Regeling tot verlening van bevoegdheden gemeente Deventer

Geldend van 06-06-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-06-2025

Intitulé

Regeling tot verlening van bevoegdheden gemeente Deventer

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover bevoegd,

Gelet op het bepaalde in:

Hoofdstuk X en XI van de Gemeentewet, Titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht, het Burgerlijk Wetboek en het organisatiebesluit gemeente Deventer;

Overwegende dat:

het om redenen van doelmatigheid wenselijk is hun daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden te mandateren of op te dragen aan hen ondergeschikte ambtenaren of aan andere personen.

Besluit:

De volgende regeling vast te stellen:

‘Regeling tot verlening van bevoegdheden gemeente Deventer’

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Bestuursorgaan: de raad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de ambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onder b van de Gemeentewet (heffingsambtenaar) en de ambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet (invorderingsambtenaar).

  • b.

    Delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander bestuursorgaan, die deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent, zoals is bepaald in de Algemene wet bestuursrecht.

  • c.

    Lijst van bevoegdheden: de bij deze regeling behorende lijst, waarin alle behoudens het bepaalde in artikel 3 door de gemeentelijke bestuursorganen en functionarissen genomen en nog te nemen besluiten ten aanzien van delegatie, mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging zijn geregistreerd.

  • d.

    Machtiging: het door een bestuursorgaan aan een functionaris opdragen van zijn bevoegdheid tot het verrichten van feitelijke handelingen of proceshandeling.

  • e.

    Mandaat: het door een bestuursorgaan aan een functionaris opdragen van zijn bevoegdheid om in zijn naam besluiten te nemen, zoals is bepaald in de Algemene wet bestuursrecht

  • f.

    Ondermandaat: het door een gemandateerde verder mandateren van een bevoegdheid aan een andere functionaris.

  • g.

    Volmacht: het opdragen van de bevoegdheid aan een functionaris om de gemeente bij privaatrechtelijke rechtshandelingen te vertegenwoordigen.

Artikel 2 Reikwijdte regeling

  • 1. Deze regeling is van toepassing op de verlening van bevoegdheden door het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar.

  • 2. Deze regeling is tevens van toepassing op de verlening van personele bevoegdheden

Artikel 3 Lijst van bevoegdheden

Met uitzondering van de aan en door de programmanager te verlenen bevoegdheden worden de door de bestuursorganen en functionarissen genomen besluiten tot verlening van bevoegdheden geregistreerd in de Lijst van bevoegdheden. Indien van toepassing worden daarbij vermeld de in artikel 8 onder a genoemde bijzondere voorschriften, voorwaarden en beperkingen.

Artikel 4 Reikwijdte bevoegdheidsuitoefening

De uitoefening van bevoegdheden omvat tevens de bevoegdheid tot het verrichten van feitelijke, procedurele en administratieve handelingen ter voorbereiding en uitvoering van besluiten en het verrichten van procedurele en administratieve handelingen anderszins, zoals onder andere:

  • a.

    het voeren van correspondentie;

  • b.

    het gevraagd en ongevraagd verstrekken of inwinnen van inlichtingen;

  • c.

    het vragen van (nader) advies;

  • d.

    het verstrekken van ontvangstbevestigingen;

  • e.

    het in ontvangst nemen van aangetekende stukken, deurwaardersexploten, expressestukken;

  • f.

    het verzoeken om (aanvullende) gegevens, bescheiden, bewijsstukken en machtigingen;

  • g.

    het horen van belanghebbenden en andere personen;

  • h.

    het ter goedkeuring inzenden van aanvragen, (ontwerp)besluiten en documenten;

  • i.

    het doorzenden van onjuist geadresseerde geschriften;

  • j.

    het verdagen van beslistermijnen en het verzenden van voortgangsberichten;

  • k.

    het publiceren en ter inzage leggen van (voorgenomen) besluiten en andere documenten;

  • l.

    het bekendmaken en mededelen van besluiten.

Artikel 5 Vorm en omvang bevoegdheidsverlening

  • 1. De verlening van bevoegdheden geschiedt schriftelijk.

  • 2. Een verleend mandaat of ondermandaat omvat zowel de bevoegdheid tot het nemen van besluiten als de bevoegdheid tot het ondertekenen van deze besluiten.

  • 3. De uitoefening van bevoegdheden krachtens mandaat of ondermandaat omvat mede het geheel of gedeeltelijk weigeren, afwijzen, intrekken of overdragen van aanvragen en beslui¬ten, het niet in behandeling nemen van aanvragen en het aan besluiten verbinden van voorschriften, voorwaarden, beperkingen en verplichtingen, tenzij dit bij de verlening van het mandaat of ondermandaat uitdrukkelijk is beperkt of uitgesloten.

Artikel 6 Wijze van bevoegdheidsverlening

  • 1. De verlening van bevoegdheden krachtens mandaat, volmacht en machtiging geschiedt langs de hiërarchische lijn (getrapt) en wel als volgt:

    • a.

      Het bestuursorgaan is bevoegd een hem toekomende bevoegdheid geheel of gedeeltelijk en onder voorwaarden te verlenen aan de Algemeen directeur. In een incidenteel geval kan het bestuursorgaan hiervan afwijken en de betreffende bevoegdheid zonder tussenkomst van de Algemeen directeur rechtstreeks verlenen aan een andere functionaris.

    • b.

      De Algemeen directeur is bevoegd een aan hem verleende bevoegdheid geheel of gedeeltelijk en onder voorwaarden te verlenen aan de directeur. De Algemeen directeur is bevoegd hier in incidentele gevallen van af te wijken.

    • c.

      De directeur is bevoegd de aan hem verleende bevoegdheden geheel of gedeeltelijk en onder voorwaarden te verlenen aan de afdelingsmanager. De directeur is bevoegd hier in incidentele gevallen van af te wijken. De ter zake verantwoordelijke directeur is tevens bevoegd de aan hem verleende bevoegdheden geheel of gedeeltelijk en onder voorwaarden te verlenen aan de programmamanager, hetgeen wordt vastgelegd in het voor dat specifieke programma vastgestelde programmaplan.

    • d.

      De afdelingsmanager is bevoegd de aan hem verleende bevoegdheden geheel of gedeeltelijk en onder voorwaarden te verlenen aan de teamleider. De afdelingsmanager is bevoegd hier in incidentele gevallen van af te wijken

    • e.

      De teamleider is bevoegd een aan hem verleende bevoegdheid geheel of gedeeltelijk en onder voorwaarden te verlenen aan een medewerker.

    • f.

      De programmamanager is bevoegd een aan hem verleende bevoegdheid geheel of gedeeltelijk en onder voorwaarden te verlenen aan een niet aan hem ondergeschikte medewerker, hetgeen wordt vastgelegd in het voor dat specifieke programma vastgestelde programmaplan. Alvorens van deze bevoegdheid gebruik te maken treedt de programmamanager in overleg met de teamleider van de betrokken medewerker.

  • 2. Bij de verlening van bevoegdheden wordt daar waar nodig zorggedragen voor een adequate controltechnische of wettelijke functiescheiding.

Artikel 7 Vervanging bevoegde functionaris

  • 1. Bij afwezigheid van een bevoegde functionaris mag de aan deze persoon verleende bevoegdheid worden uitgeoefend door zijn plaatsvervanger.

  • 2. De plaatsvervanger is bevoegd een besluit namens een bestuursorgaan onder eigen naam te nemen en te ondertekenen met vermelding daarbij van:

plaatsvervangend’, gevolgd door de functieaanduiding van de persoon die wordt vervangen.

Artikel 8 Algemene voorwaarden

Bij de uitoefening van een bevoegdheid neemt de betrokken functionaris in acht:

  • a.

    de daaraan verbonden en in de Lijst van bevoegdheden vermelde bijzondere voorschriften, voorwaarden en beperkingen.

  • b.

    hetgeen daaromtrent is bepaald bij of krachtens wettelijk voorschrift, in beleidsregels, besluiten, verordeningen, nadere regels, circulaires en richtlijnen van rijks-, provinciale en gemeentelijke overheden of zelfstandige bestuursorganen.

  • c.

    de door de raad en het college vastgestelde of vast te stellen financiële- en beleidskaders.

  • d.

    dat de uitoefening van de bevoegdheid passend is bij de taken en verantwoordelijkheden van de functionaris.

Artikel 9 Wijziging wettelijke voorschriften

  • 1. Ingeval wettelijke voorschriften, waarop een verleende bevoegdheid berust, wijzigen, wordt de bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de cor¬responderende bepalingen in de gewijzigde wettelijke voorschriften, tenzij sprake is van een inhoudelijke wijziging, die leidt tot verruiming van de betreffende bevoegdheid.

  • 2. Wijzigingen bedoeld in het eerste lid worden zo spoedig mogelijk in de Lijst van bevoegdheden verwerkt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt de dag na bekendmaking in werking en werkt terug tot en met 1 juni 2025.

Artikel 11 Intrekking voorgaande besluiten

Bij de inwerkingtreding van deze regeling wordt de eerder door de bestuursorganen vastgestelde ‘Regeling tot verlening van bevoegdheden’ van 19 maart 2024 ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Regeling tot verlening van bevoegdheden gemeente Deventer’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 mei 2025 met kenmerk 2025-377,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer,

de secretaris,

J.P. Wassens

de burgemeester,

R.C. König

de burgemeester ,

R.C. König