Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740480
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740480/1
Agressieprotocol
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 18-06-2025
Intitulé
AgressieprotocolVoor college- , raads- en commissieleden en fractiemedewerkers van de gemeente Voorne aan Zee
“Emotie mag, agressief gedrag wordt niet geaccepteerd”
Verkorte handleiding bij acute dreiging van agressie, geweld en grensoverschrijdend gedrag
Tijdens een raads- of commissievergadering
Schakel de beveiliger of bode in en bel bij acuut gevaar 112.
Buitenlocaties/op straat/bij bezoek
Bel het alarmnummer 112. Vertel wie je bent waar je bent.
Bij een inkomende dreiging (agressieve inwoner onderweg etc)
Schakel de beveiliger en bode in en bel bij acuut gevaar 112. Sluit de ingangen van het gemeentehuis en zorg dat niemand naar buiten gaat.
In alle gevallen
- •
Probeer de situatie verbaal te de-escaleren. Houd een veilige afstand.
- •
Wacht tot je met meerdere personen bent, voordat je actie gaat ondernemen.
- •
Zijn er (andere) collega’s of bezoekers in de buurt? Vraag ze om hulp.
- •
Als er niet direct mensen in de buurt zijn om je te helpen, dan kun je lawaai maken. Daarop wordt meestal door anderen gereageerd. Bovendien kun je met geschreeuw de dader afschrikken of in verwarring brengen.
- •
Help eventuele slachtoffers.
- •
Onthoud de kenmerken van de dader, zoals sieraden, tatoeages, littekens, kledingsoort en kleuren, haardracht e.d. Je kunt het signalement direct doorgeven aan 112.
Meld elk incident. Zo leggen we niet alleen een incident vast, maar kunnen we ook onze aanpak verbeteren. Dit kan bij de burgemeester en/of griffier/secretaris.
Schakel (indien gewenst) zo snel mogelijk nazorg in. Bij voorkeur op dezelfde dag.
Bij mogelijk risicovolle commissie en raadsvergaderingen geeft de griffie dit aan facilitaire zaken door zodat inzet van beveiliging geregeld kan worden.
Inleiding
Bedreiging van en agressie of geweld tegen college, raadsleden en commissieleden is onacceptabel. Democratische waarden als vrijheid van meningsuiting moeten te allen tijde gewaarborgd blijven als voorwaarde voor het politiek functioneren van college-, raadsleden en commissieleden. Hierbij geldt de norm:
“Emotie mag, agressief gedrag wordt niet geaccepteerd”
Dit protocol maakt hiervan een heldere vertaling, benoemt de rollen en de stappen die worden gezet in voorkomende gevallen. In de praktijk blijkt vaak dat bedreigde college, raads- of commissieleden geen aangifte durven te doen of vrezen niet langer waardevrij en conform hun ambtseed of -belofte hun werk te kunnen voortzetten. Er wordt juist een krachtig signaal afgegeven door de gemeente Voorne aan Zee in alle gevallen, met welnemen van de betrokkene, wel aangifte te laten doen wanneer er strafbare feiten worden vastgesteld.
Bovendien wordt over die aangifte intern, noch extern gecommuniceerd, tenzij dit in het belang van het onderzoek nodig is. Voor afscherming van persoonsgegevens wordt gezorgd, de privacy is nadrukkelijk gewaarborgd.
Door deze werkwijze wordt, het college, raadslid of commissielid beschermd. Voorwaarde is wel dat het betrokken college, raadslid of commissielid, in de rol van benadeelde, zijn of haar volledige medewerking verleent aan het onderzoek.
Basisafspraak
De basisafspraak is dat de individuele bestuurder grensoverschrijdend gedrag vanwege zijn of haar functie altijd intern meldt en de vastgelegde handelswijze in dit protocol volgt.
Dit protocol is gebaseerd op het vastgestelde Agressieprotocol Voorne aan Zee (bijlage 1) en het stappenplan Melding en aangifte voor politieke ambtsdragers (bijlage 2).
De afspraken zijn erop gericht regie te voeren zodra er sprake is van grensoverschrijdend gedrag tegen college- en/of raadsleden en commissieleden.
Waar in dit protocol wordt gesproken over college- en/of raadsleden en commissieleden wordt ook verstaan oud-raadsleden en commissieleden voor zover grensoverschrijdend gedrag betrekking heeft op hun functioneren als (voormalig) college, raadslid, of commissielid respectievelijk op politieke werkzaamheden zoals het optreden als woordvoerder in commissievergaderingen.
Wat is grensoverschrijdend gedrag?
Onder emotioneel gedrag wordt verstaan dat een inwoner op een emotionele manier begrip vraagt voor zijn persoonlijke situatie, kritiek geeft op de regels of op het beleid van de gemeente, of bijvoorbeeld boos is over een beslissing van de gemeente. Emotioneel gedrag is van korte duur en laat zich corrigeren. Voor dergelijk gedrag kan (enig) begrip worden getoond. Emotioneel gedrag is niet verboden, boosheid is niet grensoverschrijdend en is geen agressie.
Grensoverschrijdend gedrag is: aanhoudend emotioneel gedrag, aanhoudende boosheid of het aanhoudend uiten van beledigingen en gedrag dat – nadat de inwoner erop is aangesproken – niet verandert of verergert.
Het gedrag is gericht op:
- -
het teweegbrengen van onlustgevoelens, bijvoorbeeld door belediging, bedreigingen, intimidaties; - het op verstoren van de orde of op ontoelaatbare wijze beïnvloeden van de taakuitoefening; - het veroorzaken van pijn, letsel of schade.
Onder agressie wordt in navolging van de zogenaamde Eenduidige Landelijke Afspraken verstaan: Lichamelijke en verbale agressie, belaging, intimidatie en bedreiging gepleegd in of door omstandigheden die verband houden met de uitvoering van de publieke taak. Dit kan gepaard gaan met beschadiging van goederen. Onder agressie wordt in dit protocol ook verstaan ieder gebruik van geweld.
Melden van grensoverschrijdend gedrag
Grensoverschrijdend gedrag wordt altijd eerst intern gemeld.
- -
Raadsleden en commissieleden melden incidenten bij de griffier. De griffier stelt de burgemeester direct op de hoogte van de melding en de coördinator Veilige Publieke Dienstverlening (VPD).
- -
Wethouders melden incidenten bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris stelt direct de burgemeester op de hoogte van de melding de coördinator Veilige Publieke Dienstverlening (VPD).
- -
De burgemeester meldt een incident bij de gemeentesecretaris. De griffier en coördinator Veilige Publieke Dienstverlening (VPD) worden hiervan direct op de hoogte gebracht.
Alle meldingen worden door de griffier en/of coördinator VPD geregistreerd in het Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem (GIR). Op grond van artikel 5.1 en 5.2 en 11 van de WOO ligt de privacy van gevoelige zaken vast. Documenten kunnen doorgestuurd worden bijvoorbeeld naar een advocaat maar dan worden de persoonlijke gegevens weggelakt/gehaald.
De griffier respectievelijk de gemeentesecretaris bepalen in samenspraak met de coördinator VPD wie toegang heeft tot het GIR. De resultaten van de registratie van incidenten worden zonder vermelding van persoonsgegevens meegenomen in het sociaal jaarverslag. De griffier en gemeentesecretaris laten de advisering bij de contactpersoon VPD van de gemeente die ook direct in kennis is gesteld.
Interne maatregelen
Na iedere interne melding wordt besproken welke maatregelen tegen de veroorzaker worden genomen. Daarbij zijn de coördinator VPD van Openbare orde en veiligheid en Juridische Zaken van de gemeente beschikbaar voor ondersteuning.
Al naar gelang de ernst van het grensoverschrijdend gedrag (en als sprake is van herhaald gedrag) kan de gemeente:
- -
de persoon mondeling of schriftelijk waarschuwen;
- -
de persoon verwijderen uit een gebouw/van een terrein;
- -
de persoon oproepen voor een (orde‐ of herstel) gesprek met een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de gemeente over het ongewenste gedrag;
- -
(tijdelijk) de dienstverlening beperken of (tijdelijk) de toegang ontzeggen tot de gemeentelijke gebouwen. De burgemeester en de college- en/of raadsleden zijn te allen tijde bevoegd een inwoner te verzoeken een gebouw te verlaten en mondeling de toegang tot een gebouw te ontzeggen.
- -
De schriftelijke ontzegging voor een bepaalde tijd is een besluit van de burgemeester.
- -
Als hier geen gevolg aan wordt gegeven dan wordt de politie direct in kennis gesteld en is er sprake van een strafbaar feit (huisvredebreuk) waarvan aangifte zal volgen;
- -
het voorval melden bij de politie (als het gedrag niet strafbaar is, maar wel grensoverschrijdend, kan melding worden gedaan bij de politie, zodat het incident in ieder geval bekend is bij de politie.);
- -
aangifte doen bij de politie;
- -
andere maatregelen treffen, al naar de omstandigheden.
