Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740394
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740394/1
Algemene subsidieverordening Dordrecht
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-08-2025
Intitulé
Algemene subsidieverordening DordrechtDe RAAD van de gemeente DORDRECHT;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 8 april 2025 inzake Vaststellen Algemene subsidieverordening Dordrecht en uitvoeringskader subsidieverstrekking gemeente Dordrecht;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en Titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht;
b e s l u i t :
vast te stellen de navolgende Algemene subsidieverordening Dordrecht
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- b.
ASV: Algemene subsidieverordening Dordrecht;
- c.
boekjaar: een twaalfmaandsperiode waarover een rechtspersoon zijn cijfers rapporteert. Een boekjaar hoeft niet altijd samen te vallen met een kalenderjaar;
- d.
boekjaarsubsidie: een subsidie die per boekjaar of voor een bepaald aantal boekjaren wordt verstrekt voor structurele activiteiten;
- e.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht;
- f.
egalisatiereserve: een reserve waarin het verschil tussen de vastgestelde subsidie, in verhouding tot de totale baten, en de werkelijke kosten van de gesubsidieerde activiteiten, ten gunste of ten laste wordt gebracht, tot maximaal 15% van de laatst vastgestelde subsidie;
- g.
Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;
- h.
incidentele subsidie: subsidie voor activiteiten met een eenmalig of projectmatig karakter;
- i.
kalenderjaarsubsidie: subsidie die per kalenderjaar of voor een bepaald aantal kalenderjaren verstrekt wordt;
- j.
natuurlijk persoon: een levend persoon, niet zijnde een rechtspersoon;
- k.
onderneming: elke eenheid die een economische activiteit uitvoert;
- l.
overige subsidie: een subsidie anders dan kalenderjaar- of boekjaarsubsidie;
- m.
rechtspersoon: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die rechten en plichten draagt en hiermee een economische activiteit uitoefent;
- n.
subsidieregeling: de nadere regels als bedoeld in artikel 4 van deze verordening;
- o.
verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Artikel 2 Aanvrager
- 1.
Een natuurlijk persoon of rechtspersoon kan subsidie aanvragen.
- 2.
Een natuurlijk persoon kan maximaal € 30.000,- subsidie per kalenderjaar verleend krijgen. Het college kan bij subsidieregeling hiervan afwijken.
- 3.
Een natuurlijk persoon dient een subsidieaanvraag via het subsidieportaal in met DigiD.
- 4.
Een rechtspersoon dient een subsidieaanvraag via het subsidieportaal in met eHerkenning.
Artikel 3 Bevoegdheid en reikwijdte
- 1.
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college op de navolgende beleidsterreinen:
- a.
algemeen bestuur;
- b.
cultuur en recreatie;
- c.
economische zaken;
- d.
milieu/verduurzaming;
- e.
onderwijs;
- f.
openbare orde en veiligheid;
- g.
participatie;
- h.
ruimtelijke ordening en volkshuisvesting;
- i.
sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;
- j.
sport;
- k.
verkeer, vervoer en waterstaat;
- l.
volksgezondheid.
- a.
- 2.
Deze verordening is niet van toepassing op andere subsidieverordeningen, die door de raad van Dordrecht zijn vastgesteld.
- 3.
Ten aanzien van subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Awb kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.
Artikel 4 Subsidieregelingen
Het college kan in een subsidieregeling bepalen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald op welke doelgroepen deze activiteiten zijn gericht, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.
Artikel 5 Staatssteunregels
- 1.
Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, wijkt het college bij subsidieregeling af van deze verordening.
- 2.
Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader.
- 3.
Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.
- 4.
Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.
- 5.
Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverlening voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.
Hoofdstuk 2 Financiële bepalingen
Artikel 6 Subsidieplafond, begrotingsvoorbehoud en indexering
- 1.
Het college kan subsidieplafonds vaststellen.
- 2.
Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging van de subsidieplafonds en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.
- 3.
Voor kalenderjaarsubsidies worden subsidieplafonds voor 1 augustus van het jaar voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar vastgesteld en bekendgemaakt.
- 4.
Voor boekjaarsubsidies worden subsidieplafonds minimaal twee maanden voor de uiterlijke indiendatum van de subsidieaanvragen vastgesteld en bekendgemaakt.
- 5.
Voor overige subsidies worden subsidieplafonds gelijktijdig bij het vaststellen van de subsidieregeling of minimaal een maand voor de uiterlijke indiendatum van de subsidieaanvragen of ingangsdatum van de subsidieregeling vastgesteld en bekendgemaakt.
- 6.
Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar worden gesteld. In de beschikking wordt daarop gewezen.
- 7.
Kalenderjaar- en boekjaarsubsidies kunnen jaarlijks geïndexeerd worden. Hierbij wordt de gemeentelijke indexering voor subsidies, die wordt vastgesteld door de raad, gevolgd.
Hoofdstuk 3 Aanvraag subsidie
Artikel 7 Aanvraag
- 1.
Een subsidieaanvraag wordt schriftelijk ingediend met gebruikmaking van het hiervoor beschikbare (digitale) aanvraagformulier.
- 2.
Bij de aanvraag levert de aanvrager de volgende gegevens aan:
- a.
een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;
- b.
de doelstellingen en resultaten die met betreffende activiteiten worden nagestreefd en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;
- c.
een begroting van de kosten van deze activiteiten. De begroting bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies, inkomsten of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
- d.
de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag, als het een subsidie voor € 30.000,- of meer betreft die per kalender- of boekjaar aan een rechtspersoon wordt verleend of als de aanvrager op grond van artikel 13, lid 4 of 5 van deze verordening een egalisatiereserve heeft;
- e.
een vergelijking met de in het vorige jaar ingediende begroting met de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het jaar daaraan voorafgaand, bij per kalender- of boekjaar verleende subsidies van € 200.000,- of meer.
- a.
- 3.
Een aanvrager die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt het volgende aan de aanvraag toe:
- a.
de oprichtingsakte;
- b.
de statuten;
- c.
het meest recente jaarverslag, niet ouder dan één jaar;
- d.
de meest recente jaarrekening inclusief balans, niet ouder dan één jaar;
- e.
een uittreksel van de Kamer van Koophandel niet ouder dan drie maanden;
- f.
een kopie van een recent bankafschrift van het rekeningnummer en te naamstelling op naam van de aanvrager, niet ouder dan drie maanden, waarop de subsidie moet worden gestort.
- a.
- 4.
De aanvrager is verplicht mee te werken aan een onderzoek in het kader van de wet Bibob. De subsidieontvanger legt bewijsstukken over.
- 5.
Het college kan bij subsidieregeling van voorgaande leden afwijken, behoudens lid 4.
- 6.
Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in lid 3 en 4 genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende zijn.
- 7.
Tenzij door het college anders vastgesteld, worden subsidieaanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst. Is een aanvraag onvolledig, dan geldt de datum van de ontvangen aanvulling(en), waarmee de aanvraag volledig wordt, als officiële datum van ontvangst van de aanvraag.
Artikel 8 Subsidiëring mede door andere bestuursorganen
Het college kan van bepalingen bij of krachtens deze verordening afwijken, indien er sprake is van medesubsidiëring.
Artikel 9 Aanvraagtermijn
- 1.
Een aanvraag voor een kalenderjaarsubsidie wordt vanaf 1 augustus tot en met 1 oktober voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.
- 2.
Een aanvraag van een boekjaarsubsidie, wordt vanaf 20 weken tot uiterlijk 13 weken voorafgaand aan dat boekjaar of de boekjaren waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.
- 3.
Een aanvraag voor een overige of incidentele subsidie wordt uiterlijk acht weken, voor start van de activiteiten ingediend.
- 4.
Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
- 5.
Indien een subsidieaanvraag na de daarvoor gestelde termijn wordt ingediend, wordt door de aanvrager de reden van de late indiening vermeld. Het college besluit vervolgens of het de aanvraag alsnog in behandeling zal nemen.
Hoofdstuk 4 Beoordeling subsidieaanvraag
Artikel 10 Beslistermijn
- 1.
