Voorbeschermingsregels energieopslagsystemen

Deze regeling is juridisch onderdeel van Omgevingsplan gemeente Dordrecht.
Geldend van 30-05-2025 t/m heden

Voorrangsbepaling

Voor zover de voorbeschermingsregels in dit hoofdstuk afwijken van de regels in het tijdelijke deel van dit omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1 van de Omgevingswet, gelden de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Voorbeschermingsregels energieopslagsystemen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Overgangsrecht

De voorbeschermingsregels in dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op activiteiten die al werden verricht voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit hoofdstuk en die in overeenstemming zijn met de regels in het tijdelijke deel van dit omgevingsplan.

Artikel 1.2 Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    Elektriciteitsnet: een transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit.

  • b.

    Energieopslagsysteem: de samenstelling van de lithiumhoudende energiedragers, omvormers, eventueel transformatoren, datacommunicatie, (subsysteem) EMS (systeemcontroller), elektrische infrastructuur.

  • c.

    PGS 37-1 Lithiumhoudende energiedragers: richtlijn voor de veilige opslag van elektriciteit in energieopslagsystemen. De laatste versie is vastgesteld door de BOb (Bestuurlijk Omgevingsberaad).

Afdeling 1.2 Exploiteren van een energieopslagsysteem

Artikel 1.3 Toepassingsbereik

Deze afdeling gaat over het bedrijfsmatig bouwen, aanleggen en exploiteren van een energieopslagsysteem, bestaande uit lithiumhoudende oplaadbare energiedragers die (in groepen) elektrisch met elkaar zijn verbonden met een totaal opgestelde capaciteit van 1 MWh en daarboven.

Artikel 1.4 Oogmerken

  • 1.

    De regels in deze afdeling zijn gesteld met het oog op:

    • a.

      het behouden van de mogelijkheden voor verduurzaming van bedrijfsactiviteiten;

    • b.

      het bevorderen van een duurzame ontwikkeling;

    • c.

      het op zo kort mogelijke afstand van elkaar realiseren van vraag naar-, en aanbod van energie;

    • d.

      het kunnen overschakelen van fossiele energie naar hernieuwbare energie;

    • e.

      het in stand houden van een veilige en gezonde leefomgeving;

  • 2.

    Voor zover deze afdeling gaat over het opwekken, transporteren en leveren van elektriciteit zijn de regels niet gesteld met het oog op de energievoorziening zoals bedoeld in artikel 6.12 van de Energiewet.

Artikel 1.5 Vergunningplichtig geval energieopslagsystemen

Het is verboden zonder omgevingsvergunning een energieopslagsysteem met een capaciteit van 1 MWh of meer te bouwen, aan te leggen en te exploiteren.

Artikel 1.6 Bijzondere aanvraagvereisten

Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het exploiteren van een energieopslagsysteem, bedoeld in artikel 1.5 , worden de volgende gegevens overgelegd:

  • a.

    een bedrijfsplan, waarin in ieder geval is opgenomen;

    • 1°.

      de wijze waarop het energieopslagsysteem wordt beheerd;

    • 2°.

      de wijze waarop het energieopslagsysteem van stroom wordt voorzien;

    • 3°.

      de wijze waarop wordt voorkomen dat het energieopslagsysteem netcongestie veroorzaakt of daaraan bijdraagt;

    • 4°.

      de wijze waarop de PGS 37-1 Lithiumhoudende energiedragers worden toegepast;

  • b.

    een (kwantitatieve) risicoanalyse, inclusief het rekenbestand, die inzage geeft in;

    • 1°.

      het plaatsgebonden risico, zoals bedoeld in bijlage 1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving;

    • 2°.

      de omvang van het explosie- en gifwolk aandachtsgebied; zoals bedoeld in bijlage 1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving;

  • c.

    een geluidonderzoek, inclusief het rekenbestand, in geval het energieopslagsysteem niet is gelegen op een geluidsgezoneerd industrieterrein, die inzage geeft in:

    • 1°.

      het geluidsniveau op de geluidgevoelige gebouwen; zoals bedoeld in bijlage 1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

    • 2°.

      welke voorzieningen worden getroffen om te voorkomen dat de etmaalwaarde, bedoeld in artikel 1.7 onder g. worden overschreden.

Artikel 1.7 Beoordelingsregels omgevingsvergunning energieopslagsystemen

De omgevingsvergunning voor het exploiteren van een energieopslagsysteem, bedoeld in artikel 1.5 , wordt in ieder geval geweigerd als;

  • a.

    de activiteit de verduurzaming van bedrijfsactiviteiten verhindert;

  • b.

    de activiteit niet voorziet in een plaatselijke behoefte van vraag en aanbod van elektriciteit;

  • c.

    de activiteit, mede vanwege de effecten op de netbalancering en netcongestie, de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied verhindert;

  • d.

    het energieopslagsysteem niet voldoet aan de best beschikbare techniek zoals voorgeschreven in PGS 37-1 Lithiumhoudende energiedragers;

  • e.

    het energieopslagsysteem leidt tot een plaatsgebonden risicocontour 1 op de 1.000.000 per jaar (PR10 -6 /jr) buiten het terrein waarop de activiteit wordt geëxploiteerd;

  • f.

    de EOS leidt tot een explosie- of gifwolk aandachtsgebied over een (geprojecteerd) (zeer) kwetsbare gebouw is gelegen;

  • g.

    de EOS leidt tot een overschrijding van de grenswaarden uit tabel 1.7 op de gevel van een geluidgevoelig gebouw.

Tabel 1.7 Grenswaarden toelaatbaar geluid op een geluidgevoelig gebouw
 

07.00 - 19.00 uur

19.00 - 23.00 uur

23.00 - 07.00 uur

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau L Ar,LT

45 dB(A)

40 dB(A)

35 dB(A)

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.1 Overgangsrecht

Het doel van deze voorbeschermingsregels is dat energieopslagsystemen (EOS) die (mogelijk) strijdig zijn met nieuwe regels in het omgevingsplan die in voorbereiding zijn, worden voorkomen. Volgens artikel 4.14 van de Omgevingswet mogen alleen voorbeschermingsregels worden gesteld over activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegestaan, maar die nog niet plaatsvinden. In dit artikel is daarom bepaald dat de regels in dit hoofdstuk niet van toepassing zijn op activiteiten die al werden verricht voorafgaand aan de inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels.

Artikel 1.2 Begripsbepalingen

Dit artikel geeft aan wat met bepaalde begrippen in de artikelen wordt bedoeld.

Artikel 1.3 Toepassingsbereik

Deze afdeling is van toepassing op het plaatsen van een EOS. Hierbij is een ondergrens van 1 MWh vastgelegd. De ondergrens is bepaald aan hand van effectafstanden uit het scenarioboek Omgevingsveiligheid van het NIFV (Nederlands Instituut voor Publieke Veiligheid). Hieruit blijkt dat het maximale effectgebied voor externe veiligheid 25 meter betreft. Installaties met een lagere capaciteit zijn niet relevant voor externe veiligheid.

Artikel 1.4 Oogmerken

De regels in deze afdeling zijn gesteld met het oog op:

a. het behouden van de mogelijkheden voor verduurzaming van bedrijfsactiviteiten;

b. het bevorderen van duurzame lokale ontwikkelingen;

c. het kunnen overschakelen van fossiele energie naar hernieuwbare energie;

d. de energievoorziening in relatie tot de beoogde ruimtelijke ontwikkeling;

e. het behouden van een veilige en gezonde leefomgeving;

Deze oogmerken zijn ontleend aan de Omgevingsvisie 1.0 van de gemeente Dordrecht en de Regionale Energiestrategie van de Drechtsteden.

Omgevingsvisie 1.0 2021

De in de Omgevingsvisie 1.0 geformuleerde hoofdopgave is groei van het aantal inwoners en arbeidsplaatsen. Waarbij rekening wordt gehouden met alle aspecten van de fysieke leefomgeving. Om dit te bewerkstelligen zijn een zevental doelen geformuleerd. De keuzes die de gemeente maakt bij de realisatie van de hoofddoelstelling moeten passen binnen deze doelen. In dit kader zijn een drietal doelen relevant; doel 3 "Dordrecht is een gezonde stad", Doel 4 " Dordrecht heeft een uitstekend vestigingsklimaat" en doel 6 "Dordrecht is in 2050 energieneutraal.

Dordrecht is een gezonde stad

Elektriciteitsopslagsystemen hebben invloed op de leefomgeving. Een van de thema's binnen het doel Gezonde stad is externe veiligheid. Binnen dit thema streven wij naar een zo veilig mogelijke ruimtelijke inrichting van de stad. Recente onderzoek van het RIVM ("Onderzoek relevantie energieopslagsystemen voor omgevingsveiligheid" RIVM-briefrapport 2024-0012) laat zien dat het plaatsen van een EOS, in de vorm van lithium-ion batterijmodules, bij optredende incidenten zodanige explosie en gifwolk effecten kunnen optreden dat deze negatieve invloed hebben op de leefomgeving. Hoofdstuk 4 "Systemen" en bijlage 5 van de omgevingsvisie 1.0 geven invulling aan de wijze waarop Dordrecht omgaat met deze risico's.

Dordrecht heeft een uitstekend vestigingsklimaat

In de Omgevingsvisie is als doel opgenomen dat Dordrecht een uitstekend vestigingsklimaat heeft 1. Ondernemers zijn belangrijk voor de stedelijke economie. Als onderdeel van deze doelstelling is opgenomen dat bestaande bedrijventerreinen moeten worden gerevitaliseerd waarbij aandacht is voor duurzaamheid. Door het verduurzamen ontstaat een schonere industrie wat goed is voor het woon- en leefklimaat van de stad. Echter, de duurzaamheidseisen moeten niet een te grote drempel vormen voor nieuwe bedrijven of nieuwbouw 2.

Ook is als doel opgenomen dat Dordrecht in 2050 energieneutraal is 3. Hiervoor zijn de volgende doelstellingen opgesteld:

  • a.

    We stoppen met het gebruik van aardgas.

  • b.

    We zetten sterk in op energiebesparing.

  • c.

    We stoppen met het gebruik van benzine, diesel e.d.

  • d.

    We zetten in op duurzame opwekking van elektriciteit.

  • e.

    We realiseren dit met de hoogst haalbare maatschappelijke opbrengst.

Deze milieudoelstelling heeft ook impact op bedrijven. Dit is verder uitgewerkt in de RES Drechtsteden.

RES Drechtsteden

In de Drechtsteden gebruiken vele bedrijven op jaarbasis meer dan 50.000 KWh aan elektra of meer dan 25.000 m3 aardgas. Voor deze bedrijven geldt een energiebesparingsplicht. De gemeente stimuleert dat er grootschalig zon op dak wordt gerealiseerd op bedrijfsdaken. Ook worden opties onderzocht om het plaatsen van zonnepanelen op grote bedrijfspanden te verplichten. De energietransitie waarbij van aardgas naar duurzame energie wordt overgestapt heeft ook als gevolg dat het elektriciteitsnet onder druk komt te staan. Deze transitie levert netcongestie op. Dit betekent dat het elektriciteitsnet moet worden verzwaard, wat tijd en geld kost. Ondertussen moeten er keuzes worden gemaakt over welke ruimtelijke ontwikkelingen kunnen worden aangesloten op het elektriciteitsnet.

EOS zijn nodig voor de energietransitie naar duurzame energie. Dit aangezien de hoeveelheid energie dat wordt opgewekt door bijvoorbeeld wind of zon afhankelijk is van het weer. Ook is het verbruik van energie niet altijd gelijk aan de hoeveelheid energie die wordt opgewekt. Om variabele energievoorziening en een goede match met het energieverbruik mogelijk te maken zal er ook gebruik moeten worden gemaakt van opslagsystemen. Energieopslagsystemen met een eigen aansluiting leggen op dit moment een disproportionele druk op de beschikbare transportcapaciteit van het elektriciteitsnet. Hierdoor blijft er minder transportcapaciteit beschikbaar voor andere ontwikkelingen zoals de nieuwbouwopgave en vestiging of uitbreiding van bedrijven (arbeidsplaatsen).

Verband tussen het beleid en de oogmerken

De Omgevingsvisie van Dordrecht en de RES Drechtsteden hebben als gezamenlijk doel het verduurzamen van Dordrecht. Dit is noodzakelijk voor een goed woon- en leefklimaat. Deze energietransitie naar duurzaam opgewekte energie heeft impact op het elektriciteitsnet van Dordrecht. Dit heeft ruimtelijke impact aangezien netcongestie ertoe kan leiden dat nieuwe (bedrijfs)activiteiten niet meer mogelijk zijn of dat bestaande bedrijfsactiviteiten worden beperkt in de overschakeling naar hernieuwbare energie. Het is voor de gemeente van belang dat een EOS bijdraagt aan de verduurzaming van de gemeente en daarnaast ook de bestaande en nieuwe bedrijfsactiviteiten ondersteunt in deze transitie. Echter, deze regels zijn niet op het belang van de energievoorziening zoals bedoeld in artikel 6.12 van de Energiewet.

Naast verduurzaming richt de omgevingsvisie zich op het creëren van een veilige en gezonde leefomgeving. EOS hebben invloed op de leefomgeving zowel in termen van ruimtelijke inpassing als, veiligheid. Het is voor de gemeente van belang dat vestiging een EOS niet leidt tot een onevenredig ruimtebeslag en/of (milieu)belasting.

Artikel 1.5 Vergunningplichtig geval energieopslagsystemen

Voor het aanleggen van een EOS is een omgevingsvergunning vereist.

Energievoorziening

Een EOS levert niet altijd een bijdrage aan de verduurzaming van Dordrecht. Het kan zelfs netcongestie veroorzaken in plaats van verminderen 4. Het is van belang dat de beperkte ruimte op het elektriciteitsnet van Dordrecht wordt benut voor de energietransitie en de voortgang van de verduurzaming van (bedrijfs)activiteiten.

Omgevingsveiligheid

Op dit moment is een zelfstandig EOS in de Rijksregelgeving nog niet aangemerkt als een milieubelastende activiteit met omgevingsveiligheidsrisico's en geluidsnormering. Onderzoek laat zien dat met name een EOS, in de vorm van lithium-ion batterijmodules een voor (externe-)veiligheid relevante installatie is waaraan, voor een veilige exploitatie, ontwerp- en constructie-eisen moeten worden gesteld. Ook leidt vestiging en exploitatie van dit type EOS mogelijk tot het ontstaan van explosie- en gifwolk aandachtsgebieden hetgeen ruimtelijke consequenties met zich meebrengt.

Geluid

Afhankelijk van de locatie van een EOS speelt het aspect geluid effect op de omgeving. Het gaat daarbij voornamelijk over geluid dat samenhangt met voorzieningen die bij de elektriciteitsopslag behoren, zoals koelingen. Een EOS kan in de gebouwde omgeving kan geluidshinder veroorzaken.

Gelet op het bovenstaande is daarom een individuele afweging noodzakelijk voorafgaand aan de installatie van een EOS, waarbij wordt beoordeeld of het exploiteren van een EOS de energietransitie, de uitvoering van lokale activiteiten en ontwikkelingen en het realiseren van een veilige en gezonde leefomgeving niet in de weg staat.

Artikel 1.6 Bijzondere aanvraagvereisten

Bij de aanvraag om een vergunning wordt een bedrijfsplan, een toets aan de toegepaste best beschikbare techniek en een kwantitatieve risicoanalyse met hierin het risico voor de omgeving, ingediend. De gemeente gebruikt deze informatie voor de beoordeling van de aanvraag van de omgevingsvergunning.

Artikel 1.7 Beoordelingsregels omgevingsvergunning energieopslagsystemen

De gemeente heeft de ambitie om energieneutraal te zijn in 2050, een belangrijk onderdeel daarvan het is het bevorderen van het gebruik van duurzame energie. EOS kunnen in deze energietransitie lokaal een bijdrage leveren. Plaatsing kan gezien de eigenschappen van een EOS niet zonder meer en op iedere plaats, daarom zijn de volgende beoordelingsregels opgenomen.

Onder a is opgenomen dat het exploiteren van een EOS de verduurzaming van bedrijfsactiviteiten niet mag verhinderen. Deze beoordelingsregel ziet op de doelstelling om bedrijven te verduurzamen door middel van o.a. het gebruik van duurzame energie. Het verduurzamen van lokale bedrijven is belangrijk voor een goed woon- en leefklimaat en bedrijfsactiviteiten zijn daarnaast ook belangrijk zijn voor de economisch-stedelijke ontwikkeling van de gemeente. Daarom is het noodzakelijk dat bedrijfsactiviteiten niet worden gehinderd door het exploiteren van een EOS.

Onder b is opgenomen dat het exploiteren van een EOS als doelstelling heeft om te voorzien in een plaatselijke behoefte van vraag en aanbod van elektra. In Dordrecht is er beperkt ruimte op het elektriciteitsnet terwijl de energietransitie naar duurzaam opgewekte energie veel van het elektriciteitsnet gaat vragen. Vanuit het oogpunt van een goed woon- en leefklimaat en het ruimte geven aan lokale bedrijfsactiviteiten is het noodzakelijk dat een EOS voorziet in de lokale behoeften van vraag en aanbod in elektra.

Onder c is opgenomen dat het exploiteren van een EOS de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied niet in de weg moet staan. Door de beperkte aansluitcapaciteit op het elektriciteitsnet en de grote aanslag die een EOS daarop kan hebben, kunnen andere ruimtelijke en economische ontwikkelingen in de stad verhinderd worden. Het is dus van belang dat er niet een wildgroei aan EOS ontstaat.

Onder d t/m g is opgenomen dat een EOS in de exploitatiefase niet mag leiden tot externe veiligheidsrisico's, geluidshinder en/of beperkingen voor de omgeving.

Voor het aspect externe veiligheid is het beoordelingskader van de omgevingsvisie 1.0 (bijlage 5) toegepast. Hierop zijn de beoordelingsregels gebaseerd.

Voor het aspect geluid is aangesloten bij de geluidsnormering voor warmte- en koude-installaties in de woonomgeving. De aanvraagvereisten voor het aspect geluid geldt niet in geval de EOS is geprojecteerd binnen een geluidsgezoneerd industrieterrein. Hiervoor zijn reeds regels gesteld in het Omgevingsplan.