Verordening gemeentelijke rekenkamer Roerdalen 2025

Geldend van 12-06-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamer Roerdalen 2025

De raad van de gemeente Roerdalen;

gelezen het voorstel van het raadspresidium van 12 mei 2025;

gelet op de artikelen 81k en 149 van de Gemeentewet;

Besluit

  • 1.

    In te trekken de Verordening gemeentelijke rekenkamer Roerdalen 2023

  • 2.

    Vast te stellen de Verordening gemeentelijke rekenkamer Roerdalen 2025

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • college: college van burgemeester en wethouders;

  • rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet[;

  • voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

Artikel 2. Rekenkamer

  • 1. Er is een rekenkamer.

  • 2. De rekenkamer bestaat uit maximaal 3 leden, waaronder een voorzitter.

Artikel 3. Klankbordgroep

  • 1. Er is een klankbordgroep voor de rekenkamer.

  • 2. De klankbordgroep bestaat uit maximaal 2 raadsleden.

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal 2 keer voor een periode van zes jaar worden benoemd.

Artikel 5. Ondersteuning

De rekenkamer heeft een secretaris.

Artikel 6. Budget

De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.

Artikel 7. Vergoeding

  • 1. De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering.

  • 2. De vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 175,- per vergadering en voor het lid € 150,- per vergadering. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd conform de methodiek van de programmabegroting.

  • 3. De vergoeding voor voorzitter en lid voor het verrichten van werkzaamheden, anders dan die betrekking hebben op het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen van de rekenkamer (o.a. het verrichten van zelfstandig onderzoekswerk), bedraagt € 50,- per uur. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd conform de methodiek van de programmabegroting.

  • 4. De leden van de rekenkamer ontvangen daarnaast een vergoeding voor hun reiskosten. Dit is maximaal de belastingvrije kilometervergoeding. Kosten van openbaar vervoer worden geheel vergoed.

Artikel 8. Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2025

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke rekenkamer Roerdalen 2025

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 28 mei 2025.

De griffier,

mr. M. Heijnens-Coenjaerts

De voorzitter,

mr. M. D. de Boer-Beerta

Toelichting

Algemeen

De verordening gemeentelijke rekenkamer Roerdalen is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).

De raad heeft op 14 december 2023 een onafhankelijke rekenkamer ingesteld. Zie artikel 81a van de Gemeentewet.

Op grond van artikel 81k van de Gemeentewet is ook een verordening opgesteld met bepalingen over de vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Niet alleen voor de vergoeding in de reiskosten maar ook voor de vergoeding voor de werkzaamheden, voorbereiden en bijwonen van vergaderingen is bepaald dat deze vergoedingen jaarlijks geïndexeerd worden conform de methodiek van de programmabegroting. Dat wil zeggen dat de vergoedingen en het totale budget conform de programmabegroting jaarlijks wordt aangepast aan het algemeen inflatiepercentage (bijv. conform CPB raming maart 2025 voor de programmabegroting 2026) prijs materiële overheidsconsumptie.

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

Artikel 2. Rekenkamer

In het eerste lid stelt de raad de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 81a van de Gemeentewet).

Artikel 3. Klankbordgroep

Rekenkamers hebben in de praktijk soms behoefte om informatie in te winnen bij een afvaardiging van de raad. Voor vragen als wat leeft er binnen de raad en hoe is de organisatie van de raad geregeld. Ook bestaat soms behoefte om organisatorische wijzigingen binnen de rekenkamer of veranderingen in het rekenkamerbudget te bespreken. De raad kan een klankbordgroep (of andere benaming) instellen die fungeert als het aanspreekpunt voor de rekenkamer. Ook is het mogelijk een al ingesteld gremium, zoals een auditcommissie, als aanspreekpunt aan te wijzen. De raad kan zelf het aantal leden en de taken van de klankbordgroep bepalen, maar is niet verplicht een klankbordgroep in te stellen. Hij kan het bijvoorbeeld ook aan de rekenkamer overlaten.

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste en vierde lid, van de Gemeentewet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde raden wordt beslist. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 81c, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. (Zie Kamerstukken 27 751, nr. 3, p. 68.)

Artikel 5. Ondersteuning

In de Gemeentewet is geregeld dat burgemeester en wethouders op voordracht van de voorzitter of het enige lid van de rekenkamer besluit tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten met zoveel ambtenaren van de rekenkamer als nodig zijn voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j, tweede lid). De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren (artikel 81j, derde lid). Dit betekent dat griffiemedewerkers deels voor de griffie en deels voor de rekenkamer kunnen werken. Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer zijn de ambtenaren, inclusief dus de griffiemedewerkers, voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 81j, vierde lid).

Dit artikel voorziet in het benoemen van een secretaris en plaatsvervangend secretaris(sen) voor de rekenkamer.

Artikel 6. Budget

De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j van de Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken.

Artikel 7. Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (artikel 81k van de Gemeentewet).

De bedragen worden jaarlijks geïndexeerd conform de methodiek van de programmabegroting. Dat wil zeggen dat de vergoedingen en het totale budget conform de programmabegroting jaarlijks wordt aangepast aan het algemeen inflatiepercentage (conform CPB raming maart 2025 voor de programmabegroting 2026) prijs materiële overheidsconsumptie.