Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2025

Geldend van 12-06-2025 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2025

Samen bereiken we meer

Voorwoord

Dit is het Uitvoeringsprogramma VTH (vergunningen, toezicht en handhaving) 2025 van de gemeente Bronckhorst. Het uitvoeringsprogramma geeft inzicht in de werkwijze en de prioritering van de VTH-taken waarvoor de gemeente het bevoegd gezag is. In dit programma is aangegeven welke doelen we stellen en welke activiteiten daartoe zullen worden uitgevoerd.

Met dit uitvoeringsprogramma anticiperen we op nieuw te ontwikkelen VTH-beleid, zodanig dat we gaan voldoen aan de vereisten uit het Omgevingsbesluit (voorheen de Wet VTH). Door betere afstemming en een integrale benadering zijn we beter in staat om te zorgen voor een mooie, prettige en leefbare leefomgeving. Wij zijn daarmee ook in staat om opgemerkte trends en ontwikkelingen in kaart te brengen, dit is belangrijke input bij beleidsontwikkeling. Onze werkzaamheden zijn gericht op het bevorderen van het naleefgedrag; anderzijds denken wij mee. Wij hebben namelijk een brede blik in een eventueel handhavingstraject, en kijken daarbij naar welke (on)mogelijke aanpak het meest passend is.

Dit uitvoeringsprogramma geeft op basis van onder andere de omgevingsvisie en de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingswet (LHSO) concreet weer welke acties we uit gaan voeren en wat daarmee de beoogde resultaten zijn. Dit vooruitlopend op nieuw VTH-beleid. Dit mede omdat er vanuit het bureau IBT VTH van de provincie Gelderland is aangegeven dat ons beleid (2022-2027) en het daaruit gedestilleerde uitvoeringsprogramma (2023-2024) nog niet volledig voldoet aan de eisen van het Omgevingsbesluit.

Onze werkwijze kenmerkt zich door integrale benadering, uitgangspunt hierbij is ‘ja, mits’, maar ‘nee’ is ook een antwoord. Wij denken mee, en pakken door waar nodig.

Met dit uitvoeringsprogramma wordt voldaan aan de wettelijke verplichtingen die opgenomen zijn in het Omgevingsbesluit (Ob) en de Omgevingsregeling (Or). Het uitvoeringsprogramma wordt na vaststelling ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad en toegestuurd aan de provincie Gelderland.

1. Inleiding

1.1 Waarom een uitvoeringsprogramma

Dit is het uitvoeringsprogramma voor 2025 van de clusters Omgeving en Openbare Veiligheid, Toezicht & Handhaving (OVTH) van de gemeente Bronckhorst. Het programma geeft inzicht in onze doelstellingen, de prioritering hierin en de beschikbare middelen voor de uitvoering van VTH-taken waarvoor de gemeente het bevoegde orgaan is.

De gemeente Bronckhorst heeft een hoog ambitieniveau op verschillende onderdelen. Deze ambities zijn terug te zien in de omgevingsvisie: Bronckhorst twee keer zo mooi. Vergunningverlening, toezicht en handhaving hebben hierin een belangrijke rol. Onderwerpen met de grootste impact verdienen hierin ook de meeste aandacht en daarop passen wij onze inzet aan. Wij houden daarnaast rekening met vastgesteld beleid en bestuurlijke opgaves die voortvloeien uit de ambities in het coalitieakkoord: Samen verder voor Bronckhorst.

In het Beleidsplan Toezicht en Handhaving 2023-2027 (hierna: het beleidsplan) is op onderwerpen reeds prioritering aangebracht. Echter, dit beleidsplan ziet vooral op toezicht en handhaving en daarnaast voor een deel op Openbare orde en veiligheid. Vergunningverlening ontbreekt in dit beleidsplan, omdat in het verleden de keuze is gemaakt deze teams en clusters te splitsen.

Integraal beleid, dat ook aansluit bij de doelstellingen en eisen van de Omgevingswet, vergt dat wij ons beleidsplan gaan herijken om vergunningverlening, toezicht en handhaving te harmoniseren. Het voorliggende uitvoeringsprogramma neemt een eerste aanzet hiertoe. Er komt geen volledig nieuw beleidsplan, maar wel wordt opnieuw gekeken naar de invulling van onze doelstellingen en hoe wij deze gaan behalen door vergunningverlening nauwer te betrekken in de huidige uitvoering en tevens voor te sorteren op een integraal VTH-beleidsplan. Hierin worden ook de clusters Buiten en Wonen & werken betrokken, om beleid op strategisch, tactisch en operationeel niveau in evenwicht te brengen.

Het uitvoeringsprogramma is ook afgestemd met:

  • Cluster Juridische zaken

  • Cluster Wonen en werken

Bij de uitvoering van onze taken stemmen we af met externe partijen:

  • Politie

  • Omgevingsdienst Achterhoek (ODA)

  • Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG)

  • Geestelijke Gezondheid Dienst (GGD)

1.2 Afbakening

Dit uitvoeringsprogramma VTH 2025 heeft betrekking op vergunningen, toezicht en handhaving op het gebied van:

  • Het omgevingsrecht waaronder de Omgevingswet (Ow), Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl);

  • De Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Bronckhorst (APV);

  • De bijzondere wetten waaronder de Alcoholwet, Wet op de kansspelen, Winkeltijdenwet, Opiumwet en de Wet tijdelijk huisverbod;

  • De Wet basisregistratie personen (BRP);

  • De Wet basisregistratie adressen en gebouwen (BAG);

  • De Wet goed verhuurderschap;

  • De Wet betaalbare huur.

Taken die zijn overgedragen aan externe partijen zoals de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) en de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) zijn niet in dit programma opgenomen. Deze partijen dragen zelf zorg voor het opstellen, uitvoeren, monitoren en evalueren van beleid en de daarbij behorende programma’s over de taken die aan hen zijn overgedragen.

1.3. Samenwerking

De clusters Openbare Veiligheid, Toezicht & Handhaving en Omgeving werken samen met verschillende ketenpartners. Deze samenwerkingsverbanden worden in 2025 voortgezet en waar nodig versterkt wanneer dit bijdraagt aan de ambities en doelstellingen van de gemeente.

Om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan wordt er samengewerkt met de politie, de ODA, de VNOG en het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Oost Nederland (RIEC ON). Grotere casussen worden in brede samenwerking opgepakt om de beschikbare expertise optimaal te benutten. Door informatie met elkaar te delen ontstaat een compleet beeld over de situatie en maakt dat effectiever kan worden doorgepakt bij het optreden tegen verschillende vormen van criminaliteit. Voor de samenwerking tussen boa’s en politie hanteren wij als leidraad het handhavingsarrangement uit 2021 dat door de politie basisteam Achterhoek-Oost, het OM en de gemeente is vastgesteld.

De gemeente neemt ook deel aan Datalab Gelderland Oost (Datalab GO). Het doel van dit samenwerkingsverband tussen de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk is om effectiever, data gedreven, te kunnen werken. De inzichten die hieruit worden gewonnen gebruiken wij om beleid op te stellen of bestaande programma’s bij te sturen.

1.4 Herijking

Om onze ambities waar te maken en aan onze wettelijke taken te voldoen maken wij gebruik van het “infinity-model,” ook wel de ‘Big-8’ genoemd. Het model ondersteunt in het voorbereiden, uitvoeren, monitoren van VTH-taken en bestaat eigenlijk uit twee cycli die samen één geheel (een ꝏ of 8) vormen. De eerste cyclus is gericht op de beleidsvorming (strategisch) en de tweede cyclus gaat over het uitvoeren (operationeel).

afbeelding binnen de regeling

1 Verbeelding beleidsmodel 'Big-8.' Gemeente Bronckhorst

De strategische cyclus formuleert de beleidskaders en geeft de prioriteiten aan. De taken worden inzichtelijk gemaakt samen met de beschikbare capaciteit. Op basis hiervan wordt een risicoanalyse gemaakt en worden doelstellingen vastgelegd. De operationele cyclus vertaald de doelstellingen verder richting thema’s en activiteiten om de doelen te behalen. Het maken van concrete en meetbare activiteiten is noodzakelijk om te monitoren en te kunnen evalueren of aan de taakstelling wordt voldaan en de doelen worden behaald. Met deze informatie kan zo nodig het beleid en de prioritering worden bijgestuurd, waarmee de planning en control cyclus continu wordt doorlopen.

Door de integrale benadering van onze VTH-taken in een nieuw uitvoeringsprogramma en de herijking van ons beleid worden de voorkant (vergunningverlening) en de achterkant (toezicht & handhaving) van onze dienstverlening beter op elkaar aangesloten. Met deze werkwijze bevorderen we het naleefgedrag en motiveren wij inwoners om actief met ons het gesprek aan te gaan.

Een initiatief wordt beoordeeld aan de geldende wet- en regelgeving, ons beleid en de speerpunten van de gemeente. Dit is het vertrekpunt voor onze dienstverlening. Mochten er zich onverwachte zaken of problemen voordoen, waar wij onder normale omstandigheden welwillend tegenover zouden staan, dan stellen wij ons actief op door mee te denken of door (betere) alternatieven voor te stellen. Worden wij niet betrokken bij het initiatief of komen wij voor ongewenste feiten te staan wanneer er bijvoorbeeld sprake van een niet vergunde, maar wel vergunningplichtige situatie, dan voeren we slechts een globale legalisatie toets uit op basis van de vigerende wet- en regelgeving. Blijkt dat legalisatie niet mogelijk is, dan treden we handhavend op.

In het geval van handhaving is het aan de initiatiefnemer om alle inzet te leveren om zicht op legalisatie te verkrijgen door een verzoek met bijbehorende documentatie bij ons in te dienen. Procedures om achteraf iets te repareren vragen onevenredig veel tijd en de extra kosten zijn uiteindelijk voor de hele gemeenschap. Dat is niet eerlijk en niet gewenst.

Wij zien initiatiefnemers als serieuze partners en daarbij hoort een passende verantwoordelijkheid voor de zorg voor de totstandkoming van het initiatief evenredig aan het algemeen belang. Samen maken we Bronckhorst, daar zetten wij ons voor in.

2. Ontwikkelingen

2.1. Wettelijke ontwikkelingen

Wet- en regelgeving is aan verandering onderhevig. Er worden nieuwe wetten gemaakt en bestaande wetten worden gewijzigd of ingetrokken. De belangrijkste veranderingen worden in dit hoofdstuk weergegeven. Wij benoemen daarbij wat de gevolgen voor ons zijn.

2.1.1. Omgevingswet

Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. Deze harmoniseert de verschillende regels over de (openbare) ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water en voegt deze samen tot één geheel. Het doel hiervan is om meer inzicht te hebben in de regelgeving en dat het voor inwoners eenvoudiger wordt om met de geldende regelgeving te werken en dat processen beter en sneller doorlopen kan worden. Daarbij moet het mogelijk worden om meer lokaal maatwerk te kunnen bieden voor de beoogde doelen in de fysieke leefomgeving.

De grote verandering van het (wet)systeem vraagt van ons en initiatiefnemers meer flexibiliteit, want of de praktijk werkt zoals de beoogde theorie het voorstelt moet nog blijken. Op dit moment lijkt de doelstelling van de nieuwe Omgevingswet niet te worden behaald, maar de toekomst zal dit verder uitwijzen.

We zijn nu bijna één jaar onderweg met de Omgevingswet. De eerste periode stond vooral in het teken van het afhandelen van initiatieven die nog waren ingediend onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In het derde kwartaal van 2024 was te merken dat er minder aanvragen werden ontvangen, met name voor de activiteit bouwen. Initiatiefnemers moeten wennen aan het omgevingsloket en ook de complexiteit dat het combineren van verschillende regels tot één Omgevingswet met zich meebrengt.

2.1.2. Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)

Per 1 januari 2024 is de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) actief. De Wkb moet ervoor zorgen dat de bouwkwaliteit wordt verbeterd. De Wkb maakt dat de gemeente niet langer verantwoordelijk is voor het toetsen van de bouwtechnische eisen van een bouwwerk. De toets op de bouwplannen door de gemeente verandert naar een toets tijdens het bouwproces door de onafhankelijke kwaliteitsborger. De kwaliteitsborger wordt hiermee verantwoordelijk voor het proces. Om deze wijziging goed door te voeren heeft de wetgever gekozen om de verantwoordelijkheid gefaseerd te verschuiven.

De laagste risicoklasse is gevolgklasse 1, dit zijn bijvoorbeeld eengezinswoningen en kleinere bedrijfspanden, maar voor verbouwactiviteiten geldt de Wkb vooralsnog niet. Er volgt nog een landelijke evaluatie na drie jaar en op basis van deze uitkomsten wordt bepaald hoe er wordt om gegaan met de hogere risicoklassen, zoals bibliotheken of onderwijsgebouwen (gevolgklasse 2) en voetbalstadions of ziekenhuizen (gevolgklasse 3).

2.1.3. Wet goed verhuurderschap en Wet betaalbare huur

Op 1 juli 2023 is de Wet goed verhuurderschap in werking getreden. Deze wet maakt meer mogelijk om onwenselijke gedragingen van verhuurders tegen te gaan. Denk hierbij aan het tegengaan van woondiscriminatie, intimidatie, onredelijke servicekosten of het vragen van een onredelijke hoge borg. Er zijn daarnaast specifieke regels in de wet opgenomen om de huisvesting van arbeidsmigranten te kunnen verbeteren.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving van de algemene regels en verhuurvergunningen bij private verhuurders en verhuurbemiddelaars. Voor woningcorporaties ligt deze verantwoordelijkheid bij de Autoriteit Woningcorporaties. We zoeken niet proactief naar overtredingen, maar hebben een meldpunt opgezet en zullen hier in 2025 actief mee aan de slag gaan. We hanteren een piepsysteem en gebruiken informatie die we verkrijgen uit onze BRP-controles. Dit wordt steviger verankerd in het nieuwe beleid.

2.2. Maatschappelijke ontwikkelingen

2.2.1. Samenwerking bij taken zorg en veiligheid

Goede samenwerking tussen alle betrokken instanties is belangrijk voor een effectieve aanpak van zorg- en veiligheidskwesties. De gemeente neemt, in samenwerking met de politie en zorgverleners, regelmatig bestuurlijke maatregelen om onveilige situaties te beëindigen of te voorkomen. Een voorbeeld hiervan is een tijdelijk huisverbod (Wet tijdelijk huisverbod).

2.2.2. Participatieve samenleving

Wij vinden het belangrijk dat ideeën en plannen voor de leefomgeving zorgvuldig worden ontwikkeld. Het betrekken van belanghebbenden, waaronder omwonenden, is daar een belangrijk onderdeel van. Een goed participatieproces, een traject waaraan belanghebbenden deelnemen, ondersteunt bij het komen tot een beter plan. Dat komt doordat vragen en eventuele zorgen van belanghebbenden kunnen worden weggenomen of omgezet in creatieve oplossingen. En misschien is zelfs samenwerking mogelijk of kunnen ook andere problemen gelijktijdig worden aangepakt.

Vaak krijgen initiatieven breder steun als belanghebbenden vroeg zijn betrokken. Een initiatief met draagvlak, dat trouwens niet hoeft te betekenen dat iedereen het er mee eens is, draagt bij aan minder bezwaren achteraf.

Door de gemeente Bronckhorst wordt participatie gestimuleerd met het programma Samen maken we Bronckhorst. Dit is een stappenplan dat initiatiefnemers kunnen gebruiken om een goed participatietraject op te zetten. In gesprekken met initiatiefnemers wijzen we hen op dit kader en wat het voor hen betekent.

2.2.3. Complexere vraagstukken fysiek domein vragen om goede samenwerking

Maatschappelijke opgaven op gebied van woningbouw, duurzaamheid, netcongestie en stikstofdoelstellingen zijn steeds meer decentraal belegd. Deze opgaven worden integraal aangevlogen. Een goede samenwerking met de Omgevingsdienst Achterhoek (milieu), de VNOG (Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland), GGD/GHOR, de Provincie en het Waterschap is daarom enorm belangrijk. In voorkomende casuïstiek weten we elkaar goed te vinden, zowel bij vergunningverlening als bij toezicht en handhaving.

3. Vergunningen, Toezicht & Handhaving

3.1. Beschikbare capaciteit

Hieronder staat een overzicht van de beschikbare formatie binnen de clusters Omgeving en Openbare Veiligheid, Toezicht en Handhaving.

CLUSTER OPENBARE VEILIGHEID, TOEZICHT & HANDHAVING

FTE’S

Teamleider

1

Juridisch beleidsmedewerker handhaving

1

Beleidsmedewerker toezicht & handhaving

1,8

Beleidsondersteuner toezicht & handhaving

0,67

Toezichthouder APV, RO, BRP en boa domein 1

2

Toezichthouder en boa domein 1

2

Toezichthouder

1

Toezichthouder bouw

1,8

Beleidsmedewerker Openbare orde, veiligheid en rampenbestrijding

1

Medewerker Openbare orde, veiligheid en rampenbestrijding

1

Medewerker Openbare orde & zorg en veiligheid

0,78

CLUSTER OMGEVING

FTE’S

Senior medewerker vergunningen en meldingen

3,43

Medewerker vergunningen en meldingen

0,71

Beleidsmedewerker Omgeving

1

Adviseur RO

3

Senior Beleidsmedewerker RO

0,94

Senior medewerker RO A

4,89

Senior medewerker RO B

1

Medewerker RO

4

Medewerker erfgoed en monumenten

1

Medewerker bouwen

2,8

Administratief medewerker omgeving

0,5

Administratief medewerker

0,22

Administratief medewerker fysieke leefomgeving

0,78

Juridisch administratief medewerker (Woo)

0,78

FORMATIE TOTAAL

FTE’S

Cluster Openbare Veiligheid, Toezicht & Handhaving

14,05

Cluster Omgeving

25,05

Totaal

39,10

Toelichting

Op het moment van opstellen van het uitvoeringsprogramma is niet de volledige capaciteit gevuld met vaste medewerkers. Dit hangt samen met de organisatieontwikkeling “Vasthouden en Versterken” en het herijken van het beleidsplan. De vorderingen op deze onderwerpen maakt dat de daadwerkelijke capaciteit nog kan wijzigen.

3.2 Inzet capaciteit: prioriteit bepaalt volgorde en intensiteit

De beschikbare capaciteit zetten wij in op alle activiteiten, echter de prioritering bepaalt de volgorde en intensiviteit van onze inzet bij de uitvoering van onze taken. Het vastgestelde risicoprofiel uit ons beleidsplan is hiervoor het uitgangspunt, daarbij houden wij ook rekening met bestuurlijke aandachtsgebieden en nieuwe ontwikkelingen.

3.2.1 Externe meldingen

Er worden controles uitgevoerd bij het vermoeden van illegale situaties waar een melding van een inwoner aan ten grondslag ligt. Wanneer een overtreding wordt geconstateerd, treden wij handhavend op. Anonieme klachten en meldingen nemen we niet in behandeling, tenzij de inhoud van de melding hiertoe een aanleiding geeft. Hierbij moet gedacht worden aan brandveiligheid, asbest of mensenhandel en uitbuiting. Vaak komen dergelijke signalen binnen via de politie van het kanaal Meld Misdaad Anoniem (MMA-meldingen). We trekken in veel van deze gevallen op met ketenpartners.

3.2.2 De Omgevingswet

Met de komst van de Omgevingswet zijn onze werkzaamheden veranderd. Er ligt nu meer verantwoordelijkheid bij de inwoner. Burgerparticipatie is nu nog belangrijker; het in gesprek gaan met elkaar. Wij kunnen ook voortvarender optreden, het is niet meer verplicht om na te gaan of een overtreding te legaliseren is. Deze verantwoordelijkheid ligt bij de overtreder en niet enkel bij het bevoegd gezag. Daar gaan we onze werkwijze op aanpassen.

We hebben een nieuw workflow managementsysteem (Rx.Mission) dat ons helpt om te standaardiseren en te uniformeren. Ook lukt het steeds beter om casuïstiek integraal te benaderen. De samenwerking met vergunningverlening is belangrijk, alleen zo kunnen we dezelfde boodschap vanaf het begin brengen en het beleid uniform tot het einde uitdragen.

3.3 De toekomst: omgevingsvisie en informatie gestuurd risicoprofiel

De opzet van het nieuwe handhavingsbeleid maken we meer dynamisch. Daar bedoelen we mee dat we beter in staat willen zijn om te reageren en anticiperen op trends en ontwikkelingen. Dit willen wij bereiken door informatie gestuurd werken. Om dit te realiseren werken we in verbinding met Datalab GO.

3.4 Middelen

3.4.1 Capaciteit

De capaciteit die beschikbaar is voor de uitvoering van de hierboven genoemde projecten en acties is geborgd in de begroting.

3.4.2 Financiën

Voor de VTH-taken is financiële dekking georganiseerd middels de programma begroting van 2025-2028. In dit uitvoeringsprogramma gaan wij uit van de personele capaciteit en overige middelen die daarin zijn vastgelegd.

De externe inzet van bijvoorbeeld de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA), de GGD Noord- en Oost-Gelderland en de Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (VNOG) afdeling Risicobeheersing, laten wij in het financiële gedeelte buiten beschouwing. Bij de uitvoering van het werk wordt intensief met de eerdergenoemde partijen samen gewerkt.

4. Activiteiten

4.1. Inleiding

Wij voeren onze VTH-taken uit om onze speerpunten te waarborgen. Initiatieven worden beoordeeld aan geldende wet- en regelgeving en worden waar nodig integraal afgestemd. Wij werken risico gestuurd en hebben oog voor bestuurlijke aandachtsgebieden en nieuwe ontwikkelingen. In dit hoofdstuk leest u een uitwerking van de activiteiten die wij komend jaar uitvoeren.

4.2. Vergunningen

Doelstellingen

Activiteiten

Indicatoren

1

Tijdige, correcte en klantgerichte afhandeling van vergunningaanvragen, meldingen en informatievragen.

We gebruiken het zaaksysteem Rx.Mission om vergunningaanvragen, meldingen en informatievragen te behandelen.

We optimaliseren onze dienstverlening door standaardbrieven te gebruiken met begrijpelijk en helder taalgebruik.

We behandelen aanvragen en meldingen op basis van de wet- en regelgeving en de speerpunten van de gemeente.

Minimaal 95% van de vergunningen, meldingen en informatievragen krijgen een ontvangstbevestiging.

Minimaal 95% van de (front-office) terugbelverzoeken wordt binnen twee werkdagen opgepakt.

We behandelen aanvragen en meldingen binnen de wettelijke termijnen. Waar afhandeling of beantwoording niet binnen de genoemde termijnen mogelijk is wordt tussentijds een voortgangsbericht gestuurd.

2

Tijdige en correcte registratie van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).

We voldoen aan de geldende normen voor de BAG in de BAG-zelfevaluatie.

Voldoen aan de geldende normen (4 dagen-termijn voor ten minste 95%) voor de BAG in de BAG-zelfevaluatie.

3

Processen zijn ingericht conform de Omgevingswet.

De medewerkers zijn het afgelopen jaar bekend geraakt met de Omgevingswet. Processen hieromtrent zijn uitgewerkt en worden verder geoptimaliseerd.

Er is een procesomschrijving opgesteld voor het werken onder de Omgevingswet binnen het zaaksysteem Rx.Mission.

4

We zorgen voor actuele informatie op onze website.

Actualiseren website.

We evalueren onze e-diensten binnen het fysieke domein.

Uit de evaluatie blijkt dat onze website actueel is.

4.3 Toezicht

Doelstellingen

Activiteiten

Indicatoren

1

Adequaat uitvoeren van toezicht op de veiligheid, gezondheid en ruimtelijke kwaliteit in de fysieke leefomgeving.

We houden toezicht op bouwwerken en beoordelen of deze in overeenstemming met de vergunningvoorschriften, wettelijke eisen en de planregels zijn gebouwd.

We houden toezicht op welstandsexcessen.

Toezicht wordt uitgevoerd conform de genoemde activiteiten.

95% van de meldingen ontvangen binnen vijf werkdagen een reactie of ontvangstbevestiging.

2

Veilige evenementen

We houden toezicht op de constructie- en brandveiligheid van tijdelijke bouwwerken en ook wordt gecontroleerd op de registratie van attractietoestellen.

Minimaal 90% van de (grootschalige B en C) evenementen worden gecontroleerd.

3

Behoud/bescherming van bomen

We controleren op het illegaal kappen van houtopstanden en zien toe op de naleving van de herplantplicht. Wij controleren wanneer er sprake is van:

een verleende vergunning met herplantplicht;

een vermoeden bestaat dat illegaal gekapt gaat worden;

bij de naleving van vereveningsafspraken.

Minimaal 95% van de verleende vergunning worden gecontroleerd.

Minimaal 90% van de meldingen en/of klachten omtrent illegaal kappen worden gecontroleerd.

4

Behoud/bescherming van landschapselementen

We pakken meldingen of handhavingsverzoeken op en sturen aan op ongedaan maken van de overtreding

Op minimaal 95% van de meldingen of verzoeken om handhaving wordt een controle uitgevoerd indien hiertoe voldoende aanleiding wordt gegeven.

6

Behoud/bescherming van monumenten

We controleren op de werkzaamheden aan monumentale panden.

Op minimaal 95% van de meldingen worden controles uitgevoerd.

5

We werken met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen

Medewerkers zullen wegwijs moeten worden in het werken onder de Wkb. Processen zijn uitgewerkt, maar er zal alsnog veel van de medewerkers gevraagd worden om de werkprocessen te optimaliseren.

Er is een procesomschrijving opgesteld over het werken met de Wkb.

6

Er is geen toename van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen

We blijven controleren en aanschrijven op onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen.

Minimaal 80% van de meldingen over onrechtmatige bewoning op recreatieparken worden gecontroleerd.

Minimaal 90% van de meldingen van overige onrechtmatige bewoningen worden gecontroleerd.

7

We gaan parkeerexcessen tegen en bevorderen de naleving van de verkeersregels om de beschikbare parkeerruimte beter te benutten.

Wij controleren de blauwe parkeerzones. Waar mogelijk gaan wij het goede gesprek aan of gaan we eerst over tot waarschuwen. Wanneer het nodig is pakken wij ook door.

Bij wijzigingen of nieuwe parkeerzones monitoren wij actief onze inzet.

De overige meldingen met betrekking tot parkeren nemen wij mee bij de reguliere werkzaamheden en monitoren wij signalen uit de samenleving.

Er wordt een nieuw werkproces ontwikkeld om actief de blauwe parkeerzones te monitoren.

We controleren met regelmaat de blauwe parkeerzones. Bij nieuwe of gewijzigde parkeerzones kan de controlefrequentie worden verhoogd; in andere gevallen wordt conform de vastgestelde prioritering in het handhavingsbeleid gecontroleerd.

4.4 Handhaving

Doelstellingen

Activiteiten

Indicatoren

1

Tijdige, correcte en klantgerichte afhandeling van handhavingsverzoeken.

We maken gebruik van het systeem Rx.Mission om de doorlooptijd van handhavingsverzoeken te bewaken.

We proberen in beginsel op een informele wijze problemen en overtredingen op te lossen

We werken met de Landelijke handhavingsstrategie Omgevingswet

Minimaal 90% van handhavingsverzoeken worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld.

Minimaal 90% van de meldingen en handhavingsverzoeken ontvangen binnen twee werkdagen een reactie of ontvangstbevestiging.

2

Tijdige, correcte en klantgerichte afhandeling van geconstateerde overtredingen (eigen waarneming of naar aanleiding van een controle)

We maken gebruik van het systeem Rx.Mission om de doorlooptijd van handhavingsprocessen te monitoren.

We proberen in beginsel op een informele wijze problemen en overtredingen op te lossen.

We prioriteren handhaving zo dat de beschikbare capaciteit eerst wordt ingezet op de overtredingen die de grootste impact hebben.

Minimaal 90% van de handhavingsprocessen worden afgerond binnen de wettelijke termijnen, zover dit van toepassing is.

4.5 Openbare Orde en Veiligheid

Doelstellingen

Activiteiten

Indicatoren

1

We gaan drugsproblematiek tegen.

We pakken actief de straathandel van drugs aan en focussen hierbij op evenementen en scholen.

We werken samen met ketenpartners als bureau HALT voor onder andere preventiecampagnes tegen drugsgebruik. Deze campagnes worden geëvalueerd.

Minimaal 95% van de geregistreerde meldingen of klachten worden vervolgd.

2

We gaan straatintimidatie tegen.

We pakken straatintimidatie actief aan en registreren alle zaken hieromtrent.

Minimaal 95% van de geregistreerde meldingen krijgt een vervolg.

3

We vergroten het gevoel van veiligheid bij inwoner.

Versterken samenwerking en zichtbaarheid politie en boa’s.

In 2025 geven we vooral prioriteit aan de zichtbaarheid en benaderbaarheid van onze boa's.

Versterken samenwerking met domein zorg t.b.v. een integrale aanpak van mensen met verward en onbegrepen gedrag.

We nemen structureel deel aan de multidisciplinaire overleggen met het zorgdomein.

Minimaal 90% van de klachten of meldingen worden binnen twee werkdagen in behandeling genomen en indien mogelijk ook afgehandeld.

4

We voorkomen en beperken criminaliteit en ondermijning.

We organiseren in de eerste helft van 2025 een campagne om de (digitale) weerbaarheid van inwoners en ondernemers te vergroten.

HALT geeft voorlichting en training over wapens en geweld. We zetten de integrale, regionale aanpak ondermijning met buurgemeenten voort.

In beeld brengen en tegengaan zorgfraude.

We nemen deel aan de het project Veilig Buitengebied.

We nemen deel aan de week van de ondermijning.

In het kader van ondermijning hebben toezichthouders, boa’s en overige medewerkers van toezicht & handhaving een ondersteunende rol bij Openbare orde & veiligheid. In kader van een integrale aanpak ondermijning wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar leegstaande panden en illegale bewoning. Signalering vanuit de samenleving hieromtrent wordt meegenomen.

De genoemde activiteiten zijn uitgevoerd.

5

Tijdige, correcte en klantgerichte van behandeling van zaken Wet tijdelijk huisverbod, Wet zorg en dwang en de Wet aanpak woonoverlast.

Opleggen van huisverboden.

Opleggen van gebiedsverboden.

Het geven van gedragsaanwijzingen.

We handelen de bestuurlijke maatregelen binnen de wettelijke gestelde termijnen af. Bestuurlijke rapportages worden uiterlijk binnen 4 weken na ontvangst door de gemeente opgevolgd door een besluit om wel of niet een bestuurlijke sanctie op te leggen.

4.6 APV en bijzondere wetten

Doelstellingen

Activiteiten

Indicatoren

1

Tijdige, correcte en klantgerichte behandeling van meldingen en verzoeken om handhaving.

We voeren controles uit en signaleren voor onze collega’s en partners.

We treden waar nodig handhavend op met zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke sancties.

Minimaal 95% van de meldingen en handhavingsverzoeken ontvangen binnen 2 werkdagen een reactie of ontvangstbevestiging.

Minimaal 95% van de meldingen en handhavingsverzoeken ontvangen een resultaatbericht.

2

Hoge kwaliteit van de adresgegevens in de Basisregistratie Personen om fraude met adresgegevens te bestrijden.

We voeren BRP-controles uit.

We werken conform de Landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA).

Er wordt gewerkt conform de LAA.

Er worden minimaal 25 adresonderzoeken per jaar afgerond voor zover hiervoor adressen beschikbaar zijn.

3

Een schone leefomgeving.

Toezicht en handhaving op illegale afvaldump en verkeerd aanbieden van afval (bijplaatsingen).

Verder is er toezicht en handhaving op zwerfafval o.a. door aandacht voor snoeproutes.

Minimaal 2 x per maand een controle op bijplaatsingen bij afvalcontainers.

Minimaal 1 x per kwartaal een controle op zwerfafval bij probleemlocaties

4

Gebruik openbare ruimte in het kader van de APV.

Wij zijn alert op het gebruik van de openbare ruimte. Wij gaan bezig met een werkproces om signalen en waarnemingen over het gebruik van de openbare ruimte te monitoren zover deze zien op toezicht en handhaving.

Er is een werkproces opgesteld om meldingen en signalen over het gebruik van de openbare ruimte te monitoren met betrekking op de APV.

4.7 Alcoholwet

Doelstellingen

Activiteiten

Indicatoren

1

Er wordt op een verantwoorde wijze alcohol verstrekt in Bronckhorst en het alcoholgebruik onder jongeren wordt teruggedrongen.

We controleren op naleving van de leeftijdsgrenzen bij horecagelegenheden, sportkantines, cafetaria’s, supermarkten, slijterijen en evenementen.

We controleren bij evenementen op aanwezigheid artikel 35-ontheffingen (ontheffing voor het tijdelijk schenken van alcohol) en naleving van de daarin gestelde voorschriften.

We controleren op actuele Alcoholwetvergunningen en aanwezigheid leidinggevende

Minimaal 1 x per jaar een controle op naleving van de leeftijdsgrenzen bij supermarkten en slijterijen.

Minimaal 4 x per jaar een controle (commerciële en para-commerciële) horecagelegenheden.

2

Overlast door en nabij uitgaansgelegenheden wordt teruggedrongen.

We controleren op de naleving van de voorschriften, waaronder het Horecaconvenant.

Minimaal 4 x per jaar een controle (commerciële en para-commerciële) horecagelegenheden.

Ondertekening