Het college beslist op een aanvraag voor een subsidie, als bedoeld in artikel 9, leden 1, 2 en 3, binnen 13 weken nadat de aanvraag is ontvangen, dan wel gerekend vanaf de uiterste indientermijn voor het aanvragen van subsidie.
- 2.
Bij subsidieregelingen kunnen andere beslistermijnen worden gesteld.
- 3.
Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie, wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een definitief besluit heeft genomen.
Artikel 11 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
- 1.
In aanvulling op artikel 4:25, lid 2 Awb wordt een aanvraag voor een subsidie geweigerd als:
- a.
de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt;
- b.
het een aanvrager betreft tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;
- c.
de activiteit(en) niet past(passen) binnen het gemeentelijke beleid
- d.
de subsidie naar redelijke verwachting niet of in onvoldoende mate zal worden besteed aan de doelstellingen waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;
- e.
de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met de wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde;
- f.
de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak het doel hebben het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard;
- g.
de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen. Indien de gemeente Dordrecht handelt als penvoerder vanuit een centrumgemeentefunctie, ofwel regiefunctie, dan geldt het gestelde voor de gemeenten en ingezetenen die vallen onder de betreffende gemeenten.
- a.
- 2.
In aanvulling op artikel 4:35 Awb kan een aanvraag voor een subsidie geheel of gedeeltelijk worden geweigerd als:
- a.
aan de aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds door enig bestuursorgaan een subsidie is verleend;
- b.
niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;
- c.
in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
- d.
de aanvraag niet voldoet aan de regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;
- e.
de aanvrager niet alle benodigde vergunningen, ontheffingen en/of vrijstellingen ten behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft gekregen;
- f.
de egalisatiereserve hoger is dan 15% van de laatst vastgestelde kalender- of boekjaarsubsidie;
- g.
voor een activiteit reeds subsidie is verstrekt door het college;
- h.
de financiële situatie van de aanvrager, blijkens de laatst vastgestelde jaarrekening, onvoldoende zekerheid biedt dat de aangevraagde activiteiten zullen worden uitgevoerd.
- a.
- 3.
Het college kan een subsidie in ieder geval intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
- 4.
Het college vordert een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.
- 5.
Het college kan in een subsidieregeling aanvullende weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden opnemen.
Artikel 12 Verantwoording
Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
Hoofdstuk 5 Verplichtingen subsidieontvanger
Artikel 13 Algemene verplichtingen van subsidieontvanger
- 1.
Een subsidieontvanger is verplicht om direct schriftelijk melding te doen bij het college, als er sprake is van:
- a.
dat er een of meer van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, niet of niet geheel zullen worden verricht;
- b.
dat er niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan;
- c.
een direct vastgestelde subsidie en er een wijziging van 20% of meer in de begrote kosten of opbrengsten is;
- d.
een verleende subsidie en er een afwijking van 20% of meer, of € 100.000,- of meer, in de begrote kosten of opbrengsten is;
- e.
beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;
- f.
relevante wijzigingen in de financiële en/of organisatorische verhouding met derden;
- g.
wijziging van de statuten.
- a.
- 2.
De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een steekproefsgewijze controle ten aanzien van de gesubsidieerde activiteiten. De subsidieontvanger legt bewijsstukken over.
- 3.
Bij een kalender- of boekjaarsubsidie vanaf € 30.000,- vormt een rechtspersoon, als de activiteiten voor de subsidie volledig zijn uitgevoerd, een egalisatiereserve, conform het bepaalde in artikel 4:72 Awb:
- a.
die als balanspost in de betreffende jaarrekening duidelijk te herleiden is en waarbij dotaties/onttrekkingen duidelijk worden toegelicht;
- b.
deze mag niet negatief zijn.
- a.
- 4.
Van het gestelde in lid 3, met uitzondering van sub a en b, kan bij verleningsbeschikking worden afgeweken, als wordt afgerekend op werkelijke kosten, tot het maximaal verleende subsidiebedrag.
Artikel 14 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
- 1.
Bij subsidieregeling of subsidiebeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Awb worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.
- 2.
Het college kan in de subsidiebeschikking verplichtingen opleggen met betrekking tot:
- a.
de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid voor minder validen van de accommodatie waar de activiteiten plaatsvinden;
- b.
de inzet bij de activiteiten van personen die onder de zorgplicht van de gemeente vallen in het kader van de Participatiewet;
- c.
duurzaamheid bij de uitvoering van de te subsidiëren activiteiten;
- d.
de vermelding in (reclame)uitingen dat de activiteit of het project door de gemeente (mede) wordt gesubsidieerd met gebruikmaking van het logo van de gemeente.
- a.
- 3.
Bij subsidies vanaf € 30.000,- kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.
- 4.
Indien het verlenen van subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, is de subsidieontvanger in de gevallen zoals genoemd in artikel 4:41, lid 2 Awb, daarvoor een vergoeding verschuldigd aan het college. De vergoeding wordt bepaald naar evenredigheid van de mate waarin de subsidie aan de vermogensvorming heeft bijgedragen. Het college kan een lagere vergoeding vaststellen.
Artikel 15 Betaling en bevoorschotting
Bij subsidieregeling of in de beschikking wordt besloten of de subsidie wordt bevoorschot of betaald. Hierbij worden de hoogte van en de termijnen voor de bevoorschotting of de betaling bepaald.
Hoofdstuk 6 Verantwoording subsidie
Artikel 16 Eindverantwoording subsidies tot € 30.000,-
- 1.
Subsidies tot € 30.000,- worden door het college:
- a.
direct vastgesteld, of
- b.
ambtshalve vastgesteld na 13 weken nadat de activiteiten zijn uitgevoerd.
- a.
- 2.
Voor het vaststellen van een subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder b, toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat:
- a.
de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht; en
- b.
aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
- a.
- 3.
Bij subsidieregeling kan worden afgeweken van dit artikel.
Artikel 17 Eindverantwoording subsidies vanaf € 30.000,- tot € 200.000,-
- 1.
Bij subsidies vanaf € 30.000,- tot € 200.000,- dient de subsidieontvanger een verzoek tot vaststelling in:
- a.
in geval van een subsidie die per kalenderjaar wordt verleend, uiterlijk op 1 mei van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar of kalenderjaren waarvoor subsidie is verleend;
- b.
in geval van een subsidie die per boekjaar wordt verleend, uiterlijk binnen 20 weken na afloop van het betrokken boekjaar of de boekjaren waarvoor subsidie is verleend;
- c.
in andere gevallen uiterlijk 13 weken na afloop van de periode waarvoor de subsidie is verleend.
- a.
- 2.
Het verzoek bevat:
- a.
een ingevuld eindverantwoordingsformulier zoals (digitaal) beschikbaar gesteld;
- b.
een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en in hoeverre de doelstellingen zijn behaald;
- c.
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag en/of jaarrekening) op dezelfde wijze ingericht als de voor de subsidieaanvraag ingediende begroting;
- d.
bij een kalenderjaar- of boekjaarsubsidie vanaf € 80.000,- daarnaast ook: een beoordelingsverklaring over de jaarrekening en de daaraan verbonden baten en lasten van de ontvangen subsidiegelden, opgesteld door een onafhankelijk accountant;
- e.
bij een incidentele subsidie vanaf € 80.000,- daarnaast ook: een beoordelingsverklaring over de financiële verantwoording van de gesubsidieerde activiteit(en) en de daaraan verbonden baten en lasten van de ontvangen subsidiegelden, opgesteld door een onafhankelijk accountant.
- a.
- 3.
Bij subsidieregeling kan worden afgeweken van dit artikel.
- 4.
Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde informatie die voor de vaststelling van belang zijn, moet worden overlegd.
- 5.
Bij andere opgelegde verantwoordingsregimes van een subsidieverstrekker aan de gemeente, kan van de bedragen in dit artikel worden afgeweken.
Artikel 18 Eindverantwoording subsidies vanaf € 200.000,-
- 1.
Bij subsidies vanaf € 200.000,- dient de subsidieontvanger een verzoek tot vaststelling in:
- a.
in geval van een subsidie die per kalenderjaar wordt verleend, uiterlijk op 1 mei van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar of kalenderjaren waarvoor subsidie is verleend;
- b.
in geval van een subsidie die per boekjaar wordt verleend, uiterlijk 20 weken na afloop van het betrokken boekjaar of de boekjaren waarvoor subsidie is verleend;
- c.
in andere gevallen uiterlijk 13 weken na afloop van de periode waarvoor de subsidie is verleend.
- a.
- 2.
- a.
een ingevuld eindverantwoordingsformulier zoals (digitaal) beschikbaar gesteld;
- b.
een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en in hoeverre de doelstellingen en resultaten zijn behaald;
- c.
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag) op dezelfde wijze ingericht als de voor de subsidieaanvraag ingediende begroting;
- d.
een jaarrekening van de rechtspersoon die de subsidie heeft ontvangen van de afgelopen subsidieperiode met een toelichting daarop;
- e.
bij een kalenderjaar- of boekjaarsubsidie vanaf € 200.000,- daarnaast ook: een controleverklaring over de jaarrekening en de daaraan verbonden baten en lasten van de ontvangen subsidiegelden, opgesteld door een onafhankelijk accountant;
- f.
bij een incidentele of overige subsidie vanaf € 200.000,- daarnaast ook: een controleverklaring over de financiële verantwoording van de gesubsidieerde activiteit(en) en de daaraan verbonden baten en lasten van de ontvangen subsidiegelden, opgesteld door een onafhankelijk accountant.
Het verzoek bevat:
- a.
- 3.
Bij subsidieregeling kan worden afgeweken van dit artikel.
- 4.
Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde informatie die voor de vaststelling van belang zijn, moet worden overlegd.
- 5.
Bij andere opgelegde verantwoordingsregimes van een subsidieverstrekker aan de gemeente, kan van de bedragen in dit artikel worden afgeweken.
Artikel 19 Eindverantwoording bij meerdere subsidies
- 1.
Als een aanvrager in hetzelfde kalenderjaar meerdere subsidies verleend krijgt, worden deze voor de eindverantwoording bij elkaar opgeteld en samen verantwoord. Hierdoor kan een hoger verantwoordingsregime van toepassing worden (conform artikel 16, 17 of 18).
- 2.
Van het gestelde in het eerste lid kan bij subsidieregeling of verleningsbeschikking van af geweken worden.
Artikel 20 Beslistermijn verzoek tot subsidievaststelling
- 1.
Het college stelt de subsidie vast binnen 13 weken na de ontvangst van het verzoek tot subsidievaststelling, tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald.
- 2.
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip of de termijn, bedoeld in de artikelen 16, 17 en 18 eerste lid, is ingediend, kan het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan gaat het over tot ambtshalve vaststelling.
Hoofdstuk 7 Overige en slotbepalingen
Artikel 21 Periodiek verslag
- 1.
Het college houdt ten minste eenmaal in de vijf jaar een onderzoek naar de doeltreffendheid van subsidies in de praktijk ex artikel 4:24 Awb. Dit gebeurt zoveel mogelijk gelijktijdig bij de evaluatie van het betreffende beleid.
- 2.
Indien het college van mening is dat de kosten van de in lid 1 genoemde evaluatie onevenredig zijn in verhouding tot de verleende subsidies, kan van de evaluatie worden afgezien. De raad wordt hierover dan geïnformeerd.
Artikel 22 Hardheidsclausule
Het college kan deze verordening, met uitzondering van de artikelen 3, 4, 5 en 11, lid 1 in individuele gevallen, buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of ontvanger gevolgen zou hebben, die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.
Artikel 23 Overgangs- en slotbepalingen
- 1.
De Algemene subsidieverordening Dordrecht zoals vastgesteld op 28 juni 2016 wordt ingetrokken.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2025.
- 3.
Op aanvragen voor subsidie die zijn ingediend voor 1 augustus 2025 blijven de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Dordrecht geldend vanaf 28 juni 2016 van toepassing.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als: "Algemene subsidieverordening Dordrecht".
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 mei 2025.
De griffier, De voorzitter,
A.E.T. Wepster, P.A.C.M. van der Velden
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl