Beleidsregels mindervalideparkeerplaats op kenteken

Geldend van 13-06-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels mindervalideparkeerplaats op kenteken

Burgemeester en wethouders van Oostzaan;

gelet op het bepaalde in

  • artikel 4:81 van de Algemene wet Bestuursrecht;

  • artikel 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994;

  • artikel 12, 29, 49 t/m 55 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW);

  • artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

overwegende dat:

  • het belangrijk is om voorzieningen te bieden voor mensen die mindervalide zijn, zodat zij mee kunnen doen aan de samenleving;

  • het aanwijzen van een locatie van een mindervalide parkeerplaats op kenteken geschiedt door middel van het nemen van een verkeersbesluit;

  • naast het nemen van een verkeersbesluit ook een beslissing op aanvraag voor een parkeerplaats op kenteken moet worden genomen;

  • dat hiervoor beleidsregels ontbreken en het wenselijk is om deze te hebben;

  • de aanleg van de mindervalide parkeerplaats geschiedt conform deze beleidsregels en met inachtneming van de landelijk geldende normen voor de mindervalide parkeerplaats;

  • voor de aanleg en/of aanpassing van een mindervalide parkeerplaats kosten zijn vastgesteld in de legesverordening die jaarlijks wordt bijgesteld.

Besluiten vast te stellen de:

Beleidsregels mindervalideparkeerplaats op kenteken

Artikel 1 Voorwaarden bij aanvraag van een parkeerplaats op kenteken

Een aanvraag kan worden gedaan onder de volgende voorwaarden:

  • 1. De aanvrager is in het bezit van een Europese gehandicaptenkaart voor bestuurders of;

  • 2. De aanvrager heeft een Europese gehandicaptenkaart voor passagiers en is afhankelijk van de bestuurder. Dit betekent dat de passagier van deur tot deur afhankelijk is van de hulp van de bestuurder.

  • 3. De aanvrager is in het bezit van een auto, brommobiel of gehandicaptenvoertuig waarvoor de parkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd;

  • 4. De aanvrager heeft geen eigen parkeerplaats (bijvoorbeeld een oprit of garage) of er is geen (collectieve) parkeervoorziening binnen een loopafstand van 100 meter van woonadres;

  • 5. De aanvrager is in de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven en woont op het adres waarvoor de mindervalide parkeerplaats wordt aangevraagd.

Artikel 2 Locatie parkeerplaats op kenteken

Een mindervalide parkeerplaats op kenteken wordt voor 1 persoon, voor 1 kenteken en op 1 adres aangewezen. Voor de locatiebepaling van het parkeervak op kenteken gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    maximaal binnen een loopafstand van 100 meter van het woonadres van de aanvrager op een verkeersveilige en voor de aanvrager bereikbare locatie;

  • 2.

    de locatie ligt binnen de bestaande parkeerruimte, tenzij hiervoor binnen 100 meter loopafstand vanaf het woonadres geen geschikte locatie is.

  • 3.

    De aanleg van een mindervalide parkeerplaats mag geen negatief effect hebben op de doelmatigheid, doorstroming en verkeersveiligheid van de weg.

  • 4.

    De aanleg van een mindervalide parkeerplaats moet met eenvoudige aanpassingen van het wegprofiel en/ of groenvakken gerealiseerd kunnen worden. Bomenkap is niet toegestaan.

Artikel 3 Aanleg parkeerplaats op kenteken

  • 1. Aanwijzing van de mindervalide parkeerplaats op kenteken geschiedt door middel van een verkeersbesluit (artikel 18 Wegenverkeerswet 1994) binnen 8 weken na de ontvangst van de aanvraag. Wanneer dit besluit niet binnen de gestelde termijn kan worden genomen, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld en wordt de termijn maximaal 1 keer verlengd met 8 weken.

  • 2. De aanleg van de mindervalide parkeerplaats geschiedt zoveel mogelijk conform de geldende CROW-richtlijnen.

  • 3. Een mindervalide parkeerplaats op kenteken wordt minimaal gerealiseerd met:

    • a.

      Het bord E6 in bijlage I van het RVV met een onderbord waarop het kenteken staat vermeld;

    • b.

      Markering van de mindervalide parkeerplaats door middel van een geklinkerde of opgespoten markering;

  • 4. De mindervalide parkeerplaats op kenteken wordt zo mogelijk aangelegd binnen 10 werkdagen na publicatie van het verkeersbesluit aangelegd onder de voorwaarde dat de kosten voor de aanleg zijn voldaan. Wanneer de aanleg niet binnen deze termijn mogelijk is, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 5. De houder van een mindervalide parkeerplaats op kenteken is verplicht door te geven als het kenteken van het motorvoertuig wijzigt. De wegbeheerder plaatst na de melding en de betaling van de kosten zo spoedig mogelijk een nieuw onderbord en informeert de aanvrager als dat niet binnen een week mogelijk is.

Artikel 4 Wijze van aanvragen parkeerplaats op kenteken

Een aanvraag kan digitaal worden gedaan via de website, via het aanvraagformulier of bij de balie van het gemeentehuis. Een aanvraag dient minimaal voorzien te zijn van:

  • 1.

    De NAW-gegevens;

  • 2.

    Kopie gehandicaptenparkeerkaart, beide zijden;

  • 3.

    Kopie kentekenbewijs

Artikel 5 Kosten mindervalide parkeerplaats op kenteken

Voor de volgende handelingen worden kosten in rekening gebracht:

  • 1.

    De behandeling van een aanvraag mindervalide parkeerplaats op kenteken;

  • 2.

    De aanleg van de mindervalide parkeerplaats;

  • 3.

    De wijziging van het kentekenbord

  • 4.

    Verplaatsen van een mindervalide parkeerplaats (nieuw verkeersbesluit nodig).

Artikel 6 Weigeringsgronden

Het college weigert een besluit tot toekenning voor een mindervalide parkeerplaats op kenteken:

  • 1.

    Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze beleidsregels;

  • 2.

    indien een mindervalide parkeerplaats op kenteken van dezelfde aanvrager is opgeheven op grond van artikel 7, tweede lid onder a en b.

Artikel 7 Intrekkingsgronden

  • 1. Het college heft een mindervalide parkeerplaats op kenteken op en verwijdert de bijbehorende verkeersborden:

    • a.

      Indien degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen, is verhuisd;

    • b.

      Indien degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen, is overleden;

    • c.

      Indien degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen, niet meer beschikt over een geldige Europese Gehandicaptenparkeerkaart;

    • d.

      Indien degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen niet meer de houder is van het motorvoertuig waarvoor de parkeerplaats is aangevraagd;

    • e.

      Indien niet (langer) wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze beleidsregels;

    • f.

      Indien de parkeerplaats is aangewezen op grond van de door aanvrager verschafte onjuiste gegeven en de parkeerplaats niet zou zijn aangewezen indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest;

    • g.

      Op schriftelijk verzoek van degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen;

    • h.

      Om redenen van algemeen belang;

    • i.

      binnen drie maanden na het vervallen van de geldigheid van het betreffende rijbewijs;

  • 2. Het college kan een mindervalide parkeerplaats op kenteken opheffen:

    • a.

      Indien de mindervalide parkeerplaats niet wordt gebruikt ten behoeve van degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen;

    • b.

      Indien zich een wijziging voordoet in de omstandigheden voor zover die gewijzigde omstandigheden zich verzetten tegen instandhouding van de mindervalide parkeerplaats op kenteken;

Artikel 8.

De houder van een mindervalide parkeerplaats op kenteken is verplicht zelf een wijziging in de omstandigheden, waaronder de mindervalide parkeerplaats is aangevraagd, door te geven. De termijnen hiervoor zijn als volgt:

  • a.

    Binnen 1 maand na verhuizing;

  • b.

    Door de nabestaanden binnen 1 maand na overlijden van de aanvrager;

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag van bekendmaking.

  • 2. Deze beleidsregels vervangen alle eerdere beleidsregels ten aanzien van het aanwijzen en intrekken van mindervalide parkeerplaatsen op kenteken.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels mindervalideparkeerplaats op kenteken’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Oostzaan op 27 mei 2025.

De secretaris,

D. Van Huizen

De burgemeester,

M.D. Polak