Maatregelen kunnen worden toegepast na iedere (interne) melding. Ook als wordt besloten dat van een incident melding of aangifte wordt gedaan bij de politie. De maatregelen die door de gemeente worden genomen richting de veroorzaker worden zo mogelijk meteen bij het doen van aangifte of bij de melding aan de politie doorgegeven en anders zo spoedig mogelijk na het nemen van deze maatregelen.
Melden en aangifte doen
Grensoverschrijdend gedrag kan strafbaar zijn. Het is van groot belang dat van mogelijk strafbaar gedrag zo snel mogelijk aangifte wordt gedaan.
Het registreren van incidenten geeft inzicht in de aard, de vorm en mogelijke toename of afname van incidenten binnen de gemeente Voorne aan Zee en is de basis voor de te nemen (preventieve) maatregelen. Het registreren van incidenten is ook belangrijk voor het, mogelijk later, aangifte doen bij de politie en voor het verhalen van mogelijke schade.
Voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag die strafbaar kunnen zijn:
- -
beledigingen, (doods)bedreigingen uiten,
- -
bedreiging met represailles, bedreigen (van familieleden) en uitvoeren van dreigementen,
- -
schoppen, spugen en andere fysieke agressie,
- -
letsel toebrengen of materiele schade veroorzaken en gedrag dat anderen in gevaar brengt.
Te volgen stappen:
- 1.
Een bedreigd college- of raadslid/commissielid meldt dit altijd aan de griffier en/of secretaris. Zij melden dit direct aan de burgemeester en coördinator VPD.
- 2.
Nazorg wordt zo snel mogelijk opgestart, bij voorkeur op de dag van het incident. Zie het kopje nazorg.
- 2.
De burgemeester agendeert elke melding van bedreiging of agressie richting een college, raadslid of commissielid in de eerstvolgende vergadering met OM en politie (lokale driehoek).
- 3.
Zo spoedig mogelijk na de melding volgt een gesprek met het bedreigde college/raadslid/commissielid.
- 4.
Als er geen sprake is van grensoverschrijdend gedrag zonder strafbare feiten dan is het altijd mogelijk contact op te nemen met de griffier/secretaris en/of coördinator VPD. Na het contact wordt bepaald of en wat er nodig is. Via de coördinator VPD kan maatwerk geleverd worden ook als er zorg nodig/noodzakelijk is. Na het contact kan ook duidelijk worden dat er verder geen nazorg of anderszins nodig is.
Is er sprake is van strafbare feiten doet in alle gevallen de gerechtigd vertegenwoordiger van de gemeente, in samenspraak met de betrokkene, daarvan aangifte waarbij materiele en immateriële schade altijd wordt verhaald als de dader bekend is.
Bij de aangifte wordt het adres van de gemeente op als woonadres (domicilie-adres) opgegeven en niet het privéadres van betrokkene zodat deze geheim blijft.
De politie moet aan de aangifte de VPT-code (Veilige Publieke Taak) toekennen. Vraag hierom tijdens de aangifte. Politie en OM geven agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak hoge prioriteit.
- 5.
Over de aangifte wordt niet gecommuniceerd tenzij het betreffende college, raadslid of commissielid daarmee instemt ten behoeve van het onderzoek.
- 6.
Het betreffende college, raadslid of commissielid wordt juridisch als benadeelde beschouwd.
- 7.
Het betrokken college, raadslid of commissielid verleent als benadeelde volledige medewerking aan het politieonderzoek.
Digitale agressie
Deze vorm van agressie komt helaas steeds vaker voor. Voorvallen van digitale agressie vragen om adequate afhandeling. Hierbij werkt de organisatie volgens de onderstaande uitgangspunten die ook opgevolgd kunnen worden door college, raads- en commissieleden:
- 1.
Reageer niet direct, maar voer als het betrekking heeft op uw werk als college, raads of commissielid overleg hierover met de burgemeester, griffier of secretaris en of coördinator Veilige Publieke Dienstverlening (VPD). De VPD is bekend bij burgemeester, griffier en secretaris. Gezamenlijk wordt de casus bekeken en op basis hiervan wordt een keuze gemaakt voor een reactie, die aansluit bij het sanctiebeleid van de organisatie.
- 2.
Het college, raads- of commissielid reageert niet zelf; de reactie gebeurt namens de gemeente/gemeenteraad. Daarbij wordt zo mogelijk een ander kanaal gekozen dan waarop de agressie is geuit. Door het op deze manier isoleren van het incident wordt olievlekwerking voorkomen.
- 3.
Haal de afzender (voor zover deze bekend is) uit de anonimiteit door deze uit te nodigen/op te roepen voor een incidentgesprek. Doe dit samen met de burgemeester, griffier, secretaris en of coördinator VPD. Evenals bij uitingen van agressie die via andere kanalen de gemeente binnen komen, wordt de betrokkene in dit gesprek aangesproken op zijn/haar gedrag, worden afspraken voor de toekomst gemaakt en kan ook naar de ontstaansbeleving van de inwoner gekeken worden, zodat de gemeentelijke organisatie ook een evt. eigen aandeel kan onderzoeken (wederkerigheid in en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het contact tussen burger en overheid).
- 4.
Als er door de afzender onjuiste informatie wordt verspreid, kan dat eventueel gecorrigeerd worden, door als reactie op het bericht op hetzelfde platform de juiste informatie te delen. In een incidentgesprek kan de inwoner gesommeerd worden te stoppen met het verspreiden van ‘fake news’.
- 5.
Werk aan dossiervorming: verzamel accountgegevens, bewaar het bericht (bv. Door het maken van schermafdrukken met datum- en tijdvermelding) en alle andere relevante berichten die eerder of later geplaatst zijn. Kopieer de data en sla de data in een eigen document of systeem op. Evt. kunnen de op deze manier bewaarde gegevens als bijlage worden toegevoegd aan de GIR melding.
- 6.
Doe van een strafbaar feit altijd aangifte bij de politie. Uitingen die face-to-face, via email of per brief strafbaar zijn, zijn dat ook via online kanalen. Bij twijfel kan contact opgenomen worden met de wijkagent. Het telefoonnummer is 0900 - 8844.
Bij de aangifte wordt het adres van de gemeente op als woonadres (domicilie-adres) opgegeven en niet het privéadres van betrokkene zodat deze geheim blijft.
De politie moet aan de aangifte de VPT-code (Veilige Publieke Taak) toekennen. Vraag hierom tijdens de aangifte. Politie en OM geven agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak hoge prioriteit.
- 7.
Voor het snel stoppen van online beledigingen en bedreigingen kan een kort geding worden aangespannen tegen de afzender. Een kort geding is niet mogelijk als de dader niet bekend is. In dat geval:
- •
Vraag, als aangifte is gedaan, de politie om te helpen bij het opsporen van de afzender
- •
Vraag de provider of host van het platform waarop de agressie is geuit om de gegevens van de afzender door te geven
- •
Als de provider of host dat niet wil, dan is het mogelijk een kort geding aan te spannen om hen aan dit verzoek te laten voldoen.
- •
Follow-up na melding en/of aangifte bij de politie
De Hoofdofficier van Justitie wordt, door tussenkomst van de beleidsmedewerker Bewaken, Beveiligen & Crisisbeheersing van het arrondissementsparket Rotterdam Rijnmond, door de politie op de hoogte gesteld bij een dreigingsmelding en/of een aangifte.
- -
Bij dreiging tegen een persoon ligt de verantwoordelijkheid voor de beslissing over het treffen van beveiligingsmaatregelen, in het kader van de strafrechtelijke handhaving en het bewaken en beveiligen, bij de Hoofdofficier van Justitie en doet de politie voorstellen over de te nemen maatregelen (artikel 1 lid 2 Politiewet, aanwijzing beveiliging van personen, objecten en diensten).
- -
Als de burgemeester zelf onderwerp is van dreiging, blijft de Hoofdofficier van Justitie verantwoordelijk en kan worden overlegd met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Als de burgemeester slachtoffer is, wordt tevens de Commissaris van de Koning op de hoogte gesteld.
- -
Als het te verwachten effect en de aard van de gebeurtenis op het terrein van de openbare orde ligt, dan maakt de burgemeester zo nodig gebruik van zijn bevoegdheden op grond van de Gemeentewet.
- -
Aanvullende beveiligingsmaatregelen worden in goed overleg tussen gemeente, politie en OM getroffen en uitgevoerd.
- -
De politie voert maatregelen in de openbare ruimte uit (surveillance, cameratoezicht).
- -
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van bijzondere maatregelen aan de woning in het kader van (be)dreiging en maatregelen die noodzakelijk zijn vanwege specifieke omstandigheden en risico’s en eventueel herstel na afloop van de dreiging.
- -
De werkgever is verplicht de Arbeidsinspectie te waarschuwen uiterlijk binnen 24 uur na het incident. De Arbeidsinspectie wordt binnen 24 uur gewaarschuwd door de burgemeester of door de griffier als er sprake is van een ernstig incident waarbij een politieke ambtsdrager lichamelijk of geestelijk letsel oploopt, in het ziekenhuis moet worden opgenomen, blijvende schade overhoudt aan de gezondheid of overlijdt aan de gevolgen. - De gemeentesecretaris en/of de griffier zorgen voor terugkoppeling aan de betrokkenen en aan de Gemeenteraad over de strafrechtelijke vervolging en de resultaten daarvan.
Nazorg
Nazorg is belangrijk, de politieke ambtsdragers – en indien nodig ook de directe familieleden en collega’s - kunnen er van uitgaan dat ze ondersteund worden tijdens en na het incident van agressie en geweld. Nazorg wordt zo spoedig mogelijk na het incident ingezet. Bij voorkeur op dezelfde dag. De burgemeester vangt de wethouder op, de griffier de raadsleden en commissieleden.
De burgemeester en griffier respectievelijk de gemeentesecretaris organiseren de benodigde hulp. Zij kunnen te allen tijde deskundigen om hulp vragen. De coördinator VPD, namens de gemeente, biedt de slachtoffers een steun in de rug om de gevolgen van het voorval te verwerken en zo gevolgen op de lange termijn te voorkomen.
De coördinator VPD neemt de verdere zorg over, een en ander in samenspraak met de griffier respectievelijk de gemeentesecretaris. De coördinator VPD kan de arbodienst of andere deskundigen inschakelen en het verdere proces regelen.
Communicatie
De burgemeester is ten overstaan van de gemeenteraad (al dan niet vertrouwelijk) woordvoerder als het gaat om bedreiging van één of meer wethouders of raadsleden.
De burgemeester kan zich desgewenst laten bijstaan door de Gebiedsofficier van Justitie. Als de burgemeester direct betrokken is, wordt in overleg met de burgemeester, de locoburgemeester en eventueel de Commissaris van de Koning de handelwijze bepaald.
Andere politieke ambtsdragers worden met instemming van het slachtoffer op de hoogte gebracht van een incident, tijdens een collegevergadering, seniorenconvent. Vertrouwelijkheid wordt daarbij, zo nodig, in acht genomen. In het geval van voortdurende dreiging is het van groot belang dat niemand uitspraken doet die leiden tot verhoging van veiligheidsrisico’s.
Zodra er een strafrechtelijk onderzoek is begonnen ligt de woordvoering bij het OM.
Communicatie en contacten met de pers worden overgelaten aan het OM in samenspraak met de communicatieadviseur van de Gemeente Voorne aan Zee (resp,van college of raad), Politie en coördinator VPD. De adviseur van de gemeente stemt, over een eventuele communicatieboodschap bij een ernstige (be)dreiging, altijd af met de afdeling voorlichting van het Openbaar Ministerie. Getroffen (politionele) maatregelen in de publieke ruimte worden nooit naar de pers gecommuniceerd. Afspraken over woordvoering worden altijd in acht genomen.
Vertrouwenslijn
De Vertrouwenslijn helpt bestuurders bij vormen van ongewenst gedrag, zoals bedreiging, intimidatie en geweld. Meer dan de helft van de burgemeesters en wethouders krijgt te maken met bedreiging en intimidatie, zo blijkt uit cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Dat heeft natuurlijk een grote impact. Niet alleen op de politici zelf, maar ook op de familie.
Bedreiging en intimidatie laat niemand onberoerd. Dergelijk ongewenst gedrag tast ook, vaak onbewust, de manier waarop beslissingen in het werk tot stand komen aan. Onzekerheid over eventuele gevolgen maakt het lastig om de situatie met anderen te bespreken. Een isolement is vaak het gevolg. De Vertrouwenslijn is opgericht in opdracht van het Ministerie van BZK om bestuurders en politici bij te staan en te adviseren.
Er kan anoniem worden gebeld naar de Vertrouwenslijn op 0800 2800 200 (zeven dagen per week van 10.00 tot 17.00 uur) of met het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur: 070-3738314 (zie bijlage 2).
Schade, opvang en nazorg na incidenten.
Het kan zijn dat er schade is geleden door de gemeente zelf, aan persoonlijke eigendommen van de betrokkene of dat er aanvullende kosten moeten worden gemaakt (bijvoorbeeld medische). Los van de vraag of de gemeente of de betrokkene verzekerd is voor de schade is het uitgangspunt is dat schade zoveel mogelijk wordt verhaald op de veroorzaker. In dit geval kan contact opgenomen worden met de Juridisch Administratief medewerker van de gemeente.
Voor juridische ondersteuning kan men contact opnemen met de coördinator VPD. De coördinator kan via de juristen van de gemeente Voorne aan Zee advies en hulp krijgen.
Zij kunnen de benadeelde zo nodig bijstaan bij voeging ter terechtzitting. Slachtofferhulp kan hier ook een rol spelen.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl