Beleidsregel gebiedsontzegging Gemeente Coevorden 2025

1. De gedragingen waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd, zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende Bijlage 1.

2. Een gebiedsontzegging geldt:

• -

  voor een gebied of meerdere gebieden van de gemeente Coevorden waarbinnen het strafbare feit en/of openbare orde verstorende handeling heeft plaatsgevonden. Dit gebied wordt in het besluit tot het opleggen van de gebiedsontzegging genoemd/ nader omschreven en als een kaart(en) als bijlage toegevoegd of

• -

  voor één of bij uitzondering meerdere gebied(en) zoals opgenomen in de bij dit besluit behorende Bijlage 2.

3. Het toepassen van de beleidsregel past binnen de doelstelling tot het creëren van een veilige woon-, werk- en leefomgeving.

4. Als een strafbaar feit en/of openbare orde verstorende handeling plaatsvindt tijdens een A, B of C evenement wordt een gebiedsontzegging opgelegd, waarbij voor het gebied aansluiting wordt gezocht bij het evenemententerrein dan wel het gebied waar het evenement plaatsvindt. Een ruimer gebied is mogelijk indien noodzakelijk.

1. De burgemeester mandateert de uitoefening van zijn bevoegdheid tot het opleggen en uitreiken van een waarschuwing en/of een gebiedsontzegging tot maximaal 48 uur aan:

• -

  aan de Politiechef van de Eenheid Noord-Nederland met de mogelijkheid om ondermandaat te verlenen aan de ambtenaren van het Basisteam Zuidoost-Drenthe en de hulpofficieren van justitie van de Eenheid Noord-Nederland;

2. De uitwerking van het mandaat aan de politie is geregeld in het ‘Mandaatbesluit gebiedsontzegging Coevorden’.

1. Een waarschuwing en/of een gebiedsontzegging van maximaal 48 uur kan worden opgelegd nadat de politie een betrokkene staande houdt en/of een betrokkene door de politie is geverbaliseerd voor overtreding van één of meer van de in de bijlage 1 genoemde wettelijke bepalingen.

2. De waarschuwing geldt voor een periode van zes maanden, na de dag van de uitreiking. In deze waarschuwing staat het beleid ten aanzien van de gebiedsontzegging uitgelegd. De waarschuwing geldt binnen de gehele gemeente Coevorden en wordt één keer gegeven. Het uitreiken van de waarschuwing wordt door de politie schriftelijk vastgelegd.

3. Wanneer een betrokkene overlastgevend gedrag vertoont en er vrees bestaat dat de persoon dit gedrag pleegt in meerdere gebieden en/of een persoon al een schriftelijke waarschuwing of een gebiedsverbod heeft ontvangen, dan kan de gebiedsontzegging worden opgelegd voor meerdere gebieden.

4. Voordat een waarschuwing door de gemandateerde functionarissen van de politie voor een gebiedsontzegging wordt opgelegd, wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld om zijn/haar zienswijze overeenkomstig artikel 4:8 van de Awb kenbaar te maken. Van de gelegenheid tot het geven van zienswijzen wordt afgezien als de vereiste spoed zich daartegen verzet (artikel 4:11 van de Awb).

5. Indien sprake is van een minderjarige worden tenminste de ouder(s)/voogd van de minderjarige met spoed uitgenodigd voor een zienswijzegesprek.

6. De zienswijze wordt schriftelijk vastgelegd, ook wanneer de betrokkene expliciet aangeeft geen gebruik te willen maken van het geven van zijn zienswijze. Van een mondelinge waarschuwing wordt een verslag gemaakt in een proces-verbaal, in een dag/nachtrapport of andere registratie. Het verslag wordt toegevoegd aan het proces-verbaal dossier.

7. Uit het proces-verbaal dossier dient duidelijk te zijn- dat de betrokkene- door de waarschuwing had kunnen weten, dat bij het continueren van zijn overlastgevend gedrag, de burgemeester over kan gaan tot het opleggen van een gebiedsontzegging.

8. Als de betrokkene kan aantonen dat hij/zij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in het besluit tot oplegging van een gebiedsontzegging een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken.

9. Of iemand een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal door betrokkene zelf moeten worden aangetoond. Doorgaans zal het daarbij gaan om belangen in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, naar school moeten gaan, het bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstantie.

1. Gebiedsverbod bij een evenement (maximaal 48 uur)

Tijdens een evenement kan namens de burgemeester de gemandateerde een gebiedsverbod van maximaal 48 uur, zonder waarschuwing vooraf, opleggen als er sprake is van een vrees voor een verdere verstoring van de openbare orde tijdens dit evenement.

2. Gebiedsontzegging bij eerste overtreding feiten categorie 3 (maximaal 48 uur)

• 1.

  In voorkomende gevallen kan namens de burgemeester de gemandateerde persoon zonder waarschuwing vooraf bij de eerste orde verstorende gedraging, zoals genoemd in de bijlage 1, overgaan tot het opleggen van een gebiedsverbod van maximaal 48 uur om een herhaling van het orde verstorend gedrag te voorkomen. Dit zal het geval zijn bij gedragingen die zodanig ernstig en ingrijpend voor de openbare orde zijn dat dit het direct opleggen van een gebiedsverbod rechtvaardigt. Zonder uitputtend te zijn zal dit aan de orde zijn:

  • a.

    als de ordeverstoring bijzonder gewelddadig was of direct dan wel indirect aanleiding gaf tot grootschalige vechtpartijen;

  • b.

    bij geweld tegen hulpverleners of andere ambtenaren in functie (zoals bedoeld in art. 304 Sr);

  • c.

    bij harddrugshandel of bij softdrugshandel in een kwetsbare omgeving zoals rondom gedoogde coffeeshops/ scholen;

  • d.

    als er bij de ordeverstoring wapens zijn gebruikt of als een persoon in een risicovolle omgeving zoals bijvoorbeeld het uitgaanscentrum wapens bij zich had;

  • e.

    als betreffende een collectief horecaontzegging opgelegd krijgt door een horeca-exploitant.

• 2.

  De burgemeester blijft te allen tijde zelf bevoegd gebiedsverboden bij eerste overtreding feiten categorie 3 op te leggen.

3. Gebiedsontzegging bij eerste overtreding feiten categorie 2 (maximaal 6 weken)

In geval van ernstige vrees van voorzetting van overlastgevend gedrag van een betrokkene voor overtreding van één of meer van de in de bijlage 1 genoemde wettelijke bepalingen kan de burgemeester zonder waarschuwing, een gebiedsontzegging van ten hoogste zes weken opleggen.

4. Gebiedsontzegging na de eerste overtreding (maximaal 12 weken)

• a.

  Als aan betrokkene al een waarschuwing gebiedsontzegging is uitgereikt (feiten categorie 1) en/of een gebiedsontzegging is opgelegd en betrokkene binnen zes maanden wederom een overtreding van één of meer van de in de bijlage 1 genoemde wettelijke bepalingen pleegt zal de burgemeester in verband met recidive zonder een waarschuwing een gebiedsontzegging van ten hoogste twaalf weken opleggen.

• b.

  Als een gebiedsontzegging wordt opgelegd terwijl er al een gebiedsontzegging geldt, gaat de nieuwe gebiedsontzegging voor hetzelfde gebied in na afloop van de eerder opgelegde gebiedsontzegging.

1. De burgemeester en het Openbaar Ministerie informeren elkaar en de politie over en weer als een bevel of verbod wordt voorbereid en opgelegd.

2. De beleidsadviseur Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Coevorden informeert de Politiechef van de eenheid Noord-Nederland over een ingediend bezwaar en/of een verzoek om een ‘voorlopige voorziening’ bij de rechtbank tegen een gebiedsontzegging en over de beslissing op bezwaar en/of de uitspraak van de rechtbank.

1. De burgemeester kan van deze beleidsregel gemotiveerd afwijken als dat voor één (1) of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

2. Een gebiedsontzegging is niet van toepassing op personen die zich binnen het aangewezen gebied bevinden in een openbaar middel van vervoer om naar werk en/of naar huis te komen.

1. Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegd verbod.

2. Het opzettelijk negeren van een bevel, gegeven door een politiefunctionaris met de uitoefening van enig toezicht belast of belast met het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten, is een strafbaar feit (artikel 184 Wetboek van Strafrecht) waardoor de overtreder van het bevel kan worden vervolgd door het Openbaar Ministerie.

3. De politie houdt toezicht op de naleving van opgelegde gebiedsontzeggingen.

Ook kunnen buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de gemeente toezien op de naleving. Overtreding van de gebiedsontzegging is een strafbaar feit volgens artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht.

1. Verwijderingsbevelen en gebiedsontzeggingen die zijn opgelegd voor de ingangsdatum van deze beleidsregel blijven ook na inwerkingtreding van deze beleidsregel van toepassing.

2. Het Aanwijzingsbesluit Kibbelkoele met de bijgevoegde kaart genomen door de burgemeester op 11 juli 2016 wordt ingetrokken.

3. Het Aanwijzingsbesluit van 3 november 2020 (‘Gebiedsaanwijzing centrum Coevorden 2020’) wordt ingetrokken.