Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740201
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740201/1
Omgevingsprogramma logiesaccommodaties Súdwest-Fryslân
Geldend van 07-06-2025 t/m heden
Intitulé
Omgevingsprogramma logiesaccommodaties Súdwest-FryslânHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;
Heeft overwogen dat:
- ●
onder de Omgevingswet een omgevingsprogramma één van de kerninstrumenten is om specifieke doelen voor de fysieke leefomgeving te bereiken;
- ●
de Omgevingsverordening Fryslân ruimte biedt voor de gemeente eigen afwegingen te maken in de ontwikkeling van logiesaccommodaties;
- ●
ook de recent vastgestelde visie Gastvrijheidseconomie 2035 reden geeft de mogelijkheden voor de ontwikkeling van logiesaccommodaties uit te werken in een Omgevingsprogramma logiesaccommodaties;
Gelet op artikel 3.4 van de Omgevingswet;
Besluit:
vast te stellen
het Omgevingsprogramma logiesaccommodaties Súdwest-Fryslân .
Inhoudsopgave
- 1.
Inleiding
- a.
Nieuw beleid
- b.
Waarom een omgevingsprogramma logiesaccommodaties
- c.
Doelstellingen omgevingsprogramma logiesaccommodaties Súdwest-Fryslân
- d.
Totstandkoming van het omgevingsprogramma logiesaccommodaties
- e.
Participatie
- f.
Omgevingsprogramma logiesaccommodaties met onwikkelkader en beleidsregels
- g.
Leeswijzer
- a.
- 2.
Analyse en ambitie logiesaccommodaties
- a.
Analyse
- b.
Ambitie
- a.
- 3.
Ontwikkelkader logiesaccommodaties
- a.
Inleiding
- b.
Algemene ontwikkelkaders
- i.
Seizoensverbreding en voldoende recreatieve diversiteit
- ii.
Goede langjarige exploitatie door toeristisch-recreatief ondernemerschap
- iii.
Versterken belevingskwaliteit
- iv.
Bijdragen aan maatschappelijke opgaven
- i.
- A.
Specifieke ontwikkelkaders recreatieve logiesvoorzieningen
- B.
Specifieke ontwikkelkaders kleinschalige recreatieve logiesvoorzieningen
- C.
Specifieke ontwikkelkaders recreatief medegebruik van woningen
- a.
- 4.
Bijlagen
- •
Bijlage 1 Beleidsregels en definities
- •
Bijlage 2 Hoofdpunten provinciaal beleid
- •
Bijlage 3 Hoofdpunten visie Gastvrijheidseconomie 2035
- •
- 5.
Slotbepaling
Hoofdstuk 1 Inleiding
- a.
Nieuw beleid
Súdwest-Fryslân heeft een grote aantrekkingskracht op toeristen. Binnen Fryslân heeft onze gemeente het grootste logiesaanbod en de meeste overnachtingen. In het Economisch actieplan 2023-2026 van de gemeente Súdwest-Fryslân is de gastvrijheidseconomie naast de maritieme en landbouw & agrofood sector, een parelsector. In de in april 2024 vastgestelde Visie Gastvrijheidseconomie 2035 is voor de toekomst een ambitie opgenomen waarin toerisme bijdraagt aan florerende gemeenschappen. Dit vraagt om een doorontwikkeling van recreatiebedrijven passend bij de menselijke maat, schaal en het lokale verdienvermogen van Súdwest-Fryslân. De op 1 januari 2024 in werking getreden Omgevingsverordening Fryslân biedt ook de nodige ruimte voor de gemeente om eigen afwegingen te maken in de ontwikkeling van logiesaccommodaties in de vorm van een omgevingsprogramma logiesaccommodaties.
Het ontwikkelkader uit 2022 is gezien de actualiteit niet meer actueel voor een goede beoordeling van de vele initiatieven binnen onze gemeente. Bovendien is er een uitwerking voor logiesaccommodaties nodig op de recent vastgestelde visie Gastvrijheidseconomie 2035. Ons nieuwe omgevingsprogramma logiesaccommodaties is daarop afgestemd en geactualiseerd. Het voorliggende omgevingsprogramma vervangt daarmee het ontwikkelkader uit 2022.
- b.
Waarom een omgevingsprogramma logiesaccommodaties?
Een omgevingsprogramma is één van de kerninstrumenten onder de Omgevingswet dat wordt gebruikt om specifieke doelen voor de fysieke leefomgeving te bereiken. Het omgevingsprogramma logiesaccommodaties zal worden gebruikt door de gemeente om nieuwe initiatieven snel en kwalitatief goed te kunnen beoordelen. Het omgevingsprogramma beschrijft welke aspecten van belang zijn om een toegevoegde waarde te bieden aan het aanbod van logiesaccommodaties in de gemeente Súdwest-Fryslân. Het sluit bovendien aan- en draagt bij aan de volgende ambities van de gemeente:
- •
Het is onderdeel van de uitvoering van de visie Gastvrijheidseconomie 2035.
- •
Het geeft duidelijkheid aan initiatiefnemers en eenduidige beoordeling van aanvragen.
- •
Het draagt bij aan een betere, gemeentelijke dienstverlening.
Daarnaast bevat het omgevingsprogramma beleidsregels om aanvragen voor logiesaccommodaties te kunnen beoordelen.
- c.
Doelstellingen omgevingsprogramma logiesaccommodaties Súdwest-Fryslân
Met het voorliggende omgevingsprogramma logiesaccommodaties Súdwest-Fryslân geven we duidelijkheid aan ondernemers met nieuwe ontwikkelplannen over:
- •
Welke vormen van logiesaccommodaties we waar willen toestaan.
- •
Welke omvang van logiesaccommodaties we willen toestaan.
- •
Onder welke voorwaarden logiesaccommodaties worden ontwikkeld.
Bovendien biedt het Omgevingsprogramma kans om aanvragen van ondernemers sneller te beantwoorden, zodat zij eerder weten waar ze mee aan de slag kunnen bij de ontwikkeling van hun bedrijf.
- d.
Totstandkoming van het omgevingsprogramma logiesaccommodaties
Bij de ontwikkeling zijn de volgende bouwstenen gebruikt:
- •
Omgevingsverordening Fryslân (in werking getreden in 2024).
- •
Visie Gastvrijheidseconomie 2035, Súdwest-Fryslân activeert je (2024).
- •
Omgevingsplan Súdwest-Fryslân, onderdelen Bestemmingsplan Buitengebied Súdwest-Fryslân I en II (2023) en onderdelen diverse bestemmingsplannen voor bebouwde kom gemeente Súdwest-Fryslân.
- •
Ontwikkelkader Logiesaccommodaties, Súdwest-Fryslân (2022).
- •
Omgevingsvisie 1.0 Súdwest-Fryslân (2021).
- •
Vitaliteitsonderzoek Logiesaccommodaties Fryslân (maart 2020).
- e.
Participatie
Bij de totstandkoming van de recent vastgestelde gemeentelijke beleidskaders (ontwikkelkader, visie Gastvrijheidseconomie en de recentste bestemmingsplannen) zijn uitgebreide participatietrajecten doorlopen met inwoners en bedrijven. Ook de logiesverstrekkende bedrijven zijn hierin zorgvuldig meegenomen. Daarnaast is gekeken naar de nieuwe regels uit de Omgevingsverordening Fryslân, waar ook een uitgebreid inspraaktraject voor is doorlopen. Er is dus in dit omgevingsprogramma vooral sprake van uitwerking en actualisatie van het bestaande gemeentelijke beleid op het gebied van logies.
Voor de totstandkoming van dit omgevingsprogramma logiesaccommodatie Súdwest-Fryslân heeft van 10 januari tot en met 20 februari 2025 een ontwerp ter inzage gelegen. Ten behoeve hiervan zijn in januari 2025 spreekuren georganiseerd voor initiatiefnemers die al eerder een plan hadden ingediend. Daarnaast is in februari 2025 een informatieavond georganiseerd voor alle belanghebbenden. In totaal zijn er 16 zienswijzen ingediend op basis waarvan een nota beantwoording zienswijzen is opgesteld. Bovendien is er overleg geweest met de provincie Fryslân. De zienswijzen en het overleg met de provincie hebben op enkele onderdelen geleid tot aanpassingen in het ontwerp. Deze aanpassingen hebben voornamelijk betrekking op jachthavens, aanscherping van definities, vereenvoudiging en verruiming van enkele eisen en het beperken van het maximum aantal kleinschalige kampeerterreinen dat in Súdwest-Fryslân mag doorgroeien naar 35 kampeerplaatsen. Bovendien is aangegeven om welke locaties het gaat bij doorgroei van enkele kleinschalige kampeerterreinen naar een regulier kampeerterrein.
- f.
Omgevingsprogramma logiesaccommodaties met ontwikkelkader en beleidsregels
Het ontwikkelkader en de beleidsregels logiesaccommodaties vormen samen een programma in het kader van de Omgevingswet. Het ontwikkelkader is gebaseerd op Visie Gastvrijheidseconomie 2035, Súdwest-Fryslân activeert je (2024). De beleidsregels geven een concrete uitwerking van dit ontwikkelkader. Deze uitwerking betreft toetsbare en bij voorkeur kwantificeerbare criteria bij de vergunningverlening voor verschillende vormen van logiesverstrekking. Het ontwikkelkader en de beleidsregels moeten altijd in samenhang worden bekeken. De gebruikte definities zijn daarbij uniform en zoveel mogelijk in lijn met definities uit het omgevingsplan en de provinciale omgevingsverordening. Dit omgevingsprogramma logiesaccommodaties geeft inzicht in de aanvullende ontwikkelingsmogelijkheden voor logiesaccommodaties ten opzichte van het geldende Omgevingsplan. Na een positieve beoordeling van een initiatief op basis van de beleidsregels kan medewerking worden verleend met een omgevingsvergunning, zo nodig voorafgegaan door een wijziging van het omgevingsplan.
- g.
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 geeft een globale analyse van de huidige logiesaccommodaties en de uit het beleid voortvloeiende ambitie daarmee. Hoofdstuk 3 bevat vervolgens de kern van dit omgevingsprogramma in de vorm van het ontwikkelkader met beleidskeuzen en de argumenten daarvoor. In bijlage 1 zijn beleidsregels en de definities opgenomen. In bijlage 2 zijn de hoofdpunten opgenomen van het provinciaal logiesbeleid. In bijlage 3 zijn de hoofdpunten opgenomen van de visie Gastvrijheidseconomie 2035 van onze gemeente.
Hoofdstuk 2 Analyse en ambitie logiesaccommodaties
- a.
Analyse
Súdwest-Fryslân is binnen de provincie Fryslân de gemeente met de meeste logiesaccommodaties. Bijna een kwart van alle Friese logiesaccommodaties ligt in deze gemeente. In totaal gaat het om naar schatting 200 reguliere recreatiebedrijven op een locatie met een hoofdbestemming recreatie of horeca. Daarnaast zijn er nog eens circa 400 kleinschaligere bedrijven zoals bijvoorbeeld B&B’s en kleinschalig kamperen op locaties met een andere hoofdbestemming. De grootste beddencapaciteit is aanwezig op de reguliere recreatiebedrijven. En dan vooral in jachthavens, gevolgd door campings (DataFryslân, 2020). Het Vitaliteitsonderzoek Logiesaccommodaties Fryslân (2020) laat een soortgelijk beeld zien. In de gemeenten Súdwest-Fryslân en De Fryske Marren bestaat opgeteld bijna 80% van het aantal bedden uit vaste ligplaatsen, vaste kampeerplaatsen, toeristische kampeerplaatsen en toeristische ligplaatsen.
Hiermee is tegelijk het grootste pijnpunt benoemd: Het overgrote deel van de capaciteit in deze logiesaccommodaties is weersafhankelijk en daarmee bijdragend aan een piek in het hoogseizoen bij mooi weer. Met andere woorden: bij groei en ontwikkeling van het logiesaanbod in Súdwest-Fryslân is vooral behoefte aan “winterharde” bedden zoals ook gesteld in de recent vastgestelde visie Gastvrijheidseconomie 2035. En het aandeel “winterharde” bedden in groepsaccommodaties, recreatieappartementen, hotels, recreatiewoningen of kleinschalige logiesobjecten is binnen het totaal aan beddencapaciteit in onze gemeente ondervertegenwoordigd.
- b.
Ambitie
In de visie Gastvrijheidseconomie 2035 kiest de gemeente voor de kernwaarden: menselijke maat, de cultuurhistorie, de Friese taal, het karakter van familiebedrijven, de kernen, het landschap met kenmerkende boerderijen, weiden en water. Tegelijk geeft de visie aan dat Súdwest-Fryslân kwetsbaar is voor een doorgeschoten schaalvergroting, internationalisering en standaardisering. Specifiek voor kapitaalsintensieve mkb-logiesbedrijven hebben internationale investeringsfondsen hun oog laten vallen op deze sector. Het gevolg is gestandaardiseerde (belevings)formules die zijn losgezongen van het landschap en ten koste gaan van ruimtelijke kwaliteit. Aandacht voor de genoemde kwetsbaarheid past ook bij het primaire doel uit de visie Gastvrijheidseconomie 2035: het streven is dat 100% van de inwoners voordelen ervaart van de gastvrijheidseconomie, door:
- 1.
Te werken aan de beleving van een Friese omgeving van topkwaliteit.
- 2.
Gezonde reuring in het schouderseizoen.
- 3.
De sector te stimuleren toegankelijk te zijn voor mensen met een kleine en modale beurs.
De gemeente Súdwest-Fryslân zet daarom ook ten aanzien van logiesbeleid in op versterking van mkb-familiebedrijven met een karaktervol aanbod, passend bij de schaal van het landschap en de daarin aanwezige karakteristieke boerderijen. Respectvol gebruik van (voormalige) boerderijen voor logies past daar prima bij.
De gemeente zet in op ontwikkeling van logiesaanbod in het schouderseizoen, onder andere door de gemeente te positioneren als culturele bestemming in aanvulling op de florerende zomermaanden. Gericht op de bijzondere steden met cultuurhistorisch waardevol erfgoed, musea, voorstellingen en diverse events in voor- en najaar. En het herbestemmen van bijzondere (erfgoed)locaties voor logies past daarin, maar ook meer nadruk op “winterharde” bedden.
Tenslotte is wat betreft de derde doelstelling ontwikkeling van logiesaanbod voor mensen met een kleine en modale beurs wenselijk. Daarom wil de gemeente de ruimte voor kleinschalige logiesvoorzieningen en -objecten die de Omgevingsverordening Fryslân biedt optimaal benutten.
Hoofdstuk 3 Ontwikkelkader logiesaccommodaties
- a.
Inleiding
Dit hoofdstuk geeft inzicht in de ontwikkelingsmogelijkheden voor logiesverstrekkende bedrijven in onze gemeente. Voor een goed begrip van dit ontwikkelkader is inzicht nodig in de te hanteren definities. Die definities maken onderdeel uit van de beleidsregels en zijn opgenomen in bijlage 1.
- b.
Algemene ontwikkelkaders
Onze algemene kaders zetten conform onze visie Gastvrijheidseconomie 2035 in op seizoensverbreding en op echt ondernemerschap. Daarnaast is het belangrijk dat die ondernemers daadwerkelijk iets kunnen bijdragen aan de belevingskwaliteit in onze gemeente en aan een aantal maatschappelijke opgaven binnen onze gemeente. Voor deze algemene kaders moet voldoende aandacht zijn in ontwikkelplannen van recreatiebedrijven. Wij zullen ontwikkelplannen van recreatieondernemers daarom beoordelen op:
- •
Seizoensverbreding en voldoende recreatieve diversiteit.
- •
Goede langjarige exploitatie door toeristisch-recreatief ondernemerschap.
- •
Versterken van de belevingskwaliteit.
- •
Bijdrage aan de maatschappelijke opgaven.
Cultureel erfgoed, natuur, water en het open, veelal agrarisch, landschap zijn de belangrijkste kernwaarden van Súdwest-Fryslân. Bij ontwikkelingen wil Súdwest-Fryslân deze kernwaarden in een goede staat doorgeven aan toekomstige generaties. Ze vormen het natuurlijk kapitaal en ook in de toekomst de basis voor een krachtig en uniek Súdwest-Fryslân.
Er komen veel grote en belangrijke vraagstukken op Súdwest-Fryslân af. Denk bijvoorbeeld aan de energietransitie, de klimaatadaptatie, de verduurzaming van de landbouw en woningbouw. Daarnaast is de recreatiesector van Súdwest-Fryslân kwetsbaar voor doorgeschoten schaalvergroting, internationalisering en standaardisering. Vorenstaande brengt met zich mee dat we zuinig moeten zijn met ons landelijk gebied. Mede daarom kiezen we ervoor om in principe geen nieuwe bedrijven toe te staan in het landelijk gebied, maar ons te richten op uitbreiding/omzetting van bestaande recreatieve voorzieningen. Echter, niet alles kan binnen regeltjes gegoten worden. Er zullen altijd bijzondere situaties zijn. Deze moeten echter wel uitzonderlijk zijn. In die gevallen kan van het beleid afgeweken worden. Daartoe is in de beleidsregels een hardheidsclausule opgenomen.
- i.
Seizoensverbreding en voldoende recreatieve diversiteit
Het ontbreekt momenteel in onze gemeente aan een voldoende gevarieerd aanbod van logiesaccommodaties die ook de toeristen bedienen in de herfst, winter en het vroege voorjaar. De nadruk ligt nog sterk op watersport en kamperen gerelateerd toerisme, waarbij op zomerse dagen de capaciteit van onze voorzieningen volledig wordt benut, terwijl die in de maanden met minder gunstige weersomstandigheden onderbenut blijft. Mede om die reden kan bijvoorbeeld cultuurtoerisme in combinatie met wandelen, fietsen, winkelen en evenementenbezoek een uitstekende aanvulling zijn binnen onze gemeente. Bij nieuwvestiging en uitbreiding van logiesaccommodaties zetten wij daarom in op een versterking van het zogenaamde ‘schouderseizoen’; de (nu nog) rustige maanden tussen oktober en april. Als versterking zien wij bijvoorbeeld het toevoegen van ‘winterharde’ logiesaccommodaties (hotels, B&B, recreatieappartementen en -woningen, groepsaccommodaties en kleinschalige logiesobjecten).
- ii.
Goede langjarige exploitatie door toeristisch-recreatief ondernemerschap
Ontwikkelingen in Súdwest-Fryslân kunnen alleen doorgang vinden als er aantoonbare marktruimte is en er een goede en realistische structurele verhuurexploitatie onder ligt. Geld wordt niet alleen verdiend door de ontwikkeling en eenmalige verkoop van vastgoed. De gemeente vraagt van initiatiefnemers toeristisch-recreatief ondernemerschap. Nieuwe logiesontwikkelingen beschikken over een langjarige centrale bedrijfsmatige verhuurexploitatie. Als ontwikkeling, eigendom en exploitatie door afzonderlijke rechtspersonen plaatsvindt, is het van belang dat de exploitant ondernemersrisico loopt en op of bij de betreffende locatie woont of op een andere wijze fysiek toezicht verzorgt waardoor er blijvend aandacht is voor de kwaliteit, toezicht en recreatief gebruik van de locatie.
Concreet betekent dit voor onze gemeente:
- •
Logiesaccommodaties worden gezien als bedrijfsmiddelen en niet als tweede woningproduct. Dit betekent een keuze voor vakantieverhuur en toeristisch-recreatief ondernemerschap in plaats van nieuwe tweede woningparken, vastgoedproducten of solitaire recreatiewoningen.
- •
Blijvende aandacht voor de kwaliteit en het recreatieve gebruik van de logiesaccommodaties.
- •
Afspraken over toeristisch versus eigen gebruik bij nieuwe projectontwikkelingen worden opgenomen in anterieure overeenkomsten die worden voorzien van een kettingbeding.
- iii.
Versterken belevingskwaliteit
Het vijf-sterrenlandschap is een unieke trekker voor de logiesbedrijven in Súdwest-Fryslân. Veel gasten bezoeken onze gemeente vanwege de afwisseling van water, weiden, steden, dorpen, kuststrook en wolkenluchten. Logiesbedrijven die door- en herontwikkelen koesteren en benutten het landschap. Dit doen ze onder andere door hun bedrijf landschappelijk fraai in te passen en te verbinden aan regionale en lokale, landschappelijke kernwaarden.
Nieuwe logiesondernemers voegen daadwerkelijk landschappelijke kwaliteit toe op hun terrein en door de architectonische kwaliteit van de gebouwen. Ze consumeren dus niet alleen landschap, maar produceren dit ook. Dit gaat dus een stap verder dan een goede landschappelijke inpassing. Vooral op kwetsbare plekken in het open landschap, maar ook op beeldbepalende plekken in kernen is dit van belang.
Het bereiken van de juiste belevingskwaliteit op de juiste plek is altijd een kwestie van maatwerk. Dit faciliteren wij (waar nodig en mogelijk) middels een maatwerk-proces.
- iv.
Bijdragen aan maatschappelijke opgaven
Bij de ontwikkeling en exploitatie van logiesbedrijven wordt optimaal aangesloten bij de Sustainable Development Goals (SDG’s). Zo is er tijdens de ontwikkel- en exploitatiefase aandacht voor circulariteit en duurzaamheid. Hiermee wordt niet alleen bedoeld dat de belasting op de natuur minimaal is, maar wordt ook ingezet op lange termijn denken en continuïteit in plaats van korte termijn winstmaximalisatie. Dit gebeurt in alle facetten van de bedrijfsvoering. Nieuwe logiesaccommodaties vergroten verder de biodiversiteit en dragen bijvoorbeeld bij aan: de energietransitie, transformatie van de agrarische sector, welzijn van bewoners, gezondheid, economische groei, toekomstbestendige banen of leefbaarheid. Zo voegen ontwikkelingen in de sector iets toe aan hun omgeving.
Concreet betekent dit voor onze gemeente:
- •
Nieuwe logies voegen wat toe aan de brede welvaart in onze gemeente voor zowel de inwoners als voor de toeristen.
- •
Initiatiefnemers verantwoorden zich hoe ze de wisselwerking met de samenleving aangaan in hun planvorming.
- •
Aangetoond wordt hoe en op welke Duurzame Ontwikkeldoelen (zie gemeentelijke Handreiking SDG’s) wordt ingespeeld in het bedrijfsconcept.
- •
Het bedrijfsplan bevat een hoofdstuk over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) waarin ook de betrokken partners worden benoemd.
In de volgende paragrafen gaan we in op specifieke beleidskeuzen voor:
- A.
Recreatieve voorzieningen
-
zoals kampeerterreinen, een complex recreatiewoningen, een hotel, een passantenhaven of groepsaccommodatie met de (hoofd)bestemming Recreatie of Horeca
- B.
Kleinschalige recreatieve logiesvoorzieningen
-
als ondergeschikte nevenactiviteit bij een andere hoofdfunctie op een bouwperceel
- C.
Recreatief medegebruik van woningen
-
in de vorm van Bêd en Brochje (B&B)
Het overnachten op pleziervaartuigen in havens en overige wateren die in beheer zijn van de gemeente Súdwest-Fryslân is geregeld middels de Verordening havens en overige wateren gemeente Súdwest-Fryslân 2021 (zie Lokale wet- en regelgeving, Overheid.nl). Deze verordening stelt regels in het belang van openbare orde en veiligheid en is specifiek gericht op vaartuigen en daarmee onverminderd van kracht en aanvullend op dit omgevingsprogramma logiesaccommodaties. Houseboats zijn in de meeste gevallen geen pleziervaartuigen, maar drijvende bouwwerken. Initiatieven met houseboats die worden gezien als drijvend bouwwerk worden daarmee ook beoordeeld in dit omgevingsprogramma binnen de hiervoor genoemde categorie A.
- A.
Specifieke ontwikkelkaders Recreatieve voorzieningen
A |
Recreatieve voorzieningen, reguliere logiesbedrijven zoals kampeerterreinen, complex recreatiewoningen, een hotel, een jachthaven of groepsaccommodatie met de (hoofd)bestemming Recreatie |
|
Voorgestelde beleidskeuze |
Argumenten en toelichting |
|
Algemeen |
|
|
A1. Uitbreiden of aanpassing bestaande recreatieve voorziening |
|
|
A2. Omzetting agrarisch/ woonboerderij/zorgboerderij naar bestemming recreatie buiten bebouwde kom |
|
|
A3. Omzetting of nieuwe locaties binnen bebouwde kom |
|
|
A4. Nieuwe locaties buiten bebouwde kom |
|
|
- B.
Specifieke ontwikkelkaders Kleinschalige recreatieve logiesvoorzieningen
B |
Kleinschalige recreatieve logiesvoorzieningen als ondergeschikte nevenactiviteit bij een andere hoofdfunctie op een bouwperceel |
|
Voorgestelde beleidskeuze |
Argumenten en toelichting |
|
Algemeen |
|
|
B1. Ligplaatsen op bedrijventerreinen |
|
|
B2. Kleinschalig kampeerterrein bij agrarische bedrijven |
|
|
B3. Kleinschalig kampeerterrein bij woon- en zorgboerderijen |
|
|
B4. Andere kleinschalige logiesobjecten bij agrarische bedrijven, woon- en zorgboerderijen |
|
|
B5. Recreatie-appartementen bij agrarische bedrijven, woon- en zorgboerderijen buiten bebouwde kom |
|
|
B6. Recreatie-appartementen in woningen binnen bebouwde kom |
|
|
B7. Groeps-accommodaties bij agrarische bedrijven, woon- en zorgboerderijen buiten bebouwde kom |
|
|
- C.
Specifieke ontwikkelkaders Recreatief medegebruik van woningen
C |
Recreatief medegebruik van woningen in de vorm van Bêd en Brochje (B&B) |
|
Voorgestelde beleidskeuze |
Argumenten en toelichting |
|
Algemeen |
|
|
C1.Bêd en Brochje binnen bebouwde kom |
|
|
C2. Bêd en Brochje buiten bebouwde kom |
|
|
Bijlagen
De volgende documenten zijn als bijlage toegevoegd aan deze beleidsregels:
- •
Bijlage 1: Beleidsregels en definities
- •
Bijlage 2: Hoofdpunten provinciaal beleid
- •
Bijlage 3: Hoofdpunten visie Gastvrijheidseconomie 2035
Slotbepaling
Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze beleidsregels treden in werking de dag volgend op de bekendmaking.
- 2.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Omgevingsprogramma logiesaccommodaties Súdwest-Fryslân.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 20 mei 2025,
mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester
drs. W.J. Sikkes, waarnemend gemeentesecretaris
Bijlage 1 Beleidsregels en definities
De beleidsregels zijn vastgelegd in een afzonderlijk document. Dit document is afzonderlijk gepubliceerd en is net als het Omgevingsprogramma logiesaccommodaties Súdwest-Fryslân te raadplegen in het Gemeenteblad en in het CVDR (Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving).
Bijlage 2 Hoofdpunten provinciaal beleid
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet ingegaan is de provincie verplicht een provinciale omgevingsvisie en omgevingsverordening te hebben. Op 23 september 2020 is de provinciale Omgevingsvisie ‘De romte diele’ vastgesteld. De provinciale Omgevingsverordening Fryslân is per 1 januari 2024 van kracht geworden. De omgevingsverordening heeft betrekking op de fysieke leefomgeving en activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving zoals bedoeld in artikel 1.2 van de Omgevingswet. Het voorliggende omgevingsprogramma en de bijbehorende beleidsregels zijn afgestemd op deze nieuwe provinciale Omgevingsverordening Fryslân. Het provinciale beleid voor gastvrijheidseconomie is verwoord in de beleidsnota Gastvrij Fryslân 2028 en het begrip ‘slimme groei’ staat centraal in dit beleid. Provincie streeft groei na op een slimme manier zodat heel Fryslân profiteert van toerisme. Niet alleen meer groeien in bijvoorbeeld aantal bezoekers en overnachtingen, maar slim groeien en jaarrond (cultuur)toeristen ontvangen in heel Fryslân. Het uitgangspunt is zoeken naar een juiste balans in spreiding in tijd en ruimte.
De Omgevingsverordening Fryslân is in werking getreden op 1 januari 2024, tegelijk met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. De Omgevingsverordening maakt voor logiesaccommodaties onderscheid in:
- •
Kleinschalige recreatieve voorzieningen (kleinschalig kamperen, jachthaven, logies, recreatiewoningen, groepsaccommodaties en trekkershutten).
- •
Recreatiebedrijven.
Op basis van Artikel 2.14 van de Omgevingsverordening mogen kleinschalige recreatieve voorzieningen:
- •
Kleinschalig kampeerterrein > maximaal 25 kampeerplaatsen, met een afwijkingsmogelijkheid tot 35 kampeerplaatsen). Op een kleinschalig kampeerterrein zijn alleen mobiele kampeermiddelen toegestaan.
- •
Logies, recreatiewoningen en groepsaccommodaties > ruime mogelijkheden, mits dit in bestaande bebouwing plaatsvindt.
- •
Trekkershutten > zijn toegestaan bij agrarische of voormalige agrarische erven in het buitengebied, met een maximum van 10 trekkershutten per erf. Een trekkershut mag maximaal 40 m² groot zijn.
Op basis van Artikel 2.15 van de Omgevingsverordening mogen recreatiebedrijven:
- •
Uitbreiding en nieuwe voorzieningen zijn mogelijk indien nabij/aansluitend aan bestaand bebouwd gebied en naar aard en schaal passend zijn bij de kern of het bestaande recreatiebedrijf.
- •
Dit is altijd maatwerk.
Op basis van Artikel 2.16 van de Omgevingsverordening (tenslotte) mogen recreatiebedrijven:
- •
In uitzonderingsgevallen kan meegewerkt worden aan een recreatieve ontwikkeling die niet naar aard en schaal (zoals bepaald in artikel 2.15) passend is bij een kern of bestaande recreatieve voorziening.
- •
Ook dit is maatwerk, waarbij voldaan moet worden aan een aantal extra voorwaarden.
Hoe is dit verwerkt in dit omgevingsprogramma?
Dit omgevingsprogramma volgt dezelfde indeling als de Omgevingsverordening:
- A.
Recreatiebedrijven of logiesbedrijven hebben een hoofdbestemming recreatie (artikelen 2.15 en 2.16 Omgevingsverordening Fryslân).
- B.
Kleinschalige recreatieve logiesvoorzieningen kennen een andere hoofdbestemming dan recreatie (artikel 2.14 Omgevingsverordening Fryslân).
Daaraan toegevoegd in dit omgevingsprogramma is nog een derde categorie, waar het provinciaal beleid geen specifieke kaders voor heeft opgenomen, maar de gemeente wel, namelijk:
- C.
B&B’s als recreatief medegebruik van woningen.
De mogelijkheden die de provincie biedt, hebben wij grotendeels door vertaald naar dit omgevingsprogramma. Wel hebben wij nadrukkelijk een focus op het verbeteren en versterken van wat er is, vooral gericht op verbreding van het seizoen. Dit past ook bij de in het provinciaal beleid genoemde Slimme Groei voor Fryslân als geheel.
Er zijn bij de vertaling van het provinciaal beleid naar het omgevingsprogramma logiesaccommodaties voor Súdwest-Fryslân een aantal specifieke aandachtspunten, waarover overleg is geweest met de provincie. Die worden hierna puntsgewijs toegelicht.
Het provinciaal beleid biedt met artikel 2.15 de mogelijkheid voor de gemeente om in het Omgevingsplan een uitbreiding/aanpassing dan wel nieuwe recreatieve voorziening toe te staan aansluitend aan bestaand stedelijk gebied of bestaande recreatieve voorziening, mits dit qua aard en schaal passend is. In artikel 2.16 biedt het provinciaal beleid een afwijkingsmogelijkheid voor bijzondere nieuwe recreatieve voorzieningen.
Dit omgevingsprogramma neemt de door de provincie geboden ruimte met name over voor het versterken van de bestaande recreatiebedrijven. Er is nog een forse vitaliseringsopgave voor bestaande bedrijven en locaties. De vele bestaande recreatiebedrijven in Súdwest-Fryslân hebben baat bij deze ontwikkelingsruimte om vitaal te kunnen blijven.
Het provinciaal beleid biedt met artikel 2.14 de mogelijkheid voor de gemeente om in het Omgevingsplan een kleinschalig kampeerterrein toe te staan van maximaal 35 plaatsen mits het aantal kampeerterreinen dat kan uitbreiden van 25 naar 35 plaatsen in het omgevingsplan wordt beperkt.
De gemeente Súdwest-Fryslân heeft hierover afstemming gehad met de provincie en beoogt de genoemde beperking te richten op twee sporen. Allereerst biedt dit omgevingsprogramma géén mogelijkheid voor kleinschalig kamperen bij woningen (percelen zijn over het algemeen te klein) en bij horecagelegenheden (zijn nauwelijks aanwezig in buitengebied). Ten tweede begrenst dit omgevingsprogramma de groei van maximaal 30 locaties tot 35 plaatsen tot op het bouwperceel (erf) van woonboerderijen en maatschappelijke voorzieningen (zorgboerderijen). Voor agrarische bedrijven begrenst dit omgevingsprogramma de groei tot 35 plaatsen tot op of aansluitend aan het bouwperceel (erf). Op agrarische bedrijven vinden op het erf de nodige bedrijfsactiviteiten plaats, waardoor er mede vanwege de veiligheid ruimte nodig kan zijn aansluitend aan het erf.
Tenslotte bevat het omgevingsprogramma in aanvulling op het provinciaal beleid nog een aantal uitwerkingen van de vastgestelde visie Gastvrijheidseconomie 2035 (zie bijlage 3).
Bijlage 3 Hoofdpunten visie Gastvrijheidseconomie 2035
Onze visie Gastvrijheidseconomie 2035 is helder: bij alle ontwikkelingen staat de Súdwest-Friese schaal centraal. De Friese maat, diversiteit en verbondenheid kenmerkt onze gemeente. Maar deze basis staat wel onder druk. Het behoud van onze kernwaarden gaat niet vanzelf. De leefbaarheid (denk aan de druk op voorzieningen en gemeenschapszin) komt in onze kleine(re) kernen onder druk te staan, door onder andere de vergrijzing en ontgroening van onze bevolking.
Wij denken dat vitale logiesaccommodaties deze verschraling van ons platteland op zijn minst kunnen afremmen. Elke logiesbesteding van €1 heeft immers nu al een multiplier van 1,5 tot 2 op bestedingen in onze regio (horeca, cultuur, dagrecreatie, etc.). Toch zien wij ook dat een groot deel (40%) van onze aanbieders van logies vastzit in het zogenaamde ‘grijze midden’: deze ondernemingen hebben nauwelijks onderscheidend vermogen. Het gevolg is dat hun omzet en bezettingsgraad vaak te laag zijn en hun seizoen te kort om te kunnen investeren in verbetering en vernieuwing van hun onderneming.
Daarom willen wij meer toegevoegde waarde door een hogere bezetting in het schouderseizoen; de (nu nog) rustige maanden tussen oktober en april. We stimuleren ondernemers met ontwikkelplannen, die passen bij onze schaal en karakter en die bijdragen aan een breder seizoen.
We richten ons in beginsel op de volgende toeristen in onze gemeente:
- •
Watersporters; hebben (naast de eigen boot) behoefte aan goede hotels.
- •
Ontdekkers (van cultuur, natuur, erfgoed, sport e.d.); hebben behoefte aan goede shortstay accommodaties.
- •
Ondernemende hoogvliegers (die houden van stijl); hebben behoefte aan luxe hotels, intieme familiehotels/-resorts en luxe vakantievilla’s.
- •
Vreugdevolle senioren; hebben behoefte aan een variëteit aan logiesaccommodaties.
- •
Zakelijke markt; hebben behoefte aan goede kamers met eigen sanitair, die jaarrond beschikbaar zijn.
We volgen daarbij 6 verschillende routes.
Drie inhoudelijke routes:
- 1.
Continu werken aan de basis(infrastructuur): de belevingsmogelijkheden van een Friese omgeving van topkwaliteit.
- 2.
Continu werken aan vernieuwing en aanbod vol verhalen: ook in het schouderseizoen gezonde reuring.
- 3.
Sociale gastvrijheidseconomie: een gastvrijheidseconomie die ook beschikbaar is voor mensen met een kleine of modale portemonnee.
-
En drie randvoorwaardelijke routes:
- 4.
Versterken organisatorisch vermogen gastvrijheidseconomie: een vruchtbare voedingsbodem waar ideeën tot bloei komen en samen wordt bepaald welke richting de gastvrijheidseconomie van Súdwest-Fryslân op groeit.
- 5.
Basis op orde in de gemeente: snelle plantoetsing volgens heldere procedures en regels, en integraal samenwerken.
- 6.
Belevingskwaliteit in ruimtelijke ontwikkelingen: belevingswaarde weegt altijd mee in ruimtelijke ontwikkelingen.
Hoe is dit verwerkt in dit omgevingsprogramma?
Specifiek voor de logiesaccommodaties zetten wij in het omgevingsprogramma daarom bijvoorbeeld (niet uitputtende opsomming) in op:
- •
Een specifieke gerichtheid op een bedrijfsmatige verhuurexploitatie voor alle logiesbedrijven met voldoende toezicht in de vorm van exploitanten die bij de betreffende locatie wonen.
- •
Het benutten van bestaande boerderijen (agrarisch, woonboerderij en zorgboerderij) voor logies.
- •
Uitbreiding van het aantal winterharde logiesfuncties (recreatieappartementen, hotels, kleinschalige logiesobjecten, groepsverblijven).
- •
Vernieuwing van het huidige aanbod (en soms uitbreiding van het huidige aanbod) die bijdragen aan seizoensverlenging.
- •
Vernieuwing van seizoensgerichte reguliere campings door het bieden van ontwikkelruimte in de vorm van maatwerk.
- •
Vernieuwing van seizoensgerichte kleinschalige kampeerterreinen door het bieden van ontwikkelruimte in enerzijds de bestaande gebouwen (appartementen/groepsverblijven) en anderzijds het erf (kleinschalige logiesobjecten).
- •
Als uitwerking op onze visie Gastvrijheidseconomie 2035 gaan wij ontwikkeling van logies op bedrijventerreinen tegen, met uitzondering van de mogelijkheid van B&B (zakelijke overnachtingen).
- •
Als uitwerking van onze wens tot seizoensverbreding staan wij weliswaar conform provinciaal beleid aanlegplaatsen toe bij kleinschalige recreatieve voorzieningen, maar niet bedoeld voor overnachtingen (immers bijdragend aan piek in zomerseizoen).
- •
Ontwikkelen van bestaande karaktervolle gebouwen (die in de bestemmingsplannen als zodanig al zijn aangeduid) tot jaarrond logiesverstrekking.
- •
Het tegengaan van volledig recreatief gebruik van reguliere woningen in woongebieden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl