Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740310
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740310/1
Accommodatiebeleid Gulpen-Wittem
Geldend van 13-06-2025 t/m heden
Intitulé
Accommodatiebeleid Gulpen-WittemDe gemeenteraad van Gulpen-Wittem,
Overwegende
- •
Het raadsvoorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19-12-2024;
Besluit
- 1.
Het nieuwe accommodatiebeleid voor Gulpen-Wittem vast te stellen zoals voorgesteld in het rapport met document nummer 24070604.
- 2.
Het college van B&W opdracht te geven om een uitvoeringsprogramma te ontwikkelen, waarbij de prioriteit ligt bij het verbeteren van multifunctioneel gebruik en het stimuleren van lokaal eigenaarschap.
- 3.
Het college te verzoeken om de financiële dekking van de voorgestelde maatregelen nader uit te werken en hiervoor de gemeenteraad in 2025 een separaat raadvoorstel aan te bieden. Hierin tevens beslispunt 4 uit raadvoorstel Duurzame Meerjaren Onderhouds Planningen inclusief toegankelijkheid gebouwen (KS/009) mee te nemen.
- 4.
Het college van B&W mandaat te verlenen voor het ter beschikking stellen van een voorbereidingskrediet van € 50.000,- excl. BTW per businesscase voor renovatie, clustering danwel nieuwbouw van een accommodatie.
01 Inleiding
01-1 Opgave
De gemeente heeft een belangrijke maatschappelijke opgave om te faciliteren in voorzieningen voor Gulpen-Wittem. Keuzes in het verleden hebben geleid tot een hoogwaardig voorzieningenniveau, waar de bewoners aan gewend en gehecht zijn: in alle kernen zijn accommodaties beschikbaar voor een breed scala van maatschappelijke functies: sport, cultuur, welzijn, zorg of eenvoudigweg voor ontmoeting tussen mensen. Deze accommodaties zijn een groot goed en hebben maatschappelijk draagvlak.
Tegelijkertijd is eerder in de gemeenteraad aan de orde geweest in hoeverre het dienstverleningsniveau op termijn houdbaar is. Daarbij werd de vraag opgeworpen in hoeverre voorzieningen aansluiten bij de veranderende behoeften van gebruikers. En voor de toekomst zijn vanuit de gemeente andere, meer zakelijke afwegingen van belang. Zo is er de verplichting om maatschappelijk vastgoed op termijn te verduurzamen om te kunnen voldoen aan de strengere voorwaarden waar gebouwen aan moeten voldoen, gerelateerd aan de Parijs-akkoorden met betrekking tot energieneutraliteit.
Voor het college van Burgemeester en Wethouders was dit aanleiding om een onderzoek te doen naar de voorliggende uitdagingen. De doelstelling hierbij is dat Gulpen-Wittem haar verantwoordelijkheid kan invullen voor een toekomstvast voorzieningenniveau dat aansluit bij de behoeften van de bewoners. Daarbij is in goed overleg met belanghebbende verenigingen gewerkt aan een visie voor de accommodaties van de Gemeente Gulpen-Wittem.
01-2 Kaders
De opgave was om te komen tot een gedragen visie op maatschappelijke voorzieningen voor de Gulpen-Wittem. Daarbij zijn verschillende waarden meegegeven waar het nieuwe accommodatiebeleid aan moet voldoen. Deze zijn:
- •
Voor iedereen: Inwoners van Gulpen-Wittem moeten op een laagdrempelige manier toegang hebben tot gemeenschapsvoorzieningen. Dit omvat niet alleen sportfaciliteiten maar ook culturele en sociale voorzieningen die bijdragen aan het welzijn van de gemeenschap.
- •
Kwaliteit en duurzaamheid: We streven naar een transformatie van het huidige landschap van accommodaties naar een passend (kleiner) aantal, maar hoogwaardige en duurzame maatschappelijke voorzieningen. Deze nieuwe accommodaties zullen voldoen aan hoge normen op het gebied van functionaliteit, toegankelijkheid en duurzaamheid en zullen dienen als centra voor sociale interactie (ontmoeten) en gemeenschapsvorming.
- •
Decentralisatie en participatie: De gemeente zal een faciliterende en ondersteunende rol spelen bij de ontwikkeling en het beheer van accommodaties, en de verantwoordelijkheid voor het dagelijkse beheer en gebruik wordt teruggelegd in de handen van lokale gemeenschappen. Door middel van actieve participatie van burgers en verenigingen streven we naar een beter afgestemd en gedragen accommodatiebeleid.
- •
Flexibiliteit en aanpassingsvermogen: Het accommodatiebeleid dient voldoende flexibiliteit te bieden om in te kunnen spelen op veranderende omstandigheden zoals, technologische ontwikkelingen, demografische veranderingen en maatschappelijke trends. Door een adaptieve benadering zullen we in staat zijn om onze voorzieningen voortdurend te optimaliseren en te verbeteren.
- •
Betaalbaarheid: De gestegen bouw- en onderhoudskosten, de energietransitie en de aangekondigde bezuinigingen van het rijk op gemeenten vanaf 2026, hebben een sterke invloed op de (dekking van) kosten van gemeentelijk vastgoed. Keuzes in het accommodatiebeleid moeten leiden tot een vastgoedportefeuille die betaalbaar is voor gebruikers en gemeente.
01-3 Participatie
Dit accommodatiebeleid is samengesteld op basis van de input vanuit de verschillende verenigingen en stichtingen, een ambtelijke werkgroep, het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Gulpen-Wittem. De gegevens zijn verwerkt in een informatiefundament, dat onderdeel is van het rapport. In 2020 en 2021 is reeds onderzoek gedaan naar het huidige accommodatiebeleid. Daarnaast zijn de verschillende verenigingen en stichtingen uitgenodigd voor werksessies, is er met de gemeenteraad van Gulpen-Wittem gesproken tijdens thema-avonden en waren er werkoverleggen met de ambtelijke werkgroep en het college van burgemeester en wethouders. De opgehaalde informatie is tussentijds gedeeld met iedereen, onder andere door middel van verschillende raadsinformatiebrieven. Parallel aan het opstellen van dit accommodatiebeleid zijn er ook individuele gesprekken gevoerd met de gebruikers van verschillende accommodaties.
Dit accommodatiebeleid is een duurzaam, rechtvaardig en efficiënt accommodatiebeleid. De intentie is geweest om de voorzieningen beter af te stemmen op de behoeften van de inwoners en de verenigingen van de gemeente Gulpen-Wittem. Aan de hand van een uitvoeringsprogramma zal er uitvoering gegeven worden aan dit accommodatiebeleid waarbij, op basis van het burgerparticipatiebeleid, de verschillende stakeholders worden betrokken.
01-4 Accommodatiebeleid en uitvoeringsprogramma
In voorliggend rapport worden beleidskeuzes gemaakt. Deze zullen een concrete uitwerking krijgen in de verschillende types van maatschappelijke accommodaties. Onderstaand schema laat zien hoe het accommodatiebeleid is opgebouwd en welke acties c.q. werkzaamheden in het uitvoeringsprogramma een plek zullen krijgen.
02 Bestaande situatie
De huidige situatie van maatschappelijke accommodaties in de gemeente Gulpen-Wittem is in kaart gebracht in het informatiefundament, dat is opgenomen in bijlage 1. Daarin zijn demografische gegevens, ontwikkelingen, financiële informatie en kwantitatieve gegevens over de accommodaties gebundeld, voor Gulpen-Wittem als geheel en per locatie. Aandacht is besteed aan de bevolkingsontwikkeling en -prognoses, basisinformatie over gemeenschapshuizen en sportvoorzieningen, en de kosten en baten van deze faciliteiten. In dit hoofdstuk zijn de uitkomsten van samengevat.
02-1 Bevolkingsontwikkeling & -prognose
Gulpen-Wittem bestaat uit zeven samenhangende gebieden (grotere dorpskernen) en deels zijn deze weer onderverdeeld in kleinere dorpen en gehuchten. Per 1 januari 2024 telde de gemeente Gulpen-Wittem 14.052 inwoners en dit aantal is in de afgelopen 10 jaar met ongeveer 460 inwoners afgenomen. De samenstelling veranderde doordat het aandeel inwoners vanaf 65 jaar relatief is toegenomen en dat het aandeel jongeren van 0 tot 19-jarigen kleiner werd: vergrijzing en ontgroening. De verwachting van CBS is dat het aantal inwoners blijft dalen naar 13.500 inwoners in 2030 en 12.600 inwoners in 2040.
Voor een meer gedetailleerde uitwerking, zie het informatiefundament in bijlage 1.
Figuur 02 1 Bevolkingsontwikkeling 2015 - 2024 en bevolkingsprognose 2024 - 2040 (CBS, 2024 & E'til 2024)
02-2 Gemeentelijke accommodaties
Gulpen-Wittem heeft momenteel 26, goed in het gebied verspreide accommodaties, waar het accommodatiebeleid op van toepassing is. Onderstaande kaart geeft een overzicht van hoe de verschillende accommodaties zijn onderverdeeld in verschillende categorieën:
- •
9 gemeenschapshuizen;
- •
1 sporthal & 2 multifunctionele gymzalen;
- •
7 voetbalverenigingen;
- •
3 tennisverenigingen;
- •
3 overige accommodaties (die eigendom zijn van de gemeente);
- •
3 private accommodaties (die de gemeente financieel ondersteunt)
Figuur 02 2 Accommodaties in de gemeente Gulpen-Wittem (en QR-code naar interactieve kaart met álle accommodaties in de gemeente, deze is ook te bereiken via: https://www.google.com/maps/d/edit?mid=1RHtfCvV3ZHvQajLRQh5kh7xl1bPj7gkC&usp=sharing
Nb.: In bijlage 1 wordt detailinformatie gegeven over de verschillende gemeentelijke accommodaties, die vallen onder het gemeentelijke accommodatiebeleid.
02-3 Gemeenschapshuizen
Negen gemeenschapshuizen in Gulpen-Wittem zijn in eigendom van de gemeente. Ze variëren in omvang, gebruik en voorzieningen. Fanfarezaal Berg en Dal in de kern Slenaken is eveneens in gebruik als gemeenschapsvoorziening, deze is echter privaat bezit. In bijlage 1 is een overzicht van de accommodaties, de dorpskernen & inwonersaantallen, bouwjaar, omvang van de voorziening als ook de structurele bezettingsgraden (dag, avond en weekenden) opgenomen. De meeste gemeenschapshuizen hebben vaste huurders: verenigingen en organisaties die op gezette tijden ruimten huren. Daarnaast worden in alle gemeenschapshuizen incidenteel activiteiten georganiseerd.
Nb.: De gymzaal in Eys wordt, naast de hoofdfunctie als ‘gymzaal’ voor de school, ook in de avonduren en weekenden gebruikt als gemeenschapshuis en is om die reden in dit overzicht aangemerkt als gemeenschapshuis.
De verschillende gemeenschapshuizen van de gemeente laten een divers beeld zien. Op alle plekken is er een groot verschil in bezettingsgraden tussen de avond en overdag. Daarbij ligt de nadruk meestal in de avonduren, uitzondering daarop vormen de locaties waar een gymzaal aan verbonden is in Mechelen en Eys. Daar wordt overdag een bezettingsgraad gerealiseerd van 90%. In de avondbezetting vormen Wielderhoes in Wijlre en het Durpshoes in Nijswiller een positieve uitschieter. De andere voorzieningen hebben een relatief lage bezettingsgraad van onder de 50%.
02-4 Sportvoorzieningen
Verspreid over Gulpen-Wittem liggen 11 sportvoorzieningen. Dit betreft 1 sporthal, 2 multifunctionele gymzalen, 7 voetbalverenigingen en 3 tennisverenigingen. De sporthal bevindt zich centraal in de kern van Gulpen, terwijl de overige sportvoorzieningen voornamelijk verspreid liggen over de grotere kernen binnen de gemeente.
Binnensport
De bezettingsgraad van de binnensportaccommodaties is overdag in algemene zin heel hoog, doordat de scholen in de gemeente gebruik maken van de voorzieningen wordt daarmee invulling gegeven aan de wettelijke plicht om voldoende ruimte voor bewegingsonderwijs beschikbaar te stellen. Sporthal Gulpdal wordt daarnaast ook in de avonduren en weekends gebruikt door handbalverenigingen, de badmintonclub, de turnclub en anderen. Ook de gymzalen in Eys en Gulpen (kunnen) worden gebruikt door verenigingen. De zaal in Eys wordt tevens gebruikt voor niet sport-gerelateerde activiteiten. De overige inpandige gymzalen bij schoolgebouwen maken geen deel uit van het onderzoek.
Voetbalaccommodaties
In de gemeente liggen zeven voetbalaccommodaties met in totaal acht wedstrijdvelden, acht trainingsvelden en drie bij- / en oefenvelden. Twee voetbalverenigingen gebruiken (deels) kunstgrasvelden. De kunstgrasvelden en ook sommige natuurgrasvelden worden zowel voor wedstrijden als training gebruikt. Een aantal voetbalverenigingen werkt (vaak gemeentegrens overstijgend) samen met andere voetbalverenigingen en dit krijgt met name bij de jeugdopleidingen vorm in Samenwerkende Jeugd Opleidingen (SJO’s). De voetbalclubs hebben gezamenlijk 23 seniorenteams en 88 jeugdteams. De samenwerkende jeugdopleiding (SJO) van Mechelen en Partij werken binnen de gemeente samen, de overige werken samen met verenigingen buiten omliggende gemeenten.
Met behulp van de rekentool van de KNVB is de minimale ruimtebehoefte aan velden en andere voorzieningen berekend. Op basis van het aantal voetballers is er op gemeentelijk niveau behoefte aan 5 wedstrijdvelden, 5 trainingsvelden en 20 kleedkamers. Er is daarmee sprake van een overcapaciteit, met name doordat regionale combinatie-jeugdelftallen soms gebruik maken van velden in een andere gemeente. In praktische zin hebben alle voetbalverenigingen met deze overcapaciteit op de eigen locatie te kampen.
Tennisaccommodaties
De drie tennisverenigingen hebben in totaal 294 leden (peildatum maart 2024) en elke vereniging heeft een eigen tennisaccommodatie. Ze liggen in Gulpen, Mechelen en Wijlre. Elke accommodatie heeft vier tennisbanen en een oefenmuur. De helft van de tennisbanen wordt onderhouden door de gemeente, de overige door de verenigingen zelf.
De KNLTB hanteert als vuistregel dat een vereniging per 70 leden één baan moet hebben. Op gemeentelijk niveau betekent dat dat er behoefte is aan 5 tennisbanen. Er is dus binnen de gemeente een overschot aan tennisbanen. De opbrengsten uit huur zijn minder dan 10% van de lasten (kapitaal en onderhoud).
02-5 Private en overige accommodaties
Naast de gemeentelijke accommodatie zijn in Gulpen-Wittem drie private accommodaties beschikbaar: kantine RKIVV, Fanfarezaal Berg en Dal en Patronaat Eys Deze worden multifunctioneel gebruikt door meerdere verenigingen en gelden daardoor als gemeenschapsvoorziening. De gemeente voelt zich mede verantwoordelijk en draagt financieel bij in beheer en onderhoud.
De drie overige accommodaties in eigendom van de gemeente zijn de clublokalen van scouting Sint Martinus (Mechelen), van de Jonkheid (Slenaken) en de hondenclub (Mechelen).
02-6 Financiën
In bijlage 1 zijn de jaarlijkse kosten en baten opgenomen voor de accommodaties die in dit hoofdstuk zijn benoemd. De kosten zijn opgebouwd uit een gemiddelde van de MJOP’s over de periode 2024-2032 en de jaarlijkse afschrijvingen op de kapitaallasten. Dit zowel voor de gebouwen als – waar dit van toepassing is – voor de sportvelden. De baten zijn de jaarlijkse huurinkomsten die gemeente ontvangt van de verenigingen en stichtingen.
De huurinkomsten van de verschillende accommodaties zijn laag: in algemene zin wordt minder dan 4% van de jaarlijkse lasten (kapitaalslasten en onderhoud) gedekt. Zoals in hoofdstuk 1 gemeld, bieden de accommodaties huisvesting aan belangrijke maatschappelijke functies en dragen ze bij aan de leefbaarheid van de kernen. Gemeentelijke investeringen in deze voorzieningen zijn verantwoord. Met name de hoogte van de dekkingsgraad zal hierin kritisch bekeken moeten worden, in relatie tot sterk gestegen bouw- en onderhoudskosten.
03 Vertrekpunt voor nieuw beleid
Ontwikkeling van nieuw accommodatiebeleid vraagt dat met zorg gekeken wordt naar de afspraken, die er nu liggen en ervaringen uit het verleden. Het vigerende beleid dateert uit 2010 en is tussentijds op onderdelen aangescherpt. In 2021 is, ook door RO groep, een evaluatie gemaakt van het beleid. In dit hoofdstuk wordt de historie van het gemeentelijke beleid samengevat.
03-1 Accommodatiebeleid 2010
Het accommodatiebeleid Gulpen-Wittem uit 2010 “Leefbaarheid van iedere kern telt” had als doel om te komen tot een structureel en uniform kader voor de realisatie, vervanging, gebruik, beheer en exploitatie van de lokale accommodaties, waarvoor de gemeente verantwoordelijkheid draagt. In de nota was er aandacht voor sportvoorzieningen, gemeenschapshuizen, verenigingsgebouwen en private gebouwen met een maatschappelijke functie. De gemeente streefde naar een goed gespreid netwerk van voorzieningen, met aandacht voor meervoudig ruimtegebruik, optimalisatie van exploitatie en samenwerking om de leefbaarheid in de kernen te versterken. Samenwerking met particuliere partijen en het stimuleren van zelfwerkzaamheid stonden centraal. Belangrijk beleidsuitgangspunt was om minimaal één accommodatie voor iedere kern te garanderen.
Het accommodatiebeleid 2010 hanteerde een drietrapsbenadering als handelingskader voor het spreiden van accommodaties. Dit hanteerde de gemeente bij de locatiekeuze voor (nieuwe) voorzieningen door een gelaagde aanpak:
- 1.
Decentrale invulling (elke kern): De eerste keuze was om in elke kern afzonderlijk de belangrijke voorzieningen te realiseren. Deze keuze versterkte de nabijheid en toegankelijkheid voor de inwoners van elke kern.
- 2.
Spreiding over kernen: Wanneer het niet haalbaar bleek om voorzieningen in elke kern afzonderlijk te realiseren, bijvoorbeeld vanwege organisatorische, ruimtelijke of financiële beperkingen, werd gekeken naar een oplossing, die gelijktijdig meerdere kernen bedient door gedeelde voorzieningen tussen kernen.
- 3.
Centralisatie in hoofdkern Gulpen: Indien zowel decentrale invulling als spreiding over kernen niet uitvoerbaar waren, werd de voorziening uiteindelijk gecentraliseerd in de hoofdkern Gulpen, waar meerdere kernen gezamenlijk gebruik van maakten.
Deze benadering bood flexibiliteit en bewerkstelligde dat, binnen beperkingen, alle inwoners dichtbij toegang hadden tot de nodige voorzieningen.
03-2 Evaluatie van het huidige accommodatiebeleid in 2021
In 2021 werd het accommodatiebeleid geëvalueerd. Vastgesteld werd dat het beleid nog steeds als positief en werkbaar werd ervaren. De basisgedachte dat elke kern zijn eigen gemeenschapsvoorziening moet hebben, bleek van groot belang voor de sociale cohesie en leefbaarheid van de afzonderlijke dorpskernen in de gemeente. De evaluatie bracht echter ook praktische uitdagingen aan het licht, zoals veranderende maatschappelijke vraag, bevolkingskrimp, financiële beperkingen en de te verwachten verduurzamingsopgave. In de praktijk bleek de beoogde zelfwerkzaamheidsregeling niet succesvol. De aanbeveling werd gedaan om nieuw beleid te maken dat anticipeert op deze ontwikkelingen:
De gemeente Gulpen-Wittem moet zich actief inzetten om samenwerking en innovatieve oplossingen te bevorderen, terwijl de kernwaarde van het oorspronkelijke beleid, namelijk het behoud van leefbaarheid in elke kern, behouden blijft. Het nieuwe beleid moet voortbouwen op de positieve elementen, met verbeteringen waar nodig:
- •
Handhaven van "Elke Kern Telt": Dit uitgangspunt blijft cruciaal, maar moet worden uitgebreid met een nadruk op multifunctioneel gebruik en samenwerking tussen verschillende kernen en accommodaties, zowel binnen als buiten de gemeentegrenzen.
- •
Stimuleren van multifunctioneel gebruik en samenwerking: Meervoudig gebruik van accommodaties moet centraal staan om investerings- en exploitatielasten te optimaliseren. De opdeling in verschillende type accommodaties kan worden heroverwogen om meer flexibiliteit te bieden.
- •
Herziening zelfwerkzaamheidsregeling: De bestaande regeling moet veranderd worden in maatwerkoplossingen, zoals gemeentelijke bijdragen voor materiaal, om dezelfde voordelen te realiseren zonder de huidige complicaties.
- •
Drietrapsbenadering actualiseren: Bij nieuwe investeringsvragen moet multifunctionaliteit, samenwerking en duurzaamheid centraal staan. De huidige drietrapsbenadering (decentrale invulling, spreiding over kernen, centralisatie in Gulpen) blijft relevant, maar moet eerst gericht zijn op samenwerking en multifunctioneel gebruik.
03-3 Coalitieakkoorden
In de coalitieakkoorden van 2018 en 2022, de periodes waarin respectievelijk de evaluatie van het oude beleid en de ontwikkeling van het nieuwe beleid hebben plaats gevonden, werd eveneens ingegaan op de kernwaardes en bijhorende uitdagingen.
In het coalitieakkoord uit 2018 “Buiten de gebaande paden” was er veel aandacht voor de wenselijkheid van een goed voorzieningenniveau. Voornemen was om in alle kernen aandacht te hebben voor sociaal-maatschappelijke ontmoeting. Daarbij werd gekeken naar formele plek voor deze in de vorm van “accommodaties” maar ook werd aandacht besteed aan de taal van verenigingen en instellingen om deze ontmoeting te organiseren in “hoeskamers” en op andere plekken.
In 2022 werd in “Samen Bouwen we Verder” dieper ingegaan op de continuïteit van maatschappelijke accommodaties. Aandacht werd besteed aan de levensvatbaarheid en de onderhoudsstatus en werd erkend dat de bezetting afneemt met als gevolg dat de hulpverzoeken van huurders en exploitanten toenemen. De verduurzamingsopgave is bovendien financieel niet op te brengen. Alleen door in te zetten op multifunctionaliteit (zorgverlening, dagbesteding, horeca, kantoor, retail, sport, onderwijs of woningbouw) kan een betaalbare ontmoetingsplek in elke dorpskern worden behouden.
03-4 Duurzaamheid
De maatschappelijke aandacht voor duurzaamheid is de afgelopen jaren toegenomen. In de nabije toekomst hebben twee vraagstukken een grote impact op ons leven en ook op hoe gemeente en haar maatschappelijke partners in onderwijs, welzijn, zorg, sport met hun vastgoed omgaan.
Uitputting van natuurlijke hulpbronnen
Door de toename van de wereldbevolking neemt de druk op schaarse hulpmiddelen toe. De nationale overheid zetten daarom in op een circulaire economie, waarbij destructief gebruik van materialen plaatsmaakt voor andere vormen van productie en gebruik. Grotere delen van onze industriële en agrarische activiteiten zullen de overstap maken naar onderhoud, vernieuwing of hergebruik, waardoor producten een langere levensduur krijgen. Dit zal effect hebben op ons leven, werken en de bebouwde omgeving.
Klimaatverandering
Belangrijk onderdeel van de maatschappelijke verduurzamingsagenda is klimaatverandering. In het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 hebben landen afgesproken de uitstoot van broeikasgassen drastisch te reduceren.
Voor 2050 moet de uitstoot met 95% ten opzichte van het jaar 1990 zijn teruggebracht. De Europese Commissie heeft in 2021 deze doelstelling verder aangescherpt met het 'Fit for 55' pakket. Daarin is opgenomen dat gestreefd wordt naar een uitstootreductie van 55% in 2030. Er is een maatregelenpakket in ontwikkeling voor transitie naar vernieuwbare energiebronnen zoals zon, wind, water en aardwarmte. Onderdeel daarvan is het verlagen van de energievraag voor maatschappelijke gebouwen. De Nederlandse overheid en haar partners maken daar in convenanten samenwerkingsafspraken over.
Sectorale Routekaart Onderwijs & maatschappelijk vastgoed
Om invulling te geven aan het Nederlandse Klimaatakkoord heeft de Vereniging van Nederlandse gemeenten met andere overheden en belanghebbende partijen in de samenleving plannen ontwikkeld voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. Een integrale en planmatige aanpak moet ervoor zorgen dat voorzieningen in 2050 minimaal CO2-arm en aardgasvrij en in gebruikskwaliteit goed zijn. De beleidsintentie is om op investerings- en vervangingsmomenten te verduurzamen richting de eindnorm van klimaatneutraliteit om efficiëntie en impact van maatregelen te vergroten.
Nb.: De eisen met betrekking tot duurzaamheid zullen intussen evolueren. Voorbeeld daarvan is de herziening van de vierde Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD IV) voor het nationale beleid. Het is belangrijk om de wettelijke voorwaarden te monitoren.
Akkoord |
Duurzaamheidsdoelstelling(en) |
Streefdatum |
Investeringsagenda VNG, Unie van Waterschappen en IPO |
Energieneutraal nieuwbouw en renovatie circulair |
2040 |
Grondstoffenakkoord |
50% minder gebruik van grondstoffen Een economie zonder afval, ofwel volledig circulair |
2050 |
Klimaatakkoord |
49% minder CO2-uitstoot dan in 1990 CO2-arm (95% CO2-reductie t.o.v. 1990) |
2030 2050 |
03-5 Circulariteit – een nieuw perspectief voor bestaand vastgoed
Nieuwe wetgeving rondom circulariteit is in ontwikkeling. Voor maatschappelijk vastgoed zal het in toenemende mate verplicht zijn om voorstellen te ontwikkelen vanuit een circulair oogpunt. Dit betekent dat er aandacht is voor hergebruik van materialen. Daarbij is het van belang om oog te hebben voor de stringenter wordende regels met betrekking tot de volgende thema’s:
- -
Losmaakbaarheid: Bij verduurzaming van een gebouw moet worden gestimuleerd dat het mogelijk is om componenten en materialen los te maken, zodat ze kunnen worden hergebruikt of gerecycled. Dit draagt bij aan een efficiënter gebruik van hulpbronnen en vermindert de hoeveelheid afval.
- -
Flexibiliteit: Gebouwen moeten flexibel zijn en aanpasbaar aan veranderende behoeften. Hierdoor kunnen ze langer meegaan en blijven ze waardevol voor de gemeente.
- -
Robuustheid: Bij het ontwerp van de verduurzaming moet rekening worden gehouden met de levensduur van het gebouw en materialen om te zorgen dat ze bestand zijn tegen slijtage en veroudering, wat resulteert in minder frequente renovaties en vervanging.
- -
Materiaalkeuzes: Er moet worden gestuurd op het gebruik van materialen met een lage milieu-impact, rekening houdend met factoren zoals herkomst van materialen en toxiteit. Het streven is om milieuvriendelijke en gezonde bouwmaterialen te selecteren.
- -
Daarnaast moet een percentage van het vrijkomende sloop- en bouwafval op een verantwoorde manier worden verwerkt of hergebruikt, in lijn met circulaire principes. Dit bevordert de terugwinning van waardevolle materialen en minimaliseert stortafval, wat zowel financiële voordelen oplevert als bijdraagt aan duurzaamheid.
03-6 Perspectief op slimme versnelling
In de verbetering van maatschappelijk vastgoed is de komende jaren een verbeteropgave aan de orde. Naast verduurzaming, klimaatneutraliteit (energiebesparing) en circulariteit zal de aandacht toenemen voor een gezond binnenklimaat. Dat is in het perspectief te bezien dat landelijk de gemiddelde gebouwleeftijd in maatschappelijk vastgoed meer dan 40 jaar is. Vooral in de jaren zestig en zeventig was een schaalsprong aan de orde, die primair kwantitatief van aard was.
Maatschappelijk vastgoed is te verdelen in drie bouwperioden. De gebouwen uit de verschillende tijdperken hebben een verschillende bouwkundige waarde. De sectorale routekaart stelt voor de verduurzaming van gebouwen verschillende generieke maatregelen voor. Hoewel die met verstand van zaken moeten worden toegepast, bieden ze houvast bij de opgaven van verbetering:
- •
Monumenten (tot 1930): Dit zijn in algemene zin maatschappelijk waardevolle gebouwen. Bij deze gebouwen is maatwerk van toepassing.
- •
Einde levensduur voor 2050 (1930 – 1992): Gebouwen uit deze periode stammen deels uit de wederopbouwperiode, zijn vaak snel gerealiseerd en kunnen van matige bouwkwaliteit zijn. Voor deze gebouwen is vervanging door nieuwbouw het uitgangspunt van handelen.
- •
Einde levensduur niet voor 2050 (1992 – heden): Integrale verduurzaming op natuurlijke investeringsmomenten, zoals bij vervanging van installaties of functiewijziging.
De routekaart gaat dus (nog) uit van vervanging van vastgoed als het zijn eindtermijn bereikt heeft. In de toekomst kan dat veranderen en kan de nadruk verschuiven naar hergebruik en renovatie. Door circulariteit wordt hergebruik van materialen een belangrijker element in de discussie over duurzaamheid. Al in 2030 moet bij nieuwbouw van maatschappelijke gebouwen voor 30% gebruik worden gemaakt van circulaire materialen. Ook in de exploitatie en in onderhoud wordt continuering van gebruik (door renovatie) en hergebruik van materialen een belangrijke afweging.
De uitdaging is om een goede balans te bereiken zodat het duurzaamheidsresultaat optimaal wordt. Renovatie moet een perspectiefrijke stap zijn om te komen tot duurzame voorraad. Dat betekent dat, om een volwaardig alternatief voor nieuwbouw te kunnen zijn, een gebouw na renovatie in ieder geval aardgasvrij moet zijn en voorzien van een PV-installatie.
Om in actieve samenwerking tot passende maatregelen te komen moeten zakelijke overwegingen voorop staan. Betrokken partijen, ook huurders en gebruikers van maatschappelijke vastgoed, moeten investeringen zorgvuldig analyseren en beoordelen of deze leiden tot een (voldoende) positief financieel en maatschappelijk rendement. Daarbij moet ook de continuïteit c.q. de ontwikkeling van gebruik op de langere termijn een mee te wegen factor zijn.
Eindtermijn
De beleidsmatige verduurzaming van vastgoed moet steeds zijn afgestemd op de levenscyclus van een gebouw. Gemeente legt daartoe, in goed overleg met gebruikers, voor elk gebouw de eindtermijn formeel vast. Deze wordt bepaald door de resterende economische afschrijving van het pand c.q. van de dominante investering (bijv. installaties, dak of eerder gerealiseerde aanbouw) en is ingekaderd door de continuïteitsplannen van exploitanten, gebruikers en huurders. De verduurzamingsmaatregelen1 die voor het betreffende pand van toepassing zijn, zullen altijd worden beschouwd in het licht van deze formele eindtermijn. Een negatieve score in de beoordelingsmatrix (zie paragraaf 06-1-1) rechtvaardigt geen investeringen in duurzaamheid.
De eindtermijn per gebouw wordt vastgesteld in het uitvoeringsprogramma en biedt houvast om verwachtingen te managen van gebruikers en medewerkers. Uitstel van maatregelen kan voor alle betrokkenen acceptabel zijn als het toekomstperspectief helder is.
04 Strategische thema’s
Uitgangspunt voor het proces om te komen tot strategische thema’s waren de kaders, zoals in de inleiding van dit beleidsstuk beschreven. Deze zijn op basis van de feitelijkheid in het informatiefundament (hoofdstuk 2) en overwegingen rondom duurzaamheid (hoofdstuk 3) met belanghebbenden en met de gemeenteraad in open dialoog besproken. Daarbij zijn de positieve en negatieve ervaringen vanuit het vigerende accommodatiebeleid aan de orde gekomen.
Op grond van de gesprekken zijn onderstaande strategische uitgangspunten geformuleerd. Ze vormen de basis voor het nieuwe gemeentelijke accommodatiebeleid. De uitvoeringskeuzes, die de gemeente maakt, moeten aan deze thema’s invulling geven.
04-1 Draagvlak
Gulpen-Wittem ondersteunt sociaal-maatschappelijke accommodaties, die relevant zijn voor de samenleving. Voorzieningen geven ruimte aan functies, die de sociale samenhang in de kernen ondersteunen en die de gemeenschap ook belangrijk vindt: ontmoeting en welzijn, cultuur en sport, gezondheid en educatie. Die sociale context is daarbij ook zelf actief aan zet: de gemeente investeert waar mensen en verenigingen ook aantoonbaar gebruik maken van voorzieningen en die dus aantoonbaar draagvlak hebben bij bewoners en gebruikers. Dat wordt zichtbaar in een relevante bezettingsgraad en goed maatschappelijk gebruik. Het wordt tastbaar doordat de gemeenschap binnen een kern of een vereniging zelf (co-) verantwoordelijkheid neemt voor bestuur, beheer en exploitatie, bijvoorbeeld via beheersstichtingen waar de lokale samenleving actief in participeert. Ook de gemeenteraad is namens de bevolking aan zet. Ze is vanuit budgetrecht verantwoordelijk voor de besluitvorming over welke functies de gemeente in haar accommodatiebeleid voor de gemeenschap (financieel) ondersteunt. Daarbij heeft zij steeds oog voor nieuwe maatschappelijke trends in de ontwikkelingen van de vraag naar voorzieningen.
04-2 Toegankelijk
Sociaal-maatschappelijke accommodaties hebben in Gulpen-Wittem een belangrijke functie in het maatschappelijke verkeer en zijn van toegevoegde waarde voor de inwoners en hun sociale verbanden. Ze bieden een ankerpunt voor sociaal en maatschappelijk functioneren en geven toegang tot functies, die voor de samenleving van belang zijn. Daartoe is het essentieel dat voorzieningen toegankelijk zijn voor iedereen en dat gebruik van de maatschappelijke functies in de gemeenschap voor alle bewoners in de gemeente bereikbaar is. Daarom zijn accommodaties (per sociaal-maatschappelijke functie) goed geografische gespreid over het grondgebied van de gemeente. Dat bevordert dat ze voor alle gebruikers binnen een redelijke afstand en tijd te bereiken zijn. Ze zijn “inclusief” gebouwd en ingericht, zodat ze fysiek toegankelijk zijn voor mensen met beperkingen en daardoor geschikt voor alle relevante doelgroepen: jongeren, ouderen en gezinnen.
04-3 Decentraal en Samen
Gulpen-Wittem kiest voor maatschappelijke accommodaties en voorzieningen vóór en vooral ook ván en dóór de lokale gemeenschap. Dat komt in de eerste plaats tot uitdrukking in draagvlak door intensief gebruik. Daarnaast kiest de gemeente voor voorzieningen waar de gemeenschap zelf bijdraagt aan de instandhouding. Per functie en accommodatie kunnen verschillende vormen worden gekozen. Zo kan eigenaarschap voor gemeenschapsvoorzieningen direct worden overgedragen aan verenigingen, stichtingen of andere beheersorganisaties waarbij bewoners en gebruikers actief participeren als bestuurders of vrijwilligers. Het zal in ieder geval vorm krijgen in betrokkenheid van gemeenschappen en verenigingen bij planning, ontwikkeling en beheer van voorzieningen, zoals dat aan de basis lag van het vigerende accommodatiebeleid. De gemeente zal voor accommodaties, die van de gemeenschap zijn en blijven, een actieve faciliterende rol (blijven) spelen. Daarbij is steeds oog voor nieuwe lokale initiatieven en voor samenwerking tussen verschillende partijen en/of verenigingen.
04-4 Flexibel en multifunctioneel
De samenleving staat niet stil, is voortdurend in ontwikkeling. Behoeften van verenigingen en gemeenschappen vandaag zijn vaak anders dan waarvoor accommodaties in het verleden zijn ontwikkeld. En de samenleving morgen zal weer andere verwachtingen hebben. Dat is zichtbaar in het ontstaan van nieuwe sporten, die traditionele sporten vervangen. Het is ook merkbaar aan de veranderingen in culturele instellingen en verenigingen, waar sommige groeien en andere kampen met teruglopende ledenaantallen. Een passende voorziening beantwoordt de vragen van vandaag en kan daarnaast uitstekend inspelen op de veranderende vraag in de toekomst. Er is behoefte aan moderne, flexibele accommodaties die snel in kunnen spelen op ontwikkelingen. Die multifunctioneel zijn en dagelijks snel zijn aan te passen aan specifieke wensen van verschillende gebruikers. Met betrokken en actieve bestuurders en beheerders die oog en oor hebben voor maatschappelijke tendensen. Ondersteund door een duidelijk gemeentelijk beleid dat voldoende flexibel is om in te spelen op demografische ontwikkelingen en technologische ontwikkelingen. Gemeente, participanten en gebruikers moeten innovatief zijn om voorzieningen te ontwikkelen, die steeds opnieuw gemakkelijk aanpasbaar zijn aan nieuwe functies en activiteiten.
04-5 Toekomstvaste kwaliteit
Gulpen-Wittem kiest voor een toekomstvast aanbod aan accommodaties voor de bewoners en investeert daartoe in kwalitatief hoogwaardige voorzieningen . De gemeente wenst te voldoen aan de wettelijke en maatschappelijke voorwaarden rond duurzaamheid en klimaatneutraliteit voldoen. De accommodaties waar de gemeente verantwoordelijkheid voor draagt hebben een passende vergunning, zijn veilig voor gebruikers en hebben een gezond binnenklimaat. Ze zijn aantrekkelijk ingericht en uitgerust volgens redelijke maatschappelijk eisen ten aanzien van functionaliteit. Ze voldoen aan de voorwaarden voor de belangrijkste functies, waarvoor ze goed kunnen worden gebruikt (met betrekking tot omvang, indeling en inrichting ten aanzien van sport). Voorzieningen zijn ontworpen en worden onderhouden met het oog op een lange levensduur en efficiënte exploitatie met lage gebruiks en onderhoudskosten.
04-6 Toekomstvast en duurzaam
Het streven is dat maatschappelijke accommodaties binnen de gemeente Gulpen-Wittem voldoen aan de voorwaarden voor duurzaamheid en klimaatneutraliteit. Europese en Nederlandse wetgeving en ook de afspraken tussen VNG en de sectoren (sport, cultuur, onderwijs, …) vormen de basis voor concrete maatregelenpakketten om tot een toekomstvast accommodatieaanbod te komen. Deze zijn in algemene zin technisch gecompliceerd en zullen leiden tot forse investeringen in vervangende nieuwbouw of levensduurverlengende renovatie. De gemeente is verantwoordelijk om daar keuzes in te maken en prioriteiten in te stellen. Daarbij kiest Gulpen-Wittem2 voor een pad naar toekomstvaste en duurzame voorzieningen en investeert daar waar de bijdrage aan een maatschappelijk resultaat het grootst is. Daarbij is er oog voor bijdragen of co-investeringen vanuit de landelijke overheid of door maatschappelijke partners en eventueel (zakelijke) gebruikers. De gemeente maakt steeds gebruik van subsidies en andere financiële instrumenten en zet waar mogelijk ook in op samenwerking om met lokale en regionale partners verduurzamingsprojecten op te zetten en kennis en ervaringen uit te wisselen.
04-7 Efficiënt en Effectief
Gulpen-Wittem heeft de maatschappelijke opdracht om relevante accommodaties voor de lokale gemeenschap in stand te houden en waar mogelijk te verbeteren en aan te passen aan nieuwe wettelijke eisen. Tegelijkertijd zijn de daarvoor beschikbare middelen beperkt. Ingewikkelde keuzes zijn niet altijd te voorkomen: de gemeenteraad heeft, zoals gesignaleerd, de verantwoordelijkheid om te prioriteren. Tegelijkertijd is het belangrijk dat deze prioriteitstelling wordt gedragen door de gemeenschap. Daartoe zal in goede samenwerking tussen gemeente en de gemeenschap (bewoners en verenigingen) zorg gedragen worden voor een efficiënte en effectieve exploitatie. Voor de accommodaties zullen daarvoor goede gebruiksvoorwaarden worden afgesproken. Daarbij zal gekeken worden in hoeverre gebruikers, verenigingen en beheersstichtingen een groter aandeel in beheer en onderhoud kunnen nemen door vrijwillig in zelfwerkzaamheid aan instandhouding bij te dragen. Tegelijkertijd zullen ook inkomsten recht moeten (gaan) doen aan de instandhouding van en gewenste kwaliteitsimpulsen in de accommodatie. Dat zal betekenen dat huurtarieven (stapsgewijs) worden verhoogd en in lijn worden gebracht met de omliggende gemeenten. Daarbij zal altijd oog zijn voor de betaalbaarheid door gebruikers.
04-8 Transparant
Gulpen-Wittem zal de komende jaren actief inzetten op verbetering van relevante maatschappelijke accommodaties. Dat doet ze op grond van een heldere prioriteitstelling, gevoed door voorliggende strategische thema’s. Daarbij is draagvlak bij gebruikers, lokale gemeenschappen en inwoners essentieel en dat draagvlak is broos en kan alleen in stand blijven via maximale transparantie en grote maatschappelijke betrokkenheid. Dat vraagt primair om aandacht voor heldere communicatie, waarbij gemeente, gebruikers en de samenleving voortdurend in open gesprek met elkaar zijn over status en staat van voorzieningen en over beslissingen, investeringen en de voortgang van het accommodatiebeleid. Gemeente doet daarbij periodiek en transparant verslag over voortgang en resultaten van het beleid, waarbij verantwoording wordt afgelegd aan de gemeenteraad en de gemeenschap. Tenslotte wordt het beleid na drie jaar geëvalueerd en, indien nodig, aangepast aan veranderende omstandigheden en behoeften.
04-9 Samen naar de toekomst
Het nieuwe accommodatiebeleid zal op termijn leiden tot een bundeling van functies in een kleiner aantal maatschappelijke accommodaties, zoveel is tijdens de werksessies duidelijk geworden. Er was brede overeenstemming dat er uiteindelijk een ontwikkeling naar gedeelde, multifunctionele accommodaties zal zijn. Dat kan de maatschappelijke vraag doen ontstaan naar een versterkte samenwerking tussen verenigingen, stichtingen en burgers in sterkere eenheden. Waar dit aan de orde is stimuleert en ondersteunt de gemeente de ontwikkeling van intensieve samenwerking en zelfs fusie tussen verenigingen in sport en cultuur. Ook kunnen initiatieven op steun van de gemeente rekenen, waarbij verenigingen samenwerken om beter en efficiënter gebruik te maken van middelen en verbeterde voorzieningen.
05 Basisprincipes
De strategische thema’s uit hoofdstuk 4 zijn generiek en gelden als kader voor het accommodatiebeleid van Gulpen-Wittem. Ze geven de richting van de ontwikkelingen aan en kunnen daarmee als algemeen beleidsuitgangspunt dienen. Tegelijkertijd zijn ze niet specifiek genoeg om de veelheid van gemeentelijke accommodaties te kunnen sturen. Sportvoorzieningen zijn immers anders dan ontmoetingsruimtes. Verenigingslokalen zijn anders dan gemeenschapshuizen. Soms is er overlap, vaak zijn accommodaties multifunctioneel maar in veel situaties is het van belang om de strategische thema’s concreet te maken en toe te spitsen op specifieke sectoren. Daarbij ontstaan toegespitste basisprincipes, die draagvlak hebben bij gebruikers en de gemeenschap en die bijdragen aan een concreet uitvoerings en prioriteitenprogramma.
- 1.
Spreiding: Voor centrale voorzieningen als gemeenschapshuizen en sportaccommodaties zullen spreidingsprincipes worden toegepast, die rekening houden met geografische ligging, demografische samenstelling en lokale behoeften. Met name voor sportaccommodaties zal dat leiden tot een kernoverstijgende clustering, gemeenschapshuizen zullen voornamelijk op kernniveau georiënteerd blijven.
- 2.
Differentiatie: De omvang en inrichting van voorzieningen wordt waar mogelijk afgestemd op daadwerkelijk gebruik. Dit zal resulteren in verschillende niveaus van voorzieningen voor verschillende kernen in de gemeente. Zo kunnen kleinschalige ontmoetingsplekken (zonder zaalfunctie) soms voldoende zijn voor informele lokale sociale ontmoetingen en wordt op andere plaatsen een volwaardig gemeenschapshuis ondersteund met uitgebreidere faciliteiten. Differentiatie bewerkstelligt maatwerk om te voldoen aan verschillende behoeften voor verschillende gemeenschappen.
- 3.
Bezettingsgraad: Gemeentelijke bijdragen zijn in een goede verhouding met lokaal draagvlak en worden daarom gekoppeld aan voorwaarden met betrekking tot bezettingsgraad. Deze wordt gemeten in aantallen actieve gebruikers van een voorziening en de gebruikspercentages over tijd. Deze aangepaste benadering om te kijken naar daadwerkelijke gebruikers en niet alleen naar aantallen verenigingen of groepen, kan bijdragen aan een rechtvaardige verdeling van middelen en een efficiënter gebruik van beschikbare ruimte.
- 4.
Tariefstelling: Waar sprake is van huurconstructies zullen huurtarieven stapsgewijs, over een periode van 3 jaar, worden aangepast om in lijn te komen met regionale gemiddelden. Deze geleidelijke harmonisatie van tarieven zorgt voor een eerlijke verdeling van kosten en draagt bij aan financiële gelijkheid tussen verschillende verenigingen en gebruikersgroepen.
- 5.
Eigendomsstructuur sportaccommodaties: Gemeente zet in op herziening van de eigendomsstructuur van sportaccommodaties. Kern van de aanpassing is dat de gemeente eigenaar wordt van de gronden en alle opstallen (kleedkamers en kantine). Dit heeft voordelen op vlak van gebouwelijk onderhoud en geeft meer ruimte voor multifunctioneel gebruik. Tot aan het moment dat de sportcomplexen volledig in eigendom van de gemeente komen blijft de huidige eigendomssituatie met betrekking tot de lichtmasten – in eigendom van de verenigingen - gehandhaafd.
- 6.
Beheer gemeenschapsaccommodaties: Voor maatschappelijke voorzieningen zet Gulpen-Wittem in op een verbreding van de beheersstructuur, waarbij gemeenschappen en gebruikers een belangrijke rol krijgen. Deze aanpak moet ertoe leiden dat gemeenschappen nadrukkelijk eigenaarschap kunnen nemen in onderhoud en (meer) multifunctioneel gebruik. Daar waar eigendom wordt overgedragen blijft gemeente de volledige onroerendezaakbelasting voor haar rekening nemen, deze wordt vergoed via de exploitatiebijdrage. Tevens is de bestuurdersaansprakelijkheid gedekt in de doorlopende vrijwilligersverzekering van de gemeente (VNG Vrijwilligerspolis).
- 7.
Naar een zakelijke verduurzaming: Gulpen-Wittem volgt de Routekaart Verduurzaming Maatschappelijke Accommodaties 2025 en het gemeentelijk accommodatiebeleid vormt de basis voor noodzakelijke maatregelen. Geïnvesteerd wordt in toekomstvaste accommodaties als deze langjarig onderdeel blijven van het voorzieningenaanbod. Daarbij wordt niet alleen ingezet op het verduurzamen van bestaande accommodaties maar ook het integreren van duurzaamheidsprincipes in nieuwe bouw- en renovatieprojecten. Door deze koppeling kunnen synergievoordelen worden behaald en wordt een integrale aanpak van duurzaamheid gestimuleerd.
Overige aandachtpunten
Implementatie van het nieuwe accommodatiebeleid zal maatschappelijke consequenties hebben voor verenigingen, instellingen, gemeenschappen en burgers van de gemeente. Het is van belang om daar oog voor te hebben. Daarbij gelden vier belangrijke aandachtpunten:
- -
Stimulering van samenwerking en fusies: De gemeente stimuleert actief samenwerking en fusieplannen tussen verenigingen en ondersteunt deze. De voorkeur gaat daarbij uit naar fusies binnen de gemeente. Op voorhand is uit de werkateliers duidelijk geworden dat samenwerkingsinitiatieven en zelfs fusies kunnen ontstaan bij tennis-, voetbal- en handbalverenigingen. Ook kunnen samenwerkingsverbanden in de vorm van bijvoorbeeld SJO's (Samenwerkende Jeugdopleidingen) ontstaan. De gemeente zal aanvragen voor ondersteuning en financiële bijdragen welwillend behandelen, waar ze de uitvoering van het accommodatiebeleid versterken.
- -
Professionalisering van verenigingen: Onderdeel van de nieuwe accommodatie-aanpak is het overdragen van verantwoordelijkheden aan verenigingen en stichtingen. Om daar invulling aan te kunnen geven, zullen deze over voldoende kennis en vaardigheden moeten beschikken. Verenigingen en stichtingen worden daarom aangespoord en eventueel geholpen om een professionaliseringsslag te maken, onder andere door het uitbesteden van administratieve taken zoals ledenadministratie en boekhouding. Waar verzoeken aan de orde komen om tot multisportstichting te komen met één overkoepelend bestuur, daar zal de gemeente deze ontwikkeling faciliteren waar deze efficiëntievoordelen kan opleveren en de kwaliteit van dienstverlening aan leden verbetert.
- -
Faciliteren van ongeorganiseerd sporten: Naast georganiseerde sportactiviteiten zal de gemeente ook faciliteiten bieden voor ongeorganiseerd sporten, bijvoorbeeld door het aanbieden van openbare sportvoorzieningen op bestaande sportcomplexen. Door middel van begeleiding en ondersteuning bij sportactiviteiten wordt de participatie vergroot, ook onder oudere inwoners. Indien mogelijk zullen samenwerkingen worden opgezet met commerciële aanbieders om het aanbod te diversifiëren en te verrijken, waarbij ook beleidsmatige maatregelen worden genomen om de regels rondom para-commerciële horeca toe te spitsen op de nieuwe omstandigheden.
- -
Herziening regels paracommerciële horeca: Gemeenschapshuizen signaleren dat de huidige regels beletten om meer opbrengsten uit de exploitatie te halen. In overleg met betrokken stakeholders is na te gaan of versoepelingen op kernniveau mogelijk zijn. Dit zou de levensvatbaarheid ten goede kunnen komen.
06 Samen van beleid naar uitvoering
06-1 Aanpak Gemeenschapshuizen
06-1-1Beoordelingsmatrix
Het verenigingsleven in de verschillende kernen is erg divers en dit vertaalt zich in de aard en omvang van accommodaties in de kernen. De situatie van nu is anders dan 10 jaar geleden en niet alle accommodaties zijn passend voor het huidig gebruik. Er is behoefte aan een beoordelingssystematiek om, waarbij op basis van objectieve criteria maatschappelijke voorzieningen vergeleken kunnen worden om te komen tot een evenwichtige verdeling van de middelen. Daarvoor is een matrix ontwikkeld, met de strategische thema’s als uitgangspunt, die als beoordelingssystematiek kan dienen. Daarbij is ervoor gekozen dat het geen instrument wordt om normatieve grenzen te stellen aan oppervlaktes, kosten, etc. De criteria en scores worden vastgelegd als volgt:
- 1.
Opsomming van de type activiteiten die plaats vinden in het gemeenschapshuis: ontmoeting, muziek, dans, sportlessen, etc.
- 2.
Bezettingsgraad, rekening houdend met aantal personen t.o.v. de capaciteit: de tijd dat de ruimtes gebruikt worden. Indien minder dan 50% van de capaciteit gebruikt wordt (bv. een zaal met een capaciteit van 100 personen waar slechts 20 personen gebruik van maken), wordt de bezettingsgraad in dat tijdvak gehalveerd.
Bezettingsgraad lager dan 30%: -2
Bezettingsgraad tussen de 30% en 40%: -1
Bezettingsgraad tussen de 40% en 50%: 0
Bezettingsgraad tussen de 50% en 60%: +1
Bezettingsgraad hoger dan 60%: +2
- 3.
Omvang van de accommodatie per inwoner van de kern: totaal aantal m² van de voorziening, gedeeld door het aantal inwoners van de kern.
Omvang meer dan 50% hoger dan het gemiddelde: -2
Omvang tussen de 25% en 50% hoger dan het gemiddelde: -1
Omvang wijkt niet meer dan 25% af van het gemiddelde: 0
Omvang tussen de 25% en 50% lager dan het gemiddelde: +1
Omvang meer dan 50% lager dan het gemiddelde: +2
- 4.
Differentiatie: de mate waarin de accommodatie meervoudig gebruikt wordt: is het louter een gemeenschapshuis, of zijn er ook andere structurele functies.
Monofunctioneel: -1
I.c.m. één andere functie: +1
I.c.m. meerdere functies: +2
- 5.
Jaarlijkse onderhoudskosten i.r.t. de grootte: gemeentelijke onderhoudskosten volgens het meerjarenonderhoudsplan per m².
Kosten meer dan 50% hoger dan het gemiddelde: -2
Kosten tussen de 25% en 50% hoger dan het gemiddelde: -1
Kosten wijken niet meer dan 25% af van het gemiddelde: 0
Kosten tussen de 25% en 50% lager dan het gemiddelde: +1
Kosten meer dan 50% lager dan het gemiddelde: +2
- 6.
De mogelijkheid om activiteiten onder te brengen in een andere accommodatie in de kern, bijvoorbeeld in een clubgebouw van een sportvereniging.
- 7.
De mogelijkheid om activiteiten onder te brengen in een andere accommodatie buiten de kern, bijvoorbeeld een ander gemeenschapshuis in een naastgelegen kern.
- 8.
Aanwezigheid van lokale horeca die concurrerend is aan de accommodatie.
- 9.
Mogelijkheid om activiteiten onder te brengen in samenwerking met lokale horeca.
- 10.
Omdat in elke kern tenminste één ontmoetingsplek aanwezig moet zijn, wordt hiervoor een knock-out criterium gehanteerd.
De totaalscore is het gemiddelde van de eerste vier scores, die elk een gelijke weging hebben. De criteria die met V / X worden beantwoord zijn een eerste verkenning van mogelijke samenwerkingen en worden dan ook niet meegenomen in de totaalscore.
Tabel 06.1: beoordelingsmatrix gemeenschapshuizen
Nb.: Bovenstaande tabel is een fictief voorbeeld, in de ontwikkeling van het uitvoerings-programma zal deze ingevuld moeten worden tot een beleidsinstrument dat de komende jaren de basis kan vormen voor beslissingen.
06-1-2Prioritering
Op basis van voorliggend beleidsdocument zal een uitvoeringsprogramma ontstaan. Daarbij zal een prioritering ontstaan voor de gemeenschapshuizen. Deze verdere invulling start niet bij nul. De afgelopen periode zijn er al eerste prioriteiten gesteld en zijn op onderdelen al investeringen afgesproken. De gemeenschapshuizen waarvoor al een voorbereidingskrediet ter beschikking is gesteld door de gemeenteraad zijn het Durpshoes in Nijswiller, het Patronaat in Epen en het Wielderhoes in de kern Wijlre.
Voor het Durpshoes zijn de plannen al ver in ontwikkeling en deze zullen in een separaat voorstel aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd. Ook het Wielderhoes scoort op vrijwel alle genoemde zakelijke criteria uit het nieuwe beleid positief: alleen op het vlak van multifunctionaliteit dient verbetering te worden aangebracht, in lijn met het voorgestelde beleid. Het Patronaat in Epen scoort op bezettingsgraad, omvang accommodatie en differentiatie slecht. Vanwege het feit dat het de laatste gemeenschapsvoorziening in de kern betreft, zijn investeringen in deze gemeenschapsvoorziening gerechtvaardigd. Daarbij ligt het voor de hand om in de planvorming aandacht te besteden aan de noodzaak dat er een bij de omvang van de kern passend trefpunt ontstaat.
De accommodaties die in aanmerking komen voor een volgende investeringsronde zullen worden bepaald op basis van de beoordelingsmatrix in combinatie met de eerstvolgende grote investeringen uit het MJOP. Een negatieve score in de beoordelingsmatrix rechtvaardigt geen verdere (duurzaamheids-)investeringen.
06-1-3Participatie en businesscase
Elk voornemen voor een investering in een gemeenschapsaccommodatie wordt op haalbaarheid getoetst via een participatietraject met de beheerders van het gemeenschapshuis, de gebruikers (verenigingen en andere structurele huurders) en de inwoners van de betreffende kern, waarbij de stichtingsbesturen in de lead zijn. Zij hebben immers de meeste voeling met de kern. Het format voor de beoordeling wordt ontwikkeld in het uitvoeringsprogramma. Procesondersteuning en advisering worden door de gemeente geboden. Het participatietraject heeft meerdere doelen:
- -
Inwoners en verenigingen uitnodigen, om samen met hen te komen tot realistische, gedragen en toekomstbestendige voorzieningen in de kern (van welke omvang/ grootte dan ook).
- -
Inwoners deelgenoot maken van de uitdagingen voor gemeente en verenigingen.
- -
Inwoners bewust maken van de onhoudbaarheid van de huidige situatie.
- -
Behoeftes in kaart brengen.
- -
Bereidheid vinden om gezamenlijk (gemeente én inwoners) de schouders eronder te zetten om deze behoeftes te vervullen / om tot de invulling van een exploitabele voorziening te komen.
- -
Randvoorwaarden in kaart te brengen. ‘wat hebben jullie (de kern) nodig.’
Lokaal eigenaarschap met de bijhorende verantwoordelijkheid is een belangrijke impuls voor een goede doorstart en haalbaarheid van een gemeenschapsvoorziening voor nu en in de toekomst. Het kan daarnaast de voedingsbodem zijn voor nieuwe initiatieven. Ook kan de verbinding worden gezocht met onderwijs- en religieus vastgoed.
Ook wordt de bereidheid verkend binnen elke kern om gezamenlijk de handschoen op te pakken en welke kennis, middelen en input van de gemeente daarvoor nodig zijn. De mogelijkheid bestaat dat er géén bereidheid is onder inwoners om mee te werken een toekomstbestendige gemeenschapsvoorziening. Dit is dan ook een indicatie dat er blijkbaar geen (grote) behoefte is aan een gemeenschapsvoorziening in de betreffende kern.
Als uit het participatietraject blijkt dat voldoende draagvlak aanwezig is, wordt in gezamenlijkheid een business case uitgewerkt volgens een template, dat in het uitvoeringsprogramma zal worden ontwikkeld. Hierin worden ook afspraken gemaakt over de eigendomsstructuur. In geval van nieuwbouw van een gemeenschapsvoorziening komt het eigendom per definitie bij de stichting te liggen. De businesscase wordt na vaststelling ter goedkeuring voorgelegd aan het college en de raad.
06-1-4Planvoorbereiding en realisatie
Na goedkeuring van deze businesscase door het college en de raad en het beschikking stellen van het benodigde krediet, wordt gestart met de planvoorbereiding en realisatie. Afhankelijk van de keuze voor renovatie of nieuwbouw en de gekozen samenwerkingsvorm, komt het bouwheerschap bij de stichting dan wel bij gemeente te liggen.
06-2 Aanpak buitensportaccommodaties
In de doelstelling van gemeente Gulpen-Wittem om te faciliteren in passende voorzieningen voor laagdrempelig sportaanbod, is het aangewezen om de huidige negen monofunctionele sportaccommodaties op termijn te clusteren in drie à vier multifunctionele sport-accommodaties. De samenwerkingen en fusieplannen tussen de buitensportverenigingen, die zich in de laatste jaren ontplooid hebben, tonen aan dat dit een logische en noodzakelijke stap is.
06-2-1Tennis
Ten aanzien van de tennisverenigingen worden de fusieplannen geconcretiseerd, waarbij ernaar wordt gestreefd dat in 2025 een intentieovereenkomst is ondertekend tussen de verenigingen en de gemeente. Daarin zijn tenminste de volgende onderdelen opgenomen:
- •
Uitwerking van de fusieplannen van de verenigingen
- •
Gezamenlijke voorkeurslocatie van de nieuwe accommodatie
- •
Programma van eisen
- •
Investeringskostenraming
- •
Beheer en exploitatie
- •
Huurtarieven
Waarschijnlijk blijft L.T.C. Wittem voorlopig gehuisvest in Mechelen. Het uitgangspunt is dan dat de tennisvereniging, op het moment dat een volledige renovatie van de tennisbanen aan de orde is, geïntegreerd wordt in de naastgelegen voetbalaccommodatie. Dit in het kader van multifunctionaliteit, gedeeld ruimtegebruik en exploitatievoordeel. Dit wordt nader onderzocht met betrokken partijen.
06-2-2Voetbal
De ontwikkeling van Samenwerkende Jeugdorganisaties over de gemeentegrenzen heen geeft aanleiding tot verbreding van de huisvestingsopgave voor de voetbalverenigingen. Deze SJO’s hebben in de ateliersessies aangegeven dat het ingewikkeld is ze met verschillende gemeenten afspraken moeten maken over beheer, exploitatie, financiering en andere zakelijke aandachtpunten.
Vanuit die observatie neemt de gemeente het initiatief voor een traject, waarbij verenigingen en buurgemeentes samen spreken over een gedeelde toekomstvisie voor voetbal in de regio, waarbij de vraag aan de orde kan komen of de SJO’s een opmaat (kunnen) zijn naar bovenlokale fusieverenigingen en samenvoeging van voetbal op goed gespreide unilocaties. Daarbij zal een evenredige verdeling van de huisvestingskosten over de betrokken gemeentes heen het uitgangspunt zijn.
Als eind 2026 dit visietraject is afgerond, worden in gezamenlijkheid besluiten genomen over de locaties. Daarbij worden businesscases opgesteld voor elk van deze locaties. Zodra een business case wordt goedgekeurd door het college en de raad, zal gestart worden met de planvoorbereiding en realisatie. Indien geen besluiten over bovenlokale samenwerking worden genomen zal de gemeente in overleg met de lokale verenigingen locaties van clustering binnen de gemeente aanwijzen.
Nb.: Opgemerkt wordt dat SP Slenaken ‘63 naar verwachting vanaf 2026 geen gebruik meer zal maken van het sportcomplex in Slenaken en, als verdere intensivering van de samenwerking met BMR, naar het complex in Mheer verhuist. De gesprekken hierover verlopen positief, het doel is dat in 2025 besluitvorming plaats zal vinden.
06-3 Aanpak binnensportaccommodaties
De sportzaal Gulpdal in de kern Gulpen is momenteel nog in eigendom van NV Vrijetijdscentrum. Eigendom wordt per 1 juli 2025 overgedragen aan gemeente Gulpen-Wittem. Gezien de structurele vraag naar een binnensportvoorziening is het uitgangspunt om daar huisvesting voor te voorzien, waarbij er bijzondere aandacht is voor de handbalverenigingen. Met een business case is na te gaan of geïnvesteerd wordt in verduurzaming van de huidige sporthal (incl. levensduurverlenging) of in de bouw van een nieuwe sporthal. De gymzalen bij scholen in het primair onderwijs worden intensiever ingezet om vragen vanuit de gemeenschap in te vullen. In nauw overleg met schoolbesturen worden afspraken gemaakt over de consequenties (onder andere energiegebruik, schoonmaak, onderhoud en toegankelijkheid).
Nb.: Bestaande regelingen voor reiskostenvergoedingen en zaalhuurcompensaties worden afgeschaft.
06-4 Aanpak overige accommodaties
Het heeft de voorkeur om de eigendom van de drie panden, die voor specifieke doelgroepen bestemd zijn, over te dragen aan gebruikers. Gezien de zeer geringe kapitaallasten, gebeurt deze overdracht ofwel “om niet” ofwel via een erfpachtconstructie. Middels een bijdrage in onderhoudskosten, verhoudingsgewijs in overeenstemming met vergoedingen voor Fanfarezaal Berg en Dal in Slenaken, kantine RKIVV in Ingber en Patronaat Eys, levert gemeente Gulpen-Wittem haar bijdrage voor de instandhouding van deze panden. In het uitvoeringsprogramma wordt deze regeling geactualiseerd.
06-5 Tariefstelling
Via onafhankelijk onderzoek wordt de tariefstelling voor gemeenschapshuizen en de sportaccommodaties aangepast. Uitgangspunt is om deze binnen een termijn van drie jaar in lijn te brengen met regionale gemiddeldes, waarbij rekening wordt gehouden met de staat van de gebouwen en de daaruit voortvloeiende exploitatielasten voor de gebruikers.
De regeling waarbij de inkomsten van zendmasten volledig ten gunste van de verenigingen worden uitgekeerd, wordt afgebouwd. In 2025 wordt deze nog gehandhaafd, maar per 2026 komen de inkomsten volledig ten gunste van gemeente Gulpen-Wittem als eigenaar van de gronden en kunnen deze worden ingezet als dekking voor het algemene onderhoudsbudget van accommodaties.
06-6 Handelingskader Verduurzaming
Gulpen-Wittem heeft een maatschappelijke opgave om haar vastgoed te verduurzamen. Eerste aanzetten daarvoor staan in het integrale huisvestingsplan voor primair onderwijs en intussen zijn de wettelijke voorwaarden verder verzwaard. Op de langere termijn zullen de kwaliteiten van onderwijshuisvesting en ander maatschappelijke vastgoed stapsgewijs naar het gewenste niveau groeien. Gebouwen worden na verloop van tijd technisch en financieel afgeschreven en daarna vervangen of vernieuwd (vervangende nieuwbouw of levensduur verlengende renovatie). En intussen moet de gemeente maatregelen nemen om de huidige vastgoedportefeuille naar het gewenste kwaliteitsniveau brengen. Daarbij is goede samenwerking met maatschappelijke partners van belang.
Het planmatig verduurzamen en verbeteren van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed is een complexe opgave. Er moet rekening worden gehouden met de snelle en voortdurende verandering van de wettelijke eisen dus het te bereiken doel verandert gedurende de uitvoering. Dan kosten veranderingen veel tijd en schaarse middelen. De inzet daarvan moet steeds gewogen worden en afgezet de te bereiken doelen en de resterende gebruiksduur. Maatschappelijke gebouwen vertegenwoordigen ook een maatschappelijke waarde, zowel financieel en technisch als inhoudelijk, ze hebben inhoudelijke gebruikswaarden en een direct belang voor eigenaren, gebruikers en burgers.
Gemeente en maatschappelijke partners in onderwijs, zorg, welzijn en sport worden geacht om hun vastgoed als goed huisvader te beheren. Iedere partij doet dit vanuit eigen rol en verantwoordelijkheid. De financiële ruimte voor verduurzaming en voor tussentijdse verbetering zijn beperkt: er komen vooralsnog geen additionele middelen vanuit het rijk beschikbaar. Dat vraagt zorgvuldigheid, waarbij in een gedragen verbeterplan keuzes steeds worden gewogen op doelmatigheid. Om tot evenwichtige keuzes te komen hanteert de gemeente Gulpen-Wittem in samenwerking met maatschappelijke partners, het volgende handelingskader:
- 1.
Als goed huisvader ...
De gemeente Gulpen-Wittem draagt er zorg voor dat de maatschappelijke gebouwen, waar ze (mede) verantwoordelijkheid voor is als eigenaar, huurder, verhuurder of subsidieverstrekker, gedurende de (resterende) gebruiksduur minimaal voldoen aan de wettelijke voorwaarden (gebruiksvergunning, binnenklimaat, veiligheid en gebouwkwaliteit) en aan wettelijke eisen ten aanzien van circulariteit, energie- en materiaalverbruik.
- 2.
… met ambities rond duurzaamheid ...
Gemeente heeft de ambitie om in samen met burgers, verenigingen en maatschappelijke partners haar wettelijke aandeel in de reductie van fossiel energiegebruik voor haar rekening te nemen door gerichte investeringen. Daarbij gelden als leidraad de afspraken en de ambities zoals verwoord in de verschillende sectorale routekaarten, zoals voor maatschappelijk vastgoed, onderwijs en sport.
- 3.
… in een transparante samenwerking ...
Partijen delen vanuit Total Cost of Ownership hun plannen voor de korte, middellange en lange termijn en kiezen rol en verantwoordelijkheid overstijgende inhoudelijke en financiële samenwerking als uitgangspunt van handelen. Doel is om per relevant maatschappelijk gebouw tot een efficiënt en effectief maatregelenpakket te komen, waarbij timing, financiering en bundeling in goed overleg worden afgestemd. Als de wens tot bundeling van maatregelen leidt tot (het voornemen van) uitstel van handelen, worden de consequenties op impact voor beleid, betrokken partners en voor burgers afgewogen en transparant gecommuniceerd.
- 4.
… met een zakelijk oog voor beperkingen ...
Beleid van de gemeente is dat niet alles kan als het gaat om het relevant maken van maatschappelijk vastgoed. Daar horen keuzes bij en een gezamenlijk (met maatschappelijke partners en burgers) streven naar efficiëntie. Waar mogelijk moet gestreefd worden naar samenwerking, gedeeld gebruik van ruimte, verhoging van bezettingsgraden door bundeling van functies en voorzieningen.
- 5.
… en met zicht op de eindtermijn ...
Voor investeringen in gebouwen hanteren partijen een pragmatische aanpak, gericht op de resterende eindtermijn. Als een (onderhouds ) investering forse financiële consequenties voor een betrokken partner heeft, die over de afgesproken eindtermijn heen gaat, dan moet die zakelijk afgewogen kunnen worden tegen alternatieven, zoals het versnellen of juist vertragen van nieuwbouw, levensduurverlengende renovatie of het uit portefeuille halen.
- 6.
… investeren met verstand.
Partijen wegen investeringen en verbeteringsmaatregelen in locaties zakelijk en in onderlinge samenhang af.
- •
Aanpassingen ingegeven door veranderde (wettelijke) eisen vanwege gebruik, door onderhoud of ter compensatie van energieambitie (punt 1) worden bij voorkeur gebundeld met investeringen in instandhouding.
- •
Deze gebundelde investeringen moeten binnen de eindtermijn naar redelijkheid technisch en financieel afgeschreven (kunnen) worden.
- •
Om gewenste aanpassingen op hun waarde te kunnen boordelen, worden ze in hun financiële impact (jaarlijkse kosten en baten) afgezet tegen de vastgelegde eindtermijn (punt 3).
- •
Als de afschrijving van een geplande investering daar aanleiding toe geeft dan wordt een verlenging van de eindtermijn overwogen (lees: langer of juist korter gebruik van een maatschappelijke voorziening). Dit wordt expliciet voorgelegd voor bestuurlijk besluitvorming.
- •
Waar dat aan de orde is, kan ook desinvestering, dat wil zeggen het uit de portefeuille halen van maatschappelijk vastgoed, aan de orde zijn.
- •
Maatregelen voor verduurzaming van maatschappelijk vastgoed zijn kostbaar. Ook inhoudelijke verbeteringen voor het toevoegen van functies vragen forse investeringen. Voorstellen moeten steeds zakelijk worden afgewogen tegen andere opties, zoals bijvoorbeeld sociale aspecten. Kwaliteitsverbetering en verduurzaming zijn dan ook per definitie thema van gesprek tussen alle betrokken partijen. Het is vanuit Total Cost of Ownership van belang dat alle betrokkenen samen, met open boeken, zoeken naar de beste oplossing. Partijen kunnen zich dan ook gezamenlijk en gecoördineerd inspannen om aanvullende geldstromen beschikbaar te krijgen, bijvoorbeeld via subsidies of zakelijke co-investeerders, zoals daken of terreinen ter beschikking te stellen aan energiecoöperaties.
06-7 Doorkijk per kern
In deze paragraaf wordt een korte doorkijk gegeven naar welke consequenties de in dit hoofdstuk benoemde uitvoeringsprincipes hebben voor de individuele kernen. Daar waar een business case wordt opgesteld, wordt deze in een separaat voorstel aan de raad voorgelegd.
Nijswiller
- •
De voorbereidingen voor de ontwikkeling van het Durpshoes worden voortgezet, waarbij de doelstelling is om in 2025 tot realisatie van deze voorziening over te gaan en eigendom van de voorziening over te dragen aan de Stichting Durpshoes.
Wahlwiller
- •
De ontmoetingsplek cq. trefpunt in deze kern, Wilder Tref, blijft gehandhaafd, aangezien het de laatste voorziening in de kern is. Onderzocht wordt of eigendomsoverdracht van het gebouw tot de mogelijkheden behoort.
- •
Met de politiehondenvereniging worden eveneens gesprekken opgestart voor overdracht van het clubgebouw.
Mechelen
- •
A gen Sjoel wordt gehandhaafd en – indien de resultaten uit de beoordelingsmatrix hier aanleiding toe geven – wordt gezamenlijk onderzocht hoe verbetering kan worden bereikt.
- •
RKMVC wordt betrokken in de gesprekken over een gedeelde toekomstvisie voor voetbal. Met de scouting worden gesprekken opgestart voor overdracht van het clubgebouw.
- •
LTC Wittem blijft betrokken bij de fusiegesprekken voor de tennissport. Bij de geplande renovatie van de banen, voorzien in 2026/2027, wordt aansluiting gezocht bij ofwel de fusielocatie in Wijlre, ofwel het voetbalcomplex in Mechelen.
Epen
- •
De variantenstudie voor het Patronaat wordt in 2025 afgerond. De resultaten van de beoordelingsmatrix zijn leidend bij de planvorming, zowel in aard als omvang.
Gulpen
- •
In 2025 worden de gesprekken tussen LTC Gulpen en TV Tempo afgerond en wordt een concreet voorstel aan de raad voorgelegd.
- •
FC Gulpen wordt betrokken in de gesprekken over een gedeelde toekomstvisie voor voetbal.
- •
Het Gulperhoes, pas recent in gebruik genomen, blijft in huidige vorm gehandhaafd.
- •
Het eigendom van sporthal Gulpdal wordt per 1 juli 2025 overgedragen aan de gemeente. In een business case wordt de afweging gemaakt of renovatie of nieuwbouw van deze voorziening aangewezen is.
Wijlre
- •
In 2025 worden de fusiegesprekken tussen LTC Gulpen en TV Tempo afgerond en vertaald in een concrete business case.
- •
SV Geuldal wordt betrokken in de gesprekken over een gedeelde toekomstvisie voor voetbal. In de tussenliggende periode wordt nog één veld van het complex in Wijlre opgenomen in het gemeentelijk onderhoudsprogramma. De mogelijkheden voor een gezamenlijke accommodatie met de gefuseerde tennisverenigingen wordt onderzocht.
- •
Voor het Wielderhoes lopen de gesprekken tussen Woonpunt, het bewonersnetwerk en het bestuur van het Wielderhoes over een gebiedsontwikkeling in Wijlre Oost.
Slenaken
- •
Fanfarezaal Berg en Dal wordt meegenomen in de verduurzamingsopgave voor de accommodaties.
- •
Gemeente treedt, naar aanleiding van de mogelijke fusie tussen BMR en Sp. Slenaken ’63, in overleg met gemeente Eijsden-Margraten. Gemeente draagt in dat geval bij aan investeringen in de renovatie cq. upgrade van een veld op het huidige complex van BMR.
- •
Op termijn wordt het voetbalcomplex in Slenaken opgeheven, waarbij aandacht is voor vervangende ruimte voor de Jonkheid.
Partij
- •
Gemeenschapshuis A ge Wienhoes wordt opgenomen in de beoordelingsmatrix, waarna de uitkomsten worden besproken met de stichting en de kern.
- •
VV Partij wordt betrokken in de gesprekken over een gedeelde toekomstvisie voor voetbal.
Reijmerstok
- •
A Gen Ing wordt wordt opgenomen in de beoordelingsmatrix, rekening houdend met de bijzondere omstandigheid van het naastgelegen café. Deze wordt door gemeente verhuurd en vormt, met de huidige afspraken, een beperkende factor in de exploitatie van de gemeenschapsvoorziening.
Ingber
- •
De huidige situatie voor RKIVV blijft gehandhaafd.
Eys
- •
SV Zwart-Wit ’19 wordt betrokken in de gesprekken over een gedeelde toekomstvisie voor voetbal.
- •
De gymzaal annex gemeenschapsvoorziening in Eys is onderdeel van de planvorming van een voorziening voor basisonderwijs in deze kern.
- •
De huidige situatie voor Patronaat Eys blijft gehandhaafd.
07 Financiële randvoorwaarden
De kosten voor het accommodatiebeleid zijn momenteel opgebouwd als in onderstaande tabel. Daarbij is geen rekening gehouden met de kosten en baten uit de over te nemen Sporthal Gulpdal. De velden van SV Geuldal en Sp. Slenaken ’63 zijn niet in de meerjarenonderhoudsplannen van de velden opgenomen. Evenmin is rekening gehouden met de verwachte duurzaamheidsopgaven, die voorwerp uitmaken van een separaat beleidsstuk.
|
(D)MJOP gebouwen: |
Kapitaallasten geb.: |
Velden reg. |
MJOP velden: |
Kapitaallasten kunst. |
Totaal: |
Gemeenschapshuizen |
€ 142.062 |
€ 173.862 |
|
|
|
€ 315.925 |
Sporthal/gymzalen |
€ 17.820 |
€ 14.669 |
|
|
|
€ 32.489 |
Voetbal |
€ 62.901 |
€ 29.514 |
€ 125.000 |
€ 181.322 |
€ 20.730 |
€ 419.467 |
Tennis |
€ 23.438 |
€ 3.750 |
|
€ 10.578 |
|
€ 37.766 |
Overige |
€ 19.390 |
€ 2.242 |
|
|
|
€ 21.633 |
Investeringskrediet |
|
€ 230.000 |
|
|
|
€ 230.000 |
Totaal: |
€ 265.612 |
€ 454.037 |
€ 125.000 |
€ 191.900 |
€ 20.730 |
€ 1.057.279 |
Tabel 07.1: huidige kosten accommodatiebeleid
In de meerjarenbegroting van de gemeente is een investeringskrediet in maatschappelijk vastgoed opgenomen van in totaal € 4 miljoen. Uitgaves uit dit budget worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad. Voor de begroting van de kapitaallasten is rekening gehouden met een ingroeimodel: uitgaven van 1,5 miljoen in 2025, 1,5 miljoen 2026 en 1 miljoen in 2027.
|
2025 |
2026 |
2027 |
Totaal structureel begroot: |
€ 794.001 |
€ 780.619 |
€ 838.119 |
Totale kosten |
€ 913.529 |
€ 999.779 |
€ 1.057.279 |
Saldo begroot / werkelijke kosten: |
€ -119.529 |
€ -219.161 |
€ -219.161 |
Huurinkomsten |
€ 38.172 |
€ 38.172 |
€ 38.172 |
Saldo na huurinkomsten: |
€ -81.357 |
€ -180.989 |
€ -180.989 |
Tabel 07.2: dekking kosten accommodatiebeleid
Zonder de maatregelen vanuit accommodatiebeleid en het daaraan gerelateerde uitvoeringsprogramma neemt het jaarlijkse tekort op gemeentelijke accommodaties naar het begrotingsjaar 2027 toe tot € 181.000. Dit tekort wordt in de voorliggende jaren teruggebracht vanwege het feit dat gemeente geen grootschalige veldrenovaties uitvoert, in afwachting van de gedeelde visie op de voetbalsport eind 2026. Tot aan dat moment wordt geen storting in de voorziening MJOP sportvelden gedaan.
Om dit tekort te beheersen en terug te dringen zijn volgende ambities vastgesteld:
Doelstelling 1: De dekkingsgraad van de totale kosten door huurinkomsten wordt verhoogd naar minimaal 6%. Momenteel ligt de dekkingsgraad onder de 4%. Een eerste benchmark heeft aangetoond dat de huurtarieven die gemeente Gulpen-Wittem hanteert laag liggen ten opzichte van de gemiddelden uit de regio. Deze ambitie wordt dan ook als realistisch en rechtvaardig beschouwd.
Doelstelling 2: Indien accommodaties worden samengevoegd of komen te vervallen, wordt de 50% van het uitgespaarde onderhoudsbudget (DMJOP) en verduurzamingsbudget (beleidsstuk “Routekaart verduurzaming maatschappelijk vastgoed”) beschikbaar gesteld voor kwaliteitsverbetering van de overige accommodaties. De overige 50% wordt aangewend voor het terugdringen van het tekort.
Doelstelling 3: Het bijkomend benodigd budget van € 181.000 vanaf 2027 is taakstellend en zal niet verder toenemen. Naar verwachting zullen hogere huurinkomsten en de inkomsten van de zendmasten op korte termijn reeds een dempend effect hebben. Voor de behandeling van de begroting van 2026 wordt hierop teruggekomen.
Doelstelling 4: In het uitvoeringsprogramma zal in overleg met de afdeling Financiën onderzocht worden op welke wijze de financiering voor het MJOP sportvelden het beste vorm kan krijgen. Dit kan in de vorm van een jaarlijkse storting in een voorziening MJOP sportvelden. Anderzijds bestaat de optie om dit projectmatig in de begrotingscyclus mee te nemen middels een investeringskrediet.
Nb.: Bij grote investeringen (bijv. een nieuw multisportcomplex of renovatie/nieuwbouw van een gemeenschapvoorziening) wordt een separaat raadsvoorstel inclusief business case ter goedkeuring voorgelegd aan de raad. In dat geval zijn namelijk ook inkomsten te verwachten van achterblijflocaties en eventuele gedeelde investeringen met buurgemeenten en provincie.
08 Samenvatting
Het oude accommodatiebeleid, vastgesteld in 2010, is aan een grondige herziening toe. Daarom is het afgelopen jaar in samenspraak met gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders, verenigingen, stichtingen en ambtenaren, hard gewerkt aan nieuw beleid.
Volgende waarden vormen het kader van dit nieuw beleid: voor iedereen; kwaliteit en duurzaamheid; decentralisatie en participatie, flexibiliteit en aanpassingsvermogen; betaalbaarheid.
Binnen dit kader, en op basis van het informatiefundament en de evaluatie van het oude beleid, zijn een aantal strategische thema’s en basisprincipes uitgewerkt. Deze zijn tussentijds voorgelegd aan hoger genoemde stakeholders en waar nodig bijgesteld.
Vervolgens is dit verder geconcretiseerd in een concreet plan van aanpak per type accommodatie en voor overkoepelende onderwerpen zoals verduurzaming en tariefstelling. Ook in deze stap heeft terugkoppeling plaatsgevonden met de stakeholders. Tevens is een doorkijk gegeven voor de eerste acties per kern.
Het vervolg, waaronder de concrete uitwerking van de eerste business cases, vindt plaats in het uitvoeringsprogramma, dat na vaststellen van dit beleidsstuk direct kan worden opgestart.
Dit beleidsstuk vormt een solide basis voor de verdere ontwikkeling en implementatie van het accommodatiebeleid van de gemeente Gulpen-Wittem. Door een heldere visie, goed gedefinieerde uitgangspunten en concrete maatregelen vast te stellen, streven we naar een rechtvaardig, efficiënt en duurzaam accommodatiebeleid dat bijdraagt aan de leefbaarheid, sociale cohesie en gezondheid van onze gemeenschap. Door middel van actieve betrokkenheid van burgers, stichtingen, verenigingen en andere belanghebbenden zullen we gezamenlijk werken aan een toekomstbestendig accommodatielandschap dat voorziet in de behoeften van huidige en toekomstige generaties.
Ondertekening
Gulpen, 19 december 2024
de griffier,
mr. R. Reichrath
de voorzitter,
ing. N.H.C. Ramaekers - Rutjens
Noot
1Gulpen-Wittem neemt deel aan het Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed van de Provincie Limburg. Daarin worden verduurzamingsmaatregelen voor accommodaties en de bijkomende kosten inzichtelijk gemaakt. Het beleidsstuk “Routekaart verduurzaming maatschappelijk vastgoed” wordt in 2025 aan de raad voorgelegd.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl