Marktreglement gemeente Sluis

Artikel 1. Begripsbepalingen

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Sluis opgenomen begripsbepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op het Marktreglement gemeente Sluis

Artikel 2. Locatie en tijden van de markt

• 1.

  De markten vinden wekelijks plaats in:

Aardenburg: op dinsdag van 08.00 tot 12.00 uur;

Oostburg: op woensdag van 08.00 tot 16.00 uur;

Breskens: op donderdag van :

08.00 tot 16.00 uur in de periode van 15 maart tot 15 november

08.00 tot 13.30 uur in de periode van 15 november tot 15 maart;

Sluis: op vrijdag van 08.00 tot 16.00 uur;

IJzendijke: op zaterdag van 08.00 tot 12.00 uur.

• 2.

  De seizoensmarkt in Cadzand vindt plaats in de maanden juli en augustus van 09.00 tot 19.00 uur, met mogelijke uitloop naar juni en september als de aanvragen daar aanleiding toe geven.

• 3.

  Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat:

• de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag indien de in het eerste lid en tweede lid genoemde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen;

• de markt vanwege bijzondere omstandigheden op een andere locatie/en of tijdstip plaatsvindt.

Artikel 3. Indeling van de markt

• 1.

  De locaties van de in artikel 2 genoemde markten zijn aangegeven op het als bijlage 1 bij dit reglement gevoegde kaartenoverzicht.

• 2.

  Op de in artikel 2 genoemde markten is een branche-indeling van toepassing. De branche-indeling is opgenomen in bijlage 2 van dit reglement.

Artikel 4. Verdeling vergunningen

• 1.

  Vaste standplaatsvergunningen worden verstrekt conform artikel 11 en 14 van de Marktverordening gemeente Sluis 2022.

• 2.

  Dagplaatsvergunningen worden verstrekt conform artikel 12 en 19 van de Marktverordening gemeente Sluis 2024.

• 3.

  Standwerkvergunningen worden verstrekt conform artikel 13 en 20 van de Marktverordening gemeente Sluis 2024.

Artikel 5. Verlenging

Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning wordt de verlengingsprocedure van artikel 9 van de Marktverordening gemeente Sluis toegepast

Artikel 6 Loting

• a.

  Een verzoek om deel te nemen aan de loting voor een vaste-standplaatsvergunning bevat:

• •

  de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

• •

  het inschrijfnummer bij de KvK;

• •

  een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

• •

  een omschrijving van de kraam, verkoopwagen of markavan die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats gebruikt en de afmetingen daarvan;

• •

  het soort artikelen dat de vergunninghouder verhandelt of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

• b.

  De loting vindt plaats tijdens een vergadering van de Marktcommissie, waarvoor de deelnemers uitgenodigd worden. De uitslag van de trekking wordt schriftelijk bekendgemaakt aan de deelnemers.

• c.

  De deelnemer wiens lot getrokken is, is verplicht om binnen twee weken na ontvangst van de uitslag van de trekking een vergunningaanvraag te doen.

• d.

  Er worden twee reserve lotnummers getrokken. Indien de deelnemer wiens lot als eerste getrokken is niet in staat blijkt een toekenbare vergunningaanvraag te doen, wordt de eerste reserve kandidaat uitgenodigd een vergunningaanvraag te doen.

Artikel 7. Vaste standplaatsvergunning

Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

• a.

  de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder, alsmede het inschrijfnummer bij de KvK;

• b.

  een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van de afmetingen daarvan;

• c.

  de kraam, verkoopwagen of markavan die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats gebruikt en de afmetingen daarvan;

• d.

  het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

• e.

  de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitenlijst;

• f.

  de verplichting dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en de afvoer van zijn afval en de standplaats na afloop van de markt schoon op te leveren;

• g.

  de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

• h.

  welke kook-, bak- en/of verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

Artikel 8. Inschrijving op de anciënniteitenlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 9. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Bij toewijzing van een beschikbare vaste standplaats staat de kwaliteit van de markt, te bepalen door burgemeester en wethouders, voorop. Bij gelijke geschiktheid geniet voorrang de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan burgemeester en wethouders schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst.

Artikel 10. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

• 1.

  Als de vergunninghouder niet langer zelf van de vaste-standplaatsvergunning wil gebruikmaken, blijvend arbeidsongeschikt is, overleden is of onder curatele gesteld is, kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator overschrijven op naam van een medewerker van de vergunninghouder of een mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste drie jaar aantal in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

• 2.

  Bij overschrijving van de vergunning vervalt de anciënniteit van de vergunninghouder en geldt voor de nieuwe vergunninghouder de datum van overschrijving als anciënniteitsdatum.

• 3.

  De vergunninghouder kan na verkrijging van een vergunning door overschrijving deze vergunning pas na drie jaar overdragen.

• 4.

  Burgemeester en wethouders kunnen zo nodig onderliggende informatie over de situaties uit het eerste lid opvragen bij aanvrager.

Artikel 11. Toewijzen dagplaats

• 1.

  Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier aan de marktmeester, op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen. Overlegd dienen te worden een bewijs van inschrijving bij de KvK en en indien van toepassing een contract van zijn vervanger en de personen die hem bijstaan.

• 2.

  De dagplaats wordt toegewezen in volgorde van de gegadigden die zich daarvoor uiterlijk één uur voor de aanvang van de markt hebben aangemeld bij de marktmeester.

Artikel 12. Toewijzing standwerkersplaats

• 1.

  Burgemeester en wethouders wijzen een standwerkersplaats toe door middel van loting.

• 2.

  Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

• 3.

  Een standwerker moet werken met zijn product en mag geen uitzoekhandel hebben.

Artikel 13. Innemen standplaats

• 1.

  De vergunninghouder van een vaste standplaats draagt zorg voor het wekelijks persoonlijk innemen van zijn standplaats.

• 2.

  De vergunninghouder is te allen tijde verantwoordelijk voor de standplaats waarvoor de vergunning is verleend.

• 3.

  De vergunninghouder mag de standplaats laten innemen door een door hem op contractbasis aangewezen vervanger. Genoemd contract moet op verzoek worden getoond.

• 4.

  De vergunninghouder van een vaste standplaats is ervoor verantwoordelijk dat de vervanger die voor hem handelt:

  • a.

    voldoet aan alle eisen die aan de vergunninghouder worden gesteld;

  • b.

    alle verplichtingen nakomt die bij of krachtens dit reglement en de verordening aan de vergunninghouder zijn opgelegd.

• 5.

  Alle handelingen van de vervanger die verband houden met het innemen van de standplaats, zijn voor rekening en risico van vergunninghouder.

• 6.

  De vergunninghouder mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

• 7.

  De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan door een of meer door hem op contractbasis aangewezen personen. Genoemd contract moet op verzoek worden getoond.

Artikel 14. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

• 1.

  De vergunninghouder van een vaste standplaats of diens rechtmatige vaste vervanger, die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit mee aan burgemeester en wethouders. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoelang zijn afwezigheid of die van zijn vervanger duurt.

• 2.

  De mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt aan de marktmeester gemeld.

• 3.

  Het is vergunninghouders toegestaan per kalenderjaar zes marktdagen afwezig te zijn wegens vakantie, waarvan drie marktdagen op drie achtereenvolgende weken. Indien de persoonlijke situatie van de vergunninghouder aanleiding vormt om langer dan drie aaneensluitende weken afwezig te zijn, meldt de vergunninghouder dit met opgaaf van reden bij de marktmeester.

• 4.

  Bij afwezigheid wegens ziekte gedurende meer dan drie achtereenvolgende weken kunnen burgemeester en wethouders onderliggende informatie opvragen bij vergunninghouder. Dit kan zijn een geneeskundige verklaring als bewijs van ziekte van vergunninghouder of diens rechtmatige vervanger. Bij voortdurende afwezigheid wegens ziekte legt de vergunninghouder als bewijs van zijn ziekte of van zijn rechtmatige vervanger iedere twee maanden een geneeskundige verklaring over aan burgemeester en wethouders, tenzij burgemeester en wethouders hiervan vrijstelling verlenen met een maximum van twee jaar.

Artikel 15. Ontheffing en vervanging

• 1.

  Ingeval van vakantie of bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders de vergunninghouder van een vaste standplaats voor een periode van maximaal twee jaar ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 13.

• 2.

  In de gevallen, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, kunnen burgemeester en wethouders de houder van een vaste standplaats toestemming verlenen zich te laten vervangen voor een periode van maximaal twee jaar.

Artikel 16. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

• 1.

  Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester zijn identiteitsbewijs te tonen en aan te tonen dat hij de vergunninghouder is, dan wel degene die onder verantwoordelijkheid van de vergunninghouder de standplaats mag innemen.

• 2.

  De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 17. Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

• 1.

  Het is vergunninghouders niet toegestaan op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te (doen) nemen of goederen aan of af te (laten) voeren.

• 2.

  Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een half uur na de aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

• 3.

  Het is vergunninghouders niet toegestaan meer dan één uur na de aanvang van de markt nog met voertuigen, niet zijnde verkoopwagens, op het marktterrein aanwezig te zijn.

Artikel 18 Verzekering

De vergunninghouder dient zich verzekerd te houden voor het risico van aansprakelijkheid wanneer hij, zijn vervanger, zijn medewerkers, of zijn producten schade veroorzaken bij anderen.

Artikel 19. Gebruik van de standplaats

Het is de vergunninghouder of zijn plaatsvervanger op een markt verboden:

• a.

  zich langer dan dertig minuten van zijn standplaats te verwijderen. Langere afwezigheid wordt vooraf gemeld bij de marktmeester. Vervallen: ‘behoudens toestemming van de marktmeester’. Gedurende zijn afwezigheid mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

• b.

  zijn kraam of andere verkoopinrichting tijdens een markt af te breken of te verplaatsen;

• c.

  de doorgang in de wandelpaden op en langs een marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

• d.

  op de standplaats andere goederen of voor verkoop bestemde waren in voorraad te hebben dan die waarvoor vergunning is verleend.

Artikel 20. Geluidsapparatuur

• 1.

  Het gebruik van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid is niet toegestaan.

• 2.

  Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid bedoelde verbod. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 21. Verlichting en elektriciteit

• 1.

  Het is de vergunninghouder en zijn plaatsvervanger verboden op de standplaats:

  • a.

    gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

  • b.

    elektriciteit te betrekken van een andere voorziening dan die door burgemeester en wethouders beschikbaar is gesteld of om hierin zelf te voorzien.

• 2.

  Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid bedoelde verbod.

Artikel 22. Installaties voor koken, bakken, braden, frituren of verwarmen

• 1.

  Indien de vergunninghouder gebruik maakt van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd wordt, of waarmee verwarmd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van de betreffende installatie worden overgelegd.

• 2.

  Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften aan de vergunning verbinden ten aanzien van het gebruik van installaties als in het eerste lid bedoeld.

Artikel 23. Marktterrein schoonhouden

• 1.

  De vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat op zijn standplaats vrijkomt tijdens de door hem bedreven handel zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. De vergunninghouder neemt het afval onmiddellijk na afloop van de markt mee, of laat het meenemen.

• 2.

  De vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Artikel 24. Eet- en drinkwaren

De vergunninghouder of zijn plaatsvervanger, die het is toegestaan op zijn standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken:

• a.

  dient bij zijn marktkraam voldoende bakken of soortgelijke voorwerpen aanwezig te hebben, waarin etensresten, verpakkingsmateriaal en ander afval kunnen worden gedeponeerd. Hij moet voor de tijdige leging van de bakken zorgdragen;

• b.

  mag (sta)tafels voor zijn verkoopinrichting plaatsen, zulks in overleg met de marktmeester. Burgemeester en wethouders stellen het aantal toegestane (sta)tafels vast. Richtlijn zijn de breedte van de kraam en de beschikbare ruimte. Het bieden van zitgelegenheid is niet toegestaan.

Artikel 25. Overgangsbepalingen

Besluiten op grond van de Marktverordening gemeente Sluis 2020 blijven na de inwerkingtreding van dit reglement gelden indien en voor zover het gebod of verbod waarop de toewijzing, vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in dit reglement , totdat burgemeester en wethouders deze ambtshalve hebben gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 26. Intrekken oude regeling

De nadere regels behorende bij de markt, als bedoeld in artikel 3 Marktverordening gemeente Sluis 2020 worden ingetrokken. Het inrichtingsplan en de branchelijst blijven ongewijzigd van kracht.

Artikel 27. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag waarop de Marktverordening gemeente Sluis in werking treedt.

Artikel 28. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als ‘Marktreglement gemeente Sluis’.