Regeling vervallen per 18-03-2022

Verordening op de kansspeelautomaten en speelautomatenhallen

Geldend van 17-10-2015 t/m 06-03-2018

Intitulé

Verordening op de kansspeelautomaten en speelautomatenhallen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Art. 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet op de kansspelen;

b. speelautomaat: een toestel als bedoeld in artikel 30, onder a, van de wet;

c. behendigheidsautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder b, van de wet;

d. kansspelautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder c, van de wet;

e. hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d, van de wet;

f. laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e, van de wet;

g. speelautomatenhal: een inrichting, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder c, van de wet;

h. ondernemer: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

i. stadsdelen Amsterdam-Centrum, De Baarsjes, Oud-West, Amsterdam-Noord en Amsterdam Oud-Zuid: de stadsdelen die onder die naam zijn vermeld in artikel 1 van de Verordening op de stadsdelen, waarvan de grenzen zijn aangegeven op de bij die verordening behorende kaartbijlage.

Hoofdstuk 2 Speelautomaten

Art. 2 Aantal speelautomaten in horeca-inrichtingen

De Burgemeester kan vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van ten hoogste drie speelautomaten in een hoog- of laagdrempelige inrichting, met dien verstande dat:

a. geen vergunning kan worden verleend voor kansspelautomaten in een laagdrempelige inrichting;

b. vergunning kan worden verleend voor twee kansspelautomaten in een hoogdrempelige inrichting.

Art. 3 Aantal speelautomaten in speelautomatenhallen

  • 1. De Burgemeester kan vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van speelautomaten in een speel-automatenhal tot ten hoogste het aantal automaten dat in de bij deze verordening behorende bijlage is vermeld.

  • 2. Indien twee of meer speelautomatenhallen worden samengevoegd, vormt de som van het maximum- aantal toegestane speelautomaten in de afzonderlijke hallen, als bedoeld in het eerste lid, het aantal speelautomaten in de door samenvoeging ontstane hal waarvoor ten hoogste vergunning kan worden verleend, met dien verstande dat:

    • het aantal speelautomaten in een hal in het stadsdeel Amsterdam-Centrum ten hoogste 200 kan be-dragen; 

    • het aantal speelautomaten in een hal in de overige stadsdelen ten hoogste 50 kan bedragen.

  • 3. De Burgemeester kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste en tweede lid.

Hoofdstuk 3 Speelautomatenhallen

Art. 4 Aantal speelautomatenhallen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de Burgemeester een speelautomatenhal te exploiteren.

  • 2. Vergunning kan worden verleend voor ten hoogste 23 speelautomatenhallen, met dien verstande dat in het stadsdeel Amsterdam-Centrum ten hoogste 19 speelautomatenhallen zijn toegestaan, en in de stadsdelen De Baarsjes, Oud-West, Amsterdam-Noord en Amsterdam Oud-Zuid elk één speelautomatenhal.

  • 3. Indien twee of meer speelautomatenhallen worden samengevoegd, worden de in het voorgaande lid genoemde aantallen dienovereenkomstig verminderd.

Art. 5 Aanwezigheidsplicht

Het is verboden een speelautomatenhal voor het publiek geopend te houden, indien in het bedrijf geen beheerder of bedrijfsleider aanwezig is die in de vergunning staat vermeld.

Art. 6 Aanvraag vergunning

De ondernemer vraagt de vergunning voor een speelautomatenhal aan onder overlegging van:

a. een tekening op schaal van de inrichting, waaruit ten minste blijkt:

  • op welke plaats en in welk aantal kansspel- of behendigheidsautomaten worden opgesteld; 

  • op welke plaats leeftijdscontrole plaatsvindt en entreebewijzen worden verstrekt;

b. een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

c. een overeenkomst of ander schriftelijk stuk waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

d. een bewijsstuk als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het Speelautomatenbesluit 2000, waaruit blijkt dat de beheerders en de bedrijfsleiders beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving.

Art. 7 Gegevens en voorschriften vergunning

  • 1. De vergunning wordt gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt de naam vermeld van de beheerders en de bedrijfsleiders, alsmede het vestigingsadres van de speelautomatenhal.

  • 3. Aan de vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden, die zo nodig kunnen worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken.

Art. 8 Weigeringsgronden

  • 1. De Burgemeester weigert de vergunning:

    • a.

      indien op het moment van de aanvraag het maximumaantal te verlenen vergunningen voor speelautomatenhallen als bedoeld in artikel 4 is bereikt;

    • b.

      indien de aanwezigheid van de speelautomatenhal in strijd is met een geldend bestemmingsplan dan wel stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

    • c.

      indien niet wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, van de wet gestelde eisen;

    • d.

      indien de beheerders en bedrijfsleiders de leeftijd van 21 jaar niet hebben bereikt;

    • e.

      indien de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is.

  • 2. De Burgemeester kan de vergunning weigeren:

    • a.

      indien naar zijn oordeel het woon- en leefklimaat in de omgeving, het karakter van de winkelstraat of winkelbuurt, dan wel de openbare orde of veiligheid nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de speelautomatenhal;

    • b.

      indien de aanvrager de bij of krachtens titel VA van de wet gestelde bepalingen heeft overtreden in de drie jaren voorafgaand aan het moment van aanvraag van de vergunning.

Art. 9 Intrekkingsgronden

  • 1. De Burgemeester trekt de vergunning in:

    • a.

      indien de gegevens die met het oog op het verkrijgen van de vergunning zijn verstrekt, zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

    • b.

      indien niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, onder a, van de wet gestelde eisen.

  • 2. De Burgemeester kan de vergunning intrekken:

    • a.

      indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is verleend, zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder a;

    • b.

      indien wordt gehandeld in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen;

    • c.

      indien niet wordt voldaan aan het bepaalde in de artikelen 5 of 10;

    • d.

      indien de vergunninghouder de bij of krachtens titel VA van de wet gestelde bepalingen heeft overtreden;

    • e.

      indien gedurende een periode van ten minste zes maanden geen gebruik van de vergunning wordt gemaakt.

Art.10 Wijziging beheerder of bedrijfsleider

Indien een in de vergunning vermelde beheerder of bedrijfsleider niet meer als zodanig werkzaam is, dient de ondernemer binnen vier weken nadat deze situatie is ontstaan, een aanvraag tot wijziging van de vergunning in, onder overlegging van het bewijsstuk als bedoeld in artikel 6, onder d.

Art. 11 Wijziging ondernemer

  • 1. Indien de exploitatie van een speelautomatenhal wordt beëindigd of een speelautomatenhal aan een rechtsopvolger wordt overgedragen, doet de ondernemer hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan de Burgemeester of aan de voorzitter van het stadsdeel waarin het bedrijf is gelegen.

  • 2. De bestaande vergunning vervalt indien niet binnen vier weken na de overdracht een aanvraag voor een nieuwe vergunning is ingediend.

  • 3. Indien de aanvraag voor een nieuwe vergunning is ingediend binnen de in het tweede lid gestelde termijn, blijft de bestaande vergunning van kracht totdat op de aanvraag is beslist.

Hoofdstuk 4 Straf- en overgangsbepalingen

Art. 12 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Art. 13 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door de Burgemeester aangewezen personen, ambtenaren of categorieën van ambtenaren.

Art. 14 Overgangsbepaling vergunningen

  • 1. Vergunningen voor speelautomatenhallen die ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening van kracht waren, blijven gelden totdat op de aanvraag voor een nieuwe vergunning is beslist.

  • 2. De vergunningen vervallen indien niet binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag voor een nieuwe vergunning is ingediend.

Art. 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening speelautomaten(hallen).

Bijlage

.

Aantal speelautomatenhallen

Adres

45

Buikslotermeerplein 308

100

Damrak 14–15

60

Damrak 52

225

Damrak 63–64

50

Ceintuurbaan 286

30

Jan Evertsenstraat 108

24

Lange Niezel 1

28

Lange Niezel 21

40

Molensteeg 1

170

Nieuwendijk 37

63

Nieuwendijk 63

19

Oudezijds Achterburgwal 30

30  

Oudezijds Achterburgwal 35

72

Reguliersbreestraat 5

75 

Regulliersbreestraat 11-13

50

Reguliersbreestraat 32

40

Reguliersbreestraat 39

53

Reguliersbreestraat 47

88

Rembrandtplein 2

46

Rozengracht 237

50

Ten Katestraat 5

30

Utrechtsestraat 134