Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740136
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740136/1
Verordening nadeelcompensatie gemeente Oss 2025
Geldend van 06-06-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening nadeelcompensatie gemeente Oss 2025De raad van de gemeente Oss;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 april 2025;
gelet op het advies van de adviescommissie van 8 mei 2025;
gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening nadeelcompensatie gemeente Oss 2025
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
Aanvraag: aanvraag om schadevergoeding op grond van artikel 15.1 van de Omgevingswet of artikel 4:126 Algemene wet bestuursrecht;
- 2.
Adviescommissie: deskundige als bedoeld in artikel 6 die het bestuursorgaan adviseert over het te nemen besluit op de aanvraag;
- 3.
Bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van de gemeente;
- 4.
De gemeente: gemeente Oss;
- 5.
Belanghebbende:
- a.
degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en
- b.
als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet: de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht.
- a.
Artikel 2. Toepassingsbereik
-
1. Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht of artikel 15.1 van de Omgevingswet, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.
-
2. Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is.
Artikel 3. Heffen recht
Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 500,- geheven.
Artikel 4. Aanvraag
-
1. De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld (elektronisch) formulier.
-
2. In aanvulling op artikelen 4:2 en 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:
- a.
als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en de drie daaraan voorafgaande jaren en de periodieke omzetgegevens per maand of kwartaal over deze jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting, of
- b.
als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte, of
- c.
als het schade betreft wegens waardevermindering van de onroerende zaak: een kopie van de eigendomsakte van de onroerende zaak.
- a.
Artikel 5. Vereenvoudigde behandeling
-
1. Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.
-
2. Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:
- a.
de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
- b.
de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan genomen besluit of verrichte handeling;
- c.
de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;
- d.
de schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan € 500,-- voor natuurlijke personen en € 1.000,-- voor rechtspersonen.
- a.
-
3. Het besluit om de aanvraag af te wijzen zonder inschakeling van een adviescommissie wordt aan de aanvrager schriftelijk medegedeeld binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, onderscheidenlijk binnen acht weken nadat de termijn is verstreken gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen.
Artikel 6. Adviescommissie en procedure
-
1. Een adviescommissie bestaat uit een of meer deskundigen die beschikken over voldoende deskundigheid inzake advisering op het gebied van nadeelcompensatie.
-
2. Een adviescommissie kan worden benoemd als:
- a.
vaste commissie, waarbij de leden door het college van burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar, of
- b.
tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen, door het bestuursorgaan dat de aanvragen behandelt.
- a.
-
3. Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden.
-
4. Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken belanghebbende als bedoeld in artikel 1, tenzij:
- a.
de schadevergoeding redelijkerwijs voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of
- b.
de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.
- a.
Artikel 7. Werkwijze adviescommissie
-
1. Het bestuursorgaan stelt aan de adviescommissie alle op de aanvraag betrekking hebbende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.
-
2. De adviescommissie stelt de aanvrager, het betrokken bestuursorgaan en in voorkomende gevallen de belanghebbenden in de gelegenheid schriftelijk dan wel mondeling een toelichting te geven over de aanvraag.
-
3. Van de mondelinge toelichting door de aanvrager en de belanghebbenden, alsmede de hem door het bestuursorgaan verstrekte informatie verzorgt de adviescommissie een verslag dat onderdeel vormt van het uit te brengen advies.
-
4. De adviescommissie beoordeelt of de situatie ter plaatse zal worden opgenomen.
-
5. De adviescommissie bepaalt in overleg met de aanvrager het tijdstip waarop de adviescommissie de situatie ter plaatse zal opnemen.
-
6. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviescommissie binnen twaalf weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de belanghebbenden. De adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.
-
7. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen alsmede de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het conceptadvies schriftelijk hierop te reageren.
-
8. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de in het zevende lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.
-
9. In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het zesde lid bedoelde termijn een advies uit aan het bevoegd gezag.
Artikel 8. Uitbetaling
Bij een geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald na het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.
Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking een dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.
-
2. Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening nadeelcompensatie gemeente Oss 2025’.
Artikel 10. Overgangsrecht
Indien op grond van het overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet het oude recht van toepassing is op de ontvankelijke aanvragen om tegemoetkoming in planschade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening, dan geldt voor die aanvragen in afwijking van deze verordening de ‘Verordening advisering planschade gemeente Oss 2008’.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 22 mei 2025
De gemeenteraad voornoemd,
Mede namens de voorzitter,
De griffier,
Drs. P.H.A. van den Akker
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Met bestuursorgaan wordt bedoeld de organen als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb).
De burgemeester kan besluiten nemen, zoals de verlening, intrekking of wijziging van vergunningen in de openbare ordesfeer die tot nadeel voor derden of vergunninghouders kunnen leiden. Het college van burgemeester en wethouders kan beslissingen en besluiten nemen die als schadeoorzaak kunnen worden aangemerkt. Ook de gemeenteraad kan besluiten nemen die schade kunnen veroorzaken, zoals het vaststellen en wijzigen van het omgevingsplan.
Ten aanzien van het bevoegd gezag is verder in artikel 15.8 van de Omgevingswet (hierna: de Ow) bepaald dat als de aanvraag om schadevergoeding, zoals bedoeld in afdeling 15.1 van de Ow, betrekking heeft op een besluit van de gemeenteraad, dan wordt als bestuursorgaan dat de schadevergoeding toekent aangemerkt het college van burgemeester en wethouders.
Voorts is bepaald dat als de aanvraag om schadevergoeding, zoals bedoeld in afdeling 15.1 van de Ow, betrekking heeft op een besluit ter uitvoering van een projectbesluit, het bestuursorgaan dat het projectbesluit heeft vastgesteld, het bestuursorgaan is dat de schadevergoeding toekent.
Een bestuursorgaan kan de bevoegdheid om te beslissen op een aanvraag, zoals bedoeld in afdeling 15.1 van de Ow, om schadevergoeding overdragen aan een ander bestuursorgaan.
Artikel 2. Toepassingsbereik
Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding vanwege rechtmatige overheidsdaad. Het gaat om nadeelcompensatie als bedoeld in titel 4.5 van de Awb en afdeling 15.1 van de Ow. Het kan voorkomen dat schade door meerdere overheden wordt veroorzaakt, bijvoorbeeld zowel de gemeente als het waterschap. In deze bepaling wordt verduidelijkt dat de aanvrager in dat geval het loket kiest. Het gaat in deze verordening om schade waarvan door de aanvrager wordt gesteld dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente. Hierop bestaat een uitzondering. Dat betreft de situatie waarbij de aanvraag om schadevergoeding betrekking heeft op een besluit ter uitvoering van een projectbesluit. Op die situatie is de regeling van artikel 15.8 van de Ow van toepassing. Daarin is geregeld dat het bestuursorgaan dat het projectbesluit heeft vastgesteld het bestuursorgaan is dat de schadevergoeding toekent.
Artikel 3. Heffen recht
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding wordt een recht geheven. Op grond van artikel 4:128 van de Awb bedraagt het recht maximaal € 500,-. In deze nadeelcompensatieverordening is dit wettelijk bepaalde bedrag overgenomen.
Als het recht niet wordt voldaan, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling gesteld. Bij het toewijzen van de aanvraag wordt het betaalde recht terugbetaald aan de aanvrager.
Artikel 4. Aanvraag
In artikel 4:2 van de Awb is een opsomming opgenomen van een aantal eisen waaraan een aanvraag minimaal moet voldoen. Een aanvulling op deze eisen is opgenomen in artikel 4:127 van de Awb.
In aanvulling op de wettelijk opgesomde eisen is, mede gezien de aard van de aanvraag, een aantal gegevens noodzakelijk om tot een beslissing op de aanvraag te kunnen komen. Voor zover het winst- of inkomstenderving betreft, dienen bij de beoordeling van de aanvraag de gerealiseerde omzetten en de jaarrekening over het jaar waarin de schade is geleden, alsmede de gerealiseerde omzetten en de jaarrekeningen over een periode van drie jaar voorafgaande aan het jaar waarin de schade is geleden, te worden betrokken.
Artikel 5. Vereenvoudigde behandeling
In dit artikel is voorzien in de mogelijkheid om de gemeentelijke deskundigheid naar aanleiding van een ingekomen aanvraag om schadevergoeding aan te vullen. Uitgangspunt is dat in de gemeente voldoende deskundigheid aanwezig is om aanvragen om schadevergoeding te kunnen beoordelen. Als die deskundigheid niet, of onvoldoende aanwezig is, kan het bestuursorgaan advies inwinnen bij een deskundige. Alleen als het nodig is, wordt advies ingewonnen bij een adviescommissie.
Dit uitgangspunt komt ook tot uitdrukking in het tweede lid van dit artikel. Daarin is vastgelegd in welke situaties in ieder geval geen advies bij een adviescommissie wordt ingewonnen (vereenvoudigde behandeling).
Het bestuursorgaan besluit een aanvraag niet in behandeling te nemen indien de aanvraag niet volledig is ingediend conform de eisen van artikelen 4:2 en 4:127 van de Awb en van de geboden gelegenheid om de aanvraag aan te vullen niet tijdig of onvoldoende is gebruik gemaakt.
Daarnaast besluit het bestuursorgaan een aanvraag af te wijzen bijvoorbeeld omdat het kennelijk ongegrond is.
Een aanvraag kan worden aangemerkt als ‘kennelijk ongegrond’, indien zonder uitgebreid inhoudelijk onderzoek duidelijk is dat de aanvraag niet voor toewijzing in aanmerking komt, bijvoorbeeld indien sprake is van een harde juridische belemmering, zoals het ontbreken van een belang, een premature aanvraag of een “verjaarde” schadeoorzaak.
Absoluut lage schades worden als bagatelschade aangemerkt en komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking. Voor particulieren geldt een absolute minimale ondergrens van € 500,- en voor ondernemers geldt een absolute minimale ondergrens van € 1.000,-.
Een besluit om de aanvraag niet in behandeling te nemen wordt aan de aanvrager schriftelijk medegedeeld binnen de in lid 3 van dit artikel gestelde termijn.
Artikel 6. Adviescommissie en procedure
Indien de aanvraag niet op een vereenvoudigde wijze wordt afgewikkeld en/of de beoordeling van nadeelcompensatieaanvraag bijzondere deskundigheid vereist, kan het bestuursorgaan, overeenkomstig artikel 4:130 van de Awb een adviescommissie benoemen. Het begrip adviescommissie wordt in de wet niet gedefinieerd, maar kan volgens de artikelsgewijze toelichting van artikel 4:130 de Awb bestaan uit één of meerdere deskundigen. Van belang is om te benoemen dat deskundige(n) geen onderdeel uitmaakt/uitmaken van de bestuurlijke of ambtelijke organisatie van de gemeente.
De gemeente kiest niet voor het benoemen en instellen van een vaste structurele adviescommissie maar voor de mogelijkheid om per geval een afweging te maken over de inschakeling van onpartijdige deskundigheid.
Afhankelijk van de feiten en omstandigheden en de juridische en/of financiële complexiteit van het geval, kunnen één of meerdere deskundigen worden gevraagd om de aanvraag te beoordelen en het bestuursorgaan te adviseren over de wijze van afwikkeling van de aanvraag.
Artikel 7. Werkwijze adviescommissie
In dit artikel is de werkwijze voor de adviescommissie geregeld. De werkwijze kenmerkt zich door het uitgangspunt van hoor en wederhoor. De bij de beoordeling gehanteerde uitgangspunten en criteria en de overwegingen en uitkomsten van de beoordeling van de deskundige worden vastgelegd in een adviesrapport. Dit rapport wordt, nadat partijen, inclusief meegebrachte deskundigen, ook in de gelegenheid zijn gesteld om een mondelinge toelichting te geven, eerst in concept toegezonden aan alle betrokken partijen. De partijen worden in de gelegenheid gesteld om schriftelijk op het rapport te reageren. De deskundige beoordeelt deze schriftelijke reactie en brengt vervolgens een definitief adviesrapport uit. Het definitieve adviesrapport wordt ook aan alle betrokken partijen gezonden.
Ten behoeve van het door de deskundige uit te voeren onderzoek, is de deskundige bevoegd om bij de gemeente en de aanvrager nadere informatie op te vragen die de deskundige noodzakelijk acht voor een goede en zorgvuldige beoordeling. Tevens kan de deskundige een plaatsopneming houden. Indien de deskundige dit noodzakelijk acht voor een goede beoordeling van het verzoek, kan hij - nadat hij voorafgaand toestemming heeft gekregen van de gemeente externe deskundigheid inroepen; bijvoorbeeld in het kader van geluid-, geur, of trillingsonderzoek.
In dit artikel zijn ook de termijnen aangegeven voor de verschillende stappen in het proces van advisering. De wettelijke beslistermijnen staan in artikel 4:130 van de Awb.
Artikel 8. Uitbetaling
In deze bepaling is de uiterste betaaltermijn vastgelegd. Als een aanvraag om schadevergoeding geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, wordt het betreffende bedrag uiterlijk na het onherroepelijk worden van het toekenningsbesluit uitbetaald. Dus na afronding van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures.
Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel
Dit artikel geeft aan wanneer de nadeelcompensatieverordening inwerking treedt en hoe de verordening wordt genoemd.
Artikel 10. Overgangsrecht
Het planschaderecht dat gold voor de inwerkingtreding van titel 4.5 van de Awb en afdeling 15.1 van de Ow zal vanwege het ruime overgangsrecht nog jarenlang van toepassing blijven op verzoeken om tegemoetkoming in planschade.
In dit artikel is daarom bepaald dat de ‘Verordening advisering planschade gemeente Oss 2008’, in afwijking van deze nadeelcompensatieverordening, van toepassing is op de verzoeken om tegemoetkoming in planschade die op grond van het overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet onder het regime van het “oude” planschaderecht vallen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl