Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740489
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740489/1
Beleidsregels hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening Meierijstad 2025
Geldend van 14-06-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening Meierijstad 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad, gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
Gelet op paragraaf 7.8 van de Verordening sociaal domein Meierijstad 2025;
Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
Vast te stellen de volgende: Beleidsregels hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening Meierijstad 2025
Artikel 1. Begripsbepalingen
- 1.
Alle begrippen in deze beleidsregels hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Algemene wet bestuursrecht.
- 2.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad;
- b.
hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening: het aanbieden van ondersteuning en nazorg gericht op het voorkomen, zo vroeg mogelijk signaleren en oplossen van schulden met als doel financiële zelfredzaamheid.
- c.
hulpvraag: een vraag waarmee een inwoner een beroep doet op hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening;
- d.
inwoner: de ingezetene die is ingeschreven in de basisregistratie personen van de gemeente Meierijstad;
- e.
maatwerkoplossing: het afstemmen van de hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening op de individuele situatie van de inwoner;
- f.
Msnp: de minnelijke schuldsanering natuurlijke personen;
- g.
schuldregelingsovereenkomst: een overeenkomst tussen de schuldhulpverlener en inwoner bij een schuldregeling. Hierin staan de afspraken over de schuldregeling; h. Wgs: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
- h.
Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen;
- i.
NVVK: de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren.
- a.
Artikel 2. Doelgroep
Tot de doelgroep van hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening behoren alle inwoners van de gemeente Meierijstad.
Artikel 3. Verzoek
- 1.
Als een inwoner zich tot het college wendt voor hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening vindt binnen 3 weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.
- 2.
In geval van een bedreigende situatie wordt er binnen twee werkdagen contact opgenomen met de inwoner.
Artikel 4. Aanbod
- 1.
Het aanbod hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening wordt samen met de voorwaarden en verplichtingen die aan cliënt worden gesteld, vermeldt in een plan van aanpak conform artikel 4a, lid 1 van de Wgs. Daarnaast wordt er een begeleidingsplan uitgewerkt. In dit begeleidingsplan wordt gekeken naar alle leefgebieden en waar nodig de integrale samenwerking gezocht. De doorlooptijden en de uitwerking van de ondersteuning worden hierin opgenomen.
- 2.
De vorm waarin het college hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening aanbiedt wordt afgestemd op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de cliënt. Dit is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen. De onderdelen die hierbij in elk geval worden betrokken zijn:
- a.
Aard, zwaarte, omvang en/of regelbaarheid van de schulden;
- b.
Psycho-sociale situatie;
- c.
Houding en gedrag van de cliënt (motivatie);
- d.
De (financiële) vaardigheden van de belanghebbende en de mate van leerbaarheid;
- e.
De mate van medewerking van de belanghebbende;
- f.
Een eventueel eerder gebruik van hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening.
- a.
- 3.
Het aanbod hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening kan bestaan uit een of meer producten als bedoeld in bijlage 1 bij deze beleidsregels. Indien deze producten geen passende oplossing bieden, wordt bekeken of een maatwerkoplossing mogelijk is.
- 4.
Het college kan besluiten dat het aanbod hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening niet bestaat uit een Msnp of verzoek Wsnp als cliënt een Msnp of Wsnp succesvol of tussentijds heeft beëindigd.
- 5.
Het aanbod hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening zal geen Msnp of verzoek Wsnp bevatten als:
- a.
er sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 3 lid 3 van de Wgs;
- b.
er niet voldaan wordt aan de voorwaarden opgesteld in de schuldregelingsovereenkomst;
- c.
er sprake is van een nog niet opgeheven faillissement;
- d.
er geen sprake is van een problematische schuldsituatie (zoals omschreven in de gedragscode van de NVVK).
- a.
- 6.
Bij de door het college aangeboden producten wordt de gedragscode van de NVVK gehanteerd. Daarnaast zijn het convenant vroegsignalering en daarmee samenhangende documenten waarin de werkwijze is beschreven van toepassing.
Artikel 5. Verplichtingen
- 1.
Onverminderd artikel 6 en 7 van de Wgs is de cliënt die is toegelaten tot hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening verplicht om:
- a.
toestemming te verlenen om de voor de hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening van belang zijnde informatie in te winnen bij, te verstrekken aan derden en te registreren bij derden; b) te reageren op verzoeken tot contact;
- b.
zich te houden aan de bepalingen en voorwaarden zoals genoemd in het plan van aanpak, het begeleidingsplan en eventuele overeenkomsten;
- c.
zich te houden aan aanvullende verplichtingen en afspraken die tijdens het traject van hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening worden gemaakt;
- d.
na te laten van hetgeen de voorgang van het traject hulp bij geldzaken of schuldhulpverlening belemmert.
- a.
- 2.
Voor het nakomen van de verplichtingen wordt een termijn van 2 weken gehanteerd.
- 3.
Voordat een besluit wordt genomen vanwege het niet nakomen van de verplichtingen, wordt de cliënt een hersteltermijn van twee weken geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of inlichtingen te verstrekken.
Artikel 6. Beëindigingsgronden
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels en de Wgs, besluit het college tot beëindiging van hulp bij geldzaken of schuldhulpverlening als:
- a.
cliënt niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 6 en 7 Wgs, artikel 5 van deze beleidsregels, het plan van aanpak of de schuldregelingsovereenkomst nakomt;
- b.
het traject van hulp bij geldzaken of schuldhulpverlening succesvol is afgerond;
- c.
cliënt hier zelf om verzoekt;
- d.
cliënt niet langer behoort tot de doelgroep;
- e.
cliënt zich ten opzichte van de medewerkers belast met werkzaamheden die voortvloeien uit de Wgs of deze beleidsregels naar oordeel van het college zeer ernstig misdraagt. In dit geval kan cliënt voor een periode van maximaal 36 maanden worden uitgesloten van het recht op hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening;
- f.
hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden van de cliënt, naar het oordeel van het college niet langer passend of noodzakelijk is;
- g.
cliënt overlijdt;
- h.
cliënt rechtens zijn vrijheid is ontnomen en als gevolg hiervan het traject hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening geen doorgang kan vinden;
- i.
op grond van onjuiste gegevens hulp bij geldzaken of schuldhulpverlening is toegekend, terwijl het college, indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest, een andere beslissing zou hebben genomen.
Artikel 7. Weigeringsgronden
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels en de Wgs, kan het college besluiten tot weigering van hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening als:
In de voorgaande 36 maanden een besluit is genomen tot intrekking of beëindiging van hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening op grond van artikel 6 sub e van deze beleidsregels.
Artikel 8. Berekening Vrij Te Laten Bedrag
Voor de berekening van het Vrij Te Laten Bedrag (VLTB) wordt volgens de gedragscode schuldregeling van de NVVK gehandeld.
Artikel 9. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
- 1.
Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels als toepassing voor de cliënt onevenredige gevolgen zou hebben als bedoeld in artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht.
- 2.
In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.
Artikel 10. Overgangs- en slotbepaling
- 1.
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Beleidsregels schuldhulpverlening Meierijstad 2017’.
- 2.
Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening Meierijstad 2025’.
Bijlage 1 Productaanbod hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening
Crisisinterventie
We voorkomen van een bedreigende situatie zoals afsluitingen gas, elektriciteit en water en huisuitzettingen.
Budgetbegeleiding
We helpen cliënten om een duurzaam financieel evenwicht te bereiken door hen te ondersteunen bij het zelfstandig oplossen van problemen of door flankerende hulp in te zetten. Denk bij het ondersteunen bij het oplossen van problemen aan het treffen van betalingsregelingen of het helpen bij het ordenen van de administratie. Flankerende hulp bestaat uit alle vormen van hulp- en dienstverlening die de hulp bij geldzaken of schuldhulpverlening ondersteunen om inwoners financieel zelfredzaam te maken, zoals maatschappelijk werk, verslavingszorg of bewindvoering.
Budgetcoaching
We leren cliënten de financiële kennis en vaardigheden om hun eigen geldzaken zelfstandig te regelen.
Budgetbeheer
We nemen de zorg voor vaste lasten voor een of meerdere jaren over wanneer het niet lukt om deze op tijd te betalen. Wij zorgen ervoor dat woonkosten, nutsvoorzieningen en verplichte verzekeringen op tijd worden betaald.
Stabilisatie
We brengen rust in de financiële situatie door samen met de cliënt de inkomsten en uitgaven in evenwicht te brengen. Na stabilisatie zetten wij een betalingsregeling of minnelijke schuldsanering (Msnp) op.
Minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (Msnp)
We sluiten een overeenkomst tussen cliënten met problematische schulden en hun schuldeisers. Op basis van eventueel ingezet vermogen en de berekende afloscapaciteit lost de cliënt in maximaal 18 maanden zoveel mogelijk van de schuld af, waarna de rest wordt kwijtgescholden. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen een saneringskrediet en een schuldbemiddeling. Indien haalbaar en wenselijk, heeft het inzetten van een saneringskrediet altijd de voorkeur.
Dwangakkoord
We vragen een dwangakkoord aan bij de rechtbank als een minnelijke schuldregeling (Msnp) mislukt door weigering van schuldeisers. Bij toewijzing moeten de schuldeisers alsnog meewerken aan het akkoord.
Verzoekschrift Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)
We ondersteunen cliënten bij het indienen van een aanvraag voor de Wsnp via de rechtbank wanneer het niet lukt om schulden minnelijk te regelen. In sommige situaties kunnen wij een rechtstreeks verzoek voor de Wsnp indienen. Bij toewijzing benoemt de rechter een Wsnp-bewindvoerder. Als de cliënt zich aan de regels houdt, adviseert de bewindvoerder de rechter om een 'schone lei' te verlenen.
Sociale lening
We verstrekken sociale leningen aan cliënten met lagere inkomens die elders geen lening kunnen krijgen maar dringend geld nodig hebben. Het leenbedrag is afhankelijk van het inkomen.
Duurzame financiële dienstverlening (DFD)
We helpen cliënten om hun inkomsten en uitgaven in evenwicht te brengen als de schulden nog niet duurzaam opgelost kunnen worden.
Nazorg
We ondersteunen cliënten gedurende 12 maanden bij het starten van een financieel stabiel en/of schuldenvrij leven om terugval te voorkomen of hierbij te ondersteunen.
Schuldhulpverlening voor ondernemers
We helpen ondernemers die privé aansprakelijk zijn voor schulden bij het tot stand brengen van een minnelijke regeling voor hun totale schuldenlast.
Screening voedselhulp
We beoordelen volgens de normen van Voedselbanken Nederland of cliënten recht hebben op tijdelijke ondersteuning door de voedselbank. Daarbij wordt ook altijd gekeken of aanvullende hulp noodzakelijk is.
Vroegsignalering
Wij ontvangen maandelijks signalen van betalingsachterstanden (huur, energie, water, warmte en zorgverzekering) en benaderen inwoners proactief met een hulpaanbod om verdere achterstanden en schuldsituaties te voorkomen.
Moratorium
We vragen bij de rechtbank om opschorting of opheffing van dreigende situaties zoals woningontruiming of afsluiting van nutsvoorzieningen. Bij toewijzing krijgen wij maximaal 6 maanden om een minnelijke schuldregeling (Msnp) tot stand te brengen.
Breed Moratorium
Wij vragen bij de rechter om schuldeisers tijdelijk (maximaal 6 maanden) te laten stoppen met incassoactiviteiten. Wij gebruiken deze periode om een oplossing voor de schulden te regelen.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in zijn vergadering van 20 mei 2025
Het college van burgemeester en wethouders,
De secretaris,
drs. M.J.M. Meertens
De burgemeester,
ir. C.H.C. van Rooij
Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begrippen
In dit artikel zijn een aantal begrippen nader omschreven.
Artikel 2. Doelgroep
Hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening staat open voor alle inwoners van Meierijstad die rechtmatig in Nederland verblijven.
Artikel 3. Verzoek
In dit artikel wordt omschreven binnen welke termijn de inwoner toegang krijgt tot hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening.
Artikel 4. Aanbod
De hulpvraag is bepalend voor de inzet van producten. Dit kan per situatie verschillen. Middels lid 1, 2 en 3 wordt recht gedaan aan het uitgangspunt dat hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening gericht ingezet dient te worden. Het gaat om maatwerk.
Het college kan besluiten dat Msnp of Wsnp niet ingezet wordt indien de aanvrager reeds een schuldregeling (minnelijk en/of wettelijk) succesvol of tussentijds heeft beëindigd (lid 4). Dit omdat de situatie ten opzichte van de beëindiging dusdanig veranderd moet zijn om richting de schuldeisers en/of rechtbank aannemelijk te maken dat een nieuwe schuldregeling een duurzame oplossing is.
Ook zijn er situaties waarin het college nooit een Msnp of verzoek tot Wsnp aan kan bieden (lid 5). In geval van fraude (sub a) dient er in deze beleidsregels sprake te zijn van een openstaande fraudevordering bij een bestuursorgaan die is geconstateerd binnen drie jaar voorafgaand aan het verzoek om een schuldregeling. Bij het bepalen van deze termijn, tellen openstaande fraudevorderingen die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels mee. Ligt de ontdekkingsdatum van de fraude vóór drie jaar terug, dan wordt het verzoek tot een schuldregeling in principe opgepakt, mits er geen andere gronden tot weigering aanwezig zijn. Er is nadrukkelijk voor de drie-jaar termijn gekozen om aan te sluiten bij de termijn zoals die geldt bij de toegang tot de Wet schuldsanering wettelijke personen (Wsnp). Bij een verzoek tot toelating tot de Wsnp wordt getoetst of iemand in de afgelopen drie jaar te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van de schulden. Indien de ontdekkingsdatum niet vast te stellen is, wordt de datum van de veroordeling of het opleggen van de sanctie gehanteerd. Daarnaast is een Msnp of verzoek Wsnp niet mogelijk bij een nog niet opgeheven faillissement (sub c). Op het moment dat een faillissement nog niet is opgeheven, kan de schuldenlast niet bepaald worden. Als een Msnp of verzoek Wsnp niet mogelijk is, zal een ander schuldhulpverleningsproduct worden aangeboden.
Productaanbod:
- •
Crisisinterventie
- •
Budgetbegeleiding
- •
Budgetcoaching
- •
Budgetbeheer
- •
Stabilisatie
- •
Minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (Msnp)
- •
Dwangakkoord
- •
Verzoekschrift Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)
- •
Sociale lening
- •
Duurzame financiële dienstverlening (DFD)
- •
Nazorg
- •
Schuldhulpverlening voor ondernemers
- •
Screening voedselhulp
- •
Vroegsignalering
- •
Moratorium - Breed moratorium
Deze producten sluiten elkaar niet uit. Er kan sprake zijn van een samenloop van meerdere producten.
Artikel 5. Verplichtingen
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van cliënten zelf om, naar vermogen, tijdig de benodigde informatie te geven en medewerking te verlenen gedurende de looptijd van een traject (lid 1). Hierbij gaan we uit van de volgende drie vragen: wat kun je, wat wil je en wat heb je daarvoor nodig? Maatwerk staat daarbij centraal. De cliënt wordt ondersteund op het moment dat dit zelfstandig niet lukt. Deze aanvullende ondersteuning (bijvoorbeeld in de vorm van flankerende hulp) wordt ook opgenomen in het plan van aanpak en het begeleidingsplan. De genoemde verplichtingen zijn geen limitatieve opsomming. In totaal heeft de cliënt 4 weken de tijd om te voldoen aan deze verplichtingen (lid 2 en 3).
Bij een schuldregeling (Msnp of Wsnp) worden de verplichtingen van de schuldenaar en de schuldregelende instelling vastgelegd in een schuldregelingsovereenkomst. Voor de schuldregelende instelling heeft deze overeenkomst het karakter van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting. De schuldregelende instelling is immers afhankelijk van de medewerking van de schuldeisers en kan daarom geen resultaat (medewerking van de schuldeisers aan een schuldregeling) garanderen.
Artikel 6. en 7. Weigeringsgronden en beëindigingsgronden
In deze artikelen wordt beschreven wanneer hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening kan worden geweigerd of beëindigd. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering en beëindiging, maar niet de verplichting. Altijd zal een beoordeling moeten plaatsvinden naar de feiten en of omstandigheden. De beoordeling van de persoonlijke omstandigheden vergt maatwerk. Het spreekt voor zich dat bij weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening de motivatie hiervan en de gronden waarop dit plaatsvindt duidelijk vermeld staan in de beschikking.
Artikel 8. Berekening vrij te laten bedrag
Onderdeel van het traject hulp bij geldzaken en schuldhulpverlening kan een schuldregeling (Msnp of verzoek Wsnp) zijn. Daarbij dient vastgesteld te worden wat de aflossingsmogelijkheden zijn en wat voor de schuldenaar overblijft als z.g. vrij te laten bedrag. Hiervoor zijn er landelijke richtlijnen, die bij zowel een Msnp als een Wsnp gehanteerd worden en waar ook de NVVK zich aan heeft geconformeerd.
Artikel 9. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Hierin is bepaald dat het college besluit in gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien.
Artikel 10. Overgangs- en slotbepaling Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl