​​Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Dongen 2025

Geldend van 06-06-2025 t/m heden

Intitulé

​​Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Dongen 2025

De raad van de gemeente Dongen,

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders 18 maart 2025 met overneming van de daarin vermelde motieven;

gelet op de artikelen 8 lid 1 sub b, 8 lid 2 en artikel 36 van de Participatiewet;

Besluit:

vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Dongen 2025.

​​

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen uit deze verordening die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als die in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet;

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen;

    • c.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Dongen;

    • d.

      peildatum: datum waarop een persoon een aanvraag om individuele inkomenstoeslag heeft ingediend;

    • e.

      referteperiode: een aaneengesloten periode van drie jaar (36 maanden) voorafgaand de peildatum;

    • f.

      individuele inkomenstoeslag: toeslag zoals bedoeld in artikel 36 van de wet;

    • g.

      vermogen: het vermogen zoals bedoel in artikel 34 van de wet;

    • h.

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • i.

      WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000.

Artikel 2. Voorwaarden

  • 1.

    Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet, eerste lid, als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 130% van de voor hem geldende bijstandsnorm.

  • 2.

    Niet voor een individuele inkomenstoeslag komt in aanmerking de persoon die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

  • 3.

    Een persoon beschikt over een vermogen dat lager is dan de voor hem van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34 lid 3 van de Participatiewet.

  • 4.

    Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.

  • 5.

    Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 6.

    Voor toepassing van het tweede en derde lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 7.

    Een persoon heeft inspanningen verricht om inkomensverbetering te realiseren.

Artikel 3. Hoogte van de toeslag

  • 1.

    De hoogte van de individuele inkomenstoeslag bedraagt:

    • a.

      voor gehuwden 39% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

    • b.

      voor een alleenstaande ouder 39% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (90% van de norm voor gehuwden);

    • c.

      voor een alleenstaande 39% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

    • d.

      voor een kostendeler, 39% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

    • e.

      voor een persoon in een inrichting, 39% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, incl. inclusief verhoging van artikel 23 lid 2 Participatiewet.

  • 2.

    De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s en worden jaarlijks in januari vastgesteld voor het gehele kalenderjaar.

Artikel 4. Onvoorziene situaties

In situaties en omstandigheden waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen.

Artikel 5. Intrekken oude verordening

De verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Dongen wordt ingetrokken op de dag na inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Dongen 2025.

Algemene toelichting

Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden is bij de invoering van de Wet werk en bijstand (hierna: WWB) in 2004 ook een langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd. Ook is de langdurigheidstoeslag sinds die datum een bijzondere vorm van (categoriale) bijzondere bijstand. Per 1 januari 2025 vervangt de individuele inkomenstoeslag de langdurigheidstoeslag. Sindsdien is het verlenen van de toeslag geen gebonden bevoegdheid meer, maar een discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat het college individuele inkomenstoeslag kan verlenen als een persoon voldoet aan de voorwaarden daarvoor.

Vast te leggen regels in verordening

De individuele inkomenstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde personen die langdurig een laag inkomen hebben en daarbij, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht hebben op inkomensverbetering (artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet). Bij verordening moeten regels vastgesteld worden over het verlenen van een individuele inkomenstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet. Deze regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen ‘langdurig’ en ‘laag inkomen’. Op grond van deze verordening is geen sprake van een laag inkomen bij een inkomen hoger dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm. Bij de beoordeling van het criterium ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’ moet het college rekening houden met de omstandigheden van de persoon. In artikel 36, tweede lid, van de Participatiewet is bepaald dat tot die omstandigheden in ieder geval worden gerekend:

  • de krachten en bekwaamheden van de persoon, en

  • de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze verordening.

Peildatum

De peildatum is de datum waarop een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt (artikel 1 van deze verordening). Het gaat om de datum waarop een persoon langdurig een laag inkomen heeft, geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet en, gelet op de omstandigheden van die belanghebbende, geen uitzicht op inkomensverbetering heeft. De peildatum komt meestal overeen met de meldingsdatum.

De peildatum kan in beginsel niet liggen vóór de dag waarop een belanghebbende zich heeft gemeld om individuele inkomenstoeslag aan te vragen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Dit volgt uit artikel 44, eerste lid, van de Participatiewet en de jurisprudentie rondom artikel 44 van de Participatiewet.

Artikel 2. Voorwaarden

In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het laag inkomen wordt uitgedrukt in maximaal 130% van de voor persoon toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 3 van deze verordening).

Wettelijk is geregeld dat de individuele inkomenstoeslag bestemd is voor mensen tussen 21 jaar en de AOW gerechtigde leeftijd. Langdurig wordt aangeduid met 3 jaar (36 maanden). Gedurende deze periode moet een laag inkomen zijn geweest, niet hoger dan het in aanmerking te nemen percentage van de norm. De gemeente verstrekt een eenvoudig aanvraagformulier om de aanvraag in te dienen.

Artikel 3. Hoogte van de toeslag

In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld. In dit model wordt uitgegaan van 39% van het toepasselijke percentage van de bijstandsnorm voor gehuwden en alleenstaanden. Afronding vindt plaats op hele euro’s naar boven. Door te kiezen voor een percentage van de bijstandsnorm, hoeft slechts gerekend te worden met één bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld. De norm van januari is de maatstaf en daar wordt de berekening van de individuele inkomenstoeslag op aangepast.

Artikel 5 en 6. Intrekken oude verordening, inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 mei 2025.

Toelichting bij verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Dongen 2025