Nadere regels verblijfsontzeggingen Zaanstad 2025

Geldend van 03-06-2025 t/m heden

Intitulé

Nadere regels verblijfsontzeggingen Zaanstad 2025

De burgemeester van Zaanstad,

Gelet op artikel 2:78 van de Algemene plaatselijke verordening Zaanstad 2013 (Apv), artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 172 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen:

Nadere regels verblijfsontzeggingen Zaanstad 2025

Artikel 1 Opleggen verblijfsontzegging bij tweede overtreding

1.

Een verblijfsontzegging kan alleen worden opgelegd aan de betrokkene, in een door de burgemeester aangewezen gebied waar sprake is van structurele overlast en waar de openbare orde wordt verstoord.

2.

De verblijfsontzegging geldt niet indien de betrokkene zich bevindt in een openbaar vervoermiddel binnen het aangewezen gebied, tenzij in de verblijfsontzegging uitdrukkelijk anders is bepaald.

3.

Een besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging wordt niet eerder genomen dan na de tweede geconstateerde overtreding van de strafbepalingen zoals opgenomen in artikel 4 van deze regels. Dat sprake is van een tweede overtreding blijkt uit de omstandigheid dat tegen de betrokkene voor de tweede keer proces-verbaal is opgemaakt, binnen een periode van twaalf maanden.

4.

De duur van de verblijfsontzegging is gebaseerd op de zwaarste overtreding (zie de in artikel 4 genoemde strafbepalingen).

Artikel 2 Waarschuwing

1.

Na de eerste overtreding van de in artikel 4 genoemde strafbepalingen krijgt de betrokkene een schriftelijke waarschuwing. Hierin wordt vermeld dat bij een herhaling van een overtreding binnen twaalf maanden, aan betrokkene een verblijfsontzegging kan worden opgelegd.

2.

De waarschuwing wordt door de politie of de buitengewoon opsporingsambtenaar zo spoedig mogelijk na constatering van de overtreding van de in artikel 4 bedoelde strafbepalingen aan betrokkene uitgereikt. Indien dat niet mogelijk is wordt de waarschuwing per aangetekende post verstuurd.

3.

De politie of de buitengewoon opsporingsambtenaar licht binnen vijf werkdagen, na de eerste constatering van de overtreding van de in artikel 4 bedoelde strafbepalingen, de burgemeester in.

Artikel 3 Voornemen en zienswijze

1.

Alvorens de burgemeester overgaat tot het opleggen van een verblijfsontzegging, als gevolg van de tweede geconstateerde overtreding van de in artikel 4 genoemde strafbepalingen, wordt de betrokkene eerst in kennis gesteld van dit voornemen.

2.

Dit voornemen wordt door de politie of de buitengewoon opsporingsambtenaar mondeling aan de betrokkene meegedeeld.

3.

De politie of de buitengewoon opsporingsambtenaar licht binnen vijf werkdagen na de tweede geconstateerde overtreding van de in artikel 4 bedoelde strafbepalingen de burgemeester in. Vervolgens stelt de burgemeester betrokkene schriftelijk op de hoogte van dit voornemen.

4.

Betrokkene wordt in de gelegenheid gesteld om binnen drie werkdagen na deze schriftelijke bekendmaking van het voornemen tot het opleggen van een verblijfsontzegging zijn/haar zienswijze schriftelijk of mondeling naar voren te brengen.

Artikel 4 Strafbepalingen

Overtreding van de volgende strafbepalingen kan leiden tot het opleggen van een verblijfsontzegging met bijbehorende duur:

Categorie 1 (drie weken)

artikel 2:1 Apv 

samenscholing en ongeregeldheden 

artikel 2:26 Apv

ordeverstoring bij evenementen 

artikel 2:47, 2:49, 2:50 Apv 

 

verboden hinderlijk gedrag 

artikel 2:48 Apv 

 

verboden drankgebruik 

artikel 2:65 Apv

bedelarij

artikel 4:8 Apv 

 

natuurlijke behoefte doen 

artikel 426 en 430b Sr 

openbare dronkenschap en het verstoren van de openbare orde in staat van dronkenschap 

artikel 424 Sr 

straatschenderij 

 

artikel 461 Sr

verboden toegang

Categorie 2 (zes weken)

artikel 2:19b Apv 

verbod gevaarlijke voorwerpen 

artikel 2:48a Apv

verboden lachgasgebruik

artikel 2:74 Apv 

drugshandel op straat 

artikel 2:78a Apv

groepsverbod

artikel 138 Sr

huisvredebreuk besloten lokaal 

artikel 141 Sr 

openlijke geweldpleging uitsluitend tegen goederen 

artikelen 180 Sr 

wederspannigheid 

artikel 184 Sr 

negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel 

artikel 266 en 267 Sr 

belediging van een ambtenaar in functie 

artikel 285 Sr 

bedreiging

artikel 300 Sr

eenvoudige mishandeling  

artikel 310 Sr

diefstal

artikel 350 Sr 

vernieling of beschadiging 

Artikel 13 Wet wapens en Munitie  

wapen van categorie I te vervaardigen, te transformeren, voor derden te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te dragen, te vervoeren, te doen binnenkomen of te doen uitgaan 

artikelen 2 en 3 Opiumwet 

bezit van meer dan gebruikershoeveelheid drugs, verkopen of verstrekken van softdrugs 

Categorie 3 (twaalf weken)

artikel 141 Sr 

openlijke geweldpleging uitsluitend tegen personen 

artikel 302 en 287 juncto 45 Sr 

zware mishandeling en - poging tot - doodslag 

artikel 312 Sr 

diefstal met geweld 

Artikel 317 en 318 Sr 

resp. afpersing en afdreiging 

artikel 26 en 27 Wet wapens en munitie 

voorhanden hebben en dragen van wapens en munitie van de categorieën II, III en IV 

artikel 2 Opiumwet 

verkopen en verstrekken van harddrugs 

Artikel 5 Recidive

Begaat degene die een verblijfsontzegging heeft gekregen binnen twaalf maanden na de datum van het besluit waarbij de verblijfsontzegging is opgelegd, een overtreding van een strafbepaling zoals opgenomen in artikel 4, dan kan in verband met recidive wederom en direct een verblijfsontzegging worden opgelegd.

Artikel 6 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels verblijfsontzeggingen Zaanstad 2025.

Ondertekening

Toelichting

Algemeen

Instrument van verblijfsontzegging

Een verblijfsontzegging is een besluit in de zin van de Awb. De burgemeester dient dan ook de eisen die de Awb stelt aan een zorgvuldige besluitvorming in acht te nemen. Dat betekent dat degene aan wie de burgemeester een verblijfsontzegging wil geven eerst in staat gesteld wordt zijn of haar zienswijze kenbaar te maken (artikel 4:8 Awb). De burgemeester dient het besluit zorgvuldig voor te bereiden, deugdelijk te motiveren, tot een proportionele maatregel te besluiten en rekening te houden met de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Aan de verblijfsontzegging moet een concreet incident(en) ten grondslag gelegd worden. Het incident behoort de rechtvaardiging te zijn voor de duur van de ontzegging en de omvang van het gebied waarvoor de ontzegging geldt.

Het opleggen van een verblijfsontzegging is een herstelsanctie, bedoeld om een einde te maken aan een onrechtmatige overlast veroorzakende situatie en uitdrukkelijk niet bedoeld om leed toe te voegen. Het is een bewegingsbeperkende maatregel en de nadelige gevolgen daarvan voor betrokkene moeten in verhouding staan tot het te dienen doel. Bij het opleggen van een herstelsanctie past dat de betrokkene eerst zelf de kans krijgt om zijn gedrag te veranderen. Vandaar dat in Zaanstad aan het opleggen van een verblijfsontzegging een waarschuwing vooraf gaat.

Bij een overtreding van de verblijfsontzegging wordt de overtreder aangehouden en volgt een proces-verbaal wegens een overtreding van artikel 184 van het Wetboek van strafrecht.

Doel

Het doel van de nadere regels is om gebruiksinstructies vast te stellen voor het instrument verblijfsontzegging. De instructies gelden voor de burgemeester, voor de politiefunctionarissen en de buitengewoon opsporingsambtenaren die de waarschuwingen opleggen en de ambtenaren de die verblijfsontzeggingen in (onder)mandaat namens de burgemeester gaan opleggen.