Subsidieregeling Pilot Jongerenwerk mbo Amsterdam

Geldend van 07-06-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Pilot Jongerenwerk mbo Amsterdam

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023,

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling Pilot Jongerenwerk mbo Amsterdam

Artikel 1 Definities

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    jongerenwerkorganisatie: jongerenwerkorganisatie die op grond van de Subsidieverordening Sociale Basis 2025 een subsidie ontvangt voor het uitvoeren van het regulier jongerenwerk in een stadsdeel;

  • -

    mbo-college: Amsterdamse locatie van de ROCvA, waarin verschillende opleidingen gevestigd zijn en dat deelneemt aan de pilot jongerenwerk mbo;

  • -

    Jongerenwerk-mbo: jongerenwerk op een mbo-college, waarvan de inzet is gericht op het verbinden van de verschillende leefwerelden van studenten (thuis, mbo-college, straat en online) en het vroegtijdig signaleren van de ondersteuningsbehoeften van studenten op gebied van zorg en veiligheid;

  • -

    regulier jongerenwerk: buitenschools aanbod behorende tot de pedagogische basisinfrastructuur van de sociale basis, waarbij vakkundige, gekwalificeerde jongerenwerkers zich focussen op de begeleiding bij het opgroeien in de maatschappij en de ontwikkeling van jongeren in de leeftijd van ongeveer 10 – 23 jaar, waarbij het zwaartepunt ligt op het groepswerk;

  • -

    ROCvA: Regionaal Opleidingscentrum van Amsterdam

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Het doel van deze subsidieregeling is om door het subsidiëren van een pilot ‘Jongerenwerk op het mbo’ gezamenlijk met het ROCvA te onderzoeken of de inzet van jongerenwerk kan bijdragen aan het versterken van de veerkracht van mbo-studenten die een steuntje in de rug nodig hebben en het verbinden van de verschillende leefwerelden van jongeren.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten en de hoogte van de subsidie

  • 1. Het college kan voor de periode 1 augustus 2025 tot 1 augustus 2027 een eenmalige subsidie verlenen voor het uitvoeren van jongerenwerk op een mbo-college.

  • 2. De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van het aantal fte jongerenwerkers, waarvan het ROCvA vooraf heeft aangegeven dat hij gelet op de problematiek van studenten nodig denkt te hebben op een mbo-college, waarbij per volledige fte jongerenwerker een subsidiebedrag geldt van € 120.000.

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college stelt voor de activiteiten die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen voor de periode 1 augustus 2025 tot 1 augustus 2027 een subsidieplafond vast.

Artikel 6 Aanvrager

De subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een jongerenwerkorganisatie voor de uitvoering van jongerenwerk op een mbo-college dat gevestigd is in het stadsdeel waar deze jongerenwerkorganisatie ook het regulier jongerenwerk uitvoert.

Artikel 7 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 6, tweede lid, van de ASA 2023 wordt bij de subsidieaanvraag een gezamenlijk door de jongerenwerkorganisatie en het mbo-college opgesteld startdocument ingediend, waarin wordt ingegaan op:

  • a.

    de wijze waarop wordt aangesloten bij de beleidsuitgangspunten van de beleidsbrief ‘Vakkundig Jongerenwerk en de uitwerking daarvan in het werkkader ‘Jongerenwerk op het mbo’;

  • b.

    de keuze om jongerenwerk (vooral) in te zetten voor bepaalde opleidingen;

  • c.

    eventuele voor bepaalde studentengroepen benodigde specifieke door het jongerenwerk in te zetten expertise;

  • d.

    de wijze van samenwerking tussen jongerenwerk en het mbo-college, waarbij in ieder geval wordt beschreven:

    • i.

      de rol- en taakverdeling tussen jongerenwerk en medewerkers op het mbo-college;

    • ii.

      positionering van het jongerenwerk in het mbo-college;

    • iii.

      de samenwerkingsafspraken over de verbinding van jongerenwerk met de interne ondersteuningsstructuur van het mbo-college en met de jeugd- en veiligheidspartners rond het mbo;

  • e.

    indien voorafgaand aan het huidige subsidietijdvak jongerenwerk al is uitgevoerd door de jongerenwerkorganisatie op het mbo-college waar de aanvraag op ziet, op welke wijze eerder opgedane ervaringen zijn verwerkt in het startdocument.

Artikel 8 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie moet uiterlijk op 13 juni 2025 ingediend zijn bij het college.

Artikel 9 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 8, eerste lid, van de ASA 2023 weigert het college een subsidie geheel of gedeeltelijk te verlenen als:

  • a.

    de jongerenwerkorganisatie geen uitvoering geeft aan het regulier jongerenwerk in het stadsdeel waar het mbo-college gevestigd is;

  • b.

    het betrokken mbo-college geen deel uitmaakt van de pilot;

  • c.

    het aantal gevraagde fte’s jongerenwerk voor een mbo-college de door het ROCvA van te voren aangegeven benodigde inzet fte’s jongerenwerk overschrijdt.

Artikel 10 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 9 en 10 van de ASA 2023 geldt dat de subsidieontvanger gezamenlijk met het mbo-college zorg draagt voor de inhoudelijke tussentijdse verantwoording van de subsidie.

Artikel 11 Aanvraag vaststelling subsidie

Subsidieontvanger draagt er zorg voor dat het inhoudelijke verslag als bedoeld in artikel 16 van de ASA 2023, eerste lid onder a., gezamenlijk met het mbo-college waar het jongerenwerk-mbo is uitgevoerd, wordt opgesteld.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel III

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Pilot Jongerenwerk mbo Amsterdam

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 mei 2025.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Bijlage Toelichting Pilot Jongerenwerk op het mbo

Algemeen

Een deel van de jongeren komt niet naar jongerencentra en brengt zijn vrije tijd niet door op straat of in de buurt. Vooral bij meisjes zien we dit. Mede daarom is begin 2021 gestart met Jongerenwerk in School (JiS) op het voortgezet onderwijs in Amsterdam. Jongerenwerk wordt daarbij vooral ingezet op scholen met leerlingen uit sociaaleconomisch kwetsbare gezinnen en op scholen die aanlopen tegen (veiligheids-)problematiek op en om school.

Door Jongerenwerk in School heeft het jongerenwerk op het vo beter zicht op de leefwereld ‘school’. Daardoor kunnen zij de vier leefwerelden van jongeren (thuis, straat, online, school) beter aan elkaar verbinden. Uit onderzoek van Youth Spot1 naar jongerenwerk op het vo blijkt dat middelbare scholen voor jongerenwerkers een volwaardige ontmoetings- en werkplaats zijn geworden. Het onderzoek laat tevens zien dat het jongerenwerk een waardevolle bijdrage levert aan een positief en veilig schoolklimaat en zo een positieve impact heeft op de ontwikkeling van leerlingen.

De vraag naar jongerenwerk speelt breder dan alleen op het vo. In het mbo is ook behoefte aan preventieve (groepsgerichte) ondersteuning voor jongeren. Het ROCvA ervaart een toename in de gedragsproblematiek bij studenten. Daarnaast komt de straatcultuur steeds meer het mbo-college in. Hierdoor hebben mbo-colleges ook steeds vaker te maken met onrustige/onveilige situaties op en om de instellingen. Jongerenwerk kan een rol spelen in het tegengaan van dit soort situaties, doordat jongerenwerkers zicht hebben op de verschillende leefwerelden van jongeren. Vanuit die brede blik kunnen jongerenwerkers behoeften van jongeren signaleren op het gebied van welzijn of zorgen rondom (lichte) veiligheidsvraagstukken.

Door middel van een pilot onderzoekt de gemeente samen met het ROCvA of jongerenwerk op het mbo succesvol kan zijn in het versterken van de veerkracht van mbo-studenten die een steuntje in de rug nodig hebben en het verbinden van de verschillende leefwerelden van jongeren. De pilot wordt uitgevoerd door het ROCvA, de gemeente en de jongerenwerkorganisaties die ook het regulier jongerenwerk in Amsterdam verzorgen. Zij zullen gezamenlijk de pilot evalueren. Mogelijk wordt een derde organisatie gevraagd om de aanpak op effectiviteit te onderzoeken.

Het ROCvA draagt 50% bij in het totaal beschikbare subsidiebedrag. Ter voorkoming van verschillende geldstromen en de daarmee mogelijk verschillende verantwoordingseisen voor de jongerenwerkorganisaties hebben partijen er voor gekozen om het college via de subsidieregeling het beschikbare bedrag in de vorm van een subsidie te laten verstrekken. De jongerenwerkorganisatie heeft hierdoor te maken met verantwoordingseisen en subsidieverplichtingen die ook gelden voor de andere subsidies die zij van de gemeente Amsterdam ontvangen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Omdat het hier om een pilot gaat, is het hoofddoel om te onderzoeken of jongerenwerk op het mbo aantoonbaar positief bijdraagt aan het overkoepelende doel van jongerenwerk. Het overkoepelende doel van jongerenwerk op het mbo is het versterken van veerkracht van jongeren die een steuntje in de rug nodig hebben. Door het verbinden van de verschillende leefwerelden van jongeren (thuis, mbo-college, straat en online), signaleren jongerenwerkers de ondersteuningsbehoeften van jongeren op gebied van zorg en veiligheid vroegtijdig en kunnen ze problemen klein houden. Dit draagt bij aan goede ontwikkelkansen voor jongeren en een stabiele onderwijsloopbaan.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten en de hoogte van de subsidie

In dit artikel wordt in het eerste lid bepaald dat alleen een jongerenwerkorganisatie voor een eenmalige subsidie voor jongerenwerk op het mbo in aanmerking kan komen die ook het regulier jongerenwerk uitvoert in het stadsdeel waar het mbo-college gevestigd is.

Uit het tweede lid volgt verder dat het ROCvA vooraf een inschatting heeft gemaakt van het aantal fte jongerenwerkers dat het ROCvA gelet op de problematiek van de studenten op een mbo-college nodig denkt te hebben. De hoogte van de subsidie komt overeen met de bedragen die voor Jongerenwerk in School in het vo gelden.

Artikel 7 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

De subsidieaanvraag dient voorzien te zijn van een gezamenlijk door de jongerenwerkorganisatie en het mbo-college opgesteld startdocument. Dit betreft een werkwijze die ook gebruikelijk is bij de aanvragen voor Jongerenwerk in School in het vo. Jongerenwerk kan worden ingezet voor bepaalde opleiding(en) waar meer problemen spelen dan bij andere opleidingen binnen het mbo-college waarop de aanvraag ziet. In het startformulier dient dit nader te worden gemotiveerd, net als de inzet van specifieke expertise voor bepaalde studenten. Belangrijk is natuurlijk ook de wijze waarop jongerenwerkers zullen samenwerken met medewerkers van het mbo-college en andere jeugd- en veiligheidspartners, zoals het mbo-jeugdteam, het Jongerenpunt, Leerplicht, en het reguliere jongerenwerk. Als een jongerenwerkorganisatie al eerder op het mbo-college is ingezet dan dient er worden aangeven op welke wijze de eerdere ervaringen worden verwerkt in de aanpak voor de komende uitvoeringsperiode.

Artikel 10 Aanvullende subsidieverplichtingen

In dit artikel wordt bepaald dat de subsidieontvanger gezamenlijk met het mbo-college waarop hij werkzaam is de inhoudelijke tussentijdse verantwoording verzorgt.

Artikel 11 Aanvraag vaststelling subsidie

Ook het eindverslag behoort een samenwerkingsproduct te zijn van de subsidieontvanger en het mbo-college.


Noot
1

Van Dijk, T., Koetsenruijter, R. & Sieckelink, S. (2023). T wee jaar jongerenwerk op Amsterdamse scholen: een onderzoek naar implementatie, doelrealisatie en versterking, Lectoraat Youth Spot