Beleidsregels ontheffingen Autoluwe (binnen)stad Leiden 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 18-06-2025

Intitulé

Beleidsregels ontheffingen Autoluwe (binnen)stad Leiden 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden;

Gelet op artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

B e s l u i t:

Vast te stellen de Beleidsregels voor het verlenen van ontheffingen ingevolge artikel 87 RVV.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    Autoluwe binnenstad: Het deel van de binnenstad van Leiden, als bedoeld in bijlage 1.

  • b.

    Laden en lossen: het onmiddellijk, nadat het voertuig dichtbij de bezorg- of ophaalplaats tot stilstand is gebracht, bij voortduring in- en uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht die bezwaarlijk anders dan per motorvoertuig kunnen worden vervoerd, gedurende de tijd die daarvoor nodig is.

  • c.

    Motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV.

  • d.

    Ontheffing: een op basis van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en artikel 149 Wegenverkeerswet door het college van burgemeester en wethouders verleende ontheffing voor de genoemde artikelen in artikel 87 RVV.

  • e.

    Parkeren: het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen.

  • f.

    RVV: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

  • g.

    Venstertijden: de uren waarin de geslotenverklaring of het voetgangersgebied voor (motor)voertuigen niet van kracht is.

  • h.

    Voertuig: voertuig als bedoeld in het RVV.

  • i.

    Weg: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende ruggen en duikers en de tot wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

Artikel 2. Ontheffing

  • 1. Het college kan ontheffing verlenen op grond van artikel 87 RVV.

  • 2. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 3. Een ontheffing wordt altijd gekoppeld aan het kenteken van een voertuig en wordt digitaal aangevraagd via een aanvraagformulier of het e-loket.

  • 4. Indien in deze beleidsregel vermeld is het bij de ontheffing mogelijk om twee kentekens op één ontheffing te registreren. De ontheffing geldt voor de geregistreerde kentekens.

  • 5. Voor het verlenen van ontheffingen wordt onderscheid gemaakt tussen tijdelijke en langlopende ontheffingen:

    • a.

      Een tijdelijke ontheffing wordt verleend voor de duur die maximaal nodig is voor het uitvoeren van de activiteiten/werkzaamheden. Een tijdelijke ontheffing wordt verleend voor de duur van tenminste één kalenderdag en voor maximaal één jaar.

    • b.

      Een langlopende ontheffingen wordt verleend voor de looptijd van één of twee jaar vanaf het moment de ingangsdatum.

Artikel 3. Vrijstelling

  • 1. Artikel 91 van het RVV bepaalt dat voor hulpdiensten zoals Brandweer, Ambulance en Politie geldt dat bestuurders van een voorrangsvoertuig mogen afwijken van de voorschriften van dit besluit voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist. In dit kader zijn deze voertuigen vrijgesteld van de bepalingen van het RVV 1990.

  • 2. Tevens wordt ontheffing verleend aan bedrijven die beschikken over een landelijke vrijstelling van het RVV, voor zover het hen daarmee is toegestaan te rijden in voetgangersgebieden of geslotenverklaringen.

Artikel 4. Afwegingskader

Deze beleidsregels beschrijven de criteria en voorwaarden die het college hanteert bij het beslissen op een aanvraag voor het verlenen van een RVV-ontheffing. Ontheffing voor het overtreden van de verkeerstekens en regels van artikel 87 van het RVV is niet vanzelfsprekend. Het college is daarom terughoudend met het verlenen van ontheffing en past het “nee, tenzij” principe toe als uitgangspunt bij het afwegen van aanvragen voor een RVV-ontheffing, tenzij in deze beleidsregel anders is bepaald.

Artikel 5. Algemeen criterium

  • 1. Er wordt getoetst aan de voorwaarden , zoals nader uitgewerkt in de artikelen 6 t/m 10. Als deze artikelen geen uitsluitsel geven of ontheffing wordt verleend, wordt nagegaan of het voor de uitvoering van werkzaamheden/activiteiten noodzakelijk is om voor het betreffende voertuig ontheffing te verlenen en wordt getoetst aan dit algemeen criterium.

  • 2. De volgende redenen worden in ieder geval niet als noodzakelijk gezien en vormen geen grond voor het verlenen van ontheffing, tenzij in de artikelen 6 t/m 10 anders is bepaald:

    • a.

      Redenen van een efficiënte bedrijfsvoering.

    • b.

      Verkorten van routes van en naar plaatsen van tewerkstelling.

  • 3. De ontheffing is geldig:

    • a.

      Wanneer de ontheffing wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor de ontheffing is verleend.

    • b.

      Binnen de in de ontheffing genoemde tijden.

    • c.

      Binnen het in de ontheffing genoemde gebied.

    • d.

      Zolang de voorwaarden die ten grondslag liggen aan de verlening van de ontheffing niet zijn gewijzigd.

    • e.

      Zolang het gebruik van de ontheffing niet leidt tot verkeersonveilige situaties en wanneer de doorgang van hulpdiensten gewaarborgd is.

  • 4. Voor het verlenen van ontheffing maakt het college onderscheid in vijf categorieën genoemd in de artikelen 6 t/m 10:

    • a.

      Categorie 1: Ontheffing voor stilstaan of parkeren (artikel 6).

    • b.

      Categorie 2: Ontheffing voor het berijden van afgesloten straten of wegen (artikel 7, 7.1, 7.2 en 7.3).

    • c.

      Categorie 3: Ontheffing voor rijden in voetgangersgebieden, op trottoir, voet- en fietspaden (artikel 8).

    • d.

      Categorie 4: Algehele jaarontheffing RVV (artikel 9).

    • e.

      Categorie 5: Overige ontheffing verkeersregels en verkeerstekens (artikel 10).

Artikel 6. Ontheffing voor stilstaan of parkeren waar het volgens de verkeersregels niet is toegestaan (categorie 1)

  • 1. Het college kan ontheffing verlenen voor de verplichting gevolg te geven aan verkeersborden in de categorie parkeren en stilstaan (categorie E borden).

  • 2. Ontheffing kan worden verleend indien aan minimaal één van de volgende criteria wordt voldaan:

    • a.

      De activiteiten/werkzaamheden van de aanvrager hebben of kunnen een dermate spoedeisend karakter hebben, dat men onmiddellijk in de naaste omgeving van de uit te voeren activiteiten/werkzaamheden moet parkeren en daarmee de verkeersregels overtreedt.

    • b.

      Er geen redelijk alternatief voor handen is om de werkzaamheden/activiteiten uit te voeren zonder dat daarbij de verkeersregels en tekens van het RVV 1990 worden overtreden. Daarvan is sprake in de volgende omstandigheden:

      • i.

        Er geen sprake is van reguliere laad- en losactiviteiten;

      • ii.

        Bij directe verbondenheid van het voertuig aan de uit te voeren werkzaamheden: het betreffende voertuig moet aantoonbaar beschikbaar zijn in de directe omgeving van de uit te voeren werkzaamheden of activiteit;

      • iii.

        Bij te overbruggen afstand voor levering van zware materialen/goederen. De afstand die in het kader van de werkzaamheden met zware materialen moet worden overbrugd is zodanig dat in redelijkheid niet kan worden verlangd dat dit zonder gebruikmaking van het voertuig plaatsvindt;

      • iv.

        Er is in de directe omgeving van de uit te voeren werkzaamheden/activiteiten geen alternatief (zoals een reguliere parkeerplaats) beschikbaar/aanwezig.

Artikel 7. Ontheffing voor het berijden van afgesloten straten en/of wegen (categorie 2)

  • 1. Het college kan ontheffing verlenen voor de activiteit laden en lossen in afgesloten straten en/of wegen (geslotenverklaringen categorie C borden).

  • 2. Uitgangspunt is dat de betreffende werkzaamheden/activiteiten worden uitgevoerd binnen de geldende venstertijden als die van toepassing zijn.

  • 3. Ontheffing van een geslotenverklaring kan worden verleend ten behoeve van de volgende activiteiten:

    • a.

      Verhuizen van en/of naar een woonadres dat is gelegen in een voor gemotoriseerd verkeer afgesloten gebied ingeval aantoonbaar niet gebruik gemaakt kan worden van eventueel aanwezige venstertijden;

    • b.

      Voor het bereiken van de privé-parkeerplaats op eigen terrein als deze is gelegen in een voor gemotoriseerd verkeer afgesloten gebied en uitsluitend te bereiken via het afgesloten gebied kan een langlopende ontheffing worden verleend;

    • c.

      Bereiken van een locatie waar werkzaamheden/activiteiten worden uitgevoerd die gelegen is in een voor gemotoriseerd verkeer afgesloten gebied en die niet op een alternatieve wijze door het betreffende voertuig te bereiken is.

  • 4. Een ontheffing voor het berijden van afgesloten straten (cat. C-borden) geeft de mogelijkheid om in het afgesloten gebied te rijden om ter plaatse bij een adres te kunnen laden en lossen. Na het laden en lossen dient het voertuig de autoluwe binnenstad onmiddellijk te verlaten. Het parkeren van het voertuig in het autoluwe gebied is niet toegestaan, tenzij dit specifiek is opgenomen bij de voorwaarden van de ontheffing.

Artikel 7.1 Ontheffing voor het berijden van de autoluwe binnenstad (categorie 2)

  • 1. In de autoluwe binnenstad geldt een geslotenverklaring voor motorvoertuigen (bord C12) waar gedurende de venstertijden kan worden geladen en gelost en waar buiten de venstertijden alleen toegang is met een ontheffing.

  • 2. Trouwerijen stadhuis: Een ontheffing kan worden verleend ten behoeve van trouwerijen in het stadhuis, voor bereiken van (en parkeren in) het zogenaamde ‘Trouwstraatje’ (Koornbrugsteeg). De ontheffing is geldig gedurende één kalenderdag. Per aanvraag kan aan maximaal 5 voertuigen (inclusief trouwauto) ontheffing worden verleend.

  • 3. Jaarontheffing taxi’s: Vervallen per 1 maart 2024.

  • 4. Ontheffing bedrijven: Bedrijven gevestigd in het autoluwe gebied () komen in aanmerking voor één langlopende ontheffing per bedrijf indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het bedrijf is gevestigd in het gebied op basis van de inschrijving KvK of het fysieke vestigingsadres van het bedrijf;

    • b.

      Bij de aanvraag wordt gemotiveerd dat laden en lossen binnen de venstertijden niet mogelijk is en de ontheffing in het kader van de bedrijfsvoering noodzakelijk is;

    • c.

      Het bedrijf heeft jaarlijks meermaals toegang nodig tot het gebied. Bij incidenteel toegang (minder dan 6 keer per jaar) wordt verwezen naar de mogelijkheden van een dagontheffing.

    • d.

      Indien voor de bevoorrading lichte elektrische voertuigen (LEV’s) worden ingezet die met enige regelmaat voor de bevoorrading van adressen in het autoluwe gebied worden ingezet.

  • 5. Ontheffing bewoners: Bewoners woonachting in het autoluwe gebied komen in aanmerking voor één langlopende ontheffing indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      De aanvrager () is woonachtig in de autoluwe binnenstad met een maximum van twee ontheffingen per adres.

  • 6. Ontheffing marktkooplieden: Marktkooplieden of toeleveranciers voor de woensdag- of zaterdagmarkt in de binnenstad van Leiden komen in aanmerking voor een langlopende ontheffing.

  • 7. Ontheffing gehandicapten: Houders van een gehandicapten parkeervergunning hebben met deze vergunning automatisch een ontheffing voor het rijden in de autoluwe binnenstad om de gehandicapten parkeerplaats(en) in de autoluw binnenstad te kunnen bereiken.

  • 8. Een langlopende ontheffingen voor het berijden van de autoluwe binnenstad wordt verleend voor de duur van twee jaar.

  • 9. De ontheffing voor de autoluwe binnenstad geeft de mogelijkheid aan bewoners, bedrijven en marktkooplieden om twee kentekens te registreren. Het aanpassen van kentekens op de ontheffing is mogelijk.

Verzoeken om een ontheffing voor de autoluwe binnenstad door andere dan de hierboven genoemde doelgroepen worden beoordeeld op basis van artikel 7 (algemene criteria).

Artikel 7.2 Ontheffing voor het berijden van de Langebrug (categorie 2)

  • 1. Een langlopende ontheffing van de geslotenverklaring Langebrug kan worden verleend voor adressen genoemd in bijlage 2 op basis van:

    • a.

      Ontheffing bewoners: Basis Registratie Personen voor bewoners, waarbij de aanvrager woonachtig is in het gebied als gedefinieerd in bijlage 2, met een maximum van twee ontheffingen per adres.

    • b.

      Ontheffing bedrijven: Inschrijving KvK voor bedrijven, waarbij het vestigingsadres gelegen is in het gebied als gedefinieerd in bijlage 2, met een maximum van twee ontheffingen per bedrijf.

  • 2. Ontheffingen voor de geslotenverklaring Langebrug worden verleend voor de duur van twee jaar.

  • 3. De ontheffingen geeft de mogelijkheid aan bewoners en bedrijven om twee kentekens te registreren. Het aanpassen van kentekens op de ontheffing is mogelijk.

Artikel 7.3 Ontheffing 30-tonsverbod (categorie 2)

  • 1. Ontheffing van de geslotenverklaring voor voertuigen zwaarder dan 30 ton wordt in de basis niet verleend, omdat dergelijk zwaar verkeer grote schade aan de wegen, kades en bruggen kan veroorzaken. Indien een voertuig zwaarder weegt dan 30 ton dan moet worden gezocht naar alternatieven, bijvoorbeeld het verdelen van lading over meerdere lichte voertuigen of via vervoer over water.

  • 2. Als voor het specifieke voertuig of de lading geen alternatief bestaat wordt in overleg getreden met de gemeente. Pas als vaststaat dat er geen alternatief bestaat kan een tijdelijke ontheffing worden verleend. Onderdeel van de ontheffing is een routekaart met de route die het zware voertuig moet volgen.

Artikel 8. Ontheffing voor rijden in voetgangersgebieden, op trottoir, voet- en fietspaden (categorie 3)

  • 1. Het college kan ontheffing verlenen voor het rijden op voet- en fietspaden (categorie G-borden).

  • 2. Uitgangspunt is dat werkzaamheden/activiteiten worden uitgevoerd tijdens de geldende venstertijden als die van toepassing zijn.

  • 3. Een tijdelijke ontheffing voor het rijden op voet- en fietspaden kan worden verleend voor (onderhouds)werkzaamheden/activiteiten indien kan worden aangetoond dat:

    • a.

      De locatie waar (onderhouds)werkzaamheden/activiteiten worden uitgevoerd niet direct gelegen is aan een openbare weg toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer en deze locatie door het betreffende voertuig niet op een alternatieve wijze te bereiken is;

    • b.

      Het voertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de betreffende activiteiten/werkzaamheden.

  • 4. Een ontheffing voor het rijden op voet- en fietspaden kan worden verleend indien een privé-parkeerplaats op eigen terrein bereikt dient te worden en deze niet direct gelegen is aan een openbare weg toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer en door het betreffende voertuig niet op een alternatieve wijze te bereiken is.

Artikel 9. Algehele jaarontheffing RVV (categorie 4)

  • 1. Het college kan een langlopende ontheffing verlenen voor de duur van één jaar voor meerdere categorieën, bedoeld in artikelen 6 tot en met 8.

  • 2. De langlopende ontheffing wordt uitsluitend verleend aan voertuigen die noodzakelijk zijn ten behoeve van beheer, onderhoud of handhaving van de openbare ruimte.

  • 3. De langlopende ontheffing is geldig voor het hele grondgebied van de gemeente Leiden.

  • 4. De langlopende ontheffing is altijd kentekengeboden.

Artikel 10. Overige ontheffing verkeersregels- en verkeerstekens (categorie 5)

Een ontheffing van overige verkeersregels- en tekens dan hiervoor beschreven dient in ieder geval te worden getoetst aan de algemene criteria zoals beschreven in artikel 5.

Artikel 11. Tarief

De hoogte van de verschuldigde leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing of het wijzigen van een ontheffing nadat deze is verleend is opgenomen in de tarieventabel van de Legesverordening van de gemeente Leiden en wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 12. Intrekken oude regeling

De Beleidsregels ontheffingen Autoluwe (binnen)stad Leiden, geldend van 18-01-2023 t/m heden, wordt ingetrokken.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking op officiëlebekendmakingen.nl

Artikel 14. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels Ontheffingen Autoluwe (binnen)stad Leiden 2025.

Artikel 15. Overgangsregeling

Ontheffingen verleend voor inwerkingtreding van deze beleidsregels blijven – voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – bestaan tot de datum als op de ontheffing is vermeld.

Ondertekening

Bijlage 1: Overzichtskaart geslotenverklaring autoluwe binnenstad

afbeelding binnen de regeling

Omvat de volgende straten: Breestraat, Koornburgsteeg, Burgstreeg, Botermarkt, Nieuwe Rijn (deels), Beschuitsteeg, Nieuwstraat (deels), Moriaansteeg, Hooglandse Kerkgracht, Koppenhinksteeg, Van der Sterrepad, Oude Rijn (deels). De stegen tussen Breestaat/Aalmarkt vallen tevens onder het gebied.

Bijlage 2: Overzichtskaart verkeersmaatregel Langebrug

Overzicht met adressen van bewoners/ondernemers die in aanmerking komen voor ontheffing zoals genoemd in artikel 7.2.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3: Gebied 30 ton zone

Overzicht van de 30 ton zone zoals genoemd in artikel 7.3.

afbeelding binnen de regeling

Artikelsgewijze toelichting bij beleidsregels

Artikel 3. Vrijstelling

Lid 2: Deze partijen en instanties hoeven geen aparte ontheffing aan te vragen. Zij zijn er wel zelf verantwoordelijk voor dat het kenteken van het betreffende motorvoertuig bij de gemeente Leiden, afdeling Vergunningen Openbare Ruimte bekend is.

Artikel 5. Algemeen criterium

Lid 2a: Een efficiënte bedrijfsvoering kan nooit reden zijn voor het verlenen van ontheffing. Het betreft het verminderen van inspanningen of middelen. Voorbeelden zijn het laten aanleveren van goederen op een tijdstip waarop de leverancier minder bezorgingskosten vraagt, tijdsbesparing door een kortere aanrijdroute, dan wel een alternatief waarbij enige loopafstand moet worden geaccepteerd.

Artikel 6. Ontheffing voor stilstaan of parkeren waar het volgens de verkeersregels niet is toegestaan (categorie 1)

Lid 2a: Activiteiten of werkzaamheden met een spoedeisend karakter zijn bijvoorbeeld: huisartsen en storings- en reparatiediensten. Ook ingeval van een spoedeisend karakter van de activiteit moeten ook mogelijke alternatieven worden beschouwd.

Lid 2b i: Ingeval sprake is van reguliere laad- en losactiviteiten wordt in de basis geen ontheffing verleend. Daarvan is sprake als er geen directe verbondenheid bestaat tussen de activiteiten/werkzaamheden, waardoor het voertuig na de activiteiten/werkzaamheden direct kan worden verplaatst. Dergelijke activiteiten moeten worden uitgevoerd zonder daarbij de geldende verkeersregels te overtreden. Enige loopafstand naar de plek waar kan worden geladen en gelost moet daarbij in voorkomende gevallen worden geaccepteerd.

Lid 2b ii: Activiteiten of werkzaamheden waarbij er een directe verbondenheid bestaat tussen de activiteiten/werkzaamheden en het voertuig zijn bijvoorbeeld glazenwassers (met eigen waterreservoir verbonden aan het voertuig) of plantsoenendiensten. Pakket- en bezorgdiensten vallen uitdrukkelijk niet onder de bedoelde activiteiten/werkzaamheden.

Artikel 7. Ontheffing voor berijden van afgesloten straten en/of wegen (categorie 2)

Lid 2: Ingeval sprake is van venstertijden waarbinnen de geslotenverklaring niet geldt, dienen werkzaamheden of activiteiten binnen deze venstertijd te worden uitgevoerd.

Lid 3: Alleen voor werkzaamheden of activiteiten die niet (volledig) binnen de venstertijd kunnen worden uitgevoerd of met een spoedeisend karakter kan ontheffing worden verleend. Hieronder wordt ook verstaan het bereiken van de weekmarkt door marktkooplieden en ten behoeve van op- en afbouw marktkramen. Enkele doelgroepen (verhuizing/bereiken privé parkeerplaats) zijn genoemd onder dit lid. In de beoordeling wordt betrokken of er een alternatieve wijze bestaat om de werkzaamheden of activiteiten te kunnen uitvoeren, zonder ontheffing van de geldende verkeersregel te krijgen. Enige loopafstand dient in voorkomende gevallen te worden geaccepteerd.

Artikel 7.1 Ontheffing voor het berijden van de Breestraat (categorie 2)

Lid 2: De ontheffing geldt voor de geslotenverklaring autoluwe binnenstad en wordt verleend voor de duur van één kalenderdag. Met de ontheffing mag tevens worden geparkeerd op de Koornbrugsteeg en op marktdagen op de Breestraat, gedurende de ceremonie. Aan deze ontheffing kunnen nadere voorschriften verbonden worden.

Lid 3: Vervallen.

Lid 4: Bedrijven met een vestigingsadres in de autoluwe binnenstad komen in aanmerking voor een ontheffing. Als een bedrijf dat niet gevestigd is in de autoluwe binnenstad kan aantonen dat de bevoorrading niet binnen venstertijden kan plaatsvinden, dan wordt daarvoor in incidentele gevallen ontheffing verleend.

Hetzelfde geldt voor het gebruik van Lichte Elektrische voertuigen (LEV’s). Lichte elektrische voertuigen die worden ingezet voor het beleveren van goederen in het autoluwe gebied komen in aanmerking voor een ontheffing, als zij met enige regelmaat (> 6 keer per jaar) in de autoluwe binnenstad bevoorraden. Deze kleine voertuigen zijn gecategoriseerd als brommobiel en dienen zich daarom aan de geslotenverklaring in de autoluwe binnenstad te houden.

Bedrijven, overheden en kennisinstellingen hebben in 2014 een convenant gesloten om de stedelijke logistiek efficiënter en duurzamer te maken: de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek (ZES). Vanuit deze Green Deal ZES zijn in de afgelopen jaren diverse regionale pilots uitgevoerd met innovatieve logistieke concepten om stadskernen efficiënter en duurzamer te bevoorraden. De inzet van LEV’s maakt onderdeel uit van deze logistieke concepten en wordt (vooralsnog) gefaciliteerd met ontheffingen. Deze LEV’s kunnen tussen paaltjes doorrijden die vaak geplaatst zijn rondom voetgangersgebieden. De ontheffing voor de autoluwe binnenstad is nadrukkelijk niet geldig in voetgangersgebieden (categorie 3).

Lid 5: Bewoners woonachtig in de autoluwe binnenstad komen in aanmerking voor een ontheffing. Zij kunnen daarmee altijd de eigen woning bereiken om te kunnen laden en lossen of het bereiken van parkeerplaatsen op eigen terrein. Voor de kentekens die op de ontheffing worden geregistreerd is het geen voorwaarde dat de bewoner ook de houder van het voertuig is. Zo kan ook het kenteken van een vaste bezoeker (zoals t.b.v. mantelzorg) op de ontheffing worden geregistreerd.

Lid 6: Marktkooplieden komen in aanmerking voor een ontheffing voor hun motorvoertuig voor het bereiken van de warenmarkt. Hieronder worden ook toeleveranciers verstaan, zoals bijvoorbeeld de partij die de marktkramen opzet.

Lid 7: In de autoluwe binnenstad bevinden zich parkeerplaatsen voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart (gehandicaptenparkeerplaats). Deze parkeerplaatsen zijn (buiten venstertijd) alleen toegankelijk met een ontheffing. Houders van een Leidse gehandicapten parkeervergunning hebben automatisch een ontheffing voor het rijden in de autoluwe binnenstad voor het bereiken van deze gehandicaptenparkeerplaatsen, bijvoorbeeld voor een bezoek aan het Stadhuis of de bibliotheek BplusC Nieuwstraat.

Lid 9: Op de ontheffing voor de autoluwe binnenstad kunnen twee kentekens worden geregistreerd. Geregistreerde kentekens hebben toegang tot de autoluwe binnenstad. Gedurende de looptijd van de ontheffing kunnen kentekens op deze ontheffing onbeperkt worden aangepast.

Artikel 7.2 Ontheffing voor het berijden van de Langebrug (categorie 2)

Lid 1: De geslotenverklaring Langebrug betreft een maatregel uit de Agenda Autoluwe Binnenstad. Het doel van de maatregel is het voorkomen van sluipverkeer door de binnenstad, waarbij direct belanghebbenden genoemd in het artikel ontheffing kunnen krijgen. De maatregel is begin 2023 ingevoerd.

Er worden voor de geslotenverklaring Langebrug uitsluitend ontheffingen verleend aan ondernemers/bewoners met een (vestigings)adres de omgeving op basis van de kaart in bijlage 2. Hiervoor is gekozen omdat deze doelgroep geen sluipverkeer betreft en in zijn algemeenheid de meeste extra omrijdtijd door deze geslotenverklaring kan ondervinden. Voor bezoekers en andere doelgroepen geldt dat zij in beginsel niet in aanmerking komen voor een ontheffing. Met deze verkeersmaatregel blijft ieder adres in de omgeving van de geslotenverklaring Langebrug te allen tijde bereikbaar. Tijdelijke ontheffingen worden niet verleend, tenzij er mogelijk sprake is van laad- en losactiviteiten in het afgesloten straatdeel (Langebrug tussen Pieterskerkgracht en Papengracht). De ontheffing is geldig om de geslotenverklaring Langebrug in één rijrichting (vanuit de richting Steenschuur naar Papengracht) te passeren.

Lid 3: Op de ontheffing voor geslotenverklaring Langeburg kunnen twee kentekens worden geregistreerd. Geregistreerde kentekens hebben toegang tot de geslotenverklaring Langebrug. Gedurende de looptijd van de ontheffing kunnen kentekens op deze ontheffing onbeperkt worden aangepast.

Artikel 7.3 Ontheffing 30 tonsverbod (categorie 2)

Lid 1: In de binnenstad van Leiden is het voornemen om een geslotenverklaring in te stellen voor voertuigen zwaarder dan 30 ton. Deze geslotenverklaring komt in de plaats van de geslotenverklaring voor voertuigen zwaarden dan 7,5 ton, die gelijktijdig met de introductie van de Zero-Emissie stadslogistiek is afgeschaft. Het verbod op voertuigen zwaarder 30 ton wordt ingesteld om schade aan straten en kunstwerken te beperken. Voor dit verbod worden in de basis geen ontheffingen verleend. Indien in hele specifieke situatie toch ontheffing benodigd is, dan is dat maatwerk waarover vooraf overleg is met de gemeente. Pas als vaststaat dat er geen alternatief bestaat, kan onder specifieke voorwaarden een tijdelijke ontheffing worden verleend.

Artikel 8. Ontheffing voor rijden in voetgangersgebieden, op trottoir, voet- en fietspaden (categorie 3)

Lid 3b: Bij dergelijke verkeersmaatregelen zijn de voetganger en/of fietser hoofdgebruikers. Gezien het belang van deze maatregelen (aangenaam en prettig wandel- en fietsklimaat) en de gevaarzetting van eventueel aanwezige motorvoertuigen binnen deze regimes, wordt ontheffing voor deze verkeersmaatregelen met terughoudendheid verleend. Er wordt bij de verlening onderscheid gemaakt in voetgangersgebieden met venstertijden en zonder venstertijden. Binnen ventertijden is het voetgangersgebied toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. Hieronder wordt toegelicht hoe wordt omgegaan met ontheffingverlening.

Ontheffing voetgangersgebied met venstertijden:

Uitgangspunt is dat activiteiten/werkzaamheden altijd tijdens de venstertijden worden uitgevoerd. Als er sprake is van venstertijden en aantoonbaar gemaakt kan worden dat de activiteiten/werkzaamheden niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de venstertijden kan in gevallen dat er een noodzaak is dat het voertuig aanwezig is voor de uitvoering van de activiteiten/werkzaamheden ontheffing worden verleend. Pakket- en bezorgdiensten vallen uitdrukkelijk niet onder de bedoelde activiteiten/werkzaamheden. Pakket- en bezorgdiensten maken gebruik van de venstertijden.

Een dergelijke venstertijd is bijvoorbeeld van toepassing op de Haarlemmerstraat. Voor deze straat geldt dat toegang/ontheffing buiten de venstertijd in principe niet wordt verleend. Gezien het feit dat het voetgangersgebied uitsluitend geldt in de Haarlemmerstraat en direct aangrenzende straten, kan met het motorvoertuig altijd in de nabijheid van de bestemming worden gekomen. Daarom wordt uitsluitend ontheffing verleend aan activiteiten (zoals bouwwerkzaamheden) waarbij de duur van de venstertijd niet toereikend genoeg is en het voertuig noodzakelijk is voor betreffende activiteit.

Ontheffing voetgangersgebied zonder venstertijden:

Reguliere laad- en losactiviteiten dienen plaats te vinden buiten het voetgangersgebied, waarbij enige loopafstand moet worden geaccepteerd. Ontheffing kan eventueel worden verleend aan:

  • Verhuizing waarbij geen alternatief is in nabijheid.

  • Activiteiten/werkzaamheden waarbij (de aanwezigheid) van het voertuig noodzakelijk is om de activiteiten te kunnen uitvoeren, zoals activiteiten of werkzaamheden waarbij er een directe verbondenheid bestaat tussen de activiteiten/werkzaamheden en het voertuig zijn bijvoorbeeld glazenwassers (met eigen waterreservoir verbonden aan het voertuig) of plantsoenendiensten. Pakket- en bezorgdiensten vallen uitdrukkelijk niet onder de bedoelde activiteiten/werkzaamheden.

  • Privé parkeerplaats, alleen te bereiken door te rijden via het voetgangersgebied (art. 8 lid 4).

Artikel 9. Algehele ontheffing RVV (categorie 4)

Lid 2a: Onder voertuigen die noodzakelijk zijn ten behoeve van beheer/onderhoud van de openbare ruimte worden bijvoorbeeld vuilniswagens of reinigingsdiensten verstaan.

Artikel 13

Deze beleidsregel zorgt voor een formalisering en standaardisering van het verlenen van ontheffingen ter ondersteuning van de mogelijkheid ontheffingen zoveel mogelijk digitaal aan te vragen en verlenen.

Artikel 15

Nieuwe aanvragen worden beoordeeld op basis van deze beleidsregel op het moment van inwerkingtreding.