Verordening verblijfsbelasting 2026

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026

Intitulé

Verordening verblijfsbelasting 2026

Besluit van de raad van de gemeente Woensdrecht tot vaststelling van de Verordening op de heffing van verblijfsbelasting 2026.

De raad van de gemeente Woensdrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 maart 2025;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet,

BESLUIT:

vast te stellen de :

Verordening op de heffing en de invordering van verblijfsbelasting 2026

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'verblijfsbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

  • 2.

    Onder het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt mede begrepen het houden van verblijf door personen die gedurende hun verblijf beroeps- of bedrijfsmatige werkzaamheden verrichten voor of in opdracht van anderen, zonder vergoeding in welke vorm dan ook voor het verblijf.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 verblijf houdt.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • a.

    van degene die verblijf houdt in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders.

  • b.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting € 1,50.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Voorlopige aanslag

Na aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 9 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

Artikel 10 Aangifte

  • 1.

    Het uitnodigen tot het doen van aangifte wordt gedaan door:

    • a.

      het uitreiken of toezenden van een aangiftebiljet;

    • b.

      het op elektronische wijze uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waarin wordt verzocht om aangifte te doen op de wijze als bedoeld in het tweede lid, letter b.

  • 2.

    Het doen van aangifte geschiedt door:

    • a.

      het inleveren of toezenden van het aangiftebiljet met de daarbij gevraagde bescheiden;

    • b.

      het op elektronische wijze toezenden van de door de betreffende programmatuur gevraagde gegevens.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    Indien een bestuurlijke boete is opgelegd is het bedrag inzake een bestuurlijke boete invorderbaar uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    Ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso, moeten de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnbedragen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    In afwijking van de voorgaande leden moet een voorlopige aanslag worden betaald in zoveel gelijke termijnbedragen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden van het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal betalingstermijnen steeds minimaal twee telt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 5.

    In afwijking van de voorgaande leden geldt dat voor aanslagen van meer dan € 10.000,00 dit bedrag, samen met een eventuele bestuurlijke boete, betaald moet worden op de laatste dag van de maand die volgt op de maand die staat aangegeven in de dagtekening van het aanslagbiljet. Voor een aanslag van minder dan € 100,00 geldt dat dit bedrag uiterlijk moet worden betaald op de laatste dag van de tweede maand die volgt op de maand die staat aangegeven in de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Registratieplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden een registratie te houden waaruit het aantal overnachtingen als bedoeld in artikel 4 blijkt. De gegevens uit de registratie moeten herleidbaar zijn tot de gegevens van de boekingen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van de verblijfsbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Overgangsrecht

De ‘Verordening toeristenbelasting gemeente Woensdrecht 2025’, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 november 2024, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.

Artikel 16 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening verblijfsbelasting gemeente Woensdrecht 2026’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2025.

De griffier, De voorzitter,