Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740266
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740266/1
Subsidieregeling beoordeling Subsidieaanvragen Sociaal Domein 2026 Gemeente Zoetermeer
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 20-06-2025
Intitulé
Subsidieregeling beoordeling Subsidieaanvragen Sociaal Domein 2026 Gemeente ZoetermeerBurgemeester en wethouders van Zoetermeer,
Overwegende dat het gewenst is overeenkomstig artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 nadere regels te stellen ter uitwerking van artikel 2.3.2 van de Subsidieregeling 2016 gemeente Zoetermeer; om voor de jaarsubsidies 2026 vast te leggen welke aspecten betrokken worden bij de beoordeling van het belang van activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid: stellen vast de ‘Subsidieregeling 2026 Gemeente Zoetermeer beoordeling van subsidieaanvragen sociaal domein’.
1 Inleiding
De gemeente Zoetermeer verstrekt subsidies voor onderwijs, arbeidsparticipatie en maatschappelijke ondersteuning. Daarmee ondersteunt de gemeente bewoners, verenigingen of organisaties die activiteiten willen aanbieden die bijdragen aan het realiseren van de gemeentelijke beleidsdoelen op het gebied van onderwijs, arbeidsparticipatie en maatschappelijke ondersteuning.
De Algemene Subsidieverordening 2016
De Algemene Subsidieverordening (Asv) bevat de algemene regels van het subsidieproces. In de Asv staan de aanvraagprocedure, de termijnen voor aanvraag, behandeling en beslissing, de betaling, de gronden voor weigering, de verantwoording en de vaststelling.
U vindt de Asv op onze website. (Klik hier voor Asv).
De ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2026’.
In de ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2026’ is aangegeven welke aspecten in 2026 worden betrokken bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag. Hoe beter u in uw aanvraag rekening houdt met de beoordelingscriteria, hoe groter de kans op een subsidie. Het is belangrijk in uw aanvraag in te gaan op deze aspecten. Op deze wijze krijgen wij goed inzicht in de bijdrage die uw subsidieverzoek levert aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de gemeente.
De ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2026’ wordt jaarlijks opgesteld op basis van recente ontwikkelingen.
Aanvragen van subsidie
De handleiding voor het aanvragen van subsidie vindt u op onze website. Daar wordt uitgelegd hoe u subsidies aanvraagt en welke formulieren u daarvoor dient te gebruiken: (link naar subsidiepagina).
Behandeling van uw aanvraag
De periode waarin u subsidie voor 2026 kunt aanvragen loopt van 1 juni 2025 tot en met 31 augustus 2025.
Uiterlijk 30 november 2025 neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit over de subsidieaanvragen die zijn ingediend. U weet dan op tijd waar u aan toe bent.
Beoordelingssystematiek
Hoe en hoeveel uw activiteit bijdraagt aan de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen is belangrijk bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag. De gemeente gebruikt een puntensysteem. Totaal zijn er per aanvraag honderd punten te behalen. De meeste punten zijn te behalen voor de mate waarin de activiteit(en) bijdraagt aan de realisatie van gemeentelijke doelstellingen. Een aanvraag komt in aanmerking voor behandeling als minimaal 70 punten worden behaald.
De vragen die wij stellen en de verdeling van te behalen punten ziet u hieronder. Zoals u ziet wegen wij het belang van uw activiteiten voor de uitvoering van ons beleid het zwaarst bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag.
1 |
60p |
Hoe groot is het belang van de activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid? |
2 |
10p |
Is de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag redelijk in relatie tot de te verrichten activiteiten, te leveren prestaties en de overige financieringsbronnen? |
3 |
10p |
Is sprake van aantoonbare samenwerking met andere organisaties? |
4 |
10p |
Is kwaliteit van door de aanvrager uit te voeren activiteiten geborgd? |
5 |
5p |
Geeft de aanvrager er blijk van rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen? |
6 |
5p |
Is de aanvrager maatschappelijk verantwoord ondernemend? |
Het subsidiebudget
Een onderdeel van de ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2026’ is de bekendmaking van het budget dat maximaal beschikbaar is. Wij noemen dit het subsidieplafond. Subsidieaanvragen kunnen worden afgewezen als het maximum (het plafond) is bereikt.
Gebundelde aanvragen
De gemeente streeft na dat meerdere aanvragen van één instelling in samenhang worden beoordeeld. Daarom vragen wij instellingen deze in een enkelvoudige aanvraag te bundelen. Bij een gebundelde aanvraag van meer dan € 100.000 moet aan het eind van het subsidiejaar een controleverklaring van een accountant bij uw financiële verantwoording gevoegd worden. Dit brengt extra kosten met zich mee. Deze kunnen in uw begroting opgenomen worden en zijn subsidiabel.
Integriteit
Bij het verstrekken van subsidies staat het publieke belang voorop en is integriteit een belangrijke voorwaarde. Daarbij gaat het om zaken als onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, dienstbaarheid en zorgvuldigheid. Wij letten bij de verstrekking van subsidies op eventuele dubbele belangen en toetsen of de onafhankelijkheid van de gemeente in het geding kan komen. Ook mogen doelen en/of activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd uiteraard niet in strijd zijn met de wet, de openbare orde of het algemene belang.
Vragen?
Heeft u vragen over het aanvragen van subsidie en heeft u hulp nodig? Neem dan contact op met het Subsidiebureau van de gemeente. Het Subsidiebureau is te bereiken via de mail: subsidiebureau@zoetermeer.nl of algemene nummer van de gemeente (14079). Wij helpen u graag.
2 Programma ‘Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie’.
Dit programma geeft de inspanningen weer die eraan bijdragen dat elke Zoetermeerder werkt, leert en of meedoet naar vermogen.
Bij dit programma zijn in de programmabegroting drie doelstellingen beschreven waarvoor subsidies worden verstrekt:
-
Doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’.
Doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’.
Doelstelling ‘Voorzien in de noodzakelijke middelen van bestaan’.
2.1 Doelstellingen ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’ en ‘Beperken uitval in het onderwijs’.
Visie
Ieder kind en (jong)volwassene moet zich in een stimulerende (leer)omgeving optimaal kunnen ontplooien tot een zelfstandig en sociaal individu, doordat de gemeente met partners investeert in bestaanszekerheid, kansengelijkheid en gezondheid. Onderwijs is cruciaal voor de persoonlijke ontwikkeling en bereidt kinderen en jongeren voor op het leveren van een positieve bijdrage aan de gemeenschap, zodat de huidige leerlingen in de toekomst zelfstandige burgers zijn die kunnen voorzien in hun bestaan, kansen hebben gekregen en in staat zijn hun gezondheid positief vorm te geven. Een optimale ontwikkeling is het doel en dit bereiken we door leerlingen vroegtijdig te begeleiden en door onderwijs en naschoolse activiteiten op maat te bieden. Kwetsbare groepen, zoals jongeren met een onderwijsachterstand of met een afstand tot de arbeidsmarkt, kunnen rekenen op een extra steuntje in de rug. Dit vergt vernieuwing, samenwerking en verbinding tussen alle betrokken partijen. Opvoeding, onderwijs en werk lopen immers door elkaar. Kinderopvang, scholen, ouders, (jeugd)zorgaanbieders, werkgevers en gemeente werken samen om uitdagingen vroeg te signaleren, passende oplossingen te vinden en iedere jeugdige op te leiden tot een waardevolle professional. De gezamenlijke ambities zijn vastgelegd in de Lokale Educatieve Agenda 2021-2030.
De belangrijkste uitgangspunten voor 2026 zijn:
- •
Gelijke kansen: iedereen verdient gelijke kansen ongeacht afkomst, opleidingsniveau of omgevingsfactoren;
- •
Ouderbetrokkenheid: ouders participeren in de schoolloopbaan van hun kind, thuis en op school;
- •
Talentontwikkeling: ontdekken van het eigen talent vergroot zelfvertrouwen en stimuleert zelfontplooiing, zodat kinderen (zo veel mogelijk) in staat zijn om zowel fysiek als mentaal een gezond leven te lijden;
- •
Toekomstgericht: ontwikkelen van 21e-eeuwse vaardigheden draagt bij aan zelfredzame burgers in de toekomst, die kunnen voorzien in hun bestaan;
- •
Veiligheid: veiligheid thuis, op school en in de vrije tijd is voorwaardelijk voor een optimale ontwikkeling.
Doelen van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’
Voor ieder kind, iedere jongere of volwassene wordt gezocht naar een passende speel- of leeromgeving, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De subsidies onder deze doelstelling worden met name preventief ingezet. Een deel van het subsidiebudget is bestemd voor het uitvoeren van wettelijke taken waar de gemeente een Rijksbijdrage voor ontvangt. Dit subsidiebudget kan alleen besteed worden aan activiteiten die voldoen aan de wettelijke criteria. Het gaat hierbij om activiteiten voor het bestrijden van onderwijsachterstanden en het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie.
Effecten van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’
- •
De inwoners in Zoetermeer beschikken over voldoende basisvaardigheden om zelfstandig deel te kunnen nemen aan de samenleving.
- •
Gelijke en betere ontwikkelkansen voor kinderen en jongeren van nul tot 27 jaar;
- •
Het aantoonbaar verminderen en voorkomen van (taal)ontwikkelingsachterstanden bij kinderen in de leeftijd van 2 tot 12 jaar.
- •
Ouders zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind;
- •
Het kinderopvang en/of onderwijsaanbod is kwalitatief goed en wordt behouden of verhoogd via de (door)ontwikkeling van integrale kind centra;
- •
De samenwerking met andere organisaties wordt geoptimaliseerd daar waar dit de kwaliteit van de activiteit verhoogd;
Doelen van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’
Voor ieder kind en iedere jongere kan begeleiding ingezet worden, zodat voorkomen wordt dat leerlingen thuiszitten of het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie. Hierbij geven wij de voorkeur aan groepsgerichte begeleiding waar mogelijk, en maatwerk waar nodig. Dit gebeurt in samenwerking en samenspraak met de scholen. De focus ligt hierbij op de scholen waar de uitval het grootst is, zoals het voorbereidend- en middelbaar beroepsonderwijs. De activiteiten moeten aanvullend zijn op de wettelijke (basis) taken van het onderwijs en/of gemeente. Een deel van het subsidiebudget is bestemd voor het uitvoeren van wettelijke taken door de gemeente. Het gaat hierbij om activiteiten voor de uitvoering van leerplicht en Doorstroompunt, die moeten voldoen aan de wettelijke criteria.
Effecten van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’
- •
Meer kinderen en jongeren ontwikkelen zich tot een voor hen zo hoog mogelijk niveau, zo mogelijk met een startkwalificatie (diploma havo, vwo of mbo2 en hoger);
- •
De uitval in het onderwijs wordt beperkt tot maximaal 2,4% van de leerlingen en studenten van het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs;
- •
De doorstroom binnen het onderwijs en naar de arbeidsmarkt wordt bevorderd;
- •
Ouders zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind;
- •
De samenwerking met andere organisaties wordt geoptimaliseerd, zodat dit de kwaliteit van de activiteit verhoogt.
Beoordelingscriteria
De subsidieaanvrager moet aannemelijk maken dat de resultaten van de geboden activiteiten bijdragen aan het bereiken van de genoemde doelstellingen en effecten.
Hiernaast wordt bij de beoordeling van de subsidieaanvragen kritisch gekeken naar de onderbouwing van de kwaliteit en effectiviteit van de activiteiten. Van organisaties wordt verwacht dat zij in hun subsidieaanvraag onderbouwen:
- •
Wat de omvang en het bereik is van de doelgroep;
- •
Hoe wordt gestuurd op de kwaliteit, zodat de activiteit op de juiste wijze wordt uitgevoerd en dat er binnen de organisatie op dit gebied aandacht is voor leren en verbeteren;
- •
Of de activiteit aantoonbaar als effectief of kansrijk bewezen is (zie ook: Databank Effectieve Jeugdinterventies of menukaart OCW interventies in onderwijs).
- •
Welke effecten zij met de activiteit beogen te bereiken, op de korte en lange termijn, en hoe zij dit meten (welke indicatoren), monitoren en evalueren;
- •
Hoe zij zorgdragen voor het meten van de tevredenheid;
- •
Hoe zij doelgericht samenwerken met andere organisaties om zo de effectiviteit van de activiteit te vergroten.
Daarnaast wordt bij de beoordeling van de subsidieaanvragen belang gehecht aan de onderstaande criteria. De subsidieaanvraag moet aan ten minste een van deze criteria voldoen:
- •
Activiteiten dienen bij te dragen aan ten minste 1 van de 3 belangrijkste doelen binnen het sociaal domein: Investeren in bestaanszekerheid, gezondheid en kansengelijkheid (waarbij de focus ligt op gelijke onderwijskansen van kinderen en jongeren). Bij de afweging van de aanvraag wordt ook de samenhang met het bredere Sociaal Domein betrokken;
- •
Activiteiten dragen bij aan innovatief onderwijs door samenwerking tussen het onderwijs, overheid en bedrijfsleven (Triple helix);
- •
Activiteiten versterken het ‘Leven Lang Ontwikkelen’;
Subsidieaanvragen die een relatie hebben met het aanbod op scholen dienen in afstemming met het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs, betrokken schoolbesturen en/of het mbo ingediend te
2.2 Doelstelling ‘Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan’.
De subsidies binnen dit programmaonderdeel zijn bedoeld om de bestaanszekerheid van inwoners te versterken. De activiteiten dienen een bijdrage te leveren aan het aanpakken van geldzorgen, moeite met rondkomen en het voorkomen of oplossen van schulden.
Doelen en effecten
Binnen dit programmaonderdeel verstrekken we jaarlijks subsidies voor activiteiten gericht op:
- •
Administratieve ondersteuning van inwoners bij het op orde krijgen en houden van hun geldzaken.
- •
Preventie van problematische schulden en geldzorgen door vroegsignalering en voorlichting;
- •
Materiële ondersteuning gericht op minimale voedingsbehoeften en andere (noodzakelijke) basisbehoeften.
- •
Materiële ondersteuning gericht op kinderen uit gezinnen in armoede.
- •
Het ondersteunen en bijdragen aan een rustige en veilige omgeving voor een goede ontwikkeling van kinderen uit gezinnen in armoede.
Beoordelingscriteria
Activiteiten dienen bij te dragen aan ten minste één van de doelen en effecten hierboven in relatie tot het versterken van bestaanszekerheid. Aan het verstrekken van subsidie stellen we als voorwaarde:
- •
Aantoonbare samenwerking met relevante maatschappelijke partners en zorg voor kwaliteit en continuïteit in de dienstverlening.
- •
Aantoonbare onderlinge afstemming over activiteiten, bijvoorbeeld met organisaties die vergelijkbare kerntaken hebben. Activiteiten dienen elkaar aan te vullen, maatschappelijk rendement op te leveren en bij te dragen aan vernieuwing van het bestaande aanbod.
- •
Deelname aan het breed overleg armoedebestrijding.
- •
Deelname aan projecten en activiteiten op het gebied van armoede en schulden, die op verzoek van de gemeente worden georganiseerd of uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld gaan om activiteiten die bijdragen aan de gemeente brede zichtbaarheid van organisaties en daarmee aan het versterken van de sociale kaart.
- •
Relevante scholing van professionals en vrijwilligers op het terrein van geldzaken.
- •
Activiteiten gericht op het activeren dan wel financieel redzaam maken van inwoners die in armoede en/of schulden leven.
- •
Actief contact met de doelgroep om het aanbod aan te laten sluiten op de behoefte.
- •
Inbreng van eigen middelen dan wel de aanwezigheid van cofinanciering voor (onderdelen van) activiteiten.
- •
Inzicht te geven in financieel en maatschappelijk rendement van de activiteiten of inspanningen.
3.1. ‘Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp’.
Visie
Subsidieaanvragen die zich richten op dit programmaonderdeel moeten bijdragen aan het leggen van een stevige basis die ervoor zorgt dat kinderen en jongeren in Zoetermeer kansrijk, gezond en veilig kunnen opgroeien. Hoe steviger die basis, hoe beter het met onze jeugd gaat en hoe minder zorg en ondersteuning er nodig is. We willen de mogelijkheden voor onze jeugd versterken en hun problemen zo veel mogelijk beperken. Dat levert ons ook aan de ‘achterkant’ veel op. Want zo brengen we het gebruik van jeugdhulp op een verantwoorde manier terug.
Met de subsidieregeling voor dit programmaonderdeel:
- a.
Versterken we de uitvoeringskracht in die sociale basis, door impactgedreven te werken. Dit doen we door activiteiten mogelijk te maken die bewezen effectief of goed onderbouwd zijn en daarmee aannemelijk een positieve invloed hebben op de maatschappelijke doelen: kinderen en jongeren in Zoetermeer groeien kansrijk, gezond en veilig op;
- b.
Stimuleren we organisaties om uitkomsten van activiteiten te meten, hierin te leren en activiteiten blijvend te verbeteren. Zo kunnen we steeds meer betekenen voor kinderen en jongeren;
- c.
Realiseren we een samenhangend geheel van activiteiten dat impact heeft op de maatschappelijke doelen en samenwerking tussen organisaties stimuleert.
Maatschappelijke doelen en bepalende factoren
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat veel factoren in het leven van kinderen en jongeren de genoemde maatschappelijke doelen positief of juist negatief beïnvloeden. Niet al deze factoren vallen onder programmaonderdeel 3.1, bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp. Om in aanmerking te komen voor subsidie onder dit programmaonderdeel moet de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd positief bijdragen aan minimaal één van de volgende bepalende factoren, factoren die in sterke mate invloed hebben op de maatschappelijke doelen:
Bepalende factor |
Definitie |
Subsidiabel |
Opvoeding |
Omvat verschillende aanpasbare opvoedstijlen die ouders kunnen inzetten zoals ouderlijk toezicht, houding en alcoholgebruik van ouders, ouder-kind communicatie, betrokkenheid en ondersteuning door ouders. |
Preventieve activiteiten die positief opvoedgedrag van ouders en verzorgers bevorderen en negatief opvoedgedrag voorkomen en/of beperken. Zoals het versterken van opvoedvaardigheden en ouderlijke steun, het stimuleren van ouderlijke warmte en sensitief-responsief opvoedgedrag en het beperken en/of voorkomen van inconsequente en hardhandige opvoedstijlen |
Psychische problemen |
Onder psychische problemen vallen: depressie, PTSS (posttraumatische stressstoornis), psychopathologie, paranoia, stemmingswisselingen, mentale aandoeningen, mentale gezondheidsproblemen, zelfmoordpogingen/gedachten, slaapproblemen, eetstoornis, onbegrepen gedrag. |
Preventieve activiteiten die psychische problemen voorkomen en/of (in vroegtijdig stadium) beperken. Behandeling is niet subsidiabel. |
Sociaal-emotionele vaardigheden |
De vaardigheden die betrekking hebben op het herkennen en omgaan met eigen emoties en de omgang met anderen. |
Preventieve activiteiten die sociaal-emotionele vaardigheden versterken, zoals zelfeffectiviteit, empathie, coping, zelfregulatie en zelfvertrouwen. |
Gehechtheidsrelatie |
Een langdurige, affectieve relatie tussen ouder/verzorger en kind. De kwaliteit van de gehechtheidsrelatie kan variëren van veilig tot verschillende vormen van onveilig |
Preventieve activiteiten die bijdragen aan een veilige gehechtheidsrelatie en/of bijdragen aan het voorkomen en/of beperken van een onveilige gehechtheidsrelatie. |
Gezinsfunctioneren |
Meerdere aspecten van het gezinsleven, waaronder communicatie, problemen oplossen, verdeling van taken, conflictmanagement en gehechtheid. Het algemene niveau van kwaliteit, aanpassing of blijheid en tevredenheid van de relatie tussen ouders. |
Preventieve activiteiten die bijdragen aan het versterken van positief gezinsfunctioneren en/of bijdragen aan het voorkomen en/of beperken van negatief gezinsfunctioneren. |
Negatieve levensgebeurtenissen |
Hieronder vallen onder andere: stressvolle gebeurtenissen, misbruik, trauma, verwaarlozing, mishandeling, directe en indirect blootstelling aan rampen, gedwongen migratie, mensensmokkel, slachtofferschap (intimidatie, geweld, discriminatie) |
Preventieve activiteiten die bijdragen aan het voorkomen en/of beperken van gevolgen van negatieve en ingrijpende levensgebeurtenissen en trauma. |
Subsidie beoordeling
De activiteiten die onder dit programmaonderdeel in aanmerking komen voor subsidie kunnen interventies, programma’s of voorzieningen zijn:
- -
Interventie of programma: een aanpak met een weldoordachte, doelgerichte en systemische werkwijze (een methode of methodiek), met een nader omschreven tijdsduur en frequentie;
- -
Voorziening: een vrij-toegankelijke, voor alle inwoners beschikbare activiteit of dienst.
Onder dit programmaonderdeel wordt impact gedreven gesubsidieerd. Dit betekent dat subsidie wordt toegekend aan activiteiten die een zo groot mogelijke impact hebben op de maatschappelijke doelen:
- -
Omdat ze factoren beïnvloeden die het meest bepalend zijn voor het realiseren van de doelen;
- -
Omdat de activiteiten een zo hoog mogelijke kwaliteit hebben en bewezen effectief of minstens goed onderbouwd zijn.
Dit betekent ook dat de gemeente waar mogelijk bewezen effectieve interventies zal subsidiëren ter vervanging van interventies waarvoor onvoldoende aanwijzingen zijn van de effectiviteit.
Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen wordt gestreefd naar een samenhangend geheel aan activiteiten, realiseerbaar binnen de beschikbare financiële kaders. Het totaal aan activiteiten moet bijdragen aan de maatschappelijke doelen en is verspreid over de verschillende bepalende factoren, leeftijdscategorieën binnen jeugd, fasen in preventie (universeel, selectief en maatwerk) en leefwerelden (op school, in de wijk, thuis). Daar waar met groepsgerichte activiteiten de gewenste effecten kunnen worden behaald, heeft dit de voorkeur boven individuele activiteiten. Ook wordt belang gehecht aan activiteiten die worden gerealiseerd in samenwerking met andere beleidsterreinen om het effect van de activiteiten te versterken.
Vereisten
Per activiteit moeten de volgende onderdelen in de vragenlijst bij het subsidieverzoek worden beschreven:
Onder vraag 9 van de vragenlijst bij subsidieverzoek, ‘Aanbod activiteiten en prestaties’:
- 1.
Naam van de activiteit;
- 2.
Beschrijving van de activiteit;
Onder vraag 1 van de vragenlijst bij subsidieverzoek, ‘Doelen’:
- 3.
Onderbouwing van de bijdrage van de activiteit aan de hierboven genoemde bepalende factoren, zo veel mogelijk ondersteund door wetenschappelijke literatuur;
- 4.
Fase van preventie van de activiteit: universele preventie (informatie & advies over opvoeden en opgroeien, sociale kaart functie, collectieve activiteiten die voor alle jeugdigen en ouders beschikbaar zijn), selectieve preventie (activiteiten gericht op doelgroepen met een verhoogd risico), maatwerk preventie (activiteiten voor jeugdigen en ouders met beginnende klachten of ter afschaling van specialistische jeugdhulp);
Onder vraag 2 van de vragenlijst bij subsidieverzoek, ‘Effecten’:
- 5.
Onderbouwing van kwaliteit en effectiviteit van de activiteit (beschrijving van de werkzame kernelementen van de activiteit die ervoor zorgen dat de juiste resultaten worden bereikt, zo veel als mogelijk ondersteund door onafhankelijk onderzoek);
- 6.
Uitkomstmaat/maten en meetinstrument waarmee effect van de activiteit wordt gemeten;
Onder vraag 3 van de vragenlijst bij subsidieverzoek, ‘Doelgroep’:
- 7.
Doelgroep van de activiteit;
- 8.
Bereik per activiteit (het aantal directe deelnemers aan de activiteit);
- 9.
Leefwereld(en) waar de activiteit wordt uitgevoerd (op school, in de wijk, thuis);
- 10.
In welke wijk(en) en/of buurt(en) de activiteit wordt uitgevoegd;
Onder vraag 5 van de vragenlijst bij subsidieverzoek, ‘Samenwerking’:
- 11.
Samenwerking met andere partners, inclusief de wijze van samenwerking en eventuele samenwerkingsafspraken;
Onder vraag 7 van de vragenlijst bij subsidieverzoek, ‘Kwaliteit van de dienstverlening’:
- 12.
Beschrijving van de structurele werkwijze van meten, leren en verbeteren;
Onder vraag 8 van de vragenlijst bij subsidieverzoek, ‘Hoogte van het gevraagde subsidiebedrag’:
- 13.
Prijs van de activiteit, per Zoetermeerse jeugdige;
- 14.
Het aantal deelnemers per activiteit;
- 15.
Het aantal keer dat de activiteit wordt uitgevoerd (volume).
3.2 ‘Bevorderen meedoen aan de samenleving en zelfstandig wonen’.
Binnen de doelstelling ‘Bevorderen meedoen aan de samenleving en zelfstandig wonen’ worden de volgende maatschappelijke opgaven onderscheiden:
- 1.
Versterken sociale basis
- 2.
Een inclusieve en diverse stad.
- 3.
Elkaar helpen en ondersteunen van vrijwilligers
- 4.
Aanpak eenzaamheid
- 5.
Organiseren van maatschappelijke zorg
De maatschappelijke opgaven:
Maatschappelijke opgave 1: Versterken Sociale Basis
Binnen deze opgave worden activiteiten ondersteund die bijdragen aan een sterke(re) sociale basis in wijken en buurten. Netwerkvorming is een belangrijke manier om wijkactivering te stimuleren. Wijk -en buurtverenigingen, maatschappelijke organisaties en (burger)initiatieven spelen hierin een belangrijke rol.
Doelgroep
- •
Inwoners.
Doel
Een grotere mate van sociale samenhang en leefbaarheid in de wijken om zo bij te dragen aan een sterke(re) sociale basis.
Te bereiken effecten
- •
Inwoners met en zonder een beperking voelen zich ondersteund bij (het organiseren van) activiteiten die bijdragen aan sociale cohesie.
- •
Inwoners met verschillende achtergronden die met elkaar in een buurt samenleven, hebben onderling begrip voor elkaar.
- •
Inwoners voelen zich ondersteund bij het oplossen van conflicten.
- •
Inwoners zijn gemotiveerd en geactiveerd om zaken rondom leefbaarheid en sociale cohesie in hun buurt of wijk aan te pakken.
- •
De ondersteuning sluit aan bij wensen, initiatieven, talenten en kansen in de wijk, zoveel mogelijk in samenwerking met andere partijen die in de wijk actief zijn en met inwoners.
- •
Inwoners zijn gestimuleerd en ondersteund om mee te doen aan activiteiten die de betrokkenheid in hun directe woonomgeving, en de leefbaarheid en sociale cohesie in buurten en wijken bevorderen.
- •
Er is meer verbinding tussen organisaties, verenigingen en ondernemers (in de wijk) om activiteiten en initiatieven uit te voeren die de leefbaarheid en/of sociale cohesie bevorderen en eenzaamheid voorkomen of bestrijden.
Prestaties
- •
Er worden activiteiten georganiseerd voor inwoners met en zonder beperking die bijdragen aan empowerment, waarbij het eigenaarschap bij de inwoners blijft.
- •
Inwoners, verenigingen en ondernemers ontwikkelen initiatieven voor de buurt of wijk die leiden tot meer contact en betrokkenheid tussen buurtbewoners.
- •
Plekken in de wijk waar de sociale cohesie onder druk staat worden extra ondersteund.
- •
Inwoners worden gefaciliteerd bij (het organiseren van) activiteiten voor/ door zeer kwetsbare groepen zoals inwoners met een zintuiglijke of verstandelijke handicap.
- •
Organisaties, gevestigd in maatschappelijk vastgoed, stellen hun accommodatie open voor buurtinitiatieven, activiteiten, ontspanning en ontmoeting door en voor alle wijkbewoners.
- •
Buurtbewoners die knelpunten of conflicten ervaren in het samenleven in hun straat of buurt, worden kortdurend ondersteund en begeleid.
Maatschappelijke opgave 2: Een inclusieve en diverse stad.
Zoetermeer is een stad met ruimte voor verschillen. Een stad waar respect, gelijkwaardigheid en compassie kernwaarden zijn en waar discriminatie en sociale uitsluiting geen plek hebben. In Zoetermeer voeren we met elkaar het gesprek, ook als het even moeilijk is en geven we emancipatiebewegingen de ruimte om zichzelf te ontwikkelen. Iedere Zoetermeerder moet zichzelf kunnen zijn en zich vrij en veilig voelen om dat te uiten.
Doelgroep
- •
Alle inwoners
- •
Vluchtelingen
Doel
- •
Een inclusieve stad in 2040 waarin alle inwoners zich welkom en thuis voelen.
- •
Gelijkwaardigheid en gelijke ontwikkelingskansen voor alle inwoners.
- •
Grote betrokkenheid van inwoners in de wijk en in de stad. Meedoen, meepraten en meedenken staan voorop.
- •
Een netwerk van organisaties, kennisinstellingen en betrokkenen werkt samen aan vraagstukken over thema’s als inclusie, gelijke kansen, discriminatie en sociale uitsluiting.
Te bereiken effecten
- •
Inwoners ervaren Zoetermeer als een veilige en inclusieve stad, met aandacht voor verschillen en waar discriminatie en sociale uitsluiting niet worden geaccepteerd.
- •
Inwoners voelen zich ondersteund, veilig en weerbaar op school, op straat, het werk, in de zorg, in sport, bij bezoek aan een culturele instelling, in de openbare ruimte en in de eigen sociale kring.
- •
Inwoners worden niet gediscrimineerd en/of uitgesloten op de arbeidsmarkt en/of stageplekken.
- •
Inwoners voelen zich veilig in de digitale leefomgeving (sociale media).
- •
Alle Inwoners ervaren gelijke ontwikkelkansen.
- •
Inwoners uit LHBTIQ+ en de vrouwen- community ervaren een extra steun in de rug bij hun emancipatieproces.
- •
Inwoners ervaren betrokkenheid en eigenaarschap bij het agenderen van belangrijke thema’s en onderwerpen.
Prestaties
- •
Inwoners die zich gediscrimineerd voelen kunnen hun ervaring melden bij het regionale meldpunt, ontvangen advies en zo nodig ondersteuning.
- •
Er is aandacht voor LHBTQI deskundigheidsbevordering binnen hulp -en zorgverlening.
- •
Er is aandacht voor LHBTQI+ zichtbaarheid, trots en community-building in de stad.
- •
Er is aandacht voor het overbruggen van individuele verschillen en verschillen tussen groepen door voorlichtingen, gastlessen en educatie.
- •
Gesprekken tussen, tussen individuen en groepen die verschillen op alle denkbare gronden, wordt gestimuleerd om meer verbondenheid te creëren.
- •
Er is aandacht voor het slavernijverleden en moderne slavernij.
- •
Inwoners worden betrokken bij belangrijke thema’s door middel van stadsgesprekken en dialogen
- •
Het huidige samenwerkingsverband van de gemeente onder de noemer ‘Coalitie inclusie en diversiteit in Zoetermeer’ bouwt aan een breder netwerk.
- •
Er is een lokale agenda/jaarprogrammering waarin expertise en kennis worden gebundeld.
- •
Er is een duidelijke communicatiestrategie naar de inwoners over de lokale agenda/jaarprogrammering
- •
Er is extra aandacht voor de aanpak van de meest voorkomende gronden van discriminatie en sociale uitsluiting
- •
De samenwerkingspartners zetten zich in om voorlichting, advies en preventieve interventies te organiseren en een breed aanbod voor de inwoners te ontwikkelen.
- •
Jongereninitiatieven vormen een belangrijke basis van de (preventieve) aanpak in de lokale agenda om als voorbeeld te fungeren.
Vluchtelingen-ondersteuning
- •
Statushouders ontvangen hulp bij vestiging in de gemeente en maatschappelijke begeleiding om hen te helpen bij hun integratie in de Zoetermeerse samenleving.
- •
Voor en met statushouders zijn de basisvoorwaarden gerealiseerd: inkomen, financiële zelfredzaamheid, sociaal netwerk, scholing, (vrijwilligers)werk, etc.
Maatschappelijke opgave 3: Elkaar Helpen en ondersteunen van vrijwilligers
Inwoners die elkaar helpen (ofwel informele hulp) zijn essentieel voor het functioneren van de Zoetermeerse samenleving op de terreinen welzijn en zorg. Gemeente Zoetermeer wil stimuleren dat inwoners ‘samen redzaam’ worden. Dit houdt in dat mensen die minder zelfredzaam zijn worden geholpen door zelfredzame inwoners. Veel inwoners in Zoetermeer willen wat voor een ander betekenen. Soms is een inspanning nodig om de verbinding tussen inwoners te leggen die kunnen helpen en die hulp nodig hebben. Binnen deze opgave worden voorzieningen ondersteund die deze verbinding tussen inwoners stimuleren en faciliteren.
Doelgroep
- •
Vrijwilligers.
- •
Mantelzorgers.
- •
Inwoners met een hulpvraag.
- •
Inwoners die iets voor een ander willen doen.
- •
Organisaties en initiatieven die stimuleren en faciliteren dat inwoners elkaar kunnen helpen.
Doel: Een samenleving waar mensen elkaar helpen en een infrastructuur die inwoners daartoe stimuleert en faciliteert.
Te bereiken resultaten
- •
Er is een passend aanbod van informele hulp dat complementair is aan formele hulp.
- •
Inwoners zijn gestimuleerd en gefaciliteerd om informele hulp te bieden.
- •
Inwoners met een hulpvraag en inwoners met een hulpaanbod vinden elkaar.
- •
Inwoners weten bij welke initiatieven/organisaties zij terecht kunnen voor informele hulp en ondersteuning.
- •
Mantelzorgers voelen zich goed ondersteund en raken niet overbelast.
- •
Er is een goede wisselwerking tussen formele en informele hulp.
Prestaties
Vrijwillige hulp
- •
Inwoners helpen elkaar van A naar B door middel van o.a. een ouderenbus, personenvervoer of begeleid vervoer.
- •
Inwoners verlenen diensten aan elkaar, bijvoorbeeld in de vorm van o.a. huisbezoek 75+, boodschappendienst, klussendienst, maatjesprojecten, vrijwillige respijtzorg en projectmatig vrijwilligerswerk.
Vrijwilligersondersteuning
- •
Professionele en vrijwilligersorganisaties vormen onderlinge netwerken in het sociaal domein. Zo kunnen ze beter samenwerken, kennis delen en vrijwilligers uitwisselen.
- •
Vrijwilligers kunnen hun talenten en kennis vergroten met opleidingen. Zo zijn ze goed toegerust op de praktijk.
Aparte Subsidieregeling Vrijwilligersondersteuning
Voor de ontwikkeling en implementatie van nieuwe ideeën van vrijwilligers(organisaties) heeft de gemeente een Subsidieregeling Vrijwilligersondersteuning opgesteld. Het gaat om activiteiten, producten, diensten en trainingen die ervoor zorgen dat vrijwilligers hun werk beter kunnen doen en zorgen voor een betere samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties. (Vrijwilligers)organisaties kunnen een subsidieaanvraag doen, passend bij de criteria uit deze subsidieregeling. U vindt deze op onze website.
Voorwaarden
- •
Inwoners worden gestimuleerd en gefaciliteerd om elkaar te helpen. De focus dient erop te liggen dat de informele hulp ten gunste komt aan kwetsbare inwoners.
- •
In kader van dit thema dienen activiteiten van (professionele) organisaties te bewerkstelligen dat inwoners elkaar beter kunnen helpen.
- •
Professionals voeren in het kader van dit thema zelf geen activiteiten uit die ook door vrijwilligers uitgevoerd kunnen worden: zij stellen vrijwilligers in staat om activiteiten uit te voeren in kader van informele hulp.
- •
Organisaties hebben aandacht voor het delen van kennis: zo leren zij van elkaar en kunnen zij hun aanbod versterken.
Maatschappelijke opgave 4: Aanpak Eenzaamheid
Voor de aanpak van eenzaamheid zet de gemeente in op een lokale aanpak langs de vijf pijlers, zoals in het landelijke programma één tegen eenzaamheid staan geformuleerd: bestuurlijk commitment, een sterk netwerk creëren, mensen met gevoelens van eenzaamheid zelf betrekken, aan een duurzame aanpak werken en monitoring en evaluatie organiseren. De aanpak eenzaamheid van Zoetermeer richt zich op preventie en het verminderen van eenzaamheid onder alle inwoners met extra aandacht voor jongeren.
Doelgroep
- •
Alle inwoners van Zoetermeer
Doel: Eenzaamheid onder inwoners van Zoetermeer is verminderd.
Te bereiken effecten
- •
Inwoners worden gestimuleerd om in hun directe leefomgeving naar elkaar om te kijken, initiatieven te ontwikkelen en hun informele netwerk te versterken.
- •
Er is een netwerk van verschillende sociale eetinitiatieven waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten en een gezonde maaltijd kunnen koken en/of ontvangen.
- •
Het sociale netwerk van (eenzame) inwoners is versterkt.
Prestaties
- •
Organisaties, verenigingen en ondernemers werken samen in netwerken en allianties om eenzaamheid aan te pakken. Zij verbinden wat er al is en werken met praktisch toepasbare methodieken en werkwijzen.
- •
Organisaties, verenigingen en ondernemers worden gestimuleerd om maatschappelijke initiatieven (zoals bijvoorbeeld sociale eetinitiatieven) te organiseren om eenzaamheid te verminderen.
- •
Verschillende sociale eetinitiatieven vormen gezamenlijk een netwerk om het aanbod beter richting inwoners te ontsluiten en in samenwerking goed op de vraag van inwoners in te spelen.
Maatschappelijke opgave 5: Organiseren van Maatschappelijke Zorg
Binnen deze opgave worden vooral voorzieningen ondersteund die een vangnetfunctie voor de doelgroep OGGZ/GGZ vervullen. Inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben en hier niet om (willen) vragen wordt een veilig vangnet geboden waarmee zij toch hulp kunnen krijgen.
Doelgroepen
- •
Personen waarover inwoners of professionals zorgen hebben.
- •
Inwoners met psychische/psychosociale problematiek.
- •
Inwoners die dakloos dreigen te worden al dan niet vanwege ernstige meervoudige problematiek.
Doel
- •
Een veilig vangnet en effectieve ondersteuningsstructuur, in de wijken en stedelijk.
Te bereiken resultaten
- •
Tegengaan van maatschappelijke teloorgang, het beperken van overlast en het verminderen van persoonlijk leed door in een vroeg stadium contact te leggen (vertrouwen, stimuleren en motiveren): thuis of op straat.
- •
Inwoners waarover zorgen zijn of zorgmijders, zijn toegeleid naar passende zorg of ondersteuning.
- •
De pool van ervaringswerkers is bekend bij de professionele hulpverleners.
Inzet
- •
Inwoners kunnen hun zorgen over een andere inwoner melden bij één meldpunt, ook als het gaat om meldingen in het kader van de Wvggz.
- •
Inwoners die zelf niet vragen om zorg of ondersteuning maar deze wel nodig hebben zijn actief benaderd (door wijk-ggz, wijkcoach, wijkverpleegkundige, verslavingszorg, bemoeizorg MO/OGGZ groep).
- •
Voor professionals is een consultatie- en triagefunctie GGZ beschikbaar.
- •
Voor inwoners waarvoor het gewenst is dat zij even uit de eigen omgeving zijn om escalatie te voorkomen is een time-outvoorziening beschikbaar.
- •
Ervaringswerkers/ervaringsdeskundigen op het terrein van GGZ hebben een professionele ‘thuishaven’, worden actief betrokken bij ondersteuning aan inwoners en verzorgen in de wijk laagdrempelige herstelactiviteiten.
Voorwaarden
- •
Partijen hebben ieder een specifieke expertise.
- •
Er is aantoonbare onderlinge afstemming over activiteiten zodat deze complementair zijn.
- •
Partijen zijn verankerd in de lokale zorgverlening en ondersteuning op wijkniveau.
- •
Er is samenwerking met (vrijwilligers)organisaties in het sociale en veiligheidsdomein (Wmo, jeugd, werk en inkomen, wonen, politie).
3.3 ‘Bevorderen Gezondheid en Welbevinden’.
Een goede gezondheid is belangrijk voor iedereen. De gemeente beschouwt gezondheid op een positieve manier: ‘gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te (blijven) voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven’.
De maatschappelijke opgave:
Binnen de opgave gezond leven makkelijker maken ondersteunt de gemeente activiteiten die bijdragen aan:
- •
Bewustzijn creëren over gezond leven en inwoners steeds uitnodigen om aan hun gezondheid te werken.
- •
De gezondheid van mensen verbeteren en waar mogelijk (chronische) ziekten voorkomen.
- •
Gezondheidsbescherming op peil houden, waar nodig verbeteren en nieuwe bedreigingen het hoofd bieden.
- •
Gezondheidsachterstanden verkleinen.
- •
Zwaardere zorgvragen voorkomen door preventie een vanzelfsprekende eerste stap te maken in de keten van welzijn en zorg.
Doelgroep:
- •
Alle inwoners van Zoetermeer
- •
Personen met (een verhoogd risico op) gezondheidsproblemen, zowel fysiek als mentaal.
Doel
- •
Stimuleren van een gezonde leefstijl en het bestrijden van overgewicht en obesitas.
- •
Stimuleren van een gezonde fysieke en sociale leefomgeving.
- •
Vitaal ouder worden.
- •
Terugdringen van gezondheidsachterstanden.
- •
Versterken van de verbinding van gezondheid met de sociale basis1;
- •
Versterken van de mentale weerbaarheid en mentale gezondheid.
Te bereiken effecten
- •
Inwoners zijn zich bewust van het belang van gezond leven om ziekte te voorkomen.
- •
De gezondheid van mensen is verbeterd en waar mogelijk zijn (chronische) ziekten voorkomen.
- •
Gezondheidsbescherming wordt op peil gehouden en waar nodig verbeterd.
- •
Gezondheidsachterstanden zijn verkleind, vooral in wijken waar veel mensen wonen met een lage sociaaleconomische status (Meerzicht, Buytenwegh, Palenstein).
- •
Zwaardere zorgvragen zijn voorkomen door van preventie een vanzelfsprekende eerste stap te maken in de keten van welzijn en zorg.
Prestaties
- •
Inwoners met (risico op) overgewicht adviseren over gezonde voeding, voor zichzelf en hun kinderen.
- •
Inwoners met verhoogd risico op mentale problematiek mogelijkheid bieden in groepsverband hun psychosociale vaardigheden te verbeteren.
- •
Stimuleren van de eigen kracht van de kwetsbare inwoners en het gezonder maken van de wijk (bijv. door de inzet van preventie verpleegkundigen).
Voorwaarden
- •
Partijen hebben aantoonbare expertise op het terrein waar de subsidie voor wordt aangevraagd.
- •
Partijen werken vanuit de principes van Positieve Gezondheid en/of de prestaties zijn bewezen effectief op het terrein waar de subsidie voor wordt aangevraagd.
4 De subsidieplafonds
Het Subsidieregeling valt binnen de kaders van de meerjarenbegroting. Om te sturen op de inzet van middelen en voor de transparantie wordt gewerkt met subsidieplafonds. Het bedrag aan te verlenen subsidies kan per programma niet hoger zijn dan het plafond dat voor dat programma is vastgesteld.
De vaststelling van de plafonds vindt bij de vaststelling van het Subsidieregeling plaats. Dat is ruim voordat de gemeenteraad de meerjarenbegroting vaststelt. Daarom maken burgemeester en wethouders op basis van artikel 3 een begrotingsvoorbehoud: als de behandeling van de meerjarenbegroting daartoe aanleiding geeft, dan mogen burgemeester en wethouders de plafonds aanpassen.
Het subsidieplafond voor de ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2026’ sociaal domein 2026 is gesplitst in drie deelplafonds, te weten voor de subsidies die vallen onder programma 1: Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie en programma 2: Samenleven en ondersteunen.
‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2026’ sociaal domein 2026;
Deelplafond 1: Onderwijs |
€ 9.428.557 |
Deelplafond 2: Maatschappelijke ondersteuning |
€ 3.831.989 |
Deelplafond 3: Jeugd |
€ 8.583.789 |
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl