Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740503
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740503/1
Besluit van de regeringscommissaris van 23 december 2019 no 02 in plaats van het bestuurscollege tot vaststelling van het Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen ter uitvoering van artikelen 2 eerste lid, 9 tweede lid en 22 vijfde lid van de Basis Eilandsverordening Kinderopvang St. Eustatius (Besluit Kinderopvang Sint Eustatius 2020)
Geldend van 01-01-2020 t/m heden
Intitulé
Besluit van de regeringscommissaris van 23 december 2019 no 02 in plaats van het bestuurscollege tot vaststelling van het Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen ter uitvoering van artikelen 2 eerste lid, 9 tweede lid en 22 vijfde lid van de Basis Eilandsverordening Kinderopvang St. Eustatius (Besluit Kinderopvang Sint Eustatius 2020)De regeringscommissaris voor Sint Eustatius, krachtens de Tijdelijke wet verwaarlozing Sint Eustatius handelende in plaats van het bestuurscollege
overwegende dat het wenselijk is om ter adequate regulering van de Kinderopvang St. Eustatius, uitvoering te geven door middel van vaststelling van nadere regels zoals vermeld in de Basis Eilandsverordening Kinderopvang St. Eustatius;
gehoord het advies van directie Sociaal, 23 december 2019;
gelet op de artikelen artikel 2 eerste lid, 9 tweede lid, 22 vijfde lid, van de Basis Eilandsverordening Kinderopvang St. Eustatius
Besluit:
vast te stellen de
Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikelen 2 eerste lid, 9 tweede lid en 22 vijfde lid van de Basis Eilandsverordening Kinderopvang St. Eustatius (Besluit Kinderopvang Sint Eustatius 2020)
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder
- -
Eilandsverordening: de Basis Eilandsverordening Kinderopvang St. Eustatius, A.B. 2019 no 19
- -
Exploitant: de natuurlijke persoon of rechtspersoon als beldoeld in artikel 1 onderdeel e van de Basis Eilandsverordening St. Eustatius;
- -
kwaliteitscommissie : de kwaliteitscommissie als genoemd in de Basis Elilandsverordening Kinderopvang Sint Eustatius;
Hoofdstuk 2 Kwaliteitscommissie
Artikel 2
-
1. De leden van kwaliteitscommissie worden benoemd en ontslagen door het bestuurscollege
-
2. De kwaliteitscommissie bestaat uit tenminste:
- a.
een vertegenwoordiger van onderwijs;
- b.
een vertegenwoordiger van volksgezondheid;
- c.
een vertegenwoordiger van bouw en infrastructuur;
- a.
-
3. De kwaliteitscommissie bestaat uit maximaal 5 personen.
-
4. De leden worden voor de duur van drie jaren benoemd met de mogelijkheid voor een eenmalige verlenging voor drie jaren.
Artikel 3
-
1. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter en een secretaris.
-
2. De kwaliteitscommissie vergadert minstens twee keer per jaar en vaker wanneer dit nodig is voor advisering aan het bestuurscollege.
-
3. Elk lid ontvangt $200 per persoon per vergadering
Artikel 4
De kwaliteitscommissie adviseert het bestuurscollege naast het in de Eilandsverordening neergelegde, tevens op:
- a.
benodigde training voor de exploitant en personeel van de kinderopvang;
- b.
voorstellen inzake wijziging in de regelgeving en/of de daarin vermelde vereisten;
- c.
hete tijdspad waar binnen de voorgestelde wijzigingen dienen plaats te vinden.
Artikel 5
-
1. De leden van de kwaliteitscommissie zijn verplicht de uit hoofde van hun benoeming ontvangen informatie vertrouwelijk te beschouwen en zijn tot geheim verplicht.
-
2. De onder het eerste lid vermelde geheimhoudingsplicht geldt ook na beëindiging van hun lidmaatschap.
Hoofdstuk 3 Termijnen inzake tijdelijke ontheffing
Artikel 6
Aan de exploitant van een reeds bestaande kinderopvang die bij de bij de inwerkingtreding van deze verordening niet voldoet aan de vereisten vermeld onder Hoofdstuk 3 van de Basis Eilandsverordening kinderopvang wordt ontheffing verleend voor de volgende delen en voor de genoemde termijnen:
- 1.
Voor de vereiste vermeld in artikel 11 eerste lid van de Eilandsverordening een periode van zes maanden.
- 2.
- a.
Voor de vereisten inzake het pedagogisch beleidsplan genoemd in artikel 12 tweede en derde lid en artikel 13 van de Eilandsverordening, een periode van twee maanden.
- b.
Het pedagogisch beleidsplan dient na deze periode ook direct uitvoerbaar te zijn
- a.
- 3.
- a.
Voor de vereisten vermeld in artikel 14 van de Eilandsverordening aangaande het personeel, een periode van twee jaar.
- b.
Gedurende deze periode dient het werkzame personeel minimaal te beschikken over een diploma pedagogische opleiding niveau 2.
- a.
- 4.
- a.
Voor de vereisten inzake het aantal kinderen per groepsleidsters als vermeld in de artikelen 18 en 19 van de Eilandsverordening en nader aangegeven in tabel 1 van de bijlage behorende bij de Eilandsverordening een periode van twee maanden.
- b.
De exploitant dient de kinderen gedurende deze periode in een vaste groep te plaatsen en stelt de ouders hiervan op de hoogte.
- a.
- 5.
Voor de vereisten inzake de oudercommissie als vermeld in artikel 24 van de Eilandsverordening, een periode van zes maanden. Binnen dit periode dient de exploitant alles in het werk te stellen om tot een oudercommissie te komen.
- 6.
Voor de vereisten inzake de klachtenprocedure conform artikel 27 van de Eilandsverordening, een periode van 6 maanden.
Hoofdstuk 4 Nadere voorschriften omtrent de inrichting, brandveiligheid, hygiënische toestand en veiligheid van het kindercentrum
Artikel 7
-
1. Een centrum voor kinderopvang inclusief alle voorzieningen, dient in goede conditie te zijn.
-
2. Een centrum voor kinderopvang dient te beschikken over goede elektrische verlichting en ventilatie.
-
3. Regenbakken dienen goed afgesloten te zijn.
-
4. Een centrum voor kinderopvang is in ieder geval vrij van: gevaarlijke goederen of voorwerpen, giftige planten, openstaand water.
-
5. Goederen en voorwerpen die giftig zijn of waardoor kinderen verwond kunnen raken dienen buiten het bereik van de kinderen te worden gehouden.
Artikel 8
-
1. Materialen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, die licht ontvlambaar zijn of een sterke rookontwikkeling hebben in geval van brand, mogen niet worden gebruikt.
-
2. Een centrum voor kinderopvang dient gemakkelijk bereikbaar te zijn en toegankelijk voor emergency diensten.
-
3. Er dienen voldoende veilige nooduitgangen zijn, zoals voorgeschreven door de brandweer.
-
4. Er dienen werkende rookdetectors aanwezig te zijn.
-
5. Afhankelijk van het aantal kinderen dient een centrum voor kinderopvang voorzien te zijn van: brandblussers klaar voor onmiddellijk gebruik, op een duidelijk zichtbare plaats, een brandblusser voor de keuken.
-
6. Een goed voorziene eerste hulp trommel dient op een duidelijke voor volwassenen bereikbare plaats aanwezig te zijn.
Artikel 9
-
1. Een centrum voor kinderopvang dient aansluiting te hebben met de elektriciteitsbedrijf en voor zover mogelijk aan een publiek telefoonnet, aan drinkwater en een rioleringssysteem.
-
2. Als het centrum niet verbonden is aan een openbaar rioleringssysteem dan dient er voorzien te zijn in een adequaat systeem.
-
3. Als een centrum niet is verbonden met een publiek watersysteem dan dienen de regels gevolgd te worden, zoals opgesteld door de overheid, voor water uit regenbakken.
-
4. Als er geen connectie is met een openbaar telefoonsysteem dan dient het centrum voor kinderopvang te beschikken over minstens één betrouwbare mobiele telefoon.
-
5. Een centrum voor kinderopvang dient binnenshuis een communicatiesysteem hebben.
Artikel 10
-
1. Het grondoppervlak van de buitenruimte dient van materiaal te zijn dat veilig is en kan dienen als een speelplaats voor de kinderen.
-
2. De buitenruimte dient ook te beschikken over schaduwplekken.
-
3. Er dient genoeg buitenspeelmateriaal aanwezig te zijn en dit dient veilig verankerd te zijn.
Artikel 11
-
1. Het grondoppervlakte van de binnenruimte dient van glad materiaal te zijn en anti slip.
-
2. Electrische contacten dienen op een hoogte van 1,5 meter te zijn geplaatst en tevens beveiligd.
-
3. Per kind dient er genoeg ruimte te zijn voor het opruimen van persoonlijke zaken.
-
4. Er is een aparte ruimte voor de staf.
Artikel 12
-
1. In een centrum voor kinderopvang dient het meubilair in de door de kinderen gebruikte ruimtes aangepast te zijn aan de ontwikkeling van het kind.
-
2. Er dient een matras of bed te zijn per kind met een minimale ruimte tussen de bedden van 0.30 meter.
-
3. Meubilair en materialen dienen in goede conditie te zijn en regelmatig te worden vervangen, afhankelijk van het gebruik.
-
4. Alle speelgoed moet wasbaar zijn.
Artikel 13
-
1. De keuken dient afgescheiden te zijn van de toilet ruimte en is niet toegankelijk voor de kinderen.
-
2. Het werkoppervlak in de keuken dient minimaal 9 m2 te zijn.
-
3. Er dient een gootsteen in de keuken te zijn met minimaal twee compartimenten, met een afvoer.
-
4. In de keuken dienen: de vloer en muren volledig van tegels te zijn voorzien, de werkplekken afwasbaar te zijn, voldoende ruimte voor borden en ander materiaal voor het bereiden van het voedsel te zijn, vrij van insecten, er dient voldoende ruimte te zijn om gekoelde en niet gekoelde producten vrij van insecten op te ruimen.
Artikel 14
-
1. Sanitaire ruimtes voor de staf zijn gescheiden van die van de kinderen.
-
2. De vloeren van toiletten en douches te gebruiken door de kinderen dienen betegeld zijn en anti-slip.
-
3. De muren van de toiletten en douches dienen tot een hoogte van 1,6 meter betegeld te zijn.
-
4. Een kindercentrum is voorzien van:
Een douche en wasbak per vijftien kinderen tot vier jaar oud, voor kinderen ouder dan vier jaar voor twintig kinderen.
Toiletten per tien kinderen tot vier jaar oud, voor kinderen ouder dan vier jaar voor tien kinderen
-
5. Alle toiletten, wasbakken en douches dienen verbonden te zijn aan een functionerend afwateringssysteem.
Artikel 15
-
1. Als een centrum voor kinderopvang kinderen opvangt van 0-1 jaar dan dient het voorzien te zijn van:
- a.
een ruimte waar de kinderen zich vrij kunnen bewegen;
- b.
sanitaire en aankleedruimte;
- c.
een baby keuken met een ijskast, en veilige opbergruimte en benodigde materialen voor bereiden fles en voeding;
- d.
een ruimte voor de persoonlijke bezittingen en genoeg ruimte voor speelgoed;
- e.
een bed per kind
- a.
-
2. De bedden zijn gemaakt van zachthout en hebben spijlen met een maximum van 7,5 cm tussen de spijlen
Artikel 16
-
1. Ieder kind beschikt over zijn eigen tandenborstel, kam en handdoek.
-
2. Iedere wastafel dient vloeibare zeep te hebben en papieren handdoeken.
-
3. Speelgoed van 0-4 jarigen wordt een keer per week gewassen en indien noodzakelijk.
-
4. Iedere ruimte in een centrum wordt dagelijks schoongemaakt met middelen daarvoor aangewezen door de GGD die veilig zijn voor de kinderen.
-
5. Het centrum wordt schoongemaakt buiten de tijd dat de kinderen er zijn, als de kinderen er zijn alleen als het hoogstnoodzakelijk is.
Artikel 17
-
1. Personeel mag in de babyruimte niet gebruik maken van de buitenschoenen.
-
2. Alvorens te beginnen dient het personeel hun handen te wassen met zeep en water.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 18
Dit besluit wordt aangehaald als Besluit Kinderopvang Sint Eustatius 2020.
Artikel 19
-
1. Dit besluit treedt in werking op1 januari 2020.
-
2. Bij de inwerkingtreding van dit besluit wordt het Eilandsbesluit Kinderdagverblijf, A.B. 2018 no 1, ingetrokken.
Ondertekening
Aldus besloten door de regeringscommissaris op 23 december 2019
De Plv. Regeringscommissaris,
w.g. De heer M.Stegers.
De Wnd. Eilandsecretaris,
w.g. Mw. M. Dijkshoorn
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl