Subsidieregeling Lokale aanpak isolatie Harderwijk 2025

Geldend van 06-06-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Lokale aanpak isolatie Harderwijk 2025

Burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk;

overwegende:

  • dat het college bevoegd is voor bepaalde vormen van subsidie nadere regels te stellen dan wel specifieke nadere regelingen vast te stellen;

  • dat middelen welke ter beschikking zijn gesteld vanuit de SPUK Lokale Aanpak Isolatie dienen te worden ingezet voor isolatiemaatregelen van slecht geïsoleerde koopwoningen;

  • dat de gemeente een actief duurzaamheidsbeleid kent zoals dat is vastgesteld in de Omgevingsvisie Harderwijk 2040 van 12 december 2024 (hierna: Omgevingsvisie);

  • dat energie besparen, onder andere door woningen te isoleren, de eerste stap is bij het verduurzamen van het energiegebruik;

  • dat in de uitvoeringsagenda duurzaamheid 2025/2026 het project Stimuleringsacties energie besparen is opgenomen.

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Harderwijk 2020;

BESLUITEN:

vast te stellen de Subsidieregeling Lokale aanpak isolatie Harderwijk 2025

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    Asv: Algemene subsidieverordening Harderwijk 2020;

  • b)

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c)

    CBS-buurt: onderdeel van een gemeente, dat op basis van historische dan wel stedenbouwkundige kenmerken homogeen is afgebakend, op basis van de indeling van het CBS;

  • d)

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk;

  • e)

    doe-het-zelf isolatiemaatregelen: isolatiemaatregelen die door de eigenaar-bewoner zelf in de woning worden aangebracht;

  • f)

    eigenaar-bewoner: een meerderjarig natuurlijk persoon, die volgens de kadastrale gegevens eigenaar is van een woning én volgens de gemeentelijke basisregistratie personen staat ingeschreven op het adres van deze woning. Bij meerdere eigenaren-bewoners gelden zij gezamenlijk als eigenaar-bewoner;

  • g)

    energielabel: de geregistreerde energieklasse van een woning;

  • h)

    gebouwgebonden: horende bij één bepaalde woning;

  • i)

    grondgebonden woning: woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan een woonlaag direct aansluit op het maaiveld;

  • j)

    isolatiebedrijf: een onderneming die staat ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel en ervaring heeft met isolerende werkzaamheden, zoals plaatsing van isolatieglas, spouwmuur-, vloer- of dakisolatie;

  • k)

    isolatiemaatregelen: maatregelen ten behoeve van het reduceren van de warmtevraag van de woning, welke zijn opgenomen in de SPUK-regeling lokale aanpak isolatie;

  • l)

    natuurvriendelijk isoleren: toepassen van isolatiematerialen en technieken die minimale impact hebben op de lokale flora en fauna, conform de richtlijnen van het isolatiebedrijf en relevante wetgeving;

  • m)

    onverwarmde zolder: een zolderruimte die geen directe aansluiting heeft op het verwarmingssysteem van de woning en voornamelijk functioneert als opslagruimte;

  • n)

    renovatie: het geheel of gedeeltelijk vernieuwen, verbeteren of aanpassen van bestaande bouwdelen van een woning om de kwaliteit en duurzaamheid ervan te verhogen;

  • o)

    slecht geïsoleerd bouwdeel: bouwdeel dat slecht geïsoleerd is en niet voldoet aan de huidige isolatie-eisen. Voor de verschillende bouwdelen geldt de volgende indicatie als slecht geïsoleerd conform de SPUK-regeling lokale aanpak isolatie:

    • a.

      Dak:

      • a.

        Hellend / plat dak: Geen, slechte en matige isolatie (minder dan 9 cm isolatiemateriaal aanwezig / Rc ≤ 2,0)

      • b.

        Zolder-/vlieringvloerisolatie: Als er geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig is, als alternatief voor dakisolatie. Alleen toe te passen bij een onverwarmde zolder en gesloten vlieringluik of gesloten toegangsdeur. (Rc ≤ 0,5)

    • b.

      Gevel: Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig (Rc ≤ 1,1)

    • c.

      Vloer-/bodemisolatie: Geen of slechte vloer- en bodemisolatie aanwezig, , minder dan 5 cm isolatiemateriaal aanwezig (Rc ≤ 1,3)

    • d.

      Ramen (Glas): Enkel glas, oud dubbelglas en HR glas (Ug waarde ≥ 1,6);

  • p)

    slecht geïsoleerde woning:

    • een woning met een energielabel klasse D, E, F, G of

    • een woning met een met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn:

      • a.

        de vloer en de bodem;

      • b.

        de gevel, waaronder de spouwmuur;

      • c.

        het dak en de zoldervloer en vlieringvloer;

      • d.

        de ramen (glas), panelen in kozijnen en deuren;

  • q)

    SPUK-regeling lokale aanpak isolatie: de regeling over de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van slecht geïsoleerde woningen (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0047844&z=2024-11-06&g=2024-11-06).

  • r)

    woning: een bestaande bewoonbare woning in de gemeente Harderwijk die in de basisregistratie als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen met een woonfunctie is geregistreerd (permanente bewoning) en verder voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      een koopwoning met een WOZ-waarde van € 429.300,00 of lager (peildatum 1 januari 2022);

    • b.

      het betreft een slecht geïsoleerde woning;

    • c.

      de woning betreft een grondgebonden woning en is geen onderdeel van een flat, appartementengebouw of VVE;

    • d.

      de woning betreft het hoofdverblijf van de eigenaar-bewoner.

Artikel 1.2 Toepasselijkheid Asv

Op deze regeling is de Asv van toepassing. Indien in deze regeling regels zijn gegeven die afwijken van de Asv, gaan de regels uit deze regeling voor op die uit de Asv, voor zover de Asv afwijking toestaat.

Hoofdstuk 2 Doel, doelgroep en te subsidiëren activiteiten, subsidieplafond en verdeelregels

Artikel 2.1 Doel en doelgroep subsidie

  • 1. Het doel van de subsidieregeling is om het woningaanbod in de gemeente te verduurzamen door het stimuleren van het isoleren van slecht geïsoleerde woningen.

  • 2. Voor subsidie op grond van deze regeling wordt onderscheid gemaakt in twee doelgroepen:

    • a.

      Eigenaar-bewoner van een woning met een maximale WOZ-waarde van €300.000,00 (op peildatum 01-01-2022);

    • b.

      Eigenaar-bewoner van een woning met een minimale WOZ-waarde van €300.001,00 t/m €429.300,00 (op peildatum 01-01-2022).

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten en kosten

  • 1. Het college kan subsidie verlenen voor:

    • a.

      doe-het-zelf isolatiemaatregelen, of

    • b.

      het uitvoeren van isolatiemaatregelen door een isolatiebedrijf.

  • 2. Het college kan alleen subsidie verlenen voor de in het eerste lid genoemde isolatiemaatregelen, indien:

    • a.

      de isolatiemaatregelen worden aangebracht op een bestaand slecht geïsoleerd bouwdeel van de woning; en

    • b.

      de isolatiemaatregelen aantoonbaar gebouwgebonden zijn en fysiek zijn aangebracht in de woning van de eigenaar-bewoner waarvoor de subsidie is aangevraagd; en

    • c.

      de isolatiemaatregelen voldoen aan de minimale isolatiewaarden en oppervlakte-eisen uit de onderstaande tabel of de voorwaarden per isolatietype zoals opgenomen in de subsidieregeling Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE):

      Maatregel

      Minimale isolatiewaarde

      Minimale oppervlakte (m2)

      Gevelisolatie

      Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W)

      10

      Vloerisolatie

      Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W)

      20

      Bodemisolatie

      Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W)

      20

      Dakisolatie

      Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W)

      20

      Zolder- of vlieringvloerisolatie

      Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W)

      20

      HR++ glas

      U-waarde ≤ 1,2 (W/m2K)

      3

      Triple glas

      U-waarde ≤ 0,7 (W/m2K)

      3

      Isolerende panelen in kozijnen

      U-waarde ≤ 1,2 (W/m2K)

      3

      Isolerende deuren

      Ud-waarde ≤ 1,5 (W/m2K)

      3

      Spouwmuurisolatie (natuurvriendelijk)

      Rd-waarde ≥ 1,1 (m2K/W)

      10

  • 3. De aanvrager kan bij de activiteit als bedoeld in het eerste lid, indien sprake is van vloerisolatie en bodemisolatie, alleen subsidie ontvangen voor een van deze twee maatregelen.

  • 4. De aanvrager kan bij de activiteit als bedoeld in het eerste lid, indien sprake is van dakisolatie en zolder- of vlieringvloerisolatie, alleen subsidie ontvangen voor een van deze twee maatregelen.

  • 5. De aanvrager kan bij de activiteit als bedoeld in het eerste lid, indien sprake is van het uitvoeren van isolerende deuren en/of isolerende panelen in kozijnen, alleen subsidie ontvangen als de maatregel wordt toegepast in combinatie met het vervangen van glas.

  • 6. De isolatiemaatregelen glas, kozijnpanelen en isolerende deuren mogen worden gecombineerd, waarbij een minimale oppervlakte van 3m2 wordt geïsoleerd.

  • 7. Een subsidie voor spouwmuurisolatie wordt alleen verleend, indien de isolatie wordt uitgevoerd door een isolatiebedrijf met het natuurvriendelijk isoleren certificaat én de isolatie wordt uitgevoerd middels de methode natuurvriendelijk isoleren.

  • 8. Bij doe-het-zelf isolatiemaatregelen worden uitsluitend de kosten voor het aanschaffen van de isolatiemaatregelen gerekend tot de subsidiabele kosten, waarbij de isolatiematerialen moeten zijn aangeschaft op of na 1 maart 2025.

  • 9. Bij het laten uitvoeren van de isolatiemaatregelen door een isolatiebedrijf worden uitsluitend de kosten die in rekening gebracht worden door het isolatiebedrijf, die een directe relatie hebben tot de uitgevoerde isolatiemaatregelen, gerekend tot de subsidiabele kosten.

  • 10. De onderstaande kosten zijn niet subsidiabel en komen niet in aanmerking voor subsidie:

    • a.

      Loon-verletkosten;

    • b.

      Kosten voor sloopwerkzaamheden;

    • c.

      Onderhoudskosten die niet direct te maken hebben met de isolatiemaatregel;

    • d.

      Kosten voor aanvullende bouw-of renovatiewerkzaamheden;

    • e.

      Esthetische aanpassingen die geen bijdrage leveren aan de isolatiewaarde;

    • f.

      Gemaakte uren en benodigde apparatuur en gereedschap voor het aanbrengen van isolatiemaatregelen door de bewoner zelf.

Artikel 2.3 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1. Het college stelt onderstaande subsidieplafonds, als bedoeld in artikel 4:22 van de Awb, vast met inachtneming van de gemeentebegroting.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt € 30.000,00 voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.2 lid 1 onderdeel a.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 720.000,00 voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.2 lid 1 onderdeel b, welk subsidieplafond is uitgesplitst in twee deelplafonds:

    • a.

      Een subsidieplafond van € 510.000,00 voor de doelgroep als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 onderdeel a;

    • b.

      Een subsidieplafond van € 210.000,00 voor de doelgroep als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 onderdeel b.

  • 4. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 5. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is.

  • 6. Volledige aanvragen die op dezelfde datum in de volgorde van ontvangst zijn opgenomen, worden geacht tegelijkertijd te zijn ontvangen. Indien deze aanvragen tot overschrijding van het subsidieplafond zou leiden, wordt het beschikbare bedrag evenredig over de aanvragers verdeeld.

Hoofdstuk 3 Aanvragen subsidie

Artikel 3.1 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend op een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier en voldoet aan de eisen genoemd in artikel 4:2 Awb, de Asv en deze regeling.

  • 2. De aanvraag is volledig ingevuld en voorzien van alle informatie en bijlagen die op het aanvraagformulier verplicht zijn gesteld.

  • 3. Indien sprake is van uitvoering van de isolatiemaatregelen door een isolatiebedrijf én van een woning met een energielabel D, E, F en G, legt de aanvraag in aanvulling op artikel 6 van de Asv bij de indiening van de aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een offerte van het isolatiebedrijf;

    • b.

      een bewijsstuk van het energielabel.

  • 4. Indien sprake is van uitvoering van de isolatiemaatregelen door een isolatiebedrijf én van een woning met een met een de labelklassen D, E, F en G vergelijkbare energetische staat, legt de aanvraag in aanvulling op artikel 6 van de Asv bij de indiening van de aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een offerte van het isolatiebedrijf;

    • b.

      foto’s of een onafhankelijk technisch of bouwkundig rapport van de huidige situatie waarop zichtbaar is of beschreven staat dat er nu twee slecht geïsoleerde bouwdelen aanwezig zijn.

  • 5. Indien sprake is van uitvoering van doe-het-zelf isolatiemaatregelen én van een woning met een energielabel D, E, F en G, legt de aanvraag in aanvulling op artikel 6 van de Asv bij de indiening van de aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een kopie van kassabon en/of factuur van de aangeschafte materialen;

    • b.

      een bewijsstuk van het energielabel.

  • 6. Indien sprake is van uitvoering van doe-het-zelf isolatiemaatregelen én van een woning met een met een de labelklassen D, E, F en G vergelijkbare energetische staat, legt de aanvraag in aanvulling op artikel 6 van de Asv bij de indiening van de aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een kopie van kassabon en/of factuur van de aangeschafte materialen;

    • b.

      foto’s of een onafhankelijk technisch of bouwkundig rapport van de huidige situatie waarop zichtbaar is of beschreven staat dat er nu twee slecht geïsoleerde bouwdelen aanwezig zijn.

  • 7. Een aanvraag dient voorafgaand aan de uitvoering van de isolatiemaatregelen te worden ingediend en kan worden ingediend tot en met 31 december 2026.

  • 8. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in de voorgaande leden genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag noodzakelijk respectievelijk voldoende zijn.

Artikel 3.2 Beslissing op aanvraag

  • 1. Het college neemt binnen acht weken na de ontvangst van de volledige aanvraag een beslissing.

  • 2. Het college kan deze termijn eenmalig met vier weken verlengen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht inzake subsidieverlening van rechtswege is niet van toepassing.

Hoofdstuk 4 Subsidieverlening

Artikel 4.1 Voorwaarden en verplichtingen

  • 1. Het college verleent aan de aanvrager een subsidie onder de volgende algemene voorwaarden en verplichtingen:

    • a.

      de isolatiemaatregelen worden binnen zes maanden na verlening van de subsidie uitgevoerd;

    • b.

      de isolatiemaatregelen worden uitgevoerd conform de geldende wet- en regelgeving;

    • c.

      per woning kan slechts één keer subsidie worden verleend op basis van deze regeling.

  • 2. Het college kan bij de subsidieverlening aanvullende verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 4.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie is bij doe-het-zelf isolatiemaatregelen gelijk aan de subsidiabele kosten met een maximum van € 1.000,00.

  • 2. De subsidie is bij het uitvoeren van isolatiemaatregelen door een isolatiebedrijf gelijk aan de subsidiabele kosten met een maximum van:

    • a.

      € 2.500, voor de aanvrager die behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 onder a;

    • b.

      € 1.000, voor de aanvrager die behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 onder b;

  • 3. De gemeentelijke subsidie kan aanvullend worden aangevraagd(stapelen) naast landelijke of regionale subsidies voor energiebesparende isolerende maatregelen, zoals de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE).

  • 4. Indien de totale subsidiebedragen van de landelijke, regionale en gemeentelijke subsidie regelingen (inclusief ISDE) hoger uitkomen dan de daadwerkelijke gemaakte kosten van de maatregelen, zal de gemeentelijke subsidie naar beneden worden bijgesteld om te voorkomen dat subsidieontvanger meer subsidie ontvangt dan de kosten van de maatregelen.

  • 5. Voor het bepalen van de hoogte van de gemeentelijke subsidie gaan wij ervan uit dat de subsidieontvanger de ISDE subsidie ontvangt voor de getroffen isolatiemaatregelen.

  • 6. Het niet aanvragen of ontvangen van de ISDE subsidie heeft geen invloed op de hoogte van de gemeentelijke subsidie en geeft geen recht op herziening van de subsidiebeschikking.

Artikel 4.3 Bevoorschotting

  • 1. Er kan desgewenst een verzoek om een voorschot op de verleende subsidie worden ingediend. Dit voorschot is bedoeld om te voorzien in de kosten die de eigenaar-bewoner maakt tijdens het verduurzamen van uw woning.

  • 2. Het voorschot als bedoeld in het eerste lid bedraagt bij de uitvoering van de isolatiemaatregelen door een isolatiebedrijf maximaal 75% van de verleende subsidie en het voorschot mag uitsluitend worden gebruikt om de factuur te voldoen.

  • 3. Het voorschot als bedoeld in het eerste lid bedraagt bij doe-het-zelf isolatiemaatregelen maximaal 100% van de verleende subsidie en het voorschot mag uitsluitend worden gebruikt om de kassabon of factuur te voldoen.

  • 4. Het college behoudt zich het recht voor om geen voorschot te verlenen indien zij van mening is dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan.

Hoofdstuk 5 Verantwoording en vaststelling

Artikel 5.1 Verantwoording en subsidievaststelling

  • 1. De vaststelling van de verleende subsidie door het college vindt plaats nadat de activiteiten schriftelijk zijn gereedgemeld bij het college. De gereedmelding dient uiterlijk binnen 13 weken na voltooiing van de activiteiten plaats te vinden. Bij de gereedmelding worden, bij uitvoering van de isolatiemaatregelen door een isolatiebedrijf, de facturen en bewijzen van betaling met betrekking tot de uitgevoerde activiteiten én foto’s die zijn gemaakt tijdens de uitvoering van de maatregelen en een foto van de eindsituatie bijgevoegd danwel, bij doe-het-zelf isolatiemaatregelen foto’s die zijn gemaakt tijdens de uitvoering van de maatregelen en een foto van de eindsituatie.

  • 2. De subsidieontvanger werkt mee aan een eventuele fysieke controle naar de uitvoering van de isolatiemaatregelen in de woning.

  • 3. Indien bij de controle blijkt dat (op onderdelen) wordt afgeweken van de subsidietoekenning kan het college de in eerste instantie verleende subsidie verlagen of op ‘nihil’ vaststellen.

  • 4. Bij de subsidievaststelling wordt de subsidie nooit hoger vastgesteld dan het verleende subsidiebedrag, dus ook niet als de kosten hoger zijn uitgevallen.

  • 5. Het college stelt een subsidie vast binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 6. De in het vijfde genoemde termijn kan éénmalig met ten hoogste 10 weken worden verdaagd.

  • 7. Paragraaf 4.1.3.3 Awb inzake subsidievaststelling van rechtswege is niet van toepassing.

Hoofdstuk 6 Weigering, intrekking en terugvordering

Artikel 6.1 Subsidie weigeren, intrekken en/of terugvorderen

  • 1. De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:35 of afdeling 4.2.6 van de Awb of in artikel 9 van de Asv, met uitzondering van artikel 9, derde lid, onderdeel g, van de Asv;

    • b.

      het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd het subsidieplafond overschrijdt;

    • c.

      de aanvraag niet voldoet aan het doel van de regeling, zoals genoemd in artikel 2.1 lid 1;

    • d.

      de aanvrager niet behoort tot de doelgroep, zoals genoemd in artikel 2.1 lid 2;

    • e.

      de aanvraag geen betrekking heeft op de subsidiabele activiteiten zoals genoemd in artikel 2.2;

    • f.

      de aanvraag niet tijdig is ingediend;

    • g.

      er anderszins niet wordt voldaan aan de vereisten zoals genoemd in deze regeling;

    • h.

      er voor dezelfde subsidiabele activiteit voor het gehele aangevraagde bedrag vanuit een andere regeling of voorziening (ook van andere overheids(instellingen) al een subsidie of budget in welke vorm dan ook aan de aanvrager beschikbaar is gesteld en toekenning van de aanvraag tot een dubbeling zou leiden. Er kan voor eenzelfde activiteit geen dubbele subsidie worden aangevraagd.

    • i.

      de kosten voor de uitvoering van de isolatiemaatregelen waarvoor een subsidieaanvraag wordt gedaan naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het beoogde resultaat;

    • j.

      de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van de regeling;

    • k.

      de subsidie hoger is dan de werkelijk gemaakte kosten na aftrek van andere aangevraagde of verleende subsidies voor dezelfde subsidiabele activiteiten;

    • l.

      de maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd een nieuw element aan de woning toevoegt en niet dient ter vervanging van een verouderde maatregel;

    • m.

      de maatregel op nieuw te bouwen onderdelen van een woning worden toegepast;

    • n.

      de maatregel zonder bijzondere inspanning terug te draaien is;

    • o.

      de aangeschafte isolatiematerialen niet of niet geheel in de woning van de aanvrager zijn aangebracht;

  • 2. De subsidie voor spouwmuurisolatie wordt geweigerd indien in de CBS-buurt waarin de woning is gelegen het maximumpercentage van 6% van de woningen die geïsoleerd mogen worden, is bereikt. Dit percentage geldt voor 3 jaar en is als volgt verspreid over de jaren: 3% voor het eerste jaar, 2% voor het tweede jaar en 1% voor het derde jaar.

  • 3. De subsidie wordt in ieder geval ingetrokken, indien achteraf komt vast te staan dat zich een weigeringsgrond als omschreven in het eerste of tweede lid heeft voorgedaan.

  • 4. De subsidie wordt teruggevorderd, indien de subsidie is ingetrokken.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 7.1 Onvoorziene gevallen en hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze regeling indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 7.2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling Lokale aanpak isolatie Harderwijk 2025”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2025

mevrouw F.H.W. de Jong

secretaris

de heer J. Joon

burgemeester