Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740316
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740316/1
NADERE REGELS VOOR HET HEBBEN VAN WINKELUITSTALLINGEN – 2025
Geldend van 11-06-2025 t/m heden
Intitulé
NADERE REGELS VOOR HET HEBBEN VAN WINKELUITSTALLINGEN – 2025Burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente;
overwegende dat op grond van artikel 2:10 lid 4 Algemene plaatselijke verordening 2010 gemeente Hof van Twente bij besluit (verder: APV) van het college d.d. 20 april 2010 de vergunningplicht voor winkeluitstallingen is afgeschaft;
overwegende dat het vanuit de veiligheid en toegankelijkheid van de openbare ruimte wenselijk is nadere regels te stellen met betrekking tot het plaatsen van een winkeluitstalling als bedoeld in artikel 2:10 lid 3 van de APV gemeente Hof van Twente;
gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2:10 van de APV Hof van Twente.
gelet op; de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
besluiten:
vast te stellen de NADERE REGELS VOOR HET HEBBEN VAN WINKELUITSTALLINGEN
–2025, waarmee de Nadere regels voor winkeluitstallingen uit 2010 komen te vervallen.
Juridisch kader
Artikel 2:10 APV luidt:
1. Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan in overeenstemming met de publieke functie daarvan, als dat gebruik:
a. schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of
b. niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
2. Van een belemmering voor de bruikbaarheid van de weg is in ieder geval sprake wanneer niet ten minste een vrije doorgang van 1.20 meter wordt gelaten op voetpaden en van 3.50 meter op de rijbaan voor fietsers of gemotoriseerd verkeer.
3. Het college kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen voor terrassen, uitstallingen en reclameborden.
4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.
5. (Vervallen).
6. Het verbod is niet van toepassing op:
a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24;
b. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18;
c. reclame-uitingen die voldoen aan het ‘Reclamebeleid’;
d. overige gevallen waarin op grond van een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.
7. Het verbod is ook niet van toepassing op beperkingsgebiedenactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of op grond van de Omgevingswet, het omgevingsplan, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
8. Het college kan nadere regels stellen op grond van dit artikel.
Artikel 2:10 APV ziet op winkeluitstallingen die op de weg of op bijbehorend weggedeelte (zoals bijvoorbeeld een trottoir) zijn gelegen en die openstaan voor het openbaar verkeer. In sommige gevallen kan dit tevens privé grond (eigen terrein) betreffen, namelijk wanneer die grond (trottoir) openstaat voor het openbare verkeer.
Doel regeling
Onderstaande Nadere regels zien op regulering van de veiligheid en de toegankelijkheid van de openbare ruimte op grond van de APV.
Begripsomschrijving
1. Weg (als verwoord in artikel 1:1 onder b APV): alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
2. Trottoir: Een deel van de verkeersinfrastructuur. Het is een verhoogd of (visueel) afgescheiden deel van de weg of parkeerplaats dat is bedoeld voor gebruik door voetgangers;
3. Woonerf: Weg die door zijn aanleg moeilijk voor auto's toegankelijk is en waar alle verkeersdeelnemers gelijkwaardig aan elkaar zijn. Er is geen sprake van een trottoir of een rijbaan;
4. Onder winkeluitstallingen worden o.a. de volgende elementen verstaan:
a. een groep voorwerpen en stoffen, die behoren tot het reguliere assortiment van een winkel;
b. een (reclame)bord;
c. uitstallingsmaterialen, zoals rekken, manden, (planten)bakken, stellingen;
d. staande displays en standaards, krantenrekken, kaartenmolens;
e. kleine apparaten zoals een vrieskist, een kippengrill en een speeltoestel voor kinderen;
f. losstaande prijsaanduidingsborden, etc.
NADERE REGELS VOOR HET HEBBEN VAN WINKELUITSTALLINGEN - 2025
Artikel 1Duur
De winkeluitstalling mag alleen op de openbare weg worden gezet tijdens de uren waarop de winkel voor publiek geopend is.
Artikel 2Locatie en omgeving
1. Uitstallingen mogen in beginsel alleen voor de eigen winkelgevel (voor-, zij- of achtergevel) worden geplaatst, tenzij in overleg met eigenaren van aangrenzende panden anders is afgesproken, en alleen zo dat:
a. de toegang tot het pand zelf en tot naast- en bovenliggende woningen, instellingen en bedrijven te allen tijde wordt vrijgehouden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5;
b. de maximale diepte van de winkeluitstalling, inclusief gebruikte hulpmiddelen, met in achtneming van een minimale vrije loopruimte/doorgang op het trottoir van 1.20 meter, maximaal 1.50 meter mag bedragen en er in ieder geval geen belemmeringen ontstaan voor voetgangers en andere trottoirgebruikers;
c. de maximale diepte van de winkeluitstalling, inclusief de gebruikte hulpmiddelen, op een woonerf, zoals een deel van de Grotestraat te Goor, maximaal 1 meter mag bedragen en er in ieder geval geen belemmeringen ontstaan voor voetgangers en andere woonerfgebruikers;
d. de hoogte van de winkeluitstalling niet meer mag bedragen dan 2 meter.
2. De veiligheidseisen van artikel 5 van deze Nadere regels zijn onverkort van toepassing op de situering van alle soorten winkeluitstallingen.
Artikel 3Schoonhouden directe omgeving
De ondernemer is verantwoordelijk voor een ordelijk aanzien van de uitstalling en voor het schoonhouden van de openbare ruimte die voor de uitstalling wordt gebruikt. Het is niet toegestaan om wegwerptasjes / zelfbediening verpakkingsmateriaal in de uitstallingen aan te bieden, ter voorkoming van zwerfvuil.
Artikel 4Hinder en overlast
1. Winkeluitstallingen mogen geen hinder (geluid en stank) en of overlast veroorzaken voor de omgeving.
2. Winkeluitstallingen mogen het vrije gebruik van straatmeubilair (bankjes, fietsrekken, brievenbussen en dergelijke) niet belemmeren.
Artikel 5Veiligheidseisen
1. De ingang(en) en nooduitgang(en) moeten vrij blijven van obstakels.
2. Brandkranen en andere waterwinplaatsen moeten worden vrijgehouden en bereikbaar zijn voor hulpvoertuigen.
3. De onbelemmerde doorgang (minimale breedte 3,50 meter en minimale hoogte 4.20 meter) voor voertuigen van brandweer, ambulance en politie, dient te allen tijde te worden gewaarborgd.
4. De vluchtwegen van het pand, alsmede de aanliggende percelen, mogen door de winkeluitstalling niet worden belemmerd of geblokkeerd.
5. Kabels en snoeren moeten indien deze over de vloer lopen, met goede plakstrips of matten worden vastgeplakt en zodanig dat struikelen en/of vallen wordt voorkomen.
6. Uitstallingen moeten zo zijn geplaatst dat een voldoende aantal tussenpaden van ten minste 0,6 meter breed wordt vrijgehouden, zodat een snelle en veilige ontruiming is gewaarborgd.
Artikel 6Aansprakelijkheid
De ondernemer moet de redelijkerwijs mogelijke maatregelen nemen om te voorkomen, dat de gemeente en derden ten gevolge van het plaatsen en/of de aanwezigheid van de winkeluitstalling schade lijden.
Artikel 7Overige
1. Het is niet toegestaan vanuit de winkeluitstalling structureel goederen rechtstreeks aan het publiek te verkopen, tenzij ventvergunning is verleend.
2. Het is niet toegestaan winkeluitstallingen te verankeren in gemeentegrond.
3. Als het plaatsen van het object een belemmering vormt voor op de locatie van het object te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang, dan kan er geen doorgang vinden van de plaatsing. U wordt hiervan dan op de hoogte gesteld.
4. Als het in het kader van het algemeen belang, de openbare orde en veiligheid noodzakelijk is, dan kan de gemeente u nadere aanwijzingen geven ten aanzien van de plaatsing van de objecten. U wordt hiervan dan op de hoogte gesteld.
Artikel 8Geen meldingsplicht
Voldoet de uitstalling aan de bovenstaande Nadere regels, dan kunt u de uitstalling plaatsen (artikel 2:10 APV). U hoeft geen melding te doen bij de gemeente, omdat hiervoor geen meldingsplicht geldt.
Artikel 9Toezicht en Handhaving
1. Met het toezicht op naleving van deze Nadere regels zijn de daartoe aangewezen ambtenaren belast.
2. Aanwijzingen door of vanwege de Regionale Politie Eenheid Oost-Nederland, de gemeentelijke bijzondere opsporingsambtenaar, de brandweer dan wel door of namens de afdelingsmanager Openbare Werken, gegeven in het belang van de openbare orde en veiligheid dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.
3. Bij geconstateerde overtredingen van deze Nadere regels geldt het volgende:
a. 1e overtreding: waarschuwing;
b. 2e overtreding binnen 2 weken of bij herhaaldelijke overtreding: optreden op grond van 6:1 APV of op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
Citeertitel
Deze Nadere regels kunnen worden aangehaald als “Nadere regels voor het hebben van winkeluitstallingen 2025”.
Inwerkingtreding
Deze Nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking. Tegelijkertijd vervalt “Nadere regels voor het hebben van winkeluitstallingen 2010”.
Burgemeester en wethouders van Hof van Twente,
de secretaris, de burgemeester,
drs. D. Lacroix drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl