Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740148
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740148/1
Verordening op het lokaal onderwijsbeleid gemeente Delft 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 11-06-2025
Intitulé
Verordening op het lokaal onderwijsbeleid gemeente Delft 2025De raad van de gemeente Delft;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11-03-2025;
gelet op de artikelen: 128 van de Wet op het primair onderwijs, 5.23 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en 123 Wet op de expertisecentra en hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat de gemeente in aanvulling op de rijksvergoeding voor scholen extra gemeentelijke middelen wenst in te zetten voor het onderwijs in Delft in de vorm van specifieke voorzieningen door middel van deze verordening;
besluit vast te stellen de:
Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Delft 2025
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld en die kan bestaan uit subsidieverlening of een voorziening in natura;
- b.
ASV: de actuele algemene subsidieverordening gemeente Delft;
- c.
basisschool: een school waar basisonderwijs wordt gegeven, niet zijnde een speciale school voor basisonderwijs;
- d.
BRIN nummer: het administratienummer waaronder een school is geregistreerd in het Basis Register Instellingen;
- e.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;
- f.
NT-2: Nederlands als tweede taal;
- g.
Lokabel: overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin burgemeester en wethouders met de vertegenwoordigers van alle schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid, zoals vastgelegd in de Verordening overlegprocedure lokaal onderwijsbeleid;
- h.
nieuwkomers: kinderen van immigranten, asielzoekers, statushouders of vluchtelingen;
- i.
samenwerkingsverband VO Delflanden: Het SWV VO Delflanden bestaat uit acht schoolbesturen die samen passend onderwijs verzorgen voor leerlingen in het voortgezet (speciaal) onderwijs en omvat de gemeenten Delft, Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp;
- j.
school voor speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra;
- k.
school voor voortgezet onderwijs: een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;
- l.
school voor voortgezet speciaal onderwijs: een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra;
- m.
schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet voortgezet onderwijs 2020 bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;
- n.
schooljaar: het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli;
- o.
speciale school voor basisonderwijs: een school waar basisonderwijs wordt gegeven aan kinderen van wie vaststaat dat overwegend een zodanige orthopedagogische en orthodidactische benadering aangewezen is, dat zij althans gedurende enige tijd op een speciale school voor basisonderwijs moeten worden opgevangen;
- p.
voorziening: een voorziening zoals bedoeld in deze verordening en die kan bestaan uit subsidieverlening of een voorziening in natura;
- q.
voorziening in natura: een voorziening of aanvullende voorziening die wordt verstrekt door feitelijke beschikbaarstelling van een zaak of dienst;
- r.
VVE: voor- en vroegschoolse educatie
Artikel 1.2 Reikwijdte verordening
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van voorzieningen en aanvullende voorzieningen aan schoolbesturen.
Artikel 1.3 Toepassing Algemene subsidieverordening
De ASV is van toepassing op deze verordening voor zover het betreft een voorziening of aanvullende voorziening in de vorm van subsidie, tenzij daarvan in deze verordening of een daarop berustende voorziening wordt afgeweken.
Artikel 1.4 Aanvullende voorziening
-
1. Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een aanvullende voorziening.
-
2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaraan een schoolbestuur moet voldoen om in aanmerking te komen voor een aanvullende voorziening.
-
3. Na bekrachtiging van de aanvullende voorziening door de gemeenteraad of na verloop van een periode van 12 weken na vaststelling van de aanvullende voorziening door het college, wordt de aanvullende voorziening van rechtswege omgezet in een voorziening onder deze verordening.
Artikel 1.5 Aanvraag tot vaststelling en halfjaarrapportages
-
1. In afwijking van artikel 14 derde lid van de ASV wordt de halfjaarrapportage uiterlijk op 1 oktober ingediend.
-
2. In afwijking van artikel 20 eerste lid van de ASV wordt een volledige aanvraag tot subsidievaststelling ingediend, uiterlijk op 1 juli van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar.
-
3. In aanvulling op artikel 20 ASV mag een schoolbestuur, indien aan haar over dezelfde te verantwoorden periode meerdere subsidies zijn verleend deze gezamenlijk in één aanvraag tot vaststelling verantwoorden, met uitzondering van voorziening 9.
-
4. Ongeacht of een schoolbestuur gebruik maakt van de mogelijkheid in het derde lid worden de toepasselijke vaststellingsvereisten als bedoeld in de artikelen 21, 22 en 23 van ASV bepaald door het totaalbedrag van de voor de betreffende periode verleende subsidies.
Hoofdstuk 2 Voorziening in natura
Artikel 2.1 Inhoud en procedure
-
1. Het schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een of meer van de voorzieningen genoemd in Voorziening 10 van deze verordening kan deze rechtstreeks aanvragen bij de organisatie die de voorziening in natura levert, op de wijze zoals door die organisatie aangegeven.
-
2. Een uiterste indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven.
-
3. Op verzoek van de gemeente rapporteert het schoolbestuur over het gebruik van de voorziening.
Artikel 2.2 Verbod tot vervreemding
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen
Artikel 3.1 Informatieverstrekking
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde op grond van deze verordening.
Artikel 3.2 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 3.3 Citeertitel; inwerkingtreding
-
1. De verordening kan worden aangehaald als: Verordening lokaal onderwijsbeleid Delft 2025.
-
2. De verordening treedt de dag na bekendmaking in werking, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening financiële en materiele gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2022, met dien verstande dat zij van toepassing op subsidies die op grond van de Verordening financiële en materiele gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2022 zijn verleend voor zover deze gunstiger is voor de subsidieontvanger.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22/05/2025
,voorzitter.
,griffier.
Voorziening 1 In stand houden nevenvestiging (voortgezet) speciaal onderwijs
I Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft een financiële bijdrage aan een schoolbestuur voor het in stand kunnen houden van een nevenvestiging voor een (voortgezet) speciaal onderwijsinstelling in Delft, waarbij een zelfstandige nevenvestiging niet (volledig) kan worden gefinancierd met de beschikbaar gestelde middelen vanuit het Rijk, onder voorwaarde dat de hoofdvestiging buiten de gemeente Delft gevestigd is.
Deze voorziening wordt op dit moment alleen uitgevoerd door het Pleysier College Delft.
II Indieningsdatum
Jaarlijks, uiterlijk op 1 oktober.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Per kalenderjaar.
IV Doelgroep en toekenningscriteria
IVa. Schoolsoort
Stichting J.C. Pleysier College ten behoeve van het Pleysier College Delft.
IVb. Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van de school in aanmerking komt voor een voorziening:
- 1.
De betreffende nevenvestiging fungeert als een zelfstandige eenheid waar onderwijs wordt gegeven aan de groepen 1 tot en met 8 van het speciaal onderwijs en/of aan leerlingen tussen 12 en 20 jaar in het voortgezet speciaal onderwijs.
- 2.
Er moet sprake zijn van een nevenvestiging die - zonder onderhavige voorziening - financieel niet in stand kan worden gehouden met de Rijksmiddelen die beschikbaar zijn.
- 3.
Het aantal leerlingen van de nevenvestiging bedraagt 50 of meer.
V Hoogte van de subsidie
- 1.
Het bedrag van de subsidieverlening is gelijk aan het vaste bedrag per school voor een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs, dat een schoolbestuur per hoofdvestiging van het Rijk ontvangt.
- 2.
Bij de aanvraag van de voorziening dient de begroting van de nevenvestiging te worden aangeleverd, inclusief een onderbouwde specificatie van de hoogte en besteding van het vaste bedrag dat de hoofdvestiging ontvangt vanuit het Rijk.
- 3.
De subsidie kan worden aangewend voor de kosten van instandhouding van de nevenvestiging voor zover doelmatig en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie.
- 4.
Wanneer de ingediende gegevens daartoe aanleiding geven, kan de subsidie lager vastgesteld worden en kan een uitbetaald voorschot worden teruggevorderd.
Voorziening 2 Subsidie vakleerkracht bewegingsonderwijs
I Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft een tegemoetkoming in de kosten voor het aanstellen van een bevoegde vakleerkracht ten behoeve van het bewegingsonderwijs. De gemeente vindt het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs belangrijk. Het doel van deze voorziening is dat op de scholen voor primair onderwijs aan de leerlingen vanaf groep 3 minimaal 90 minuten (1,5 klokuur) per week bewegingsonderwijs wordt gegeven door een bevoegde vakleerkracht bewegingsonderwijs.
II Indieningsdatum
Jaarlijks, uiterlijk op 1 oktober.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Per kalenderjaar.
IV Doelgroep en toekenningscriteria
IVa. Schoolsoort
Basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs.
IVb. Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening:
De school dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:
- 1.
Het bewegingsonderwijs maakt deel uit van een breed pakket aan bewegingsactiviteiten;
- 2.
De school biedt ten minste twee lesuren x 45 minuten=1,5 klokuur per week bewegingsonderwijs aan voor leerlingen van groep 3 tot en met groep 8;
- 3.
Het bewegingsonderwijs wordt door een bevoegde vakleerkracht bewegingsonderwijs gegeven;
- 4.
De school werkt mee aan stages bewegingsonderwijs.
V Hoogte van de subsidie
- 1.
De hoogte van de subsidie van een school voor basisonderwijs wordt berekend op basis van het aantal groepen leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 vermenigvuldigd met 1,5 klokuur. Het tarief van een klokuur is op 1 januari 2023 vastgesteld op € 775, =;
- 2.
De hoogte van de subsidie voor een speciale school voor basisonderwijs wordt op basis van het aantal groepen leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 vermenigvuldigd met 2,25 klokuur. Het tarief van een klokuur is op 1 januari 2023 vastgesteld op € 775, =;
- 3.
Het college stelt jaarlijks voor 1 juli het aantal groepen bewegingsonderwijs vast, waarvoor een school in het daaropvolgende kalenderjaar voor subsidie in aanmerking kan komen;
- 4.
Grondslag voor de berekening van het aantal groepen is het aantal leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 dat op 1 februari van het lopende kalenderjaar ingeschreven staan op de school. Voor de berekening van één groep wordt uitgegaan van een gemiddelde groepsgrootte van 25 leerlingen.
VII Verval voorziening
Deze voorziening vervalt met ingang van 1 januari 2026 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze voorziening voor deze datum zijn aangevraagd of verstrekt.
Voorziening 3 Subsidie schoolwerkweken
I Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft een bijdrage in de kosten van schoolwerkweken voor scholen voor speciaal onderwijs en speciale scholen voor basisonderwijs.
II Indieningsdatum
Jaarlijks, uiterlijk op 1 oktober.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Per kalenderjaar.
IV Doelgroep en toekenningscriteria
IVa. Schoolsoort
Scholen voor speciaal onderwijs en speciale scholen voor basisonderwijs
IVb. Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening:
De schoolwerkweek heeft een duur van ten minste drie dagen.
V Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt € 20,20 per leerling die aan een schoolwerkweek deelneemt.
Voorziening 4 Onderwijsachterstandenbeleid
I Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft activiteiten die gericht zijn op het voorkomen dan wel terugdringen van onderwijsachterstanden bij basisschoolleerlingen.
II Indieningsdatum
Jaarlijks, uiterlijk op 1 oktober.
III Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend
Per kalenderjaar.
IV Doelgroep en toekenningscriteria
IVa. Schoolsoort
Basisscholen die drie achtereenvolgende jaren een achterstandsscore van minimaal 100 hebben, volgens de door het CBS ontwikkelde onderwijsachterstandenindicator en op grond daarvan worden aangemerkt als OAB-school. Scholen die onder 1 BRIN nummer vallen worden als één school gerekend.
IVb. Criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening en subsidiabele kosten:
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor activiteiten die gericht zijn op de uitvoering en/of kwaliteitsverbetering van activiteiten die aanvullend zijn op het aanbod vroegschoolse educatie, en gericht zijn op taalontwikkeling, ouderbetrokkenheid, doorlopende leerlijn, het bevorderen van integratie of het verminderen van segregatie.
IVc Voor subsidie in aanmerking komen:
- 1.
kosten voor activiteiten voor ouders van kinderen die vallen onder de doelgroep voor vroegschoolse educatie als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, met als doel de ouders te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun kinderen;
- 2.
personeelskosten voor de inzet van een onderwijsassistent of pedagogisch medewerker in groep 1 en 2, naast de reguliere leerkracht;
- 3.
kosten voor leermateriaal.
V Doorlopende verplichtingen
De school voldoet aan de voorwaarden en doorlopende verplichtingen die voortvloeien uit de OAB-VVE samenwerkingsafspraken en het gemeentelijke beleid. Dit betreft in het bijzonder:
- a.
Deelname aan het OAB- platform namens het betrokken schoolbestuur dat vier keer per jaar wordt georganiseerd;
- b.
De school voert een actief ouderbetrokkenheidsbeleid;
- c.
De school maakt gebruik van een systeem waarin de kindontwikkeling wordt gevolgd;
- d.
Scholen registreren welke leerlingen een VVE-indicatie hebben bij het inschrijven van de leerling door dit aan ouders te vragen;
- e.
Er vindt een warme overdracht plaats van VVE-peuters naar een (OAB) school;
- f.
De school vormt samen met een VVE-kinderopvang organisatie een cluster en gebruikt bij voorkeur hetzelfde VVE-programma;
- g.
Er vindt jaarlijks minimaal één keer afstemming plaats over één of meerdere van de volgende onderwerpen:
- -
doorstroom van doelgroepkinderen van voor- naar een vroegschool;
Als doelgroepkinderen deelnemen aan VVE op een voorschool is het belangrijk dat ze zoveel mogelijk doorstromen naar een school met VVE-aanbod;
- -
Afstemming van het pedagogisch klimaat en het educatief handelen tussen de voor- en de vroegschool;
- -
Afstemming over de wijze waarop de ouderparticipatie wordt gestimuleerd op de voor- en vroegschool;
- -
Afstemming van de wijze waarop de zorg en de begeleiding zijn ingericht op de voor- en de vroegschool.
- -
- h.
De school rapporteert jaarlijks aan de gemeente het aantal kinderen dat start met een in het eerste schooljaar door de school geconstateerde mondelinge taalachterstand en
- -
Hoeveel kinderen een groei heeft doorgemaakt gelijk aan de leeftijdsgroei;
- -
Hoeveel kinderen een groei heeft doorgemaakt groter dan de leeftijdsgroei;
- -
Hoeveel kinderen een groei heeft doorgemaakt kleiner dan de leeftijdsgroei;
- -
Hoeveel kinderen met een achterstand op mondelinge taal naar groep 3 van het basisonderwijs gaat.
- -
VI Hoogte van de subsidie
- 1.
De subsidie bedraagt voor iedere OAB-school:
- a.
Een bedrag per achterstandspunt gebaseerd op de gemiddelde achterstandsscore van de 3 voorafgaande kalenderjaren;
- b.
De achterstandsscore wordt voor iedere school eenmaal per 3 jaar voor een periode van 3 opeenvolgende kalenderjaren bepaald;
- c.
Na afloop van de periode van 3 jaar wordt voor alle OAB-scholen de achterstandsscore opnieuw berekend en als uitgangspunt genomen voor de berekening van de subsidie voor opnieuw een periode van 3 jaar.
- a.
- 2.
Het bedrag per achterstandspunt wordt berekend door het totaal beschikbaar bedrag te delen door het totaal aantal achterstandspunten van de voor subsidie in aanmerking komende OAB-scholen.
- 3.
Het is een schoolbestuur toegestaan om per jaar maximaal 20% van de beschikbare subsidie per OAB-school door te schuiven naar een of meer andere OAB-scholen.
- 4.
Het totaal beschikbaar bedrag per kalenderjaar is € 645.597, =.
Voorziening 5 Subsidie loopbaanoriëntatie en begeleiding
I Aanduiding van de voorziening
Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) voor VMBO-scholen basisberoepsgerichte leerweg (BB) en kaderberoepsgerichte leerweg (KB).
II Indieningsdatum
Jaarlijks uiterlijk op 1 oktober.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Per kalenderjaar.
IV Doelgroep en toekenningscriteria
IVa. Schoolsoort
Scholen voor voortgezet onderwijs van het type voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
IVb. Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een vmbo in aanmerking komt voor een voorziening:
- 1.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor LOB ten behoeve van leerlingen die de basisberoepsgerichte leerweg (BB) of kaderberoepsgerichte leerweg (KB) volgen;
- 2.
Scholen mogen samenwerken bij het verzorgen van LOB;
- 3.
Indien in samenwerking LOB-activiteiten worden georganiseerd treedt één schoolbestuur voor VMBO op als penvoerder voor deze voorziening.
V Hoogte van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de redelijke kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten.
VI Subsidieplafond
- 1.
Het subsidieplafond bedraagt € 60.000, = per kalenderjaar;
- 2.
Indien de aangevraagde subsidie het subsidieplafond overstijgt wordt het beschikbaar bedrag verdeeld op basis van het aantal leerlingen VMBO basisberoepsgerichte leerweg (BB) en kaderberoepsgerichte leerweg kader (KB) op 1 februari van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd. Per VMBO-locatie is dan maximaal beschikbaar: € 60.000, = gedeeld door het totaal aantal leerlingen in BB en KB x het aantal leerlingen per vmbo KB- of BB-locatie;
- 3.
Het college kan het subsidieplafond wijzigen.
Voorziening 6 Kopklas
I Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft een financiële bijdrage aan de kosten van uitvoering van een kopklas. Dit betreft activiteiten die gericht zijn op passende begeleiding van leerlingen die een extra jaar onderwijs volgen om taalachterstanden weg te werken zodat zij een schooladvies krijgen dat qua intelligentie bij hen past.
De kopklasvoorziening wordt voor heel Delft uitgevoerd door het Grotius College vallend onder de Stichting Scholengroep Spinoza.
II Indieningsdatum
Jaarlijks, uiterlijk op 1 oktober.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Per kalenderjaar
IV Doelgroep en toekenningscriteria
IVa Schoolsoort
Stichting Scholengroep Spinoza
IVb Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van de school in aanmerking komt voor de voorziening:
- 1.
Geselecteerde leerlingen staan ingeschreven bij een basisschool gevestigd in Delft en volgen op de locatie van het voortgezet onderwijs een intensief taalprogramma voor één jaar.
- 2.
De leerling is bij de start van het schooljaar niet ouder dan 13 jaar.
- 3.
De klas bestaat uit minimaal 11 en maximaal 15 leerlingen per klas.
- 4.
Deelname aan de kopklas is toegestaan voor leerlingen uit de gemeenten Midden-Delfland, Westland, Pijnacker-Nootdorp en Rijswijk onder de navolgende voorwaarden:
- a.
De leerlingen voldoen aan de voorwaarde uit het eerste lid;
- b.
De herkomstgemeente heeft toestemming gegeven voor deelname aan de kopklas en de daarbij behorende financiële bijdrage per leerling voor de kopklas.
- a.
IVc Voor subsidie in aanmerking komen:
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de redelijke kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de kopklas en betrekking hebben op:
- 1.
Personele kosten voor screening, coördinatie en mentoraat met een maximum van 920 uur;
- 2.
Personele kosten ten behoeve van maximaal 34 lesuur per klas, met een maximum van twee klassen;
- 3.
Leermiddelen, kopieerkosten, ICT-middelen.
V Hoogte van de subsidie
- 1.
De subsidie bedraagt maximaal de werkelijke kosten als genoemd in artikel IVc minus de vergoedingen ten behoeve van de uitvoering van de kopklas van derden, waaronder in ieder geval:
- a.
De rijksbijdrage die het schoolbestuur ontvangt waar de leerlingen die de kopklas volgen staan ingeschreven;
- b.
De vrijwillige ouderbijdragen voor zover die worden betaald per deelnemende kopklasleerling.
- c.
De bijdrage van regiogemeenten ad €7.137, = per leerling;
- a.
- 2.
Indien de raad besluit tot indexering van de subsidie wordt het bedrag per leerling dat regiogemeenten bijdragen met hetzelfde percentage verhoogd.
Voorziening 7 Expertisecentrum ISK Delft
I Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft een financiële bijdrage aan het Expertisecentrum ISK Delft, welke organisatorisch is ondergebracht bij Stichting Scholengroep Spinoza.
Het Expertisecentrum ISK Delft biedt een NT-2 ondersteuningsaanbod voor de scholen van V(S)O binnen het samenwerkingsverband VO Delflanden en heeft tevens een adviestaak voor basisscholen wanneer deze hulpvragen hebben betreffende leerlingen met een NT-2 achtergrond in de overstap van PO naar VO.
II Indieningsdatum
Jaarlijks, uiterlijk op 1 oktober.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Per kalenderjaar.
IV Doelgroep en toekenningscriteria
IVa Schoolsoort
Stichting Scholengroep Spinoza ten behoeve van het Spinoza college.
IVb Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening:
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor activiteiten die gericht zijn op ondersteuning, begeleiding en training van docenten en docententeams in het (V)SO, zodat deze scholen inclusief en passend onderwijs aan nieuwkomers kunnen bieden en deze leerlingen de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen ongeacht hun taalachtergrond.
Het Expertisecentrum ISK Delft dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:
- 1.
De doelgroep NT2 binnen het samenwerkingsverband krijgt structureel aandacht d.m.v. van implementatie van NT2 beleid op de scholen waarbij het Expertisecentrum ISK zorgt voor borging binnen een planmatige cyclus in de jaarplanning.
- 2.
De expertise op het gebied van onderwijs aan leerlingen met een NT2 achtergrond wordt op de scholen van voortgezet onderwijs vergroot en gedeeld door middel van intervisie en verdiepende netwerkbijeenkomsten.
- 3.
De basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs kunnen het Expertisecentrum ISK raadplegen, wanneer zij te maken hebben met een NT2 leerling wiens schoolresultaten verder achterblijven dan verwacht.
V Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal € 50.000 per kalenderjaar en wordt uitsluitend verstrekt voor de redelijke kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten.
Voorziening 8 Nieuwkomers basisonderwijs (Opvangschool)
I Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft een financiële bijdrage voor het vergroten van de kansen van nieuwkomers. De aangewezen opvangscholen bieden een NT-2 ondersteuningsaanbod aan in een aparte taalklas voor nieuwkomersleerlingen. Ook hebben zij een adviestaak voor basisscholen wanneer deze hulpvragen hebben betreffende leerlingen met een NT-2 achtergrond op hun basisschool.
II Indieningsdatum
Jaarlijks, uiterlijk op 1 oktober.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Per kalenderjaar
IV Doelgroep en toekenningscriteria
IVa Schoolsoort
Scholen voor basisonderwijs.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur, ten behoeve van opvangscholen met nieuwkomersgroepen zoals vastgesteld in Lokabel.
IVb Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening:
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor activiteiten die gericht zijn op:
- 1.
Het bieden van extra ondersteuning aan nieuwkomers in het basisonderwijs op met name het onderdeel taal om zo succesvol Nederlands onderwijs te kunnen volgen en deel te nemen aan de Nederlandse samenleving;
- 2.
Het begeleiden van intakegesprekken met nieuwkomersleerlingen;
- 3.
Het begeleiden of uitvoeren van de ontwikkeling van lesplannen, leerlijnen of doorstroomperspectieven voor nieuwkomersleerlingen;
- 4.
Het delen van kennis of expertise over het geven van onderwijs aan nieuwkomersleerlingen.
V Hoogte van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de redelijke kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 16.500, = per opvangschool.
Voorziening 9 Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs
I. Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft vergoeding van aanpassingen van:
- 1.
een lokaal voor bewegingsonderwijs, bestaande uit:
het maken van voldoende wasgelegenheid waar deze bij het lokaal bewegingsonderwijs ontbreekt en dit belemmerend werkt op het effectief gebruik, dan wel de mogelijkheden tot medegebruik van het lokaal bewegingsonderwijs;
- 2.
wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw als schoolgebouw indien het anders niet geschikt is voor bewegingsonderwijs in het primair onderwijs en speciaal of voortgezet speciaal onderwijs, omdat:
- A.
de netto vloeroppervlakte van een lokaal bewegingsonderwijs niet ten minste 252 vierkante meter netto is en de hoogte niet ten minste 5 meter bedraagt, en
- B.
het lokaal bewegingsonderwijs niet voorzien is van ten minste twee kleedruimten met een was- of douchegelegenheid.
- A.
II. Indieningsdatum
De aanvraag voor het bekostigen van de voorziening moet uiterlijk 1 februari voorafgaande aan het kalenderjaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moet worden overlegd:
- 1.
een leerlingenprognose, en
- 2.
een rapportage waaruit de noodzaak blijkt van de voorzieningen, of
- 3.
een bouwkundige rapportage die voldoet aan NEN 2767 en aantoont dat het
- 4.
gevraagde onderhoud noodzakelijk is, en
- 5.
een offerte van de kosten.
III. Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend
De voorziening wordt toegekend voor het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekende jaar te realiseren dan moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar van uitvoering bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 1 november daaropvolgend.
IV. Doelgroep en toekenningscriteria
IVa Schoolsoort
Scholen voor:
- a.
basisonderwijs of speciaal basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, en
- b.
speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra.
IVb. Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening:
- 1.
het schoolbestuur is eigenaar van het pand waarin het lokaal voor bewegingsonderwijs zich bevindt en waarvoor subsidie wordt gevraagd.
- 2.
het lokaal voor bewegingsonderwijs staat in de gemeente Delft.
- 3.
de noodzaak van de voorziening:
- a.
het maken van voldoende wasgelegenheid is aanwezig als bij het lokaal bewegingsonderwijs geen twee wasgelegenheden zijn;
- b.
het maken van voldoende kleedgelegenheid is aanwezig als blijkt dat er geen twee kleedruimten zijn;
- c.
ingebruikneming blijkt uit het feit dat het desbetreffende gebouw niet voldoet aan de inrichtingseisen voor lokalen bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs en het geschikt maken van het gebouw met redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, te verwezenlijken is;
- d.
eisen voortkomend uit wet- en regelgeving als wordt vastgesteld dat het gebouw niet voldoet aan de geldende wet- en regelgeving, terwijl onontkoombaar is dat dit verschil op korte termijn moet worden opgeheven;
- e.
blijkt uit het feit dat de oliegestookte verwarmingsinstallatie in een zo slechte conditie verkeert dat vervanging noodzakelijk is, en
- f.
onderhoud blijkt uit het feit dat het gevraagde gebouwelement of een gedeelte daarvan:
- 1°.
ten minste in een matige conditie verkeert volgens de bouwkundige opname op grond van NEN 2767, en
- 2°.
regulier onderhoud door het bevoegd gezag niet langer volstaat.
- 1°.
- a.
- 2.
Bovenstaande voorzieningen komen voor bekostiging in aanmerking als op basis van een prognose, die voldoet aan de in bijlage II van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Delft 2021 gestelde vereisten, het gebouw nog ten minste vier jaar voor het bewegingsonderwijs noodzakelijk is, tenzij er een andere, goedkopere, voorziening mogelijk is, aar het oordeel van het college.
IVc Voor subsidie in aanmerking komen:
- A.
kosten voor aanpassingen aan een lokaal voor bewegingsonderwijs betreffende:
- 1.
voorzieningen voor eisen voortkomend uit wet- en regelgeving;
- 2.
vervangen van oliegestookte verwarmingsinstallaties;
- 1.
- B.
kosten voor onderhoud aan een lokaal voor bewegingsonderwijs, bestaande uit:
- 1.
vervangen dakbedekking, hemelwaterafvoer, dakrand, daklichten;
- 2.
vervangen buitenberging of dak buitenberging;
- 3.
vervangen rijwielstalling of rijwielstandaards;
- 4.
vervangen brandtrap;
- 5.
vervangen erfafscheiding;
- 6.
vervangen of herstellen riolering of bestrating schoolplein;
- 7.
vervangen binnenkozijnen en –deuren, inclusief hang- en sluitwerk;
- 8.
vervangen buitenkozijnen en –deuren, inclusief hang- en sluitwerk;
- 9.
vervangen radiatoren, convectoren of leidingen voor centrale verwarming;
- 10.
vervangen dakpannen, inclusief houtwerk, dakrand en goten;
- 11.
vervangen boeiboorden.
- 1.
VI Wijze waarop de voorziening wordt toegekend
- 1.
De voorziening wordt voorlopig toegekend op basis van de door het bevoegd gezag bij de ingediende aanvraag overgelegde offerte.
- 2.
Het definitieve bedrag wordt vastgesteld op basis van de offertes die zijn aangevraagd nadat de voorziening is toegekend.
Voorziening 10 Voorzieningen in natura
De volgende voorzieningen worden 'in natura' beschikbaar gesteld:
- 1.
Natuur- en milieueducatie
In aansluiting op de kerndoelen voor Natuur- en milieueducatie (NME) kunnen de leerlingen van een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs kennismaken met verschillende natuur- en milieuthema’s (duurzaamheid). De NME wordt in opdracht van de gemeente uitgevoerd door Duurzaamheidscentrum De Papaver.
Voorwaarden:
- -
Voor sommige producten geldt een maximum. Toewijzing is dan op volgorde van inschrijving, waar dit van toepassing is wordt dit gecommuniceerd via de website van Papaver;
- -
Voor sommige producten geldt een eigen bijdrage. Waar dit van toepassing is wordt dit gecommuniceerd via de website van Papaver.
- 2.
Schoolzwemmen
Doel van schoolzwemmen is naast het beweegaspect ook het bevorderen van veiligheid.
Schoolzwemmen inclusief noodzakelijk busvervoer is beschikbaar voor:
- -
Onderwijsachterstanden scholen (OAB)-scholen basisonderwijs;
- -
Internationale schakelklas Delft (ISK);
- -
De scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs voor zover niet wordt beschikt over een eigen zwembad.
De voorziening omvat:
- -
Deelname van leerlingen in groep 4 van het basisonderwijs aan schoolzwemmen;
- -
Deelname van leerlingen in groep 5 of hoger ten behoeve van het behalen van het zwemdiploma A;
- -
Deelname van leerlingen in ISK aan schoolzwemmen ten behoeve van het behalen van het zwemdiploma A;
- -
Deelname van leerlingen in het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs vanaf 6 jaar;
- -
Het schoolzwemmen wordt aangeboden gedurende maximaal 40 weken per jaar x maximaal 45 minuten, of maximaal 20 weken x maximaal 60 minuten.
In principe wordt naar het zwembad gelopen. Busvervoer wordt aangeboden als de afstand tussen school en zwembad (volgens een verkeersveilige route) groter is dan 1,5 kilometer.
De scholen werken mee aan het tijdig verstrekken van de gevraagde gegevens voor de organisatie van een volgend schooljaar en aan de jaarlijkse evaluatie van de werking van het protocol schoolzwemmen.
Eigen bijdrage
Op deze voorziening is een eigen bijdrage van toepassing voor de scholen voor speciaal basisonderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs in verband met de Rijksbijdrage die zij ontvangen voor schoolzwemmen. Voor de locaties van de OAB-scholen in het regulier basisonderwijs is deze rijksbijdrage niet van toepassing. De eigen bijdrage bedroeg in 2024 € 72,34 per schoolleerling en wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van artikel 2.1. in de Staatscourant gepubliceerde Definitieve regeling bekostiging WPO en WEC en wordt door de gemeente gefactureerd omstreeks de maand september.
- 3.
Logopedie, ziekteverzuimonderzoeken en zorgstructuur
De centrale doelstelling van de schoollogopedie is het vroegtijdig signaleren van problemen bij kinderen van 5 jaar op het gebied van spraak, taal, stem en gehoor. Concreet gaat het hier om het screenen door de JGZ van alle 5-jarigen (groep 2).
Ziekteverzuimonderzoek wordt, op verzoek van de school of leerplicht, uitgevoerd door de jeugdarts bij leerlingen die veel verzuimen wegens zorgwekkend of opvallend frequent ziekteverzuim. Hierdoor kunnen leerachterstanden ontstaan, worden ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen beperkt en kan verzuim zelfs leiden tot schooluitval. Nader onderzoek is nodig om de reden van het verzuim te achterhalen. Ouders worden hierbij betrokken.
De gemeente Delft zet in het kader van passend onderwijs jeugdprofessionals in om de verbinding tussen de zorginfrastructuur in het onderwijs en de gemeentelijke zorgstructuur te borgen. De jeugdprofessionals zijn onderdeel van het jeugdteam dat werkt vanuit Delft Support en zij werken outreachend op de scholen.
- 4.
Combinatiefunctionarissen
Combinatiefunctionarissen (voorheen buurtsportcoaches) kunnen ondersteunen bij het aanbieden van meer beweeg/cultuur/leefstijlactiviteiten. Dit doen zij bijvoorbeeld door onderwijsinstellingen en sport-, beweeg- en cultuuraanbieders aan elkaar te verbinden. Zij stemmen met scholen af hoe zij voor-, tussentijds-, en naschools beweegaanbod kunnen (helpen) faciliteren. Hiervoor heeft de gemeente combinatiefunctionarissen beschikbaar gesteld. Er wordt zoveel mogelijk voortgebouwd op de wijk- en buurtactiviteiten van de combinatiefunctionarissen. Het formele werkgeverschap ligt voor het deel sport/bewegen/leefstijl bij Haaglanden Beweegt.
- 5.
Schoolverkeersexamen
Scholen worden in staat gesteld met leerlingen van groep 7 van het basisonderwijs deel te nemen aan het nationale schoolverkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland. Dit onder de voorwaarde dat de school bij het praktisch gedeelte van het verkeersexamen de betrokken leerkracht inzet voor het tijdige vertrek en het goede verloop bij de startlocatie en daarnaast minimaal drie volwassen vrijwilligers aanlevert die de kinderen langs de route beoordelen.
- 6.
Kunst en cultuureducatie
Kunst- en cultuureducatie is onderdeel van het lesprogramma van kinderen op de basisschool. Kinderen hebben gelijke kansen om zich cultureel en creatief te ontwikkelen. Op de basisschool maken kinderen in een doorgaande leerlijn vanaf de basisschool tot en met het voortgezet onderwijs kennis met de verschillende cultuurdisciplines en met cultureel erfgoed. Er is ruimte voor de ontwikkeling van creatieve vaardigheden en aandacht voor de cultuurhistorische context, via het Delftse cultureel erfgoed. Basisscholen betalen een bedrag per leerling per jaar voor het basisaanbod kunst & cultuur aan DOK.
In het programma Cultuureducatie met Kwaliteit werken scholen en culturele instellingen in het hele land samen om kunst en cultuur een vast onderdeel van het lesprogramma te maken. Bij deelname aan het landelijke programma Cultuureducatie met kwaliteit wordt, naast de bijdrage vanuit gemeente en Het Fonds voor Cultuurparticipatie, aan de school een bedrag per leerling per jaar gevraagd door DOK.
Aanvullende voorziening 11 Brugfunctionaris in het onderwijs
I Aanduiding van de aanvullende voorziening
De aanvullende voorziening is een financiële bijdrage voor schoolbesturen voor de inzet van een brugfunctionaris in de schooljaren 2024-2025 en 2025-2026. Het doel van deze aanvullende voorziening is het bevorderen van gelijke onderwijs- en ontwikkelkansen voor iedere leerling. Het achterliggende maatschappelijke doel van de aanvullende voorziening is een optimale ontwikkeling van de leerling door een laagdrempelige en passende ondersteuning voor ouders in hun thuissituatie en door het stimuleren van partnerschap tussen school, thuis en de wijk.
II Indieningsdatum
In afwijking van artikelen 10 eerste en tweede lid en artikel 12 derde lid onder h van de ASV, kan een aanvraag voor deze voorziening eenmalig worden ingediend, voor 1 november 2024.
III Tijdvak waarvoor de aanvullende voorziening wordt toegekend
Voor de schooljaren 2024-2025 en 2025-2026.
IV Doelgroep en toekenningscriteria
IVa Schoolsoort
Basisscholen, speciale scholen voor basisonderwijs, scholen voor speciaal onderwijs, scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs.
IVb Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor de inzet van personele uren voor een brugfunctionaris.
De brugfunctionaris heeft als hoofdtaak:
- a.
het laagdrempelig en zo veel mogelijk preventief ondersteunen en versterken van ouders en leerlingen bij vragen en signalen die niet direct onderwijs gerelateerd zijn;
Daarnaast kan de brugfunctionaris de volgende taken hebben:
- b.
het toeleiden van ouders en leerlingen naar andere instanties en professionals;
- c.
het vergroten van betrokkenheid van ouders bij school;
- d.
het samenwerken met en versterken van leraren en andere medewerkers van het schoolteam bij vragen en signalen die niet direct onderwijs gerelateerd zijn;
- e.
het verbeteren van de verbinding en de samenwerking tussen de school en andere instanties en professionals;
- f.
het verbeteren van de verbinding en samenwerking tussen de school, thuis en de wijk;
- g.
het delen van kennis en expertise met de leraren, onderwijsondersteunend personeel en directeur op een school over het eigen vakgebied.
De school dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:
- a.
de school heeft een aanvraag gedaan voor de Rijkssubsidie Brugfunctionaris, gepubliceerd in Staatcourant 2023, 33466 (zie:Subsidieregeling brugfunctionaris | Passend onderwijs | Rijksoverheid.nl) en een besluit ontvangen dat de Rijkssubsidie niet verleend is;
- b.
de school neemt deel aan netwerk- en intervisiebijeenkomsten voor brugfunctionarissen, begeleid door een door het college aangestelde partij;
- c.
de school neemt actief deel aan het monitor- en effectonderzoek dat wordt uitgevoerd gedurende het tijdvak, en levert tijdig adequate informatie aan ten behoeve van jaarlijkse tussenrapportages in het kader van het monitor- en effectonderzoek.
V Hoogte van de subsidie
- 1.
De hoogte van de subsidie voor een school voor basisonderwijs in Delft West (Voorhof, Buitenhof en Tanthof-West) bedraagt € 80.000, = per aanvraag (€ 40.000, = voor schooljaar 2024-2025 en € 40.000, = voor schooljaar 2025-2026);
- 2.
De hoogte van de subsidie voor overige basisscholen, speciale scholen voor basisonderwijs, scholen voor speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs bedraagt € 30.000, = per aanvraag (€ 15.000, = voor 2024-2025 en € 15.000,= voor schooljaar 2025-2026).
VI Wijze van verantwoorden
- 1.
De subsidieontvanger brengt uiterlijk 31 oktober 2025 een rapportage uit bij het college over de inhoudelijke voortgang van de activiteiten. Het gaat hierbij om het schooljaar 2024-2025.
- 2.
De subsidieontvanger dient, in afwijking van het bepaalde in artikel 20, eerste lid, van de ASV, uiterlijk 31 oktober 2026 een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college. Het gaat hierbij om de gehele subsidieperiode.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 21, 22 en 23 van de ASV bevat de aanvraag tot subsidievaststelling in ieder geval:
- a.
een bewijs dat de subsidie is ingezet voor personele uren brugfunctionaris als bedoeld in artikel I;
- b.
een inhoudelijk verslag waaruit kan worden vastgesteld in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten, als bedoeld in artikel IVb, door de brugfunctionaris zijn verricht, de aan de activiteiten verbonden doelstellingen zijn bereikt en aan de verplichtingen is voldaan;
- c.
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden lasten en baten met toelichting (financieel verslag);
- d.
jaarrekening (balans en verlies- en winstrekening) van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;
- e.
een bestuursverklaring, waarmee van het bestuur van de subsidieontvanger wordt verlangd dat zij verklaren getrouw en rechtmatig te hebben gehandeld.
- a.
VII Verval voorziening
Deze voorziening vervalt met ingang van 1 november 2027 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze voorziening zijn verstrekt.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl