Aanwijzingsbesluit tot het instellen van cameratoezicht Kruisvaarderspark

De burgemeester van Rijswijk

Gelet op artikel 151c van de Gemeentewet juncto artikel 2:77 van de Algemene plaatselijke verordening Rijswijk,

Gehoord hebbende de lokale driehoek van Rijkswijk op 27 mei 2025, als bedoeld in artikel 13 van de Politiewet;

Overwegende dat:

• •

  zich een steekincident heeft voorgedaan op 19 mei 2025 in de buurt van het Van Vredenburch College nabij het Kruisvaarderspark;

• •

  de politie sinds de bestuurlijke rapportages van 28 november 2024 heeft gerapporteerd over openbare ordeverstoringen in en rondom het Kruisvaarderspark;

• •

  de huidige registraties van de jeugdboa ook wanordelijkheden in en rondom het Kruisvaarderspark bevestigen;

• •

  sinds enkele maanden in het Kruisvaarderspark en de omgeving van het Rijswijks Lyceum en het Van Vredenburch College sprake is van toenemende overlast door voornamelijk jongeren;

• •

  de overlast zich uit door onder andere hinder en intimiderend gedrag richting voorbijgangers, leerlingen en omwonenden, geluidsoverlast en geweldsincidenten;

• •

  de overlast en het intimiderende gedrag worden veroorzaakt door een wisselende groep personen, voornamelijk jongeren, variërend in samenstelling en grootte, en dat ook jongeren van buiten Rijswijk daar regelmatig samenscholen;

• •

  de toename van (gewelds)incidenten en de aanhoudende overlast door deze groepen jongeren zorgt voor een verstoring van de openbare orde en leidt tot grote onrust en gevoelens van onveiligheid bij bewoners, leerlingen van de betrokken scholen, omwonenden en passanten in de omgeving van het Kruisvaarderspark;

• •

  bepaalde jongeren die deel uitmaken van de overlastgevende groep in het bezit zijn van wapens, waardoor er gegronde vrees bestaat voor escalatie van conflicten en ernstige wanordelijkheden en dat dit leidt tot verstoringen van de openbare orde en veiligheid in het genoemde gebied;

• •

  het in het algemeen belang is om het gevaar te beperken en ernstige wanordelijkheden en verstoringen van de openbare orde te voorkomen;

• •

  de politie in bestuurlijke rapportage sinds 28 november 2024 heeft gerapporteerd over de ernst van de openbare ordeverstoringen in en rondom het Kruisvaarderspark en daarbij heeft verzocht om bestuurlijke maatregelen te treffen;

• •

  eerder, voor het steekincident van 19 mei 2025, in het belang van de handhaving van de openbare orde maatregelen succesvol zijn ingezet in de aanpak om deze overlast en geweldsincidenten tegen te gaan in de vorm van cameratoezicht en een samenscholingsverbod, waarbij de laatste maatregel van cameratoezicht is beëindigd op 7 mei 2025;

• •

  de burgemeester ter handhaving van de openbare orde en op grond van artikel 151c van de Gemeentewet juncto artikel 2:77 van de APV bevoegd is om voor bepaalde duur camera’s in te zetten om toezicht te houden op openbare plaatsen;

• •

  de politie bevoegd is om deze camera’s te gebruiken en te bekijken met als doel:

  • 1.

    het voorkomen van strafbare gedragingen die de openbare orde en rust verder kunnen bedreigen;

  • 2.

    het handhaven van de openbare orde;

  • 3.

    adequate en gerichte inzet van de politie;

• •

  het inzetten van cameratoezicht bijdraagt aan het verbeteren van het veiligheidsgevoel van omwonenden, bezoekers en passanten die zich bevinden in het park of de directe omgeving daarvan;

• •

  de politie naar aanleiding van de inmiddels getroffen maatregelen en de registraties van de jeugdboa instemt een camera te plaatsen in het openbaar gebied om daarmee de heersende onrust in de omgeving weg te nemen;

• •

  deze maatregel onderdeel uitmaakt van een breder pakket aan maatregelen, waaronder het extra toezicht en surveillance;

• •

  gelet op de aard en ernst van de incidenten, cameratoezicht een onmisbare schakel is om de openbare orde en veiligheid op een adequate wijze te kunnen handhaven;

• •

  het belang van de handhaving van de openbare orde zwaarder weegt dan de inbreuk op de privacy;

• •

  de duur van het cameratoezicht en de omvang van het aangewezen gebied proportioneel is in relatie tot het beoogde legitieme doel;

• •

  aan het einde van de plaatsingsduur van dit besluit een evaluatie zal plaatsvinden;

BESLUIT