Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Culemborg 2025

Ondertekening

Algemene toelichting

Deze verordening geeft uitvoering aan de artikelen 3.8 en 3.9 van de Wet basisregistratie personen (hierna: Wet BRP). Het gaat in deze verordening om verstrekking door het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) van gegevens uit de basisregistratie, over de actuele en overleden inwoners van de eigen gemeente aan:

• a.

  organen van de eigen gemeente op grond van artikel 3.8 Wet BRP, zie artikel 1 van deze verordening; en

• b.

  derden die werkzaamheden uitvoeren met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente of die beschikken over voorafgaande schriftelijke toestemming van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt op grond van artikel 3.9 Wet BRP, zie artikel 2 van deze verordening.

Het college stelt hiervoor, als beheerder van de BRP, zie artikel 1.4 Wet BRP, nadere regels in het ‘Reglement gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente Culemborg’.

Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG)

Op de verwerking van persoonsgegevens op grond van de Wet BRP is de AVG van toepassing, echter niet volledig. Bepaalde rechten van betrokkenen worden specifiek in de Wet BRP geregeld, uitgesloten of beperkt. Zo bestaat er voor de BRP geen recht op beperking van gegevensverwerking en is het recht op het wissen van BRP-gegevens beperkt. Dit is gelegen in de essentiële functie die de BRP heeft als centrale en primaire informatiebron voor de overheid, waardoor de informatie in de basisregistratie betrouwbaar dient te zijn. Waar in de Wet BRP en de daarop gebaseerde regelgeving geen bijzondere bepalingen zijn opgenomen, gelden de regels van de AVG.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Verstrekkingen aan organen van de gemeente

• 1.

  Met dit artikel wordt aan het college de bevoegdheid gegeven om gegevens uit de basisregistratie te verstrekken aan organen van de eigen organisatie. Het college is bevoegd te bepalen welke gegevens uit de basisregistratie, over welke personen, voor welke taken en aan welke organen, teams of medewerkers deze vertrekkingen mogen plaatsvinden. Het college verstrekt slechts enkel gegevens die noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van de (publieke) taak van de betreffende organen, teams of medewerkers.

• 2.

  Verstrekking van gegevens kan op de volgende wijzen plaatsvinden:

  • a.

    rechtstreekse inzage; een afnemer is geautoriseerd om zelf de persoonslijsten in de BRP te raadplegen in de BRP-applicatie. De BRP-applicatie logt de data van inzage en geraadpleegde gegevens voor latere controles.

  • b.

    ad-hoc verstrekkingen; een afnemer, mits daartoe geautoriseerd, verzoekt per individuele situatie gegevensverstrekking.

  • c.

    selectie verstrekkingen; een afnemer, mits daartoe geautoriseerd, verzoekt op basis van een selectiedatum en selectiecriteria, vastgelegd in de voorwaarde-regel, verstrekking van gegevens van geselecteerde persoonslijsten.

  • d.

    spontane verstrekkingen; afnemers ontvangen bij iedere actualisering van een gegeven waarop zij volgens hun autorisatie recht hebben, automatisch een melding, op basis van de in de BRP-applicatie aanwezige afnemersindicaties.

  • e.

    incidentele verstrekkingen; een afnemer verzoekt om gegevens voor een specifiek, eenmalig doel, gelegen binnen diens publiekrechtelijke taak.

  • f.

    systematische verstrekkingen; een afnemer ontvangt persoonsgegevens uit persoonslijsten via een geautomatiseerde koppeling van de BRP-applicatie met de applicatie van de afnemer.

Artikel 2. Verstrekkingen aan derden

• 1.

  Dit artikel maakt het mogelijk dat het college van burgemeester en wethouders op verzoek van een derde gegevens kan verstrekken over inwoners van de gemeente. Dat mag enkel indien:

  • a.

    de inwoner waarover gegevens worden gevraagd aan de derde voorafgaand schriftelijk toestemming heeft gegeven aan de derde voor het opvragen van gegevens; óf

  • b.

    de derde gegevens opvraagt ten behoeve van werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente zoals omschreven in artikel 3.9 lid 1 en 2 Wet BRP.

• 2.

  Het college van burgemeester en wethouders legt in haar reglement vast aan welke categorieën derden en ten behoeve van welke werkzaamheden gegevens kunnen worden verstrekt zoals omschreven in artikel 1 lid b van deze verordening.

• 3.

  Verstrekking van gegevens vindt alleen plaats als dit noodzakelijk is voor het behartigen van het gerechtvaardigde belang van de derde, conform het reglement zoals hierboven omschreven in artikel 2, én voor zover dit de fundamentele rechten en vrijheden van ingeschrevenen niet in de weg staat. Het gewichtig maatschappelijk belang valt samen met gemeentelijk belang. Er worden slechts werkzaamheden en categorieën van derden aangewezen die samenhangen met een overheidstaak. Daarbij zal het college steeds de afweging maken of gegevensvertrekking noodzakelijk is en of gegevens niet op een andere wijze zijn te verkrijgen.

• 4.

  In het reglement van categorieën van derden aan wie gegevens mogen worden vertrekt door het college van burgemeester en wethouders, wordt omschreven welke gegevens maximaal mogen worden vertrekt en aan welke eventuele aanvullende voorwaarden moet worden voldaan.

  Artikel 3.9 lid 4 Wet BRP bepaalt dat in geen enkel geval andere gegevens mogen worden vertrekt dan: naam en naamgebruik, het geslacht, de naam van de (ex-)echtgenoot of (ex-) geregistreerde partner, het adres, de bijhoudingsgemeente, de geboortedatum en de datum van overlijden.

• 5.

  Het college van burgemeester en wethouders kan in haar reglement categorieën van derden of doelen aanwijzen, waaraan, in afwijking van lid 2 van dit artikel, in geen geval gegevens over ingeschrevenen verstrekt zullen worden.

• 6.

  Er worden aan derden geen gegevens vertrekt over de ingeschrevene, indien deze een verzoek tot verstrekkingsbeperking heeft ingediend volgens artikel 3.21 Wet BRP en in de persoonslijst een aantekening hieromtrent vermeld is.