BELEIDSREGELS INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2025 GEMEENTE RUCPHEN

Het college van burgemeester en wethouders,

Gelet op artikel 36 van de Participatiewet en artikel 2 van de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2025 gemeente Rucphen

BESLUIT

vast te stellen de volgende beleidsregels:

BELEIDSREGELS INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2025 GEMEENTE RUCPHEN

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

• a.

  individuele inkomenstoeslag: éénmalige aanvullende toeslag voor personen die langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen, die maximaal één keer per 12 maanden wordt verstrekt;

• b.

  het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen.

Artikel 2. Aanvraagprocedure en informatieplicht

• 1.

  Het college stelt het recht op een individuele inkomenstoeslag op schriftelijke aanvraag vast.

• 2.

  In afwijking van lid 1 wordt het recht op een individuele inkomenstoeslag ook ambtshalve worden vastgesteld indien een inwoner na een laatste toekenning twaalf maanden onafgebroken een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet heeft ontvangen en aan alle overige voorwaarden voldoet.

• 3.

  Voor de aanvraag maakt de aanvrager gebruik van een door het college verstrekt en daartoe bestemd aanvraagformulier.

• 4.

  Indien het schriftelijk aanvragen zoals vermeld in het eerste lid niet mogelijk is, stelt het college de aanvraag ambtshalve vast.

Artikel 3. Rechthebbende individuele inkomenstoeslag

• 1.

  Een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, heeft recht op de individuele inkomenstoeslag als:

  • a.

    hij een langdurig een laag inkomen heeft en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 Participatiewet;

  • b.

    geen uitzicht heeft op inkomensverbetering;

  • c.

    de belanghebbende naar vermogen inspanningen heeft gepleegd om tot inkomensverbetering te komen.

• 2.

  Tot de omstandigheden, bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval gerekend:

  • a.

    Geen zicht op inkomensverbetering: Wanneer de belanghebbende gedurende 36 maanden voor de peildatum een inkomen heeft ontvangen wat lager of gelijk is aan 105% van de bijstandsnorm, dan wordt de belanghebbende geacht geen zicht op inkomensverbetering te hebben.

  • b.

    De inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen:

  • -

    Een persoon met algemene bijstand op grond van de Participatiewet, of een IOAW- of IOAZ-uitkering;

  • -

    Inwoners met een uitkering van het UWV waarbij het UWV verantwoordelijk is voor de re-integratie;

  • -

    Statushouders gedurende de periode dat ze in het COA verbleven; Worden geacht voldoende inspanningen te hebben geleverd om te komen tot inkomensverbetering tenzij er in de afgelopen 36 maanden een maatregel is opgelegd voor het schenden van de arbeids- of re-integratieverplichting. In dat geval dient nader onderzoek te worden verricht.

Artikel 4. Onderzoek naar inspanningen in andere gevallen

• 1.

  Bij personen die aantoonbare medische en/of sociale beperkingen hebben, of die om andere redenen geen (aanvullend) arbeidsperspectief hebben hoeft verder geen onderzoek te worden gepleegd.

• 2.

  In alle andere gevallen moet de aanvrager gegevens aanleveren waaruit blijkt dat hij zich voldoende heeft ingespannen om tot inkomensverbetering te komen. Men moet de afgelopen 36 maanden ingeschreven hebben gestaan bij het UWV WERKbedrijf en over de laatste 6 maanden sollicitatieactiviteiten aantonen.

Artikel 5. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2025 gemeente Rucphen’.

Artikel 6. Inwerkingtreding 

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Rucphen,

Burgemeester en wethouders van Rucphen.

De secretaris, Edwin Kolen

De burgemeester, Marjolein van der Meer Mohr