Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740097
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR740097/1
Parkeerverordening Oldenzaal 2025
Geldend van 06-06-2025 t/m heden
Intitulé
Parkeerverordening Oldenzaal 2025Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oldenzaal houdende regels omtrent gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.
Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
college: burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal.
- b.
RVV 1990:het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
- c.
motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990.
- d.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.
- e.
houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens ten tijde van het parkeren.
- f.
belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:
- 1.
is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990;
of
- 2.
gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschriftzone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
of
- 3.
gelegen is binnen een zone aangeduid met bord 99aa uit bijlage II van het RVV 1966, dan wel met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd.
- 1.
- g.
RVV 1966: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 4 mei 1966,5tb. 181.
- h.
RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990,5tb. 459.
- i.
motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1966 of in het RVV 1990.
- j.
vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen en/of parkeerapparatuur.
- k.
vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.
- l.
huishouden: één of meer bewoners die in één woonruimte wonen en samen een duurzaam gemeenschappelijk huishouden vormen.
- m.
bedrijf:
- 1.
een organisatie of zelfstandige die is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;
- 2.
een al dan niet commerciële organisatie, zoals een instelling, politiediensten, een openbaarlichaam, die wordt beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf betreft.
- 1.
- n.
parkeerdate/deelauto: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;
- o.
parkeerplaats op eigen terrein (POET): een garage of parkeerplaats op een perceel behorende tot het perceel of de woning / bedrijf waarover de aanvrager kan beschikken conform het bestemmingsplan, op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins voor gebruik bij de woning van de aanvrager is bestemd.
Wat verstaan we precies onder Parkeren op eigen terrein:
- 1.
onder parkeren op eigen terrein wordt verstaan:
- 1.
een parkeerplaats op eigen terrein heeft een minimale afmeting van 2.30 m breed en 4.75 lang welke tijdens de aanleg bedoeld is of was als parkeermogelijkheid:
- 2.
een parkeerplaats in een parkeergarage of terrein, behorende bij het wooncomplex, waarbij bij oplevering van het wooncomplex een parkeerplaats in de parkeergarage is toegewezen aan één van de woningen en voorwaarde is geweest bij de afgifte van de bouwvergunning.
- 1.
- 2.
als parkeerplaats op eigen terrein wordt niet aangemerkt:
- 1.
een op het woonperceel aanwezige garage;
- 2.
een losse garagebox welke niet met de woning is verbonden.
- 1.
- 3.
De totale beschikbare ruimte op eigen terrein welke tijdens de aanleg bedoeld is of was als parkeergelegenheid en de minimale afmetingen in lid a bepalen het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.
- 1.
- p.
parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur.
- q.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.
- r.
overheidsvergunning: een vergunning zoals bedoeld in afdeling II artikel 3.9 lid a, met welke het is toegestaan op maandag tot en met vrijdag te parkeren op alle parkeerapparatuur of belanghebbendenplaatsen.
- s.
autodate/deelvervoer: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder.
- t.
Zorgverlenersvergunning: parkeervergunning voor zorgverleners.
- u.
Tijdelijke vergunning: een goed onderbouwde parkeervergunning voor een beperkte duur.
- v.
Servicevergunning: parkeervergunning voor bedrijven die met enige regelmaat een voertuig parkeren vanwege een onderhoudscontract.
- w.
Laadplek: locatie voor het laden van elektrische auto’s.
Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Artikel 2
Het college kan, bij openbaar te maken besluit:
- a.
weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren voor vergunninghouders en/of betaald parkeren.
- b.
gebieden aanwijzen waar men uitsluitend gebruik mag maken van de aanwezige parkeerapparatuur of door te betalen via een parkeerapp.
- c.
gebieden aanwijzen waar men uitsluitend kan parkeren, binnen een gebied voorzien van parkeerapparatuur, door gebruik te maken van een parkeervergunning.
- d.
gebieden die voorzien zijn van belanghebbendenplaatsen of die voorzien zijn van parkeerapparatuur opdelen in verschillende vergunning zones. In geval van opdeling in vergunning zones zal een afgegeven vergunning worden gekoppeld aan een zone.
- e.
tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.
- f.
het maximaal aantal vergunningen vaststellen per woning, straat, wijk of gebied. Indien besloten wordt tot een maximumstelsel, wordt een wachtlijst ingesteld. Er zal dan een prioriteitsstelling voor de wachtlijst worden uitgewerkt.
Artikel 3
Het college kan:
- a.
op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of om te parkeren binnen een gebied voorzien van parkeerapparatuur.
- b.
regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.
- c.
een maximum aantal uit te geven vergunningen vaststellen, per aaneengesloten gebied, per categorie en beperkingen opleggen met betrekking tot plaats en tijd.
- d.
in bijzondere gevallen een vergunning verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in artikel 3 genoemde vereisten.
- e.
aan een vergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.
3.1 Een vergunning voor bewoners.
Deze kan verleend worden aan:
- a.
aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied of aan een weg waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;
- b.
gebruikers van een leaseauto dienen een verklaring te overleggen waaruit blijkt dat de aanvrager ook de regelmatige bestuurder is.
- c.
er kan 1 bewonersvergunning worden aangevraagd per adres in een gebied of aan een weg waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn;
- d.
een parkeervergunning voor bewoners is gekoppeld aan een vergunning zone.
- e.
er kan maximaal 2 bewonersvergunning worden aangevraagd per adres in een gebied of aan een weg waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;
- f.
het aantal mogelijkheden om te parkeren op eigen terrein worden in mindering gebracht op het aantal aan te vragen bewonersvergunningen.
3.2 Een vergunning voor bezoeker
Deze kan verleend worden aan:
- a.
bewoners binnen een zone met belanghebbendenplaatsen kunnen een parkeervergunning aanvragen voor bezoekers om te parkeren binnen de desbetreffende vergunning zone;
- b.
er kan 1 bezoekersvergunning worden aangevraagd per adres;
- c.
het kenteken van de bezoekersauto kan worden ingevoerd in de app;
- d.
via een parkeertegoed worden de parkeerkosten per tijdseenheid betaald voor het bezoek;
- e.
bewoners hebben de mogelijkheid om parkeertegoed bij te kopen via de app;
- f.
bezoekers in het gebied waar parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn dienen gebruik te maken de aanwezige parkeerapparatuur.
3.3 Een vergunning voor zakelijk belanghebbenden.
Deze kan verleend worden aan:
- a.
een eigenaar of houder van een voertuig, die een bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren.
- b.
indien een woonadres niet gelijk is aan het adres van het bedrijf en deze niet binnen een afstand van tweehonderd (200) meter van elkaar is verwijderd komt de eigenaar in aanmerking voor een vergunning “bedrijven” binnen een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;
- c.
Bedrijven die gevestigd zijn binnen een gebied voor belanghebbendenplaatsen komen voor maximaal één (1) woon-werkvergunning in aanmerking;
- d.
het college kan een minimale afstand voor woon-werkverkeer instellen om in aanmerking te komen voor een woon- werkvergunning;
- e.
de gemeente kan jaarlijks vragen om een bewijsstuk aan te leveren waaruit blijkt dat men nog werkzaam is binnen het gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;
- f.
Indien er een mogelijkheid is om te parkeren op eigen terrein komt men niet in aanmerking voor een vergunning voor zakelijk belanghebbenden;
- g.
indien en zolang het maximale door het college vastgestelde aantal vergunningen “bedrijven” in een zone niet is overschreden, kan het college, op aanvraag van degene die een beroep of bedrijf uitoefent in een pand gelegen in een vergunning zone, een bedrijvenvergunning verlenen.
- h.
bij meerdere bedrijven op een adres, waarvan uit het register van de Kamer van Koophandel blijkt, dat het één eigenaar betreft dan wel er een familie- en of zakelijke relatie tussen de verschillende eigenaren is, wordt maximaal één vergunning verleend binnen het gebied met belanghebbendenplaatsen. Een dergelijke situatie wordt beschouwd alsof het één zakelijk belanghebbende betreft.
- i.
Indien activiteiten in de binnenstad, dan wel op de desbetreffende parkeerlocatie plaatsvinden waarvoor de gemeente vergunning heeft verleend en waardoor het niet meer mogelijk is om daar te parkeren kunnen aan het hebben van een parkeervergunning geen rechten worden ontleend.
3.4 Een vergunning voor werknemers
Deze kan verleent worden aan:
- a.
Werknemers die in een gebied waar gebruik dient te worden gemaakt van parkeerapparatuur en aantoont dat het in het belang van diens beroep noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren.
- b.
indien en zolang het maximale aantal beschikbare vergunningen “woon – werk” in een zone niet is overschreden, kan het college, op aanvraag van degene die een beroep uitoefent in een pand gelegen in een zone waar parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, een “woon – werk” vergunning verlenen.
- c.
het college kan een minimale afstand voor woon-werkverkeer instellen om in aanmerking te komen voor een woon- werkvergunning;
- d.
de gemeente kan jaarlijks vragen om een bewijsstuk aan te leveren waaruit blijkt dat men nog werkzaam is binnen het gebied waar door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;
- e.
Indien activiteiten in de binnenstad, dan wel op de desbetreffende parkeerlocatie plaatsvinden waarvoor de gemeente vergunning heeft verleend en waardoor het niet meer mogelijk is om daar te parkeren kunnen aan het hebben van een parkeervergunning geen rechten ontlenen.
3.5 Overige vergunningen
Tijdelijke vergunning
- a.
op basis van een goede onderbouwing kan een tijdelijke vergunning worden verleend;
- b.
deze vergunning is alleen geldig in een specifieke zone;
- c.
de tijdelijke vergunning zal worden verstrekt na een positieve beoordeling van de onderbouwing.
Overheidsvergunning:
- a.
Het college kan aan voertuigen van de Gemeente Oldenzaal, waarmee structureel en regelmatig, in het betaald parkeergebied werkzaamheden voor de Gemeente Oldenzaal worden uitgevoerd, een overheidsvergunning verlenen;
Zorgverlenersvergunning:
- a.
Zorgverleningsinstanties die werkzaam zijn binnen de parkeerzones kunnen een zorgverlenersvergunning aanvragen;
- b.
De parkeervergunning zorgverleners is geldig in alle parkeerzones binnen Oldenzaal.
Servicevergunning:
- a.
op basis van een goede onderbouwing kan een tijdelijke vergunning worden verleend;
- b.
deze vergunning is geldig voor alle zones;
- c.
een servicevergunning zal worden verstrekt na een positieve beoordeling van de onderbouwing
3.6. Gehandicaptenparkeerkaarthouders:
- a.
Met een gehandicaptenparkeerkaart mag gratis worden geparkeerd op een betaald parkeerplek, maar niet op een belanghebbendenplaats.
3.7 Shop &Go parkeerplaatsen
- a.
Op een Shop & Go parkeerplaats kan gratis kortstondig worden geparkeerd in een gebied waar parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;
- b.
hiervoor dient men gebruik te maken van een parkeerschijf;
- c.
de maximale parkeerduur is vastgesteld door het college.
3.8 Parkeerdate/deelauto
- a.
het college kan op aanvraag aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de autodateplaats is gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn een autodate vergunning verstrekken.
- b.
deelauto’s hebben een vaste parkeerplaats (standplaats) waardoor de auto voor een ieder te vinden en te gebruiken is;
- c.
de parkeerplaats (standplaats) is voorzien van een bord vergunninghouders (E09) met onderbord voorzien van de naam van de eigenaar van de deelauto;
- d.
Zodra er langer dan twee maanden geen deelauto wordt aangeboden op een daarvoor bestemde locatie zal de parkeervergunning komen te vervallen voor de desbetreffende locatie.
3.9 Laadplekken
- a.
Parkeren op een laadplek is uitsluitend toegestaan tijdens het opladen van een elektrisch voertuig;
- b.
Bij laadplekken die zich bevinden binnen een zone waar parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn dient men in het bezit te zijn van een parkeervergunning of een betaalbewijs, gedurende de periode dat het voertuig wordt geladen.
Artikel 4
4.1 Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning
4.2 Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.
Artikel 5
5.1 Een vergunning wordt voor ten hoogste één kalenderjaar verleend
5.2 De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:
- a.
de periode waarvoor de vergunning geldt;
- b.
het gebied (zone) waarvoor de vergunning geldt;
- c.
de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.
Artikel 6
Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:
- d.
op verzoek van de vergunninghouder;
- e.
wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;
- f.
wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen van de vergunning;
- g.
wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;
- h.
wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;
- i.
wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen;
- j.
wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;
- k.
om redenen van openbaar belang;
- l.
bij overlijden mits deze niet kan worden overgezet op de partner.
Afdeling III Verbodsbepalingen
Artikel 7
7.1 Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodateplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of te laten staan:
- a.
zonder dat het motorvoertuig beschikt over een vergunning voor de desbetreffende zone;
- b.
in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.
7.2 Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Afdeling IV Strafbepaling
Artikel 8
Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie of een hechtenis van ten hoogste een maand.
Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 9
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren de door het college aangewezen ambtenaren.
Artikel 10
Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Oldenzaal 2025.
Artikel 11
Deze verordening treedt in werking één dag na de openbare bekendmaking hiervan onder gelijktijdige intrekking van de Parkeerverordening 1993, vastgesteld op 29 september 1992, nr. 39/33.
Ondertekening
Oldenzaal,
Vastgesteld in de openbare vergadering van 26 mei 2025
de plaatsvervangend griffier,
R. Wolbert
de voorzitter,
P.G. Welman
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl