berekend met de berekeningsmethode van de belastingdienst;
c. indien de ouder(s) al een vergoeding ontvangen voor de kinderopvang of VVE, dan worden deze uren afgetrokken van de maximaal vastgestelde uren per week op basis van de sociaal medische indicatie.
8. De tarieven die voor vergoeding in aanmerking komen zijn landelijk vastgesteld. Als de reguliere aanbieder ter uitvoering van de SMI geen ruimte heeft, dan mogen ouder(s) al-leen naar een duurdere aanbieder uitwijken mits dit in overleg gaat met het college én hiervoor een afwijzing of onderbouwing van de eerste aanbieder beschikbaar is waarin vermeld staat waarom deze aanbieder geen mogelijkheden heeft om uitvoering te geven aan de SMI.
HOOFDSTUK 4DUUR, VERLENGING EN OMVANG
Artikel 6Duur en herbeoordeling
1. Een SMI-voorziening wordt toegekend voor een maximale periode van 12 maanden, ten-zij de situatie een kortere of langere termijn rechtvaardigt.
2. Voor verlenging dient een nieuwe aanvraag met actuele onderbouwing te worden inge-diend.
3. Een SMI-voorziening kan maximaal twee keer worden verlengd, met een maximumduur van in totaal 36 maanden. Indien na deze periode nog steeds een dringende noodzaak bestaat, wordt beoordeeld of andere structurele oplossingen beschikbaar zijn.
4. In zeer uitzonderlijke gevallen, waarbij geen redelijke alternatieve oplossing mogelijk is en de medische of sociale noodzaak aantoonbaar voortduurt, kan het college op basis van de hardheidsclausule (artikel 9) besluiten om éénmaal een extra verlenging toe te staan.
5. Een SMI-indicatie wordt in dagdelen afgegeven waarbij één dagdeel 5,5 uur is en één hele dag bestaat uit twee dagdelen van in totaal 11 uur.
6. Een SMI-indicatie omvat maximaal vijf dagdelen per week, wat neerkomt op maximaal 27,5 uur per week.
Artikel 7Verplichtingen, intrekking en terugvordering
1. Ouder(s) doen aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet kunnen zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op de tegemoetkoming.
2. Ouder(s) zijn verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is om het recht op de tegemoetkoming te kunnen vaststellen.
3. Ter bevordering van een correcte en adequate uitvoering van deze verordening, kunnen aan ouder(s) aanvullende verplichtingen opgelegd worden.
4. Alvorens tot afwijzing dan wel beëindiging over te gaan, wordt ouder(s) eenmaal een rede-lijke hersteltermijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of infor-matie te verstrekken.
5. Onverminderd de overige bepalingen in deze verordening, kan het college besluiten om het recht op een tegemoetkoming te beëindigen indien ouder(s) niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt.
6. Ouders blijven bij de toekenning van de SMI-indicatie zelf verantwoordelijk voor het beta-len van de facturen aan de kinderopvang. Het college zorgt voor een correcte uitbetaling aan ouder(s) na ontvangst van de factuur van de kinderopvang - welke door ouder(s) wordt ingediend bij het college.
7. Het college kan een toegekende voorziening intrekken of wijzigen indien:
a. De omstandigheden van de aanvrager zijn gewijzigd en de voorziening niet langer noodzakelijk is.
b. De voorziening onterecht is toegekend op basis van onjuiste of onvolledige informatie.
8. Onterecht ontvangen voorzieningen kunnen worden teruggevorderd.
Artikel 8Bezwaar en beroep
1. Tegen een besluit op grond van deze verordening kan binnen zes weken bezwaar worden gemaakt bij het college.
2. Indien de aanvrager zich niet kan vinden in de beslissing op bezwaar, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank.
HOOFDSTUK 5HARDHEIDSCLAUSULE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 9Hardheidsclausule
1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van deze verordening, indien strikte toepassing leidt tot een onredelijk onevenredig nadeel.
2. De overwegingen en motivering voor het toepassen van deze clausule worden expliciet opgenomen in de besluitvorming.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2025.
2. Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening Sociale Medische Indicatie (SMI) Hof van Twente 2025".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hof van Twente d.d. 27 mei 2025.
De raad van Hof van Twente,
de griffier, de voorzitter,
H.M. Meerman drs. H.A.M. Nauta-v
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl