Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740276
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740276/1
Parkeerverordening Oss 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-10-2025
Intitulé
Parkeerverordening Oss 2025De raad van de gemeente Oss;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8-4-2025;
gelet op het advies van de adviescommissie van 8-5-2025;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;
besluit
vast te stellen de Parkeerverordening Oss 2025
Afdeling I Definities en Begripsomschrijvingen
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;
- b.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen en laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
- c.
motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;
- d.
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene die op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
- e.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
- f.
centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Oss een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon;
- g.
parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;
- h.
belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die
- a.
is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of
- b.
gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
- a.
- i.
vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en of belanghebbendenplaatsen op de openbare weg;
- j.
vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;
- k.
jaar: een aaneengesloten periode van 12 maanden;
- l.
autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;
- m.
autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate.
Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Artikel 2
-
1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.
-
2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan vergunninghouders is toegestaan.
Artikel 3
-
1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen.
-
2. Het college kan nadere regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.
-
3. Een vergunning kan worden verleend aan:
- a.
een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie I);
- b.
een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie II);
- c.
een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de autodateplaats is gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie III).
- a.
-
4. De eigenaar of houder van een voertuig die voldoet aan beide in het tweede lid onder a. en b. gestelde voorwaarden wordt, voor wat betreft de eerste aangevraagde vergunning, geacht te beantwoorden aan de onder a. genoemde voorwaarde.
-
5. Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde vereisten.
-
6. Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.
-
7. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen.
-
8. Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning voor categorie III kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.
Artikel 4
-
1. Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.
-
2. Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.
Artikel 5
-
1. Een vergunning wordt verleend voor een bepaalde termijn, met een maximum van 1 jaar.
-
2. De vergunning vermeldt in ieder geval de volgende gegevens:
- a.
het kenteken van het voertuig of de voertuigen waarvoor de vergunning is verleend;
- b.
het gebied waarvoor de parkeervergunning is verleend;
- c.
de periode waarvoor de vergunning geldt.
- a.
Artikel 6
Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:
- a.
op verzoek van de vergunninghouder;
- b.
wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;
- c.
wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;
- d.
wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;
- e.
wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;
- f.
wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;
- g.
wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;
- h.
om redenen van openbaar belang.
Afdeling III Verbodsbepalingen
Artikel 7
-
1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodateplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:
- a.
zonder vergunning;
- b.
in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.
- a.
-
2. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 8
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen.
Artikel 9
-
1. Het is verboden enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan:
- a.
op een parkeerapparatuurplaats;
- b.
op een belanghebbendenplaats.
- a.
-
2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik wordt belemmerd of verhinderd.
-
3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Afdeling IV Strafbepaling
Artikel 10
Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.
Afdeling V Overgangs- en Slotbepalingen
Artikel 11
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.
Artikel 12
Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Oss 2025.
Artikel 13
-
1. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2025.
-
2. Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Parkeerverordening Oss 1994
-
3. Vergunningen die zijn verleend krachtens de Parkeerverordening Oss 1994 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 26-5-2025.
De gemeenteraad voornoemd,
De griffier,
drs. P.H.A. van den Akker
De voorzitter,
drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl