Regeling vervalt per 26-06-2025

Noodverordening NAVO-top juni 2025 Katwijk

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 19-06-2025 t/m 25-06-2025

Intitulé

Noodverordening NAVO-top juni 2025 Katwijk

De burgemeester van Katwijk,

Overwegende dat,

  • de NAVO-top op 24 juni en 25 juni 2025 plaatsvindt in en rond het World Forum The Hague (hierna: WF) in Den Haag;

  • het een tweedaagse conferentie betreft die wordt gehouden in en rond het WF in het stadsdeel Scheveningen;

  • op de locatie van de NAVO-top gelijktijdig het NATO Public Forum plaatsvindt. Op het NATO Public Forum experts, politici, opiniemakers, maatschappelijke organisaties en uiteenlopende groepen spreken over de thema’s van deze NAVO-top en ontwikkelingen in de wereld;

  • het Ministerie van Buitenlandse Zaken de coördinator is van de NAVO-top;

  • een groot aantal staatshoofden, ministers van Defensie en ministers van Buitenlandse Zaken aan deze NAVO-top zal deelnemen;

  • internationale delegaties van 40 landen met naar verwachting 6000 personen worden verwacht;

  • op basis van informatie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid tijdelijk een ongekend aantal extra veiligheidsmaatregelen nodig is;

  • de NAVO-top is aangemerkt als een "nationaal evenement” en daarmee een nationaal te beschermen belang is;

  • de Expertgroep Maritiem (EG maritiem) op basis van het weerstandskader en de dreigingsappreciatie weerstandsmaatregelen heeft uitgewerkt die naar de mening van de EG maritiem nodig zijn op, onder en boven het water, ten behoeve van het veilige en onverstoorde verloop van de NAVO-top;

  • deze onder andere bestaan uit de zogenaamde passieve maatregelen, zijnde het instellen van een tijdelijke en plaatselijke veiligheidszone op zee en het handhaven hiervan;

  • de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid/Afdeling Coördinatie Bewaken en Beveiligen een weerstandskader heeft opgesteld waarvoor de passieve veiligheidsmaatregelen voor een groot deel voldoen aan het hiervoor gestelde weerstandskader ten behoeve van de fysieke veiligheid;

  • er op het gebied van maritiem terrorisme en hybride dreigingen echter een onacceptabel restrisico blijft bestaan;

  • er binnen de huidige kaders van strafrechtelijke handhaving op dit moment geen directe en afdoende opvolging mogelijk is zodra de veiligheidszone onrechtmatig overschreden wordt en er een acute dreiging voor de NAVO-top ontstaat;

  • er hierdoor aanvullende actieve weerstandsmaatregelen nodig zijn om dit restrisico te mitigeren;

  • de Noordzee een zeer drukbevaren zeegebied is met een groeiende hoeveelheid kritieke infrastructuur, zowel onder als boven water;

  • de vrije toegankelijkheid van het zeegebied potentiële tegenstanders hierbij een breed scala biedt aan (potentiële) handelingsopties;

  • het huidig inlichtingenbeeld duidelijk maakt dat er (heimelijke) activiteiten plaatsvinden op de Noordzee waar de Nederlandse veiligheidsinstanties geen of onvoldoende zicht op hebben;

  • binnen deze context vijandelijke operaties door statelijke, niet-statelijke of hybride actoren vanaf zee, bijvoorbeeld door de inzet van drones, tijdens de NAVO-top een reële dreiging vormen;

  • de geografische nabijheid hierin een belangrijke rol speelt;

  • spionage of sabotage van kritieke infrastructuur op de Noordzee een indirect risico vormt voor de uitvoering van de NAVO-top omdat de toegebrachte schade impact kan hebben op het ongestoorde verloop van de top en er een risico bestaat op imagoschade van Nederland als veiligheidspartner;

  • de dreigingsscenario's die het hoogste risico vormen voor het veilige en ongestoorde verloop van de NAVO-top zijn: een cyberaanval, een terroristische aanslag, spionage en sabotage op en vanuit zee, statelijke dreiging en hybride dreiging;

  • deze scenario's verwerkt zijn in het genoemde weerstandskader en deze gelet op de dreiging die hiervan uitgaat dienen te worden gemitigeerd;

  • indien hiertoe niet wordt overgegaan het Noordzeegebied een potentieel zwakke plek vormt binnen het bredere beveiligingsplan rondom de NAVO-top;

  • om de NAVO-top veilig te laten verlopen er daarom maritieme weerstandsmaatregelen op de Noordzee moeten worden getroffen in de vorm van het instellen en handhaven van een tijdelijke en plaatselijke veiligheidszone op zee en het handhaven hiervan;

  • met deze weerstandsmaatregelen een aantal maritieme dreigingsscenario's wordt geadresseerd;

  • de EG Maritiem op het standpunt staat dat met deze weerstandsmaatregelen het veiligheidsrisico wordt teruggebracht, waarbij dit voor cyber-, spionage- en statelijke actoren als acceptabel mag worden beschouwd;

  • deze te nemen maatregelen zich gelet op de aard en omvang van de (potentiële) dreiging zich het best lenen voor opname in een noodverordening ex artikel 176 van de Gemeentewet;

  • de naleving van deze bij noodverordening te stellen voorschriften en het zo nodig afdwingen c.q. effectueren hiervan een essentieel onderdeel vormt van de te nemen maatregelen;

  • dat de reguliere juridische instrumenten – buiten die van de noodverordening om – onvoldoende toereikend zijn om een adequaat veiligheidsniveau te garanderen en de kans op verstoringen van de openbare orde en gevaar te voorkomen;

  • met deze noodverordening de volgende belangen worden gediend:

    • a.

      het voorkomen van ernstige verstoringen van de openbare orde en

    • b.

      de persoonlijke veiligheid van de genodigden in het algemeen, waarbij zowel Nederlandse als buitenlandse bewindslieden en hun gevolg bijzondere bescherming vereisen;

gelet op artikel 176, lid 1 van de Gemeentewet;

Vast te stellen de "Noodverordening NAVO-top juni 2025 Katwijk";

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

APV: Algemene plaatselijke verordening Katwijk;

Maritiem gebied: het gedeelte van de Nederlandse territoriale zee (1 kilometer uit de laagwaterlijn) waarbinnen de burgemeester het bevoegd gezag is, zijnde het gebied zoals weergegeven in plattegrond I;

Vaartuig: alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, alsmede woonschepen, glijboten en ponten.

Artikel 2 Bepalingen Maritiem gebied

  • 1. Het is verboden om vaartuigen vanaf het strand in zee te laten en te varen in het Maritiem gebied. De in artikel 5:45, tweede lid van de APV genoemde ontheffing geldt niet.

  • 2. Het verbod, zoals genoemd onder lid 1, geldt niet voor surfplanken tot 500 meter in het Maritiem gebied, gemeten vanaf de laagwaterlijn als bepaald in artikel 1, lid 2 van Wet grenzen Nederlandse territoriale zee.

  • 3. Het is verboden om vanuit het uitwateringskanaal of de territoriale wateren met vaartuigen het Maritiem gebied te betreden en in het Maritiem gebied te varen.

  • 4. De verboden, zoals genoemd onder het eerste en derde lid, gelden niet voor vaartuigen van organisaties die actief zijn voor de beveiliging van het Maritiem gebied en vaartuigen van hulpverlenende instanties en vaartuigen die noodhulp verlenen op zee.

Artikel 3 Bijzondere gebodsbepalingen

Binnen het Maritiem gebied is eenieder verplicht, op de in artikel 7 van de verordening genoemde tijden, op een daartoe strekkend bevel, gegeven door of namens de burgemeester, terstond:

  • a.

    Vaartuigen te verwijderen

  • b.

    Handelingen, die strijd opleveren met het bepaalde in deze verordening te staken en de gevolgen van deze handelingen te beperken en/of ongedaan te maken.

Artikel 4 Aanwijzingen

  • 1. Alle aanwijzingen, gegeven door de politie en de Koninklijke Marechaussee in het belang van de openbare orde en/of veiligheid van personen, dieren en goederen dienen stipt te worden nagekomen.

  • 2. Vaartuigen die strijd opleveren met het bepaalde in deze verordening en niet tijdig overeenkomstig artikel 3 van deze verordening door de rechthebbende worden verwijderd, kunnen door de politie en de Koninklijke Marechaussee worden verwijderd en tijdelijk in bewaring worden genomen.

Artikel 5 Strafbaarheidsstelling

Overtreding van deze noodverordening is op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht een strafbaar feit, waarop een hechtenis is gesteld van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie (€ 5.150,-).

Artikel 6 Handhaving

De politie en de Koninklijke Marechaussee zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening, voor zover dit valt onder de bestaande bevoegdheden.

Artikel 7 Inwerkingtreding en geldigheidsduur

Deze verordening treedt in werking op 19 juni 2025 om 23:59 uur en blijft van kracht tot 25 juni 2025 om 23:59 uur.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Noodverordening NAVO-top juni 2025 Katwijk.

Ondertekening

Katwijk, 20 mei 2025

Burgemeester van Katwijk

ir. C.L. Visser

afbeelding binnen de regeling