Beleidsregels ontheffing van de verplichting tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heumen 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

• 1.

  Alle begrippen die in deze beleidsregels gebruikt worden en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

• 2.

  In deze beleidsregels wordt verstaan onder

• • a.

    de wet: de Participatiewet;

• • b.

    IOAW: wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers;

• • c.

    IOAZ: wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen;

• • d.

    wet SUWI: wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen;

• • e.

    UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen;

• • f.

    WIA: wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen;

• • g.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

• • h.

    Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Artikel 2 Verplichtingen in de Participatiewet, IOAW en IOAZ

Deze beleidsregels hebben betrekking op de volgende verplichtingen:

• • a.

    Arbeidsplicht: het naar vermogen verkrijgen, aanvaarden en behouden van algemeen geaccepteerde arbeid als bedoeld in art. 9, eerste lid, aanhef onderdeel a van de wet, en art. 37 van de IOAW en IOAZ, aanhef onderdeel a tot en met d;

• • b.

    Re-integratieplicht: het gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening als bedoeld in art. 9, eerste lid, aanhef onderdeel b van de wet, en art. 37, eerste lid onderdeel e van de IOAW en IOAZ;

• • c.

    Tegenprestatie: het naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden verrichten, die naast of in aanvulling op reguliere arbeid kunnen worden uitgevoerd en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

Artikel 3 Belanghebbenden aan wie een tijdelijke ontheffing van één of meerdere verplichtingen kan worden verleend

• 1.

  Een belanghebbende die tijdelijk verblijft in een (zorg-)instelling. De ontheffing wordt verleend voor de duur van het verblijf in de instelling en geldt voor de verplichtingen genoemd in artikel 2 onder a, b en c van deze beleidsregels.

• 2.

  Een belanghebbende die noodzakelijke mantelzorg verleent aan een zorgbehoevend familielid of partner, zo lang hierin niet op andere wijze kan worden voorzien, en voor de duur van in beginsel maximaal zes maanden. De ontheffing geldt voor de verplichtingen genoemd in art. 2, onder a en c. De beoordeling vindt plaats in samenhang met de aanwezige formele zorg (bijv. Wmo).

• 3.

  Een belanghebbende met ernstige medische en/of sociale belemmeringen, die als gevolg hiervan niet of nauwelijks in staat is om de verplichtingen genoemd in art. 2, onder a en c na te komen. De ontheffing staat in relatie tot de arbeidsmogelijkheden, voor de duur van in beginsel maximaal één jaar.

• 4.

  Aan lid 2 en 3 wordt uitvoering gegeven met inachtneming van de persoonlijke situatie en omstandigheden (maatwerk).

Artikel 4 Extern onafhankelijk onderzoek en advies

• 1.

  De medische of sociale redenen alsmede de arbeidsmogelijkheden kunnen door een onafhankelijke extern deskundige beoordeeld worden.

• 2.

  Belanghebbende is verplicht mee te werken aan een onafhankelijk extern onderzoek door een door het college aangewezen deskundige.

• 3.

  Een geneeskundig/arbeidskundig onderzoek gaat in alle gevallen uit van algemeen geaccepteerde arbeid.

Artikel 5 Rechtszekerheid en overgangsrecht

• 1.

  Na afloop van de termijn waarvoor de ontheffing is verleend, worden de verplichtingen genoemd in artikel 2 van deze beleidsregels van rechtswege weer van toepassing. De belanghebbende dient zelf een verzoek in te dienen als hij of zij een verlenging van de ontheffing wenst.

• 2.

  De vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels verleende ontheffingen worden bij het aflopen van de termijn opnieuw beoordeeld.

Artikel 6 Bijzondere situaties/onvoorzien

• 1.

  In bijzondere situaties kan het college afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels, indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

• 2.

  In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie van dit besluit.

• 2.

  Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels ontheffing van de verplichting tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heumen 2018.