Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739824
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739824/1
Geldend van 27-05-2025 t/m heden


Inhoudsopgave
H1 Omgevingsvisie | uitleg en achtergrond
Een bijzondere gemeente blijven
H2 Over Apeldoorn | wie we zijn
2.4 Identiteit - de Apeldoornse waarden
H3 Context | van landelijk naar lokaal
3.3 Ambitiedocument Apeldoorn 2040
Intermezzo Safety and security
4.2 Vitale dorpen en buitengebied
4.3 Fysiek fundament uitbouwen
4.4 Sociaal fundament versterken
Intermezzo Uitnodigende buitenruimte
5.1 Hoe we stadmaken, vitale dorpen en buitengebied realiseren
5.2 Hoe we ons fysiek en sociaal fundament versterken
6.2 Omgevingseffectrapport (OER) en de aanvulling OER
6.4 De ruimtelijke hoofdkeuzes van Apeldoorn
Intermezzo Oefenen met de toekomst
Leeswijzer
Na de inleiding in H1 starten we met een beschrijving van onze geschiedenis, ons DNA in H2. Hoe is Apeldoorn ontstaan en welke identiteit is er in de loop der jaren ontwikkeld? Welke unieke kwaliteiten heeft Apeldoorn?
In H3 gaan we in op onze omgeving, op de ontwikkelingen die op ons afkomen en op wat het Rijk en de provincie ons meegeven. En hoe we ons verhouden tot onze regionale partners.
H4 licht de visie kernachtig toe: welke kant willen we met Apeldoorn op? Vier hoofdopgaven schetsen de route waarop we de komende jaren bewegen. Van stadmaken tot en met sociaal fundament.
Wat dit betekent voor de verschillende thema’s in onze leefomgeving komt in H5 aan bod. Daar kijken we per thema welke opgaven voor ons liggen. Voor de stad, de wijken, de dorpen, de Veluwe en het buitengebied.
In H6 maken we de tussenstand op door kort te schetsen hoe wij vanuit al deze opgaven tot hoofdkeuzes komen en wat hier allemaal een rol in heeft gespeeld.
Uit al dit voorwerk is een voorkeursvariant ontstaan. Deze hebben we in H7 vertaald in hoofdopgaven en vervolgens uitgewerkt in zes gebiedsprofielen. Hierin geven we kaders mee om de doelen te realiseren die we voor Apeldoorn hebben uitgezet. In andere gebieden zal de afwegingsmatrix duidelijk maken hoe kansrijk initiatieven zijn.
Tot slot onderzoeken we in H8 de uitvoering. Het concreet uitwerken van de Omgevingsvisie doen we samen met inwoners, partners, organisaties, bedrijven, onderwijsinstellingen en andere initiatiefnemers.
Door de hele Omgevingsvisie heen staan linkjes, die doorverwijzen naar aanvullende informatie of beleidsplannen. Deze zien er zo uit:
Informatielinkjes
De linkjes verwijzen allemaal naar één plek op de website van de gemeente. Daar staan alle relevante stukken bij elkaar. Lees hier meer over bij Bronnenlijst.

Voorwoord

Voorwoord | Stap voor stap meebouwen
Twintig jaar vooruitkijken is ontzettend ver. Voor één persoon is dat al moeilijk, laat staan voor een grote gemeente als Apeldoorn met meer dan 165.000 inwoners en 100.000 banen. Toch heeft de Omgevingswet deze enorme uitdaging voor ons gecreëerd. En het mooie is dat het een fantastisch proces en resultaat heeft opgeleverd. Wij hebben samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners vanuit verschillende perspectieven en met ambitie naar Apeldoorn gekeken. Ik vond het geweldig om te merken hoe groot de betrokkenheid is en hoe trots de mensen op Apeldoorn zijn. We kregen veel reacties op de concept Omgevingsvisie en op de keuzes die we in de visie maken, samengevat in een ‘Toekomstwijzer’. Ook tijdens de leuke gesprekken die mijn collega wethouders en ik op straat voerden proefde ik veel betrokkenheid. Als wethouder ben ik daar enorm dankbaar voor. Het maakt de uiteindelijke Omgevingsvisie die nu voor u ligt alleen maar beter.
We zijn bij vier hoofdopgaven uitgekomen: stadmaken, vitale dorpen en buitengebied, het fysieke fundament uitbouwen en het sociale fundament versterken.
Deze hoofdopgaven hebben we - met een tussenstop in 2030 - vertaald in deze Omgevingsvisie: Woest aantrekkelijk Apeldoorn. Want dat is waar wij de komende jaren als tweede stad van Oost-Nederland verder aan gaan bouwen – een waanzinnig fijne plek om te wonen en werken, te leren en innoveren, te bewegen en verblijven, te spelen en genieten. De hoofdstad van de Veluwe!
In deze verre vooruitblik komen een aantal belangrijke principes steeds weer terug om mee te wegen als je gaat inzoomen op de kwaliteiten van onze stad, dorpen, wijken en buitengebied. Naast groen, duurzaamheid, biodiversiteit en klimaatopgave is er stadsontwikkeling, verdichting, woon- en werkprogramma, mobiliteit en werkgelegenheid om rekening mee te houden. En niet te vergeten sociale structuur en maatschappelijke meerwaarde. Deze Omgevingsvisie is een uitdagende balans tussen ‘stad worden & groen versterken’. Apeldoorn groeit de komende jaren naar minstens 180.000 inwoners. Apeldoorn gaat daarom letterlijk ‘stadmaken’. Deze beweging gaat gelijk op met de ambitie om onze groene kwaliteit, de leefbaarheid en gastvrijheid te versterken. Dit geldt ook voor onze dorpen en buitengebied. Zij groeien en ontwikkelen mee voor een vitale toekomst. Wij zijn en blijven een aantrekkelijke stad, met een groene huiskamer, waar we nog meer stadsallure en vitaliteit aan willen toevoegen.
Ons waardevolle landschap is het fundament van deze visie, letterlijk en figuurlijk. Wij wonen op een unieke plek in Nederland. Naast de IJsselvallei en midden op de Veluwe, die onze stad omarmt. Onze ligging betekent ook dat we nauwe samenwerkingverbanden hebben met onze partners in de Stedendriehoek, op de Veluwe en in de IJsselvallei. En straks over twintig jaar combineren we grootstedelijkheid met een prachtig groenblauw netwerk en een royale duurzame stadsopzet. Om dit mogelijk te maken sluiten we aan bij de ambities van het regeerakkoord. In deze Omgevingsvisie staat waar we vandaan komen en vooral waar we met elkaar naar toe gaan. In verbinding met de regio, waar we onze verantwoordelijkheid nemen, en in verbinding met elkaar. Een gemeente waar iedereen meedoet en waar initiatieven gewaardeerd worden. Apeldoorn heeft ontzettend veel potentie en barst van de mogelijkheden. Een echte ondernemende gezinsstad. Ik ben trots op al die mensen die hun kennis en liefde inzetten voor onze stad, dorpen en natuur. Voor hun werk, het klimaat en ons erfgoed. En niet te vergeten voor elkaars welzijn en gezondheid. De waardering hiervoor is groot!
Namens het college nodig ik u van harte uit om samen - op weg naar 2040 - deze Omgevingsvisie uit te werken in concrete plannen en stap voor stap mee te bouwen aan een woest aantrekkelijk Apeldoorn.
Jeroen Joon,
wethouder ruimtelijke ordening

H0 Samenvatting
Apeldoorn is nu al aantrekkelijk: een ondernemende gezinsstad in het hart van Nederland. Een gemeente met een grote stad en veertien prachtige dorpen en buurtschappen in een landschap met indrukwekkende natuur en erfgoed. Ontstaan op de oostflank van de Veluwe waar het water stroomt en oude wegen kruisen. Eeuwenlang in trek als vestigingsplaats voor vorsten, burgers en ondernemers. Nu een gemeente met meer dan 165.000 inwoners en 100.000 arbeidsplaatsen … aan de vooravond van een nieuwe schaalsprong.
Met vier samenhangende opgaven wil Apeldoorn de toekomst tegemoet gaan en nóg aantrekkelijker worden. Allereerst gaan we ‘stadmaken’ en ‘vitale dorpen en buitengebied’ realiseren. Door nieuwe woon- en werkmilieus toe te voegen voor het Apeldoorn van 2040. Hiervoor benutten we de bestaande stad vooral langs het kanaal, het spoor en rond het centrum. En we bouwen op z’n Apeldoorns; met een mix van hoog en laag en natuurlijk veel groen. Alleen niet al ons programma kan in de bestaande stad worden opgenomen. Daarom breiden we ook uit, zodat voldoende open ruimte in de stad overblijft. Het is ook fijn als er wat te kiezen valt - stoer en stedelijk in de stad en groen en landelijk aan de rand. Nieuwe bedrijventerreinen verbinden we zo veel mogelijk aan de snelwegen.
We willen meer duurzame energie opwekken. In de stad zelf, maar ook gebundeld en goed ingepast in het landschap er omheen. We stimuleren elektrisch vervoer en maken overstapplekken van de auto naar openbaar vervoer en fiets. De dorpen houden we vitaal door wonen, lokale bedrijven en voorzieningen handig te combineren. We zorgen goed voor de kwaliteit van het buitengebied en bieden ruimte aan de landbouw van de toekomst. En we maken tempo als het om de noodzakelijke energietransitie gaat door grootschalige energieopwekking te concentreren in het buitengebied.
Groei van de stad biedt tegelijk kansen om het fysieke fundament én het sociale fundament te versterken. Met fysiek bedoelen we de bodem, waarop de stad is gegroeid; ons natuurlijk systeem van water en groen én ons erfgoed. Daarom werken we aan de Groene Mal - groene vingers en waterlopen - die stad en buitengebied verbindt. Veluws water is van hoge kwaliteit, dus dat willen we vasthouden en hergebruiken. We maken erfgoed zichtbaar en stimuleren hoogwaardige architectuur. Ons sociaal fundament ondersteunen we door te bouwen aan een inclusieve stad. We zijn een hechte gemeenschap; niet alleen in de dorpen en buurtschappen maar ook in de stad. Dat willen we graag zo houden. Dit sociale karakter komt verder tot bloei in wijken en dorpen met een gezonde, groene buitenruimte. Op plekken waar voorzieningen binnen handbereik zijn en waar een gevarieerd aanbod van (betaalbare) nieuwe woningen voorhanden is. Dat geheel maakt die typische gezinsstad Apeldoorn waar het comfortabel wonen is.
De grote hoofdopgaven realiseren we in een zestal gebieden: de binnenstad, de spoorzone rond het centraal station, de kanaalzone, stadsrand-zuid langs de A1, stadsrand-noord langs de Oost-Veluweweg en het kanaal en Uddel. Nieuw programma gaat samen op met versterken van onze groene kwaliteiten en ondersteunen van onze sociale samenhang. Zo bouwen we logisch voort op de bestaande stad; op de infrastructuur, het groen en de voorzieningen. Ook houden we de stad compact en streven we naar meervoudig ruimtegebruik. Gebieden kunnen meerdere functies vervullen, zoals wonen, natuur en duurzame energie. Naast de gebiedsontwikkelingen maken we de bestaande wijken, dorpen en bedrijventerreinen gevarieerder en toekomstbestendig. Denk aan het opknappen van openbaar gebied, het stimuleren van duurzame energie en het tegengaan van hittestress door meer groen.
Wij stellen het zeer op prijs waneer inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties willen bijdragen aan het Apeldoorn van 2040. We werken graag samen vanuit een transparante en uitnodigende houding. De nieuwe Omgevingswet biedt ons hiervoor allerlei instrumenten.
Kortom, we maken Apeldoorn woest aantrekkelijk!
Het sociale karakter van Apeldoorn komt verder tot bloei in wijken en dorpen met een gezonde, groene buitenruimte.


Waardevol landschap
Het landschap van Apeldoorn is in de loop der tijd gemaakt door natuurkracht en menskracht. Deze krachten werken nog altijd door. Het landschap is diep in ons DNA vervlochten; daar zijn we trots op.
West is hoog en droog, oost is laag en nat. Wonen en werken doen we het liefst op de overgang daartussen. We koesteren dit waardevolle landschap, want dit is wat Apeldoorn zo uniek en bijzonder maakt!

De ondergrond van Apeldoorn
Intermezzo Participatie
Participatie - nog fijner samenleven
Misschien is het vanzelfsprekend. Inwoners, bedrijven, verenigingen, kerken, moskeeën en instellingen die meepraten, ideeën ontwikkelen en zelf initiatief nemen. Participatie is samen invulling geven aan doelen; de opgaven realiseren die op ons afkomen. Dit vraagt tijd en inspanning en het levert ook veel plezier en meerwaarde op. Aandacht hebben voor verduurzaming, zoeken naar groei, zorg en waardering tonen voor wat er al is … allemaal zaken die voor veel mensen van waarde zijn. Soms doen we dit volledig samen: samen aan tafel, acties bedenken en samen de uitvoering organiseren. En soms werken we apart. Dan neemt de ene keer de gemeente het voortouw en betrekt gaandeweg mensen bij het proces. De andere keer nemen inwoners, of organisaties het voortouw en betrekken zij ons. Samenwerken kan op verschillende manieren, zolang het bijdraagt aan een mooie en prettige leefomgeving.

Extra denk- en maakkracht
Zoals wethouder Joon al in het voorwoord zegt: ‘Wat zijn er toch veel mensen die hun kennis en liefde inzetten’. Apeldoorn kan rekenen op een grote betrokkenheid die zich uit in allerlei vrijwilligerswerk en talloze mooie initiatieven. Dit zagen we ook bij de start van het traject om te komen tot deze Omgevingsvisie. Meer dan 200 inwoners, van jong tot oud, dachten belangeloos mee en gaven ons waardevolle adviezen. Deze betrokkenheid hebben we ook hard nodig bij de realisatie van deze Omgevingsvisie. Bijvoorbeeld voor de energietransitie, waarbij we met z’n allen werken aan de verduurzaming van de energievoorraad en voor alle klimaatopgaven. We zijn blij met mensen die zich samen met ons inzetten voor doelen en opgaven waarvoor veel denk- en maakkracht nodig is.
Van idee tot realisatie
Heel concreet – wat bieden wij als gemeente? We informeren iedereen via de Stedendriehoek, de website en diverse social mediakanalen over alle mogelijkheden. De regeling om burgerparticipatie te bevorderen biedt inwoners de kans om financiële middelen te krijgen voor hun ‘zelforganisatie’. Zo is er een fonds voor kleinschalige initiatieven die ons fysieke en sociale fundament verrijken. Wij zien dat inwoners ontzettend veel daadkracht tonen, graag omzien naar elkaar, zorg voor elkaar hebben en een bijdrage willen leveren aan hun leefomgeving. Dat is inspirerend en hartverwarmend. Daarom gaan we graag in gesprek om ideeën en routes te onderzoeken. En we bieden hulp bij zowel het organiseren van participatie als het daadwerkelijk realiseren van initiatieven.
Inderdaad vanzelfsprekend
Het is belangrijk dat we samen onze buurten, wijken en dorpen vitaal maken en houden. Participatie is inderdaad vanzelfsprekend, maar vraagt evengoed ieders aandacht en inzet. Wat hoe dan ook waar is: samenwerken zorgt er vanzelf voor dat we nog fijner samenleven!
H1 Omgevingsvisie | uitleg en achtergrond
De horizon voor de Omgevingsvisie is 2040. In de komende twintig jaar staat er veel te gebeuren. We onderzoeken wat nodig is om een bijzondere gemeente te blijven: ‘woest aantrekkelijk’, inclusief én ondernemend. We geven richting in belangrijke hoofdopgaven en waar die in de gemeente tot ontwikkeling komen. Dat doen we op een integrale wijze, door de thema’s van de leefomgeving samen te brengen. Die thema’s zijn eerder uitgewerkt in het Koersdocument.
Een bijzondere gemeente blijven
In deze visie leest u hoe Apeldoorn zich de komende jaren gaat ontwikkelen. De visie gaat over onze leefomgeving en over wat we voor de toekomst willen. De horizon voor deze visie is 2040. In de komende twintig jaar staat er veel te gebeuren. Sommige zaken zijn al heel concreet. De meeste zijn dat nog niet en zijn nu als ambitie verwoord om later uit te werken. Wat maakt Apeldoorn bijzonder? Wat moet behouden blijven? En wat gaan we ontwikkelen om een bijzondere gemeente te blijven?
Doel - samen bouwen
De Omgevingsvisie stelt doelen voor onze totale leefomgeving. Het geeft richting voor de vormgeving van onze fysieke leefomgeving. We werken graag met iedereen samen aan deze doelen en aan de vormgeving van onze gemeente. Of u nu een ondernemer, ontwikkelaar of buurtbewoner bent, we nodigen u uit met initiatieven bij te dragen aan deze visie. Zo blijft Apeldoorn de gemeente waar mensen prettig kunnen wonen en werken, bewegen en ontwikkelen, sporten en genieten. Apeldoorn scoort al jaren hoog als het om geluksgevoel gaat. Een goede reden om zuinig te zijn op onze omgeving. Samen bouwen we zo onze toekomst. Een fijne omgeving creëer je met z’n allen.
Resultaat - van en voor iedereen
In 2018 publiceerde de gemeente ‘De Toekomstverhalen’ waarin inwoners, ondernemers en organisaties vertellen hoe zij Apeldoorn in 2030 voor zich zien.
In 2019 heeft de gemeenteraad ‘Het Koersdocument’ vastgesteld, als kader voor de Omgevingsvisie.
In 2020 heeft de gemeenteraad het Ambitiedocument Apeldoorn 2040 vastgesteld voor de lange termijn.
Vrij vertaald zegt het Koersdocument: in Apeldoorn doet iedereen ertoe, is groen altijd nabij, zijn onze gasten welkom en maken we er werk van. De basis hiervoor is ‘het Apeldoorns DNA’: royaal in oppervlakte en oorsprong, sociaal, gastvrij en groen. En altijd met aandacht voor ons erfgoed. De Omgevingsvisie is samen met gemeenteraad en college gemaakt, waarbij regelmatig de kennis en ideeën van inwoners, ondernemers, investeerders en ontwikkelaars, experts en andere overheden meegenomen zijn. Het resultaat is dus echt van en voor iedereen.
Opdracht - breed denken, durven en doen
Het Koersdocument heeft richting gegeven aan de Omgevingsvisie via een aantal principes: “Zorg voor goede woon- en werklocaties, voor bereikbaarheid en maak vaart met verduurzaming van de energievoorziening en het klimaatvraagstuk. Versterk de ruimtelijke kwaliteit en houd rekening met de menselijke maat. Kijk breed: sociaal, economisch en duurzaam. Maak gebiedsgerichte keuzes met efficiënt multifunctioneel ruimtegebruik. Wees streng op het ‘wat’ en durf ruimte te laten in het ‘hoe’. En bovenal: betrek inwoners en bedrijven bij de uitwerking richting onze toekomst.”
Omgevingseffectrapport (OER) en aanvulling Tijdens het opstellen van de Omgevingsvisie hebben we de milieueffecten van onze ambities onderzocht en vastgelegd in een omgevingseffectrapport. De uitkomsten hiervan geven ons inzicht in de milieueffecten van de gemaakte keuzes en geven randvoorwaarden mee voor het vervolg. Dit omgevingseffectrapport is beoordeeld door de landelijke adviesraad op dit gebied: de commissie MER. Naar aanleiding van dit advies is onze OER inhoudelijk aangevuld en verbeterd. U leest hier meer over in hoofdstuk 6.
Tijdpad - in principe langdurig
Grote keuzes vragen een lange termijn. De doorkijk van de Omgevingsvisie is daarom twintig jaar, tot 2040. Tijdens deze looptijd kan er veel gebeuren. Daarom staan we stil bij waar we in 2030 willen staan met onze opgaven, als een tussenstand naar 2040.
Soms zijn maatschappelijke veranderingen aanleiding om zaken bij te sturen. In zo’n situatie passen we de visie aan en gaat de Omgevingsvisie weer ter vaststelling naar de raad. Dit is wettelijk zo bepaald.

Intermezzo Royale woonstad
Van residentie naar royale woonstad
Apeldoorn is van oorsprong een Veluws dorp. Mede dankzij de komst van de Oranjevorsten naar het nabijgelegen Loo werd het opgestuwd tot stad. Zij drukten hun stempel op de gemeente met de aankoop van buitenplaats Het Loo in de 17de eeuw. De aantrekkingskracht van het vorstenhuis zorgde er in de 19e eeuw voor dat Apeldoorn zich sneller ontwikkelde dan andere dorpen. Koning Willem I stimuleerde de aanleg van het kanaal en de spoorweg; een stevige impuls. Toch bleef het dorpse karakter behouden in de gemoedelijkheid van de inwoners en de typische bebouwing met vrijstaande Apeldoornse huisjes en kleine villa’s omgeven door groen.

Eind 19de eeuw groeide Apeldoorn van dorp tot stad. De villabuurten De Parken en Berg en Bos ontstonden uit landgoederen en de Hoofdstraat was omzoomd met luxe winkels. Maar Apeldoorn is pas echt gaan groeien na de Tweede Wereldoorlog. Woningnood was toen ‘volksvijand nummer één’ en de woningproductie nam industriële proporties aan.
De wijken Orden en Zuid werden uitgebreid via strokenstedenbouw met hoogbouw, halve hoogbouw en rijtjeshuizen. Bedrijven zoals Zwitsal en Remeha groeiden en grote bedrijven zoals Fiat, Werklust en Philips kwamen naar Apeldoorn.
Orden en Zuid raakten vol en met Zevenhuizen werd eind jaren ’60 de sprong over het kanaal gemaakt.
Apeldoorn werd uitgebreid met veel hoogbouw van tien verdiepingen of meer, in een ruime groene setting afgewisseld met laagbouw met platte daken. Mede onder invloed van het landelijke spreidingsbeleid - Apeldoorn moest immers de Schrijftafel van Nederland worden - vestigden zich in die periode bedrijven als Kadaster, de Rijksbelastingdienst en het Rijkscomputercentrum, het huidige Getronics.
Na de voltooiing van de A1 in 1972 en de A50 in 1977 neemt de groei van Apeldoorn een nog verdere vlucht. In de jaren ’70 en ’80 ontstond de grootste woonwijk: De Maten. Laagbouw, besloten hofjes en gevarieerde bouwvormen in het groen tonen de zoektocht terug naar de menselijke maat. Vanaf eind jaren ’80 ontstond aan de noordoostzijde van de stad de aansluiting met Zevenhuizen: Welgelegen, Osseveld West en Woudhuis, opgezet rondom het Kasteel. En Osseveld Oost aan de noordzijde van het spoor, opgezet rondom zeven romantische tuinen.
Aan het begin van de 21e eeuw zijn de kanaaloevers getransformeerd tot woongebied en is gestart met de wijk Zuidbroek. Er zijn meer stedelijke woonmilieus aan het centrum toegevoegd, met behoud van die kenmerkende groene setting. Al met al is er een moderne stad ontstaan met een grote variatie aan ruim opgezette wijken en buurten. Stadse kwaliteiten en voorzieningen plus dorpse rust en ruimte; Apeldoorn als groene, royale woonstad waar het goed ‘opgroeien’ is.
H2 Over Apeldoorn | wie we zijn

Wanneer we plannen voor een prettige, mooie leefomgeving ontwikkelen, kijken we naar de geschiedenis. Hoe Apeldoorn is ontstaan en zich als gemeente heeft ontwikkeld tot op dit punt. Het is ook zinvol om te onderzoeken wat typisch Apeldoorns is en hoe wij ons verhouden tot onze directe omgeving. Kijkend vanuit de historie beschrijven we onze huidige identiteit. Vanuit daar zoomen we in op het Apeldoorn van nu en straks om tot een toekomstbestendige identiteit te komen.
2.1 Het ontstaan

Ruim 1200 jaar geleden ontstond er op de grens van de Veluwse stuwwal en de IJsselvallei een nederzetting: Appoldro, wat letterlijk ‘plaats bij water en bomen’ betekent. Appoldro werd de kern van het latere kerkdorp en groeide uit tot Apeldoorn, een grote stad omringd door prachtige dorpen en natuur.
Apeldoorn heeft door de eeuwen heen meerdere groei-impulsen gekend. Al in de Middeleeuwen was Apeldoorn door zijn centrale ligging op een kruispunt van handelswegen een ontmoetingsplaats voor de Hanzesteden. Sprengenbeken met watermolens zorgden voor de komst van tientallen papierfabriekjes en later wasserijen. Dit was het begin van de huidige maakindustrie. Vanaf de 19e eeuw groeide deze industrie verder en Apeldoorn produceerde flink, ook voor diverse landelijk bekende merken zoals Zwitsal, Talens en Remeha.
Voor de Oranjes was Apeldoorn interessant als jachtgebied en pleisterplaats. Paleis Het Loo werd gebouwd in de 17de eeuw. De vorstelijke allure trok later nieuwe inwoners naar het dorp, dat mede hierdoor langzaam stad werd. De 19de-eeuwse koningen stimuleerden de aanleg van het Apeldoorns kanaal en de spoorweg met station. Veel oud-Indiëgangers bouwden villa’s in de Parkenbuurt. Chique winkels en andere voorzieningen vestigden zich en zo werd de Dorpsstraat de Hoofdstraat.
Na de Tweede Wereldoorlog groeide Apeldoorn verder, en werd een echte gezinsstad. Het groeiende Veluwse toerisme maakte dat Apeldoorn ook aantrekkelijker, met inmiddels grote toeristische trekkers als Paleis het Loo, de Julianatoren en Apenheul. Mensen uit heel Nederland vonden hier nieuw werk, inclusief een mooie woonomgeving. Inmiddels is Apeldoorn
de elfde gemeente van Nederland met een complete stad, karakteristieke dorpen en buurtschappen en een enorm buitengebied. Samen goed voor meer dan
165.000 inwoners en 100.000 arbeidsplaatsen.
Lees ook het intermezzo Royale woonstad

2.2 Apeldoorn nu
Op veel plekken in Apeldoorn is de geschiedenis nog goed zichtbaar en beleefbaar. Op dit fundament wordt dankbaar voortgebouwd. We zijn een veelzijdige gemeente met een uniek karakter.

Apeldoorn ...
is sterk verbonden met de Veluwe door beken en sprengen, toeristische routes en het vele groen;
ligt te midden van diverse fraaie landschapstypen. De Veluwse stuwwal en de IJsselvallei hebben ieder hun bijzondere kwaliteiten;
heeft karakteristieke omliggende dorpen, waarin het prettig wonen én werken is;
heeft met het kanaal een tot op heden belangrijke ‘drager’ in de stad. Vroeger voor de industrie, nu voor de mix wonen-werken-recreatie;
is een echte gezinsstad met een rijk aanbod van groene woonwijken, soms landelijk bekend: de Parken, Kerschoten, De Maten en het recente Zuidbroek;
kent een binnenstad met veel monumentale panden uit de 19e eeuw, gecombineerd met moderne stedelijke architectuur;
kent een rijke Oranjegeschiedenis, die op veel plekken zichtbaar is. Het paleis, de villa’s en parken, de kunstwerken en de lange lanen in de stad;
krijgt jaarlijks veel dagtoeristen voor bijvoorbeeld Paleis Het Loo, Apenheul en Julianatoren. Ook de Veluwse hotels en vakantieparken zijn erg in trek;
heeft lokaal en regionaal veel te bieden qua voorzieningen. Sportcomplexen zoals Omnisport en Sportpark Orderbos en culturele instellingen zoals theater- en congrescentrum Orpheus, CODA en Gigant;
heeft een veelzijdige economie met zakelijke dienstverlening, ICT, logistiek, zorg en een sterke maakindustrie. Bedrijven zijn te vinden midden in de stad en in de dorpen;
trekt steeds meer en diverser onderwijs. Zo is de marinierskazerne die naar Apeldoorn komt een mooie aanvulling op het rijtje politieacademie-defensie-marechaussee.
2.3 De ligging van Apeldoorn
Centraal in Nederland
De gemeente Apeldoorn ligt centraal in Nederland, aan het grootste natuurgebied van het land, de Veluwe, en op een kruispunt van snelwegen en spoor. Een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven en nieuwe inwoners dus. Van de ruim 165.000 inwoners wonen er ongeveer 25.000 in onze dorpen en buurtschappen. Via de A1 en het spoor is de stad goed verbonden met Twente, de Randstad en het centraal Europese achterland. En via de A50 eveneens met
de regio’s Zwolle-Kampen en Arnhem-Nijmegen. De Apeldoornse economie biedt werk aan inwoners van de Stedendriehoek, de Veluwe, de regio Arnhem- Nijmegen en Oost-Nederland.
Rond de Randstad Regio
Het westelijk deel van Apeldoorn ligt op de hoge stuwwal van de Veluwe, het oostelijk deel in de natte laagte van de IJsselvallei. De stad en de meeste dorpen liggen onderaan de helling van de stuwwal in
het overgangsgebied tussen deze twee landschappen. Vanwege de aantrekkelijke omgeving en de goede ontsluiting is Apeldoorn al decennialang in trek bij gezinnen uit de Randstad. Zo maakt Apeldoorn deel uit van een kring van stedelijke regio’s rond de Randstad. Deze regio’s doen het goed qua economische groei en bevolkingsaanwas. Apeldoorn onderscheidt zich door de combinatie van dorpse, groene én stedelijke kenmerken. Daar waar het beste van twee werelden samenkomt: het comfort van de stad en het meest aantrekkelijke landschap naast de deur.

Apeldoorn - themakaart Ligging in Nederland

Stedendriehoek / Cleantech Regio
Apeldoorn is regionaal behoorlijk in ontwikkeling, zowel op de Veluwe als in de Stedendriehoek. Samen met Brummen, Deventer, Epe, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen heeft Apeldoorn als Cleantech Regio de ambitie om uit te groeien tot een van de meest duurzame regio’s van Nederland. Topprioriteiten van de Cleantech Regio zijn: de energietransitie, waaronder de regionale energiestrategie, en een circulaire economie. Om energieneutraal te worden investeren we in innovatiekracht, human capital, slimme en schone mobiliteit, voldoende toptalenten in onze leefomgeving en een sterk vestigingsklimaat. Apeldoorn is als grootste gemeente een belangrijke partner in de regionale samenwerking.
De Veluwealliantie
‘Veluwe op 1’ ... dat is het motto van de regionale VeluweAgenda. Hierin werken veertig partijen intensief samen om de Veluwe als populairste vakantiebestemming verder te ontwikkelen. Hoofdthema’s zijn: robuuste natuurnetwerken, vitaal landschap, beleefbaar erfgoed, beste bereikbaarheid, topactiviteiten en excellent verblijf.
Intermezzo Klimaat
Klimaatakkoord vraagt om actie
Zorgen om het klimaat, de luchtkwaliteit en de schaarste van grondstoffen maken het noodzakelijk om Nederland te voorzien van een duurzame energie-infrastructuur. Het Nederlandse klimaatakkoord dat in 2019 is ondertekend, stelt doelen voor 2050 op het gebied van het terugbrengen van de CO2-uitstoot.


Schema: de energieopgave van Apeldoorn
Aan de slag!
Sindsdien is er niet stil gezeten qua energietransitie. Zo groeit het aantal elektrische auto’s, is er meer schone energieopwekking en worden er energie-bespaarmogelijkheden geïntroduceerd. Om een succesvolle invulling van het akkoord te realiseren, moet Nederland aan de slag. Een stevig aandeel van onze CO2-uitstoot komt voort uit de vraag naar warmte in de gebouwde omgeving; daar ligt een opgave. Daarnaast vraagt de situatie in Groningen om het verder dichtdraaien van de aardgaskraan om meer en zwaardere aardbevingen te voorkomen.
Kansen voor Apeldoorn als bossenstad
Er is een urgente opgave meer nationale drinkwater-voorraden te realiseren. Het is zaak om hittestress in de stad en gevaar voor natuurbranden te beperken. Ook heftige piekbuien vragen om oplossingen in de steden (meer groen) en het buitengebied (infiltratie, waterberging). Voor Apeldoorn liggen er - vooral door de unieke ligging op de Veluwe - kansen om deze opgave slim te combineren met andere ruimtelijke uitdagingen. Een mooi voorbeeld is de landelijke klimaatbossenstrategie als uitvoering van het Klimaatakkoord: minder hittestress en meer CO2-reductie.
Apeldoorn wil als bossenstad bij uitstek deze kans verzilveren. Kansrijk is duurzame circulaire bosbouw met bomenkap voor houtbouw, waarmee duurzaam C02 wordt opgeslagen in gebouwen.
Twee grote doelen voor 2050
Fossiele energiebronnen zijn eindig en dragen bij aan de opwarming van de atmosfeer. In 2050 moet daarom landelijk 95% van de CO2-uitstoot zijn teruggedrongen. Apeldoorn heeft de ambitie om energieneutraal te zijn vóór 2050. Hiervoor is nodig dat buurten aardgasvrij worden, met als start een in 2021 vastgelegde Transitievisie Warmte. Daar hoort bij dat daken en andere geschikte oppervlakten in de gebouwde omgeving worden benut voor zonnepanelen. En dat de resterende elektriciteit zoveel mogelijk lokaal wordt opgewekt door windturbines en zonneparken. Onderweg houden we onze ogen wijd open voor nieuwe ontwikkelingen en innovatieve kansen. Het kabinet streeft bovendien samen met bedrijven en maatschappelijke partners naar een circulaire economie in 2050. Als gemeente binnen de Cleantech Regio pakken we deze ambitie op.
H3 Context | van landelijk naar lokaal

In Nederland spelen actuele thema’s die iedereen aangaan. Het klimaat is daar één van, naast bijvoorbeeld de enorme behoefte aan meer woningen. Deze landelijke vraagstukken spelen ook in Apeldoorn. Via participatietrajecten hebben we een vertaling naar Apeldoornse opgaven gemaakt in het Koersdocument en het Ambitiedocument 2040, dat eind 2020 door college en raad is bekrachtigd. Een mooie basis voor de Omgevingsvisie.

3.1 De landelijke agenda
Ruimte is schaars in Nederland. De landelijke opgaven zijn bovendien urgent: de woningnood, het klimaat en de biodiversiteit. Deze agenda is ook relevant voor de lokale keuzes die we maken. Dit zijn de grote vraagstukken op een rijtje.
Grote woningvraag in Nederland
Dit komt onder andere door demografische veranderingen als vergrijzing, huishoudensverdunning en immigratie. De beschikbaarheid, geschiktheid en betaalbaarheid van woningen staat onder druk. Per regio worden nationale afspraken gemaakt om tot 2040 nog tenminste 1 miljoen woningen te bouwen. Apeldoorn wil hieraan een stevige bijdrage leveren.
Nog meer vraag naar gezonde leefomgeving
Het besef groeit dat een gezonde leefomgeving belangrijk is voor het welzijn van onze inwoners. Deze nodigt mensen uit te bewegen en te sporten, om elkaar te ontmoeten en om te ontspannen. Een gezonde leefomgeving heeft een schone bodem, schoon water en een schone lucht. En er is geen overmatige blootstelling aan licht, hitte, rook, geur en geluid. Een gezonde omgeving is bovenal groen. De buitenruimte wordt steeds meer gewaardeerd en ook anders en intensiever gebruikt. Veel bewegen, fietsen en wandelen is ook belangrijk. Hoewel Apeldoorn volgens de atlas voor gemeenten 2020 nu al tot de sportieve gemeentes van Nederland behoort, gaan wij onze uitnodigende buitenruimte nog meer verfraaien.
Klimaat, energie en duurzaamheid
Nederland staat aan de vooravond van een grootscheepse verbouwing. Alle veranderingen zijn steeds meer voelbaar en hebben jaarlijks effect op de leefkwaliteit. Opwarming, hitte en droogte zijn overal in Nederland een gevaar voor landbouw en natuur, voor openbaar groen en ieders gezondheid. Op de Veluwe staan de grondwatervoorraden van Nederland onder druk. Energie en duurzaamheid staan hoog op de agenda, ook in Apeldoorn. Wij willen graag vóór 2050 energieneutraal zijn. Dit betekent dat we straks alle energie die we gebruiken, lokaal en duurzaam gaan opwekken. Daarom zet Apeldoorn in op besparing, het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving en het opwekken van elektriciteit via wind en zon. Daarbij is het noodzakelijk in alle sectoren het energiegebruik fors te verminderen.
Nieuwe strategie voor stikstof
Op basis van de uitspraak van de bestuursrechter in 2019 over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) zet het Rijk een nieuwe aanpak in om verdroging, versnippering, verzuring van onder meer het landschap van de Veluwe tegen te gaan. De aanpak heeft betrekking op zowel natuurherstel als maatregelen om stikstofdeposities op de zogenaamde Natura 2000-gebieden te verlagen.
Natuurinclusief bouwen
Wereldwijd, in Nederland en op de Veluwe staan natuurwaarden onder druk. We zien een terugloop in aantallen planten- en dierensoorten. Dat is zorgwekkend. Daarom is er landelijk meer aandacht voor natuurinclusief bouwen, waarbij biodiversiteit onderdeel is van het totale planproces. Bij de ontwikkeling van nieuwe woon- en werkgebieden moet de soortenrijkdom zo veel mogelijk verbeteren. Er ontstaat meer nestgelegenheid en meer groen. Andere elementen zijn: vergroening van gevels en daken, aanleg van bomen en groenzones als essentiële verbindingen. Stadsnatuur is een belangrijke schakel in het hele systeem en maakt de leefomgeving extra aantrekkelijk voor mensen.
Economie met innovatiekracht nodig
Een sterke economie zorgt voor werkgelegenheid en voor voldoende draagkracht van inwoners. De economie is altijd in beweging, bijvoorbeeld door verschuivingen in de wereldmarkt. En ook door de gevolgen van de Brexit en de Coronapandemie. Voor een toekomstbestendige economie is innovatief vermogen nodig. We hebben als Nederland al goede papieren op het gebied van innovatie, maar het kan en moet nog veel beter. Er liggen kansen bij het oplossen van maatschappelijke opgaven om de arbeidsmarkt juist daarop te richten. Zo sluiten we ook aan bij ‘een leven lang leren’, waardoor we onze kennis en kunde kunnen blijven vernieuwen. We zien ruimtelijk een groeiende vraag naar flexibele woon- en werkomgeving. Er is behoefte aan revitalisering, een creatieve gemengde invulling van bestaande werklocaties en aan nieuwe, meer grootschalige werkgebieden.

Behalve aan deze trends is de Omgevingsvisie gelinkt aan landelijk en provinciaal beleid, NOVI en POVI.
Het Rijk De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) kent vier prioriteiten en 21 ‘Nationale Belangen’ waarmee het Rijk de kwaliteit van de fysieke leefomgeving wil behouden en versterken. Apeldoorn geeft met haar partners invulling aan de vier prioriteiten van de NOVI op de schaal van de stad en de regio. Ze onderschrijft de 21 belangen/afwegingsprincipes die het Rijk hanteert. Met de regio willen we hierin een voortrekkersrol spelen.
Gelderland De Omgevingsvisie van de Provincie Gelderland heeft de titel ‘Gaaf Gelderland’ en richt zich op zeven hoofddoelen. Apeldoorn onderschrijft dit toekomstbeeld en levert hieraan met haar Omgevingsvisie als een van de centrumsteden een belangrijke bijdrage.
3.2 Koersdocument 2030

In 2019 verscheen het Koersdocument 2030. Een programma van eisen waarin de gemeenteraad vier richtinggevende principes voor Apeldoorn meegeeft. Het vormt de basis voor de Omgevingsvisie.
IN APELDOORN IS GROEN ALTIJD DICHTBIJ!
Apeldoorn: de groenste stad van Nederland. De ontwikkeling van stad, dorpen en buitengebied gaat gepaard met hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit en toevoegen van groen.
De menselijke maat staat centraal: voorzieningen dichtbij, kleinschalig, sociale cohesie, ontmoeting. Efficiënt en functioneel ruimtegebruik is ons uitgangspunt bij ontwikkeling.
We willen zo snel mogelijk voldoen aan de klimaat-opgave. Daarom ondersteunen en stimuleren we bedrijven en inwoners in de transitie naar energie-neutraal. Ook vertalen we duurzaamheid naar het thema mobiliteit door aandacht te hebben voor slim en duurzaam vervoer met veel ruimte voor fietsers en voetgangers.
IN APELDOORN DOET IEDEREEN ERTOE!
In Apeldoorn wonen de gelukkigste kinderen en volwassenen en het is hier veilig.
Iedereen heeft een passend huis. Er zijn geen dak- en thuislozen.
IN APELDOORN MAKEN WE ER WERK VAN!
We maken werk van samenwerken. Dat betekent dat we bij de totstandkoming van de Omgevingsvisie onze partners breed betrekken. Bij de uitvoering van de Omgevingsvisie – de fysieke ontwikkeling van Apeldoorn – ligt de rode loper uit voor nieuwe initiatieven. Belangrijke opgaven pakken we gezamenlijk op met de markt.
We maken werk van nieuwe en gerenoveerde hoogwaardige woon-werklocaties. Daarmee blijven we aantrekkelijk voor huidige en toekomstige ondernemers en werknemers.
We focussen op veiligheid, circulariteit en innovatie. Ook maken we werk van een betere verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
IN APELDOORN ZIJN ONZE GASTEN WELKOM!
Van ons buitengebied tot aan onze binnenstad zijn we gastvrij als ultieme ‘groene huiskamer’.
Als gastheren en gastvrouwen zijn we trots op onze identiteit en koesteren we ons erfgoed.

3.3 Ambitiedocument Apeldoorn 2040
De gemeenteraad van Apeldoorn geeft in het ambitiedocument Apeldoorn 2040 aan wat voor de komende twintig jaar belangrijk is voor de doorontwikkeling van Apeldoorn. We benutten de groei om de kwaliteit van de gemeente te versterken. Groei geeft draagkracht voor onze ondernemende en inclusieve gezinsstad. Apeldoorn 2040 is samen met het Koersdocument de input voor de strategische koers in deze Omgevingsvisie.
Apeldoorn groeit door naar minimaal 180.000 inwoners. Hierbij hebben we oog voor de versterking van de fysieke kwaliteit van de stad, de dorpen en het buitengebied. De schoonheid van natuur, cultuur en landbouw zorgt voor een gevarieerd landschap: ons rijke fundament.
De spoorzone en kanaalzone krijgen een ander gezicht. De inspirerende woon- en werkbebouwing heeft een grote variatie in soort en hoogte. Hierdoor is er ruimte om veel groen en blauw aan de stad toe te voegen. Deze verstedelijking heeft veel aandacht voor het Apeldoorns DNA.
De groene binnenstad krijgt meer water, is klimaatbestendig en stukken mooier door de herstelde 19e-eeuwse glorie. Deze bijzondere sfeer en het beleefbare erfgoed trekt veel jongeren, gezinnen en creatievelingen aan. Vanzelfsprekend is de auto te gast.
De bereikbaarheid van centraal Apeldoorn willen we versterken met slimme mobiliteit op het gebied van openbaar vervoer en hubs. Een modern en bereikbaar kruispunt in het land, een ideale vestigingsplaats voor ondernemers.
Er komen buiten het huidige stedelijke gebied nieuwe en slimme woongebieden met woningen voor iedereen. Ook in het centrum wordt de diversiteit aan woonmilieus markanter en duurzamer. Door een goede samenwerking kan in veel woonbehoeftes worden voorzien.
We geven de groei van de Apeldoornse economie ruimte op bestaande plekken én we breiden fors uit. De huidige structuur van maakindustrie, zorg, openbaar bestuur, toerisme, transport en logistiek biedt een veerkrachtige basis.
Apeldoorn wordt de stad van Safety & Security voor onderwijs, ondernemers en overheid. Hier is de kweekvijver van het aanstormend talent van de Politie, de Koninklijke Marechaussee en Mariniers. Alle kennis rondom cybercrime, veiligheid en digitalisering is hier te vinden.
We versterken onze Veluwse natuur als de unieke toeristische toplocatie van Nederland. Een heerlijke plek om even te zijn. En zeker fantastisch om te wonen door de unieke combinatie van recreatie en stedelijke allures. Het is zonneklaar dat je deze kwaliteiten samen maakt en koestert.
We hebben oog voor kwetsbare inwoners en wat zij nodig hebben om optimaal mee te doen. Apeldoorn kent een diepgeworteld sociaal weefsel, een brede betrokkenheid en een groot vangnet voor hen die het lastig hebben. Een stad waar vrijwilligerswerk vanzelfsprekend is.

Intermezzo Safety and security
Extra kansen en mogelijkheden

Apeldoorn als stad van veiligheid, hoe mooi kan dat zijn. Het ligt ook voor de hand, want we hebben al veel in huis. De politieacademie en de marechaussee bijvoorbeeld, dé landelijk veiligheidsopleidingen. Als in 2027 de mariniers gehuisvest worden in de kazerne Nieuw Milligen, zijn alle krijgsmachtonderdelen vertegenwoordigd. Qua digitale veiligheid heeft Apeldoorn de opleidingen Saxion en Wittenborg plus de expertise van de belastingdienst in huis. Het bedrijfsleven is enthousiast, doet mee en investeert in nieuwe ontwikkelingen, zoals een kenniscentrum Veiligheid en Digitalisering. Naast dit rijtje hebben we in Apeldoorn ook een ereveld en een veteranenbegraafplaats. We hechten waarde aan vieren en herdenken; dit past bij onze cultuur.
We hebben een droom voor ogen
Er is straks een campus ‘Veiligheid’ in de spoorzone; een inspirerende onderwijsplek. Door dit gebied te transformeren realiseren we een visitekaartje van Apeldoorn, prachtig aan de poort van de binnenstad. Aan de zuidzijde ligt de hoofdlocatie van ROC Aventus, aan de noordzijde is ruimte voor nieuwe opleidingen voor integrale veiligheid, inclusief het kenniscentrum. Deze bruisende campus is een belangrijk onderdeel van de nieuwe centrumgebieden. Een verrijking van de binnenstad, die wordt uitgewerkt volgens de principes van een ‘Stadspark’ met parkzones langs het spoor en de Grift.
Veiligheid en opleidingen
We dromen verder. Tussen de verschillende opleidingen ROC Aventus, HBO Saxion en Universiteit Twente ontstaan intensieve samenwerkingsverbanden. De marinierskazerne Nieuw Milligen is een duurzame leef- en werkomgeving. Voor veiligheid moet je in Apeldoorn zijn. Een opleiding of een nascholing, fijne praktijklessen of een stuk expertise in cybersecurity. Nieuwe bedrijven en start-ups sluiten zich aan en zoeken ook die fysieke nabijheid in de spoorzone.
Meesurfen op innovatie
De concentratie safety and security geeft ook de economie een impuls, juist door de combinatie van ICT en veiligheid als groeisector. Voor Apeldoorn als economisch sterke stad is investeren in deze sector kansrijk gebleken, voor de stad zelf en regionaal. Een ander voorbeeld zijn de nieuwe toeristen die naar Apeldoorn komen voor het herinneringscentrum Apeldoornse Bosch en de toekomstige veteranenbegraafplaats. Herdenken wordt als belangrijke cultuurschakel een steeds bewuster onderdeel van ons DNA, ook op school. Van economische impuls tot cultuur… Apeldoorn weet als voorbeeldstad haar doelen te realiseren door coalities aan te gaan met andere partners en surft slim mee op alle technologische innovatie. Zo doen we dat!
H4 Visie | waar gaan we heen?

Omgevingskwaliteit, leefbaarheid, sociale cohesie en groen staan voor ons al langer hoog in het vaandel. In ‘Apeldoorn 2040’ geven we aan dat wij een topgemeente willen zijn. Wij groeien en bouwen verder aan onze leefomgeving door onze unieke identiteit te versterken door middel van vier ambities.
De eerste is Stadmaken, waardoor Apeldoorn op sommige plekken meer stedelijk wordt. De tweede ambitie is investeren in vitale dorpen en buiten-gebied. We zetten de schouders onder een grote ontwikkelopgave op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, energietransitie en omgevingskwaliteit. Dit doen we om een economisch en sociaal sterke gemeente te blijven. Daarmee houden we onze hoogwaardige voorzieningen op peil.
De groei van Apeldoorn vindt plaats met aandacht en respect voor bodem en landschap. De Veluwe biedt ons - met al z’n groen en water - enorme kansen, die we flink markeren. Zo wordt het uitbouwen van ons fysiek fundament de derde ambitie. Onze fysieke stad is weer de voorwaarde voor een sociaal sterke stad. Daarom is de vierde ambitie: het sociaal fundament versterken. Zo bouwen we verder aan onze ondernemende en inclusieve gezinsstad.
4.1 Stadmaken

Apeldoorn gaat met volle kracht de toekomst in. Dat doen we door onze kwaliteiten te koppelen aan nieuwe woon-en werkmilieus en andere belangrijke opgaven. We ontwikkelen naar een ‘woest aantrek- kelijke’ stad in een royaal landschap met dorpen en kernen. Samen Stadmaken staat dan ook op num- mer één.
Verdichten en vergroenen in centrumgebieden
Apeldoorn verfraait haar centrumgebieden - binnenstad, spoorzone en kanaalzone - door te verdichten en te vergroenen. We zoeken een nieuw soort Apeldoornse stedelijkheid. De centrumgebieden kennen straks een mix van stedelijke functies waarbij we ook nieuwe groenstructuren aanleggen. Er komt meer hoogbouw. Er wonen meer mensen, die voor extra levendigheid in het centrum zorgen. Het ontwikkel- perspectief ‘Het Stadspark van Apeldoorn’ schetst de contouren voor een transitie naar een unieke binnen-stad. Al deze veranderingen - minder winkeloppervlak en meer verblijf- en werk/woonfuncties - gaan samen met een radicale vergroeningsstrategie. De ambitie is dat onze binnenstad hét Stadspark van Apeldoorn wordt, beschreven in het Ontwikkelperspectief voor de binnenstad van Apeldoorn.
Aantrekkelijke woonwijken
Apeldoorn kent een rijke historie als gezinsstad met het groene landschap rondom dat de wijken en buurten in reikt met parken in iedere wijk of buurt. We gaan dit uitvergroten en nog meer ontwikkelen. Bestaande wijken verder transformeren naar kindvriendelijke, duurzame en slimme woongebieden, waar ruimte is voor werken én ontmoeting, met altijd een stadspark in de nabijheid. Die goede sociale infrastructuur hoort ook bij een gezinsstad. Over de wijkwinkelcentra zijn in onze startnotitie Detailhandelsvisie (die we nader gaan uitwerken naar een volwaardige Detailhandelsvisie) twee doelstellingen opgenomen. Ten eerste geven we de winkelcentra de ruimte om te ‘verkleuren’ naar andere functies, zoals woonfuncties, wijkservicepunten, of andere maatschappelijke functies. Ten tweede sturen we op schone en veilige winkelcentra en goed contact met de ondernemers. We verduurzamen en vernieuwen tegelijk, waarbij de buitenruimte in iedere buurt centraal staat. Als ondernemende gezinsstad hebben we nieuwe groene woonbuurten nodig om de groei van Apeldoorn te faciliteren. Dat kan met mooie woon- kwaliteiten en innovatieve concepten, die passen bij ons DNA. Onze woonwijken worden gevarieerder, aantrekkelijker en zo mogelijk ook aardgasvrij. Per buurt werken wij stapsgewijs toe naar een aardgasvrij Apeldoorn in 2050. Dit doen wij samen met eigenaar-bewoners, huurders, woningcorporaties, netwerkbedrijven, energiecoöperaties en onderwijsinstellingen.
Hoogwaardige werkgebieden: nieuw én bestaand
Onze bedrijventerreinen zijn op dit moment bijna uitverkocht. Als we gaan groeien als gemeente, neemt de vraag naar werklocaties alleen maar toe. Naast de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen maakt Apeldoorn werk van het opknappen, verduurzamen en waar mogelijk intensiveren van bestaande bedrijven-terreinen in de stad. Belangrijke groeisectoren zijn de maakindustrie, de logistiek, de ICT en de zorg, zoals te lezen is in het programma ‘De Ondernemende Stad’. We zien kansen voor bedrijvigheid gericht op veiligheid, innovatie en circulariteit. Om in de vraag te voorzien zoeken we nieuwe bedrijfslocaties rondom de stad. De ontwikkeling bij het spoor, binnenstad en kanaal geeft een impuls aan nieuwe kantoorfuncties, het onderwijs en kennisuitwisseling. Het zorgt ook voor een gemengd woon- en werkmilieu van wonin- gen, innovatieve bedrijvigheid en startups. Op veel plekken blijft de maakindustrie in de stad aanwezig en maken we onze werkterreinen toekomstbestendig. Zo blijven banen in de nabijheid voor onze inwoners. Een vereiste voor deze economische ontwikkeling is dat Apeldoorn een robuust OV-knooppunt blijft.
Ruim baan voor safety and security
Apeldoorn is dé stad van ‘safety & security’ voor onderwijs, ondernemers en overheid. We huisvesten vanaf 2027 - met de komst van de mariniers - alle krijgsmachtsonderdelen; naast de politieacademie, de ere- en veteranenbegraafplaats Loenen en het herdenkings- en educatiecentrum het Apeldoornsche Bosch. We werken aan een concentratie van veiligheidsopleidingen; ondernemers, kennisinstellingen en bedrijven werken samen aan oplossingen voor een veilige en weerbare samenleving. Vooral in de spoor-zone en de binnenstad zien we ruimtelijke kansen om kennisinstellingen en bedrijven te faciliteren.
Bereikbaarheid en slimme mobiliteit
Apeldoorn ligt strategisch op het kruispunt van nationale snelwegen en spoorwegen. Daarom werken we met regionale en landelijke partners aan een goede bereikbaarheid op de vervoerscorridors A1 en A50, zowel voor weg- en spoorverkeer. Voor landsdeel Oost biedt Apeldoorn goede kansen als hub: een regionaal overstappunt. Met vliegveld Teuge vlakbij. Een hoogwaardig openbaar vervoer met (nieuwe) haltes en voorzieningen garandeert een goede (inter) nationale bereikbaarheid. Regionale snelfietsroutes stimuleren het gebruik van de fiets voor verplaatsingen over kortere afstanden binnen de regio.
We willen het verkeersnetwerk optimaal benutten en schone vormen van mobiliteit stimuleren. De uitrol van slimme oplossingen maakt een efficiënter gebruik mogelijk. De woongebieden zijn vanaf de snelweg goed bereikbaar met de auto, zeker met een complete buitenring. Eenmaal binnen de woongebieden en de binnenstad krijgen fietser en voetganger ruim baan. En hoogwaardig openbaar vervoer met (nieu- we) haltes en voorzieningen garandeert een goede (inter)nationale bereikbaarheid. De binnenstad wordt autoluw en het vrachtverkeer als eerste emissieloos. Het autoverkeer dat er wel is, is aanzienlijk schoner in uitstoot. De parkeervoorzieningen aan de rand van de binnenstad zijn goed bereikbaar als multifunctionele voorziening, waar nieuwe vormen van (deel) mobiliteit worden aangeboden.
Smart City
We bouwen de fysieke stad en zetten ook flinke stappen om onze digitale gemeente vorm te geven. Digitalisering is niet meer weg te denken uit ons leven. We gebruiken die technische middelen om onze samenleving sterker te maken En in Apeldoorn doen we al veel. Zo zijn er al sensoren die onze verkeerslichten en de verlichting in de openbare ruimte aansturen.
Smart City Apeldoorn levert innovatieve bijdragen aan de stedelijke en maatschappelijke opgaven van Apeldoorn. Onze ambitie is hierin te blijven investeren, parallel aan de ontwikkeling van de fysieke stad.


4.2 Vitale dorpen en buitengebied
Apeldoorn heeft unieke dorpen en buurtschappen in het buitengebied. Beekbergen, Beemte, Lieren, Loenen, Hoenderloo, Hoog-Soeren, Klarenbeek, Meerveld, Nieuw Milligen, Oosterhuizen, Radio Kootwijk, Uddel, Ugchelen, Veldhuizen, en Wenum Wiesel en Zilven. Daar zijn we trots op. De leefbaarheid is goed, maar kan onder druk komen te staan. We streven naar behoud van winkels en voorzieningen, zoals de sportfaciliteiten. We kijken daarbij ook naar innovatieve oplossingen, zoals het combineren van functies. Zowel werkgelegenheid als nieuwe woningen zijn belangrijk om de dorpen vitaal te houden.
De economische reikwijdte
Naast deze vitale dorpen is er meer in ons uitgestrekte buitengebied. Een groot deel van onze identiteit hebben we aan de Veluwe te danken, waardoor recreatie & toerisme een belangrijke economische pijler is. In de VeluweAlliantie werken we samen aan het vernieuwen en versterken van de recreatieve sector. Een andere economische tak in het buitengebied is de agrarische sector. Daar zijn de opgaven: het bieden van een toekomstperspectief voor de sector en het inzetten van de transitie naar een meer natuurinclusieve kringlooplandbouw. Dorpen als Uddel en Loenen huisvesten veel bedrijvigheid en bieden veel lokale werkgelegenheid. De identiteit van de dorpen en het buitengebied wordt mooi beschreven in het Kookboek voor de Dorpen en het Groot Kookboek van het Landschap. We stellen in deze dorpen het behoud van werkgelegenheid centraal, samen met een nieuw agrarisch perspectief en zeker ook een kwalitatieve ontwikkeling vanuit de typische dorpse kwaliteiten. Deze opgaven gaan gelijk op met andere opgaven, zoals de transitie van de intensieve landbouw naar circulaire landbouw, duurzame energieopwekking, klimaatadaptatie en natuur.
Ruimte voor energieopwekking
Opwekking van hernieuwbare energie vormt een nieuw fundament voor de toekomst. We zijn ambitieus en hebben ons gecommitteerd aan opwek op eigen grond in de vorm van zon en wind. Het doel is volledige energieneutraliteit vóór 2050. Deze groot-schalige opwek vraagt ruimte en zorgvuldige landschappelijke inpassing in ons buitengebied. We sturen daarbij op integratie en koppelkansen, waardoor landschapskwaliteiten en bestaande structuren nog sterker kunnen worden. In de gebiedsgerichte opgaven werken we dit uit en markeren we zones voor de grootschalige opwek.
4.3 Fysiek fundament uitbouwen
Met onze bosrijke en landschappelijke omgeving en de diverse waterlopen, heeft Apeldoorn met al dit groen en blauw eigenlijk goud in handen. Reden te meer om dit fundament zorgvuldig uit te bouwen. Hierbij speelt ons erfgoed ook een belangrijke rol.
Waarde van het Veluwse landschap
Ontwikkelen gaat gelijk op met vergroenen. We bouwen verder aan ons waardevol landschap. En we willen onze natuur, het landschap en erfgoed beter beleefbaar maken. De basis van onze leefomgeving wordt gevormd door onze blauwgroene ondergrond: de unieke ligging op de overgang tussen Veluwemassief en IJsselvallei. Apeldoorn blijft deze basiskwaliteiten de komende jaren ontwikkelen. We koesteren ons landschappelijk en archeologische erfgoed, ons unieke DNA en zorgen ervoor dat we deze kwaliteiten nog beter kunnen beleven. In het Groot Kookboek van het Landschap staat beschreven hoe onze ondergrond de ruimte in het buitengebied heeft gevormd. Door het uitvergroten van ‘De Groene Mal’ bouwen we deze kwaliteit verder uit. Vanuit het klimaatakkoord werken we aan de toename van bosareaal en dragen we bij aan natuurherstel. We gaan verdroging van de Veluwe tegen en bouwen aan drinkwaterreserves.
Stad van bronnen en beken
Waterlopen zijn kenmerkend voor Apeldoorn. We kennen vele beken en watermolens uit het verleden. Het Apeldoorns kanaal is een belangrijke identiteitsdrager voor Apeldoorn. Het is ons streven dat deze waterkwaliteit te ervaren is in de binnenstad, in de wijken en dorpen en in de nieuwe gebieden. Bij allerlei opgaven gaan we ermee aan het werk: nieuwe beekzones, afgekoppeld regenwater, biodiversiteit, recreatie en cultuurhistorie. Deze ontwikkelingskans is goed te koppelen aan de urgentie van de huidige verdroging. Als stad van bronnen en beken heeft Apeldoorn daarom de ambitie koploper te worden in het circulair maken van de waterkringloop. Wij geven dit een prominente plek in onze gebiedsontwikkeling.
Stevige omgevingskwaliteit
Als het om aandacht voor architectuur, erfgoed en ruimtelijke kwaliteit gaat, kent Apeldoorn een rijke geschiedenis. Nu we voor belangrijke ontwikkelopgaven staan, willen we met deze Omgevingsvisie die aandacht opnieuw benadrukken. Een goede omgevingskwaliteit is een belangrijke voorwaarde voor ons sociale welzijn. We koesteren ons erfgoed: een bron van inspiratie voor de herontwikkeling van onze ‘koninklijke’ royale stad en van onze diverse dorpen en buurtschappen. We streven naar vernieuwende en hoogwaardige architectuur. Met de Commissie Omgevingskwaliteit gaan we op deze kwaliteit sturen. Maar we gaan ook ruimte bieden, door passende basis-kwaliteit als norm te stellen. In belangrijke gebieden stellen we een hogere omgevingskwaliteit voorop. In welke gebieden we dat doen lichten we toe in H6. Lees meer over omgevingskwaliteit in de welstands-nota ‘Aantrekkelijk Apeldoorn’.

Welstandsnota ‘Aantrekkelijk Apeldoorn’

4.4 Sociaal fundament versterken

Onze leefomgeving in stad en dorp beïnvloedt ons sociale welzijn. In de aanloop naar de Omgevingsvisie hebben inwoners veel ideeën meegegeven over hoe de fysieke stad kan bijdragen aan ons sociale welzijn en aan een hechte gemeenschap. Wij willen deze bijdrage graag maximaal inzetten. De sociale betrokkenheid in Apeldoorn is - in vergelijking met andere grote gemeentes - nu al bovengemiddeld. Wat hiermee samenhangt is het geluksgevoel. Apeldoorn hoort tot de top van gelukkigste gemeenten in Nederland. Ook dat vormt ons DNA.
Gemengde woongebieden
De groei van Apeldoorn biedt volop kansen om gemengde woonbuurten te ontwikkelen. Voor elk wat wils, voor iedere portemonnee. Er is een grote vraag naar vernieuwende woonvormen. Wonen in clustervorm voor ouderen of juist wonen in gemengde samenstellingen. We stimuleren het experiment; samen kijken naar de mogelijkheden en behoeftes. Denk aan meer ontmoetingen tussen jong en oud, het delen van kennis en diensten of het simpelweg creëren van een uitnodigend sociaal klimaat. Door actief te sturen op diverse woonvormen en gemengde prijscategorieën, bouwen we aan een meer inclusieve gemeente. Zo blijft Apeldoorn een stad waar mensen de ruimte voelen om dingen te ondernemen en elkaar te helpen. En waar iedereen dicht in de buurt de zorg kan krijgen waar behoefte aan is. In de dorpen betekent groei vaak bouwen voor de jongere generatie, zodat zij ook in hun dorp kunnen blijven wonen.
Je thuis voelen in de buitenruimte
Een park, een gezellig plein, een fijne speelplek ... het zijn allemaal ruimtes waar we elkaar ontmoeten. Aantrekkelijke buitenruimtes zullen iedereen uitnodigen om eropuit te trekken. En buiten spelen is gezond! Het stimuleert de motorische en sociale ontwikkeling bij kinderen en draagt bij aan verschillende vaardigheden. Buiten bewegen is essentieel voor ieders conditie, ook die van volwassenen en senioren. Een goede inrichting van de buitenruimte beschermt mensen tegen onveiligheid, hittestress, milieuoverlast en zelfs tabaksrook. Dus op vele manieren wordt gezondheid via een aantrekkelijke buitenruimte voor al onze inwoners beter bereikbaar, net als een hogere levensverwachting. Buiten moet je je net zo thuis voelen als binnen. Goed beheer en onderhoud van de buiten-ruimte is daarbij vanzelfsprekend.
Nabijheid van voorzieningen
Voor sommige mensen is het lastig zich te verplaatsen binnen de gemeente, bijvoorbeeld naar winkels, zorginstanties of buurthuizen. Soms door iemands beperkte mobiliteit, soms door financiële beperkingen. Wij streven naar een optimale nabijheid van winkels en buurtvoorzieningen. Onderwijs, sport en zorg ... al deze voorzieningen vormen samen onze basisinfrastructuur, die wij willen behouden in wijken en dorpen. We zetten daarbij de fietser, voetganger en nieuwe mobiliteitsvormen meer centraal. Zo ontstaat er toegankelijkheid en mobiliteit voor iedereen. Het openbaar vervoer houden we goed op peil, ook door de inzet van leen- en huurauto’s en scooters op buurtniveau. Dat is een ontwikkeling die al gaande is.
Elektrische laadpunten maken het delen van vervoer mogelijk, zodat meer mensen de beschikking krijgen over tijdelijk vervoer.
Intermezzo Uitnodigende buitenruimte
Apeldoorn kiest als aantrekkelijke gezinsstad voor een ‘Uitnodigende buitenruimte’. Een buitenruimte die voor iedereen fijn is om te verblijven, te bewegen en elkaar te ontmoeten. Om dat voor elkaar te krijgen is de basis altijd op orde: de openbare ruimte is schoon, heel en (sociaal) veilig. Dus gaan we straks verder volgens het principe ‘Nieuwe basis op orde’. Er zijn goede openbare faciliteiten zoals toiletten, watertappunten, zitgelegenheden en (afsluitbare) bergruimte voor kleding van sporters en collectieve speelattributen. De inrichting van de buitenruimte is toekomstbestendig en sluit aan bij de identiteit van Apeldoorn als groene gemeente. Uiteraard hebben we oog voor klimaatadaptatie en biodiversiteit.
Alle bewoners en alle doelgroepen kunnen gebruikmaken van de openbare ruimte. Om te zorgen dat echt iedereen voldoende kan bewegen en ont- moeten, kiezen we voor aantrekkelijke plekken in de buurt en voor uitdagende plekken op grotere afstand. Hiervoor zijn zes ambities geformuleerd:

H5 Opgaven per thema
Om deze visie te realiseren, is het nodig om keuzes en opgaven te bepalen. Wij schetsen in dit hoofdstuk hoe wij de leefomgeving van Apeldoorn tot aan 2040 richting geven. Dit doen we aan de hand van de thema’s uit het koersdocument.
Twintig jaar vooruitkijken geeft weinig zekerheid. Daarom stellen we doelen als tussenstand in 2030. Aan het eind van 5.1 en 5.2 benoemen we waar we willen staan halverwege de rit naar 2040.
5.1 Hoe we stadmaken, vitale dorpen en buitengebied realiseren
Wonen
Naar verwachting groeit de Nederlandse bevolking naar 19 miljoen inwoners in 2040 (bron: CBS). Ook komen er steeds meer eenpersoons huishoudens bij (huishoudensverdunning). Daarom wil het Rijk tussen 2020 en 2030 845.000 nieuwe woningen bouwen in Nederland. De grootste huishoudensgroei vindt plaats in de Randstad en in het gebied binnen de driehoek Utrecht-Zwolle-Nijmegen. De druk uit de Randstad is nu al merkbaar in dit gebied en zal de komende jaren nog verder toenemen (bron: provincies Gelderland en Overijssel). Apeldoorn vormt van oudsher een afspiegeling van de landelijke groeitrend en heeft te maken met zowel woningvraag uit de Randstad als woningvraag uit Oost-Nederland. In de regio is afgesproken dat tot 2030 21.000 nieuwe woningen nodig zijn om de verwachte groei op te vangen (bron: woonagenda Cleantech Regio 2020). Op basis hiervan is het Apeldoornse woningbouwprogramma al bijgesteld van 5.550 (2018-2027) naar 7.950 woningen (2020-2029). Apeldoorn komt dan uit op ongeveer 180.000 inwoners. Indien de regionale prognoses worden doorgetrokken naar 2040 (de tijdshorizon van deze Omgevingsvisie) is de verwachting dat meer woningen nodig zijn, zowel voor de autonome bevolkingsgroei als de vraag van buiten de gemeente. Daarom gaat Apeldoorn tussen 2020 en 2039 uit van zo’n 12.500 woningen, zowel door inbreiding als door stadsuitbreiding. De bevolking komt dan uit op 180.000+. Hiermee loopt de woningproductie in de pas met de productie van de afgelopen 25 jaar, zo’n 600-700 woningen per jaar. Om onze bevolkingsgroei op te vangen moeten we flink bouwen. We staan bekend als ondernemende gezinsstad. Daarom bouwen we voor breed samengestelde huishoudens; in vele vormen en voor elke portemonnee. Groei van onze stad omarmen we! Door groei kunnen we een goed draagvlak houden voor al onze voorzieningen en een sterke inclusieve gezinsstad blijven.

We ontwikkelen de stad met het oog op de ladder voor duurzame verstedelijking. En we bouwen de nieuwe woningen met nul op de meter, energieneutraal. We verdichten onze stedelijke gebieden, met name de centrumgebieden. Hier willen we 2/3 van ons programma realiseren. Hier nog meer verdichten is niet wenselijk omdat we ons groene Apeldoornse karakter willen behouden. Daarnaast is met deze groei ook nieuwe uitleg buiten de stadscontouren nodig, ook om te zorgen voor voldoende variatie in woonmilieus. Niet op alle plekken is een stedelijk woonmilieu gewenst, dus we verdichten niet overal in onze ruim opgezette stad en dorpen.
Ook vraagt de bestaande stad om onderhoud en investeringen, zoals een klimaatadaptieve en uitnodigende buitenruimte. Het is bovendien belangrijk dat we naast het afronden van Zuidbroek ook onze gezinsstad versterken door een ruim opgezette nieuwe woonwijk te ontwikkelen aan de zuidrand van Apeldoorn.
Variatie woningaanbod
Apeldoorn gaat een gevarieerd aanbod realiseren. Stedelijke woonmilieus in de binnenstad, spoorzone en kanaalzone. En meer ontspannen woonmilieus in de dorpen en aan de randen van de stad. We zorgen voor doorstroming op de woningmarkt door te bouwen voor verschillende levensfasen en prijsniveaus, zowel huur als koop. We bouwen een extra contingent sociale huurwoningen en zorgen voor voldoende woonwagenstandplaatsen. Ook hebben we aandacht voor flexwonen, bijvoorbeeld voor arbeidsmigranten. Voor de dorpen maken we een apart woningbouw-perspectief met aandacht voor onder meer betaalbaar bouwen en woningen met zorg.
Naast nieuwbouw maken we werk van het opknappen en verduurzamen van bestaande woonwijken en dorpen, waarbij het accent ligt op wijken met veel naoorlogse woningen. De recente Quick scan ‘Veerkracht Apeldoorn’ van de woningcorporaties vormt een belangrijke leidraad. In deze wijken zetten we in op het opknappen van het openbaar gebied, energietransitie en klimaatadaptatie, een veelzijdiger woningvoorraad en sociale en economische ondersteuning van bewoners. Voor de woongebieden worden vitaliteits-agenda’s opgesteld, gericht op vernieuwing van het openbaar gebied, de energie-transitie en verbetering van de woningvoorraad. In wijken met veel ontwikkeling maken we plannen met investeringsagenda’s.
Dit doen we samen met inwoners en met lokale partners zoals woningcorporaties, welzijns- en zorgorganisaties en politie. Op deze manier maken we ook gebruik van kennis en ervaringen uit het gebied zelf.
Mobiliteit
Ook mobiliteit bevindt zich in een veranderingsfase. De groei die wij op het gebied van wonen en werken ambiëren zorgt voor extra vraag naar mobiliteit. Tegelijk hebben we veel ruimtelijke ambities, zoals voor het Stadspark. De overgang van fossiele naar duurzame (elektrische) mobiliteit zal de komende jaren ook in een versnelling komen. De opgave gaat worden om de manier waarop wij ons verplaatsen te verduurzamen, en zorgvuldig af te stemmen op de ambities die we voor het gebied hebben.
Meer sturen op mobiliteit
De extra vraag naar mobiliteit in combinatie met onze ruimtelijke ambities, maakt dat we bij ontwikkelingen meer gaan sturen op de manier waarop we ons gaan verplaatsen. Door de ontwikkelingen met name in de binnenstad, spoorzone en kanaalzone te plannen, dichtbij de voorzieningen, kunnen we maximaal inzetten op gezonde en duurzame mobiliteit: te voet en met de fiets. We zetten in op een sterk fietsnetwerk met goede fietsparkeervoorzieningen. Het openbaar vervoer ligt op loopafstand, waardoor we lage (auto) parkeernormen hanteren. Nieuwe vormen van deel-mobiliteit worden ingezet om efficiënter om te gaan met de ruimte.
Bereikbaarheid binnenstad
Vanuit de wijken zetten we in op een optimaal fiets-netwerk dat de wijken met de binnenstad verbindt. In de binnenstad worden parkeervoorzieningen aan de rand van de binnenstad geconcentreerd, die goed met de auto bereikbaar zijn en multifunctionele voorzieningen worden met een meerwaarde voor de omgeving. Tegelijk worden hier andere functies zoals bijvoorbeeld deelmobiliteit aangeboden. Bewegingen in en door de binnenstad worden vooral gemaakt met de fiets of te voet, het gebied transformeert naar een stadspark en wordt autoluw. Het vrachtverkeer wordt in de binnenstad als eerste emissieloos.
Om de druk van het openbaar busvervoer in de binnenstad te verlagen onderzoeken we of het busstation verplaatst kan worden naar de zuidkant van het spoor. Door het station vanaf deze zijde te ontsluiten, ook voor het autoverkeer, levert dit in de binnenstad ruimte op voor vergroening. Tegelijk biedt het ruimte voor herontwikkeling van de spoorzone, waarbij diverse verkeersfuncties hier een plek kunnen krijgen, en de knoop kan door ontwikkelen tot een stedelijke mobiliteitshub. Ook kan de verbinding van het woongebied Zuid met de binnenstad worden versterkt.
Netwerkanalyse
Daarom zetten we in op het ontwikkelen van vlotte en veilige regionale fietsroutes, maar ook op de verbindingen tussen de dorpen en de stad.
We onderzoeken welke aanpassingen op de hoofd-wegenstructuur nog meer noodzakelijk zijn, om zowel de ontwikkelgebieden als de rest van de stad goed bereikbaar te houden. Hierbij wordt gezocht naar oplossingen waarbij autoritten in de stad zoveel mogelijk via de buitenring plaatsvinden, en minder door en om de binnenstad. Het oplossen van knelpunten op de buitenring is daarbij belangrijk. Aan de rand van de stad bekijken we of de overstap kan worden gemaakt op duurzame vormen van vervoer. Dergelijke overstappunten kunnen ook gebruikt worden voor bijvoorbeeld het parkeren bij evenementen, net als het transferium bij de huidige Barnewinkel. Het sterk toenemende gebruik van e-bikes maakt dat verplaatsingen van Apeldoorn naar bestemmingen in de regio binnen het bereik van deze fietsen komen te liggen.

Recreatieve fiets- en wandelinfrastructuur
Vanuit de VeluweAgenda wordt ook ingezet op verbetering en zonering van recreatieve fietspaden. In het buitengebied komt een uitgebreider wandelknoop-puntensysteem. Wandelen is - door de bewezen gezondheidseffecten en de behoefte dicht bij huis te recreëren - nog nooit zo in opmars geweest. In de gebouwde omgeving geven we voetgangers meer voorrang en creëren we logische en veilige routes. Kinderen gaan bij voorkeur per fiets of te voet naar school en ook wijkvoorzieningen zijn veilig bereikbaar voor langzaam verkeer.
Dorpen en buitengebied
In de dorpen is er aandacht voor de problemen die de N786 in Loenen met zich meebrengt en voor de zomerse verkeersdrukte in Hoog Soeren/Radio Kootwijk. De sterke groei van de (snelle) e-bikes levert in toenemende mate een bijdrage aan de regionale bereikbaarheid. Hier spelen we op in samen met de Cleantech Regio door verdere ontwikkeling van regionale fietsroutes die vlot en veilig zijn.
Landelijke en regionale bereikbaarheid
Onze ambities voor 2040 vragen om een goede verbinding van Apeldoorn naar de rest van het land en de regio. Apeldoorn ligt strategisch aan het landelijke netwerk van twee snelwegen en spoorlijnen. Samen met het Rijk werken we aan versterking van de A1 en A50, zowel voor wegverkeer als spoor. We onderzoeken hoe de uitwisseling tussen die netwerken verbeterd kan worden, bijvoorbeeld door een regionale hub in onze omgeving. Apeldoorn zet in op het oplossen van de groeiende knelpunten op de omliggende snelwegen. Het goed functioneren daarvan is van groot belang voor Apeldoorn. Daarnaast zetten we in op een nieuwe voorhalte van sprinterlijn Amersfoort-Apeldoorn. De nieuwe sprinterlijn geeft een boost aan de toegankelijkheid van de Veluwe per openbaar vervoer. In Apeldoorn zelf biedt de voorhalte op termijn kansen voor nieuwe woon- en werkmilieus aan de zuidwestzijde van Apeldoorn.
Economie
Werkgelegenheid en bedrijventerreinen
Apeldoorn heeft inmiddels méér dan 100.000 arbeidsplaatsen, veelal in de maakindustrie, toerisme, dienstverlening, ICT, zorg en logistiek en is daarmee de banenmotor van de regio. Ook de dorpen hebben een veelzijdige economie. Van het toerisme in Hoenderloo en Beekbergen tot de papierindustrie in Loenen en de agrarische sector in Uddel. Apeldoorn is een economisch sterke vestigingslocatie, met een goede bereikbaarheid, een veelzijdige economie en aantrekkelijke woonmilieus. We zien dan ook dat op dit moment geen bedrijventerreinen beschikbaar zijn. Uit onderzoek blijkt dat er tot 2030 meer dan 77 hectare netto bedrijventerrein gewenst is. Door de groei van het aantal inwoners zullen er meer mensen in de regio willen werken. Gezien ons aantrekkelijke vestigingsklimaat en de groeiende vraag vanuit het bedrijfsleven naar meer ruimte, hebben we dus nieuwe werklocaties nodig. We onderzoeken daarom locaties die hiervoor in aanmerking kunnen komen buiten de bestaande stad. De komende tien jaar komt langs de A1 de Ecofactorij II tot ontwikkeling en breiden we het bedrijventerrein in Uddel en Kieveen extra uit. Ook willen we het nabij de Ecofactorij gelegen terrein ‘De Kar’ als bedrijfslocatie ontwikkelen, wat een goed bereikbare locatie is aan de A1.
Voor de fase erna verkennen we nieuwe locaties aan de noordzijde van de stad, voor zowel grote ruimtevragers als kleine. Rond de binnenstad en in de spoorzone zetten we in op nieuwe gemengde milieus daar waar nu bedrijventerrein ligt.

We zien daar straks dus werken, wonen, dienstverlening en onderwijs door elkaar. De transformatie richt zich in eerste instantie op de spoorzone in het centrum. Meer naar het zuiden verkennen we de transformatie van de huidige werklocaties Jean Monnetpark, Christiaan Geurtsweg en op termijn een gedeelte van Brouwersmolen. Ten noorden van het centrum onderzoeken we of het gebied ten oosten van de Vlijtseweg en het gebied ten westen van de Sleutelbloemstraat geschikt zijn voor transformatie naar woningbouw. Bij toekomstige transformatie staat behoud van onze bedrijven, ondernemers en werkgelegenheid voorop. Daarom gaan we ruimte creëren op nieuwe aantrekkelijke werklocaties om verschuivingen in de toekomst mogelijk te maken. Tegelijkertijd komen we zo tegemoet aan autonome vraagontwikkeling.
Kantoren en wijkwinkelcentra
Vanaf de jaren ‘50 zijn er belangrijke dienstverlenende overheidsinstituten in Apeldoorn neergestreken. Voor deze instituten zijn veel grote kantoorgebouwen ontwikkeld aan de rand van de stad. Vooruitkijkend zien we een mismatch tussen vraag en aanbod ontstaan. Meerdere kantoorlocaties sluiten niet meer aan bij de moderne werkeisen als het gaat om uitstraling, omvang, duurzaamheid en faciliteiten.
Voor kantoren zetten we in op twee lijnen. De eerste: transformatie van bestaande voorraad waarvoor het perspectief als werklocatie ontbreekt, bijvoorbeeld naar wonen. En twee: de concentratie van kantoor-werkgelegenheid van de rand van de stad naar de binnenstad / spoorzone.

Concentratie gaat gepaard met differentiatie en groei. We ontwikkelen de spoorzone naar een levendig stedelijk gebied met plek voor kennisintensieve bedrijven, in combinatie met onderwijs. Een kenniscentrum voor (digitale) veiligheid komt hier ook goed tot bloei, als aanvulling op de veiligheidseconomie en opleidingen die Apeldoorn al rijk is.
Onze fijnmazige winkelstructuur zorgt ervoor dat in- woners op korte afstand boodschappen kunnen doen. Apeldoorn heeft in verhouding veel winkels en winkelgebieden. Dat is zowel een kracht als een zwakte. Een kracht vanwege het hoge voorzieningenniveau en een zwakte omdat ze soms hetzelfde verzorgings- gebied hebben. Daarom zijn er wijkwinkelcentra met een minder goed toekomstperspectief waar we de invulling gaan veranderen. Zo ontstaat er ruimte voor nieuwe functies en toevoeging van zorg-, horeca- of maatschappelijke functies. We transformeren wijk- winkelcentra naar bijvoorbeeld wijkservicecentra met behoud van de sociale ontmoetingsfunctie in de wijk. Ook bieden deze plekken ruimte voor het toevoegen van woningen. Wij vinden het belangrijk dat onze inwoners een optimaal voorzieningenniveau behouden.

Agrarisch perspectief
De Apeldoornse agrarische sector is qua werkgele- genheid niet groot. Agrariërs hebben van oudsher ons bijzondere landschap mede gevormd en onder- houden. Gelet op onze verwevenheid met Natura 2000 gebieden is er momenteel een grote opgave de belasting op de natuur te verkleinen. De sector is veelzijdig met relatief veel kleine agrarische bedrijven en per gebied verschillen de ligging, het landschap en het type bedrijven.
De gemeente heeft een startnotitie “Toekomst van de Apeldoornse veehouderij – op weg naar natuur-inclusieve kringlooplandbouw” gemaakt. Uitgangspunt voor deze koers is dat de landbouw duurzamer moet, voor mens, dier en milieu. We willen samen met de boer die transitie inzetten. De boeren die de beweging willen maken naar natuur-inclusieve kringloopland- bouw ondersteunen we, voor de boeren die willen stoppen stimuleren we een ander toekomstperspectief. We zien ook veel kansen in een gebiedsgerichte aanpak, waarbij we de opgaven van de landbouw koppelen aan die van onder andere natuur, klimaat, economie en wonen. We versterken ons relatiemanagement omdat goed contact met de boer essentieel is. We gaan in gesprek met andere partijen in de land-bouwketen om te kijken hoe zij de transitie kunnen bevorderen. En uiteraard geven we als gemeente zelf ook het goede voorbeeld, door naar onze eigen inkoop en de voorwaarden van de pachtcontracten te kijken.

Apeldoorn - themakaart vitale dorpen en buitengebied: de gezamenlijke opgaven voor recreatie en agrarisch perspectief.
Recreatie
Apeldoorn is dé stad op de Veluwe. Onze toeristische infrastructuur is sterk, met landelijk bekende attracties als Apenheul en Julianatoren. Ons royale karakter ontlenen we aan Paleis het Loo, dat na de verbouwing nog meer internationale allure heeft. Door de grote variëteit aan hotels en vakantieparken bieden wij iedere bezoeker een fijne plek om te verblijven. Maar de grote aantrekkingskracht van Apeldoorn en de Veluwe is natuurlijk het prachtige natuurschoon. In lijn met de regionale VeluweAgenda 2030 streven we naar een balans tussen natuur en economie. De kwaliteit van ons natuurlijke stamkapitaal - met behoud en herstel van ecologische waarden - gaat samen met toerisme. Wanneer we recreatie en toerisme vooral kwalitatief versterken, kan dit ook een positief effect hebben op de Veluwse natuur en economie. Naast kwaliteitsversterking werken we ook aan een betere geleiding van dagrecreatie, zodat verstoring van de natuur wordt verminderd. Hiervoor heeft de provincie samen met gemeenten, terreinbeheerders en inwoners een plan gemaakt: Recreatiezonering Veluwe.
De regionale agenda is vertaald in het toeristische programma ‘Welkom in Apeldoorn’ en het programma ‘Vitale vakantieparken’ gericht op versterking van de kwaliteit van de vakantieparken. Kern van dit programma is een ondernemersgerichte aanpak (in gesprek zijn met de parken), terugdringen van strijdig niet-toeristisch gebruik, aanpak van sociaal-maatschappelijke problematiek, bestrijden van criminaliteit en onveilig-heid en het meedenken over oplossingen voor (tij- delijke) huisvesting van speciale doelgroepen. Hierbij hanteren we het principe ‘1 park, 1 plan’; per park kijken we wat de beste, toekomstbestendige oplossing is. We streven naar kwaliteitsverbetering binnen de recreatieve bestemming. Soms is herbestemming de beste oplossing. Parken moeten dan wel in een cluster liggen aangeduid als ‘transformatiegebied’. Via een pilot Wonen kijken we voor enkele parken in dit gebied of een woonbestemming planologisch wenselijk en haalbaar zou kunnen zijn.
Circulariteit
Het Rijk streeft naar een circulaire economie in 2050. In 2030 moet het gebruik van mineralen, metalen en fossiele grondstoffen zijn gehalveerd. In 2021 is het afvalscheidingspercentage 75%, waarbij complete afkeur van grondstoffen niet meer bestaat. Ons eigen beleidsdoel voor huishoudelijk afval is maximaal 30 kg restafval per persoon per jaar, ruim vóór 2030. In 2023 gaan we als gemeente minimaal 25% circulair inkopen (in euro’s). Onze ambitie is dat in 2040 een groot deel van de Apeldoornse nieuwbouw in hout-bouw wordt gerealiseerd, bij voorkeur met hout van eigen bodem.
Energie
Fossiele energiebronnen zijn eindig en dragen bij aan de opwarming van de atmosfeer. Daarom is in het landelijke Klimaatakkoord afgesproken dat in 2050 95% van de CO2 uitstoot is teruggedrongen ten opzichte van 1990. Apeldoorn wil vóór 2050 energieneutraal zijn. De CO2 uitstoot zal dan nihil zijn. Ons tussendoel is 39% energieneutraliteit in 2030. Naast besparing was een eerste stap het opstellen van een Transitie- visie Warmte (TVW). Hierin legt Apeldoorn per buurt het tijdpad vast richting een aardgasvrije bebouwing. Dit kan op drie manieren:
- a.
leveren van een hernieuwbaar gas, zoals groengas of groene waterstof
- b.
woningen aansluiten op een collectief warmtenet dat wordt gevoed door restwarmte, aquathermie, zonthermie of bodemwarmte in de vorm van warmte- en koudeopslag of ondiepe geothermie
- c.
elektrische warmtepompen met buitenlucht of bodemwarmte als bron
Apeldoorn heeft een zeer geschikte bodemsamenstelling om bodemenergie te benutten.
Alle buurten gebruiken straks andere warmtebronnen dan aardgas. Daken en andere geschikte oppervlakten worden zoveel mogelijk benut voor zonnepanelen. We willen dit samen met onze inwoners gaan realiseren. Om iedereen te inspireren op gebied van energiebesparing en duurzame opwek, is het Duurzaam DoeBoek uitgebracht. Ons doel is alle resterende elektriciteit duurzaam en lokaal op te wekken, voornamelijk door zonneparken en windturbines. Voor zon doen we dit geconcentreerd in drie gebieden. Tot 2030 gaat het om 250 hectare zonnepanelen in zonneparken. Daarbij hanteren we de volgende principes:

Clustering in het buitengebied, in enkele daarvoor aangewezen gebieden. Geen losse initiatieven verspreid over het hele buitengebied. Dat doen we om versnippering te voorkomen en efficiënt ruimtegebruik te bevorderen. En ook om buiten de clusters ruimte te houden voor andere opgaven en om gebieden met kwetsbare waarden te ontzien. Wel geven we ruimte aan initiatieven die gericht zijn op collectieve energieopwekking voor de dorpen zelf.
Het verbinden van doelen binnen de clustergebieden: voor landschap, natuur, cultuurhistorie en water. Door meervoudig ruimtegebruik - zoals een combinatie van zonnepanelen met waterberging en het aanleggen van groen - behouden of versterken we zo veel mogelijk de biodiversiteit, belevings- waarde en cultuurhistorische waarde. Uitgangspunt is dat met de aanleg van zonneparken ook een land- schappelijk casco wordt aangelegd; de verhouding zonnepanelen versus groen is 60% staat tot 40% ruimtebeslag. Verder gaat het om verbinding met andere transities, met name de verduurzaming van de landbouw en verlaging van stikstofdeposities.
Benutting van locatie- en (economische)schaal-voordelen. Zoals aansluiting op het bestaande en toekomstige landelijke netwerk van energie- infrastructuur, waaronder hoofdstations van netbeheerder Liander. En het benutten van kansen rond koppeling van aanbod aan de energievraag, zoals bij huidige bedrijventerreinen en nieuwe bedrijfsontwikkeling. Of verbinding met bestaande zonnepark-initiatieven. En bundeling van krachten voor innovatie, bijvoorbeeld in toepassing van opslagtechnieken.

Apeldoorn - themakaart energie
Ook de provincie en het Rijk werken toe naar een meer natuurinclusieve kringlooplandbouw. Zo kan de stikstofneerslag worden teruggedrongen en kan de natuur zich herstellen. In Apeldoorn werken we samen met alle partners aan gebiedsvisies voor zowel Uddel als Beemte Broekland. De grote aandachtspunten zijn: toekomstperspectief voor de agrarische sector, meer biodiversiteit, minder stikstof- en fijnstofuitstoot, meer kringloopproductie, aandacht voor dierenwelzijn en een goede landschappelijke inpassing.

We starten met een gebiedsvisie in Beemte Broekland voor deze energietransitie, waarbij de gemeente een actieve procesrol op zich neemt om te komen tot een goede landschappelijke inpassing. Bedoeling is de lessen hieruit te gebruiken bij gebiedsvisies voor de andere energieclusters. Voor de periode na 2030 resteert nog een substantiële opgave om energieneutraal te zijn in 2050. Hiervoor zullen we in de komende tien jaar opnieuw de ruimtebehoefte aangeven op grond van nieuwe inzichten in energiebronnen, de nieuwste stand van de techniek en maatschappelijk draagvlak.
In hoeverre energieopbrengst uit windturbines mogelijk is vóór 2030 is onzeker, en moet nader onderzocht worden in relatie tot impact op de leefomgeving. In deze visie spreken we wel een voorkeur uit waar eventuele windturbines gelokaliseerd zouden moeten worden, vanuit ruimtelijke overwegingen en efficiëntie in het energienetwerk. Deze ruimtelijke voorkeur is op de kaart hiernaast als ‘voorkeur zoekgebieden windenergie’ aangegeven. Ook zien we op termijn kansen voor alternatieve brandstoffen zoals waterstof. Daarbij is de samenwerking met onze bedrijven essentieel.


Tussenstand Stadmaken, vitale dorpen en buitengebied Waar staan we in 2030
Wonen
In 2030 zijn er circa 8000 woningen toegevoegd ten opzichte van 2020.
We zijn flink aan het bouwen in de stad, aan de rand van de stad én in de dorpen.
We bouwen divers en gevarieerd aan onze gezinsstad. Een aanzienlijk deel daarvan is betaalbare woningen: sociale huur, middeldure huur en betaalbare koopwoningen tot NHG-grens.
In wijken en dorpen is er meer te kiezen door realisatie van aanvullende woningtypen en prijsklassen. Wooncarrière binnen eigen dorp en wijk wordt daarmee beter bereikbaar.
Economie en Recreatie
Er is 77 ha meer bedrijventerrein beschikbaar onder andere door de realisatie van Ecofactorij II, Kieveen en Uddel II.
De Spoorzone is deels getransformeerd naar hoog stedelijk milieu, waar onderwijs, bedrijvigheid, mobiliteit en stedelijk wonen samen komen.
Er zijn drie innovatieve woon/werkmilieus: Cleantech hotspot Zwitsal, Stationslocatie, Hertz- berger Park.
De gebiedsaanpak Christiaan Geurtsweg is gestart. Er zijn verkenningen gereed voor Jean Mo- netpark, Brouwersmolen en Sleutelbloemstraat.
Apeldoorn staat op de landelijke kaart als centrum voor safety & security.
We werken vanuit de Veluwe Agenda aan versterking van toeristische producten.
Mobiliteit
De binnenstad is autoluw en veiliger voor fietsers en voetgangers.
In de binnenstad is het busstation verplaatst naar de zuidzijde van het spoor.
Het doorgaande verkeer wordt verleid de buitenring te gebruiken.
Er zijn drie stedelijke parkeerhubs gerealiseerd aan de randen van de binnenstad.
Aan de rand van de stad wordt de overstap op een ander duurzaam vervoer gefaciliteerd op nieuwe transferia/overstappunten.
Verkeersknelpunten in de stadsring zijn opgelost.
Apeldoorn is fiets- en wandelstad nummer 1 van Nederland.
Circulariteit en Energie
Alle nieuwbouw wordt volgens ‘nul-op-de-meter’ gebouwd. Voor de woningbouw is dit een vereiste, voor de bedrijfspanden is dit een streven.
Op basis van de Transitievisie Warmte zijn we bezig met het aardgasvrij maken van de buurten.
Op een steeds groter deel van de woningen zijn zonnepanelen gerealiseerd.
In het buitengebied is circa 250 ha netto zonne- park gerealiseerd op geconcentreerde locaties.
Ons restafval is per persoon teruggebracht naar 30 kilo per jaar.

Intermezzo Kanaaloevers
Het Apeldoorns kanaal is een structurerend element dwars door de stad, in de 19de eeuw aangelegd voor de industrie. De kanaalzone vormt als gebiedsprogramma al ruim twintig jaar een belangrijk ontwikkelingsgebied. Veel van de industriële bebouwing is inmiddels vervangen door woningbouw. Nog steeds wordt er volop ontwikkeld langs het kanaal; zo wordt het Zwitsalterrein getransformeerd tot een stedelijke woon-werklocatie. Daarnaast kent Apeldoorn het programma ‘Beleef het Kanaal’ om meer gebruikersmogelijkheden en reuring te realiseren. We willen de stedelijke kansen van het water en zijn oevers versterken
Uitnodigende buitenruimte voor iedereen
Het kanaal biedt veel kansen als uitnodigende buitenruimte voor alle inwoners. Met een betere aansluiting op de binnenstad voor langzaam verkeer, meer verblijfs- en ontmoetingsruimte en plekken om te bewegen, kan dit gebied uitgroeien tot een betekenisvolle locatie. Een Oeverpark voor de hele stad!
Oeverpark als groenblauw stadspark
Er ligt een kans om het kanaal te ontwikkelen tot een lineair Oeverpark. Een park dat door zijn lengte en afstand voelbaar is in de hele stad. Het is ook ge- makkelijk te bereiken vanuit alle windrichtingen en goed verbonden met de binnenstad en het station via informele routes en kleinere groengebieden. Er is een duidelijke link met de uitnodigende buiten-ruimte én met klimaatadaptatie, doordat het park verkoeling biedt op warme dagen en extreme regen kan opvangen en vasthouden. De veelzijdigheid van het groenblauwe stadspark zal iedereen aanspreken. De beide oevers krijgen parken met ruimte voor rust en ontspanning. Daaromheen is veel ruimte voor woningbouw met aan de westoever ook bedrijvigheid, levendigheid, horeca en terrassen.
Het Oeverpark als verbinding naar het landschap
Het Oeverpark biedt een aangename en rechtstreekse route die stad met het ommeland verknoopt. De groene westzijde en de oostzijde faciliteren voetgangers, recreatieve wandelaars en hardlopers en het snelle fietsverkeer. Het Oeverpark wordt een belangrijke schakel in de verbinding van alle groenplekken binnen de stad. Al deze plekken worden door een groen netwerk met het kanaal verbonden.
Het Oeverpark met levendige stadskade
Vooral aan de westzijde biedt het Oeverpark stedelijke ontmoetingsplekken voor alle Apeldoorners. Er is ruimte voor (water)sporters, gezelligheid en ontmoeting. En er worden een aantal sport- en speelplekken toegevoegd; liever een aantal grotere dan vele kleintjes. Het water is van goede kwaliteit en via de stadskade met steigers of loopplanken toegankelijk voor watersporters en zonnebaders.
Oeverpark als groenblauw stadspark
Oeverpark met een levendige stadskade

5.2 Hoe we ons fysiek en sociaal fundament versterken
Natuur en landschap
De Groene Mal
Onze hoofdgroenstructuur is sinds 2000 ontwikkeld tot de Groene Mal. Dit casco vormt ook nu weer de basis voor het vergroten van onze groene uitloopgebieden en ons aantrekkelijk landschap. We willen op grond van het nationale Klimaatakkoord ons bosarsenaal vergroten door nieuwe aanplant. Dat doen we onder andere door gebiedsontwikkeling hand in hand te realiseren met het vergroten van onze groenblauwe hoofdstructuur. De Groene Mal verbindt het groen in de stad met gebieden rond de stad en sluit aan op het Gelderse natuurnetwerk. Zo kunnen planten en dieren veilig bewegen en verblijven, deels door de beken en sprengen. Bewoners kunnen gebruik maken van fiets- en wandelroutes in en genieten van de natuur en het erfgoed. De versterking van de Groene Mal helpt ook bij het oplossen van de hitteproblematiek en de gevolgen van de recente droogtes. Overtollig water kan beter worden vastgehouden voor drogere tijden.
Natuurinclusief
Met de realisatie van de Omgevingsvisie gaan we bouwen aan een natuurinclusieve en klimaatneutrale gemeente. Bij ruimtelijke ontwikkelingen is het uitgangspunt dat ze bijdragen aan meer biodiversiteit. Ook het Rijk en de provincie werken zo in de Natio- nale en Regionale Adaptatie Strategie (NAS en RAS).

Bij het uitwerken van lokale plannen vertalen wij deze strategie in een pakket aan minimale middelen (via een nog te ontwikkelen puntensysteem), waardoor bouwprojecten en gebouwen zelf ook bijdragen aan het onderdeel ‘natuurinclusief’. De Apeldoornse Ecogids voor natuurinclusief bouwen stimuleert na- tuur te integreren in het ontwerp van gebouwen en stedelijke buitenruimten. We halen zo de natuur ook de stad in, verrijken de soorten én ook de aantrekkelijkheid van het leefmilieu. De totaliteit van de natuur - de biodiversiteit van verleden/heden/toekomst - is mooi verbeeld in de illustratie hiernaast.
Het Stadspark van Apeldoorn
Aan de rijke traditie van ‘parken in iedere wijk’ voegt Apeldoorn de komende twintig jaar een speciale toe: hét Stadspark in de binnenstad. Zoals beschreven in het ontwikkelingsperspectief wordt de binnenstad veel groener, tegelijk met de veranderingen in het gebruik en stedelijke transformatie. Drie straten gaan sterk vergroenen: de Hoofdstraat (straks Parkstraat), de Kanaalstraat-Hofstraat (straks het Griftpark) en de Nieuwendijk/spoorzone, (straks het Spoorpark). In het Ontwikkelperspectief ‘Het Stadspark van Apel- doorn’ wordt dit uitgebreid toegelicht.
Klimaatadaptatie
Hittestress
Ons klimaat verandert. We merken dat onder andere aan zomerse hittestress, juist in stedelijke verharde ruimtes. Door het aanleggen van groene plekken in de directe woonomgeving ontstaan koelte plekken tijdens extreem warm weer. Naast het vergroenen is het belangrijk in de vormgeving van gebouwen rekening te houden met het tegengaan van hittestress en de koelte vraag die hierbij hoort. Apeldoorn heeft inmiddels knelpunten in de openbare ruimte in kaart gebracht en realiseert vóór 2030 een inrichting die deze hittestress tegengaat. Deze opgave gaat samen met de ambitie om meer natuurinclusief te bouwen. Tot slot werken we ook aan het beperken van de risico’s bij natuur- brand. Hiervoor werken we onder meer samen met de provincie, natuurbeheerders, de veiligheidsregio, ondernemers en inwoners op de Veluwe.

Verleden, heden en toe- komst van de Europese natuur, getekend door Jeroen Helmer
Het vergroenen van de Hofstraat/Kanaalstraat, getekend door DELVA

Circulair watersysteem
Water als kans en water als opgave. We voegen deze twee samen, zodat we de verdroging te lijf gaan en tegelijk onze omgeving allerlei kwaliteitsimpulsen geven. Dit doen we met onze regionale partners. We onderzoeken hoe we - als unieke gemeente van beken en sprengen én met de grootste drinkwater- voorraad in het Veluwemassief - met een circulair watersysteem voorbeeldstad kunnen worden. Dat zou als volgt vorm kunnen krijgen. Het drinkwaterbedrijf pompt water op waar dat per seizoen het slimste is. Het grondwater stroomt via onze unieke beken door de stad, brengt daar verkoeling en versterkt de bio- diversiteit. Gezuiverd water wordt teruggebracht op de Veluwe, waar het de grondwatervoorraad aanvult. Ten zuiden en oosten van de stad wordt het water zo lang mogelijk vastgehouden. Zo floreert de natte natuur van het beken- en weteringengebied door een innovatief programma met bronnen, beken en water- rijke landschappen in de hoofdrol.


Erfgoed en ruimtelijke kwaliteit
Prachtige bodemschatten, historisch landschap en gebouwd erfgoed
Apeldoorn heeft veel ruimtelijk erfgoed, waaronder veel archeologische monumenten. Daar zijn we zuinig op. De meest waardevolle elementen worden actief beschermd via de Erfgoedwet (rijksmonumenten) en de Omgevingswet. Daarnaast is via de notitie ‘Moder- nisering Monumentenzorg’ aanvullende bescherming geregeld. Dit houdt in dat hoge cultuurhistorische waarden indien nodig een beschermende regeling krijgen in het bestemmingsplan/omgevingsplan. Het erfgoed wordt actief ontsloten, zodat het beleefbaar is voor bewoners en bezoekers. En we ontwikkelen het erfgoed, zodat het met de eisen der tijd kan meegroeien en nieuwe functies kan opnemen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen is ons uitgangspunt dat we erfgoedwaarden beschermen en waar mogelijk inzet- ten als identiteitsdrager. Onze gemeentelijke monu- menten en Rijksmonumenten worden in de gemeen- telijke viewer ontsloten en bijgehouden. Op de kaart hiernaast is het meest recente overzicht te zien.
De beleidsnota ‘Apeldoorns Karakter!’ laat zien hoe het DNA van Apeldoorn versterkt en benadrukt wordt in de diverse domeinen van erfgoed en cultuur. Onze culturele rijkdom is echt iets om trots op te zijn.

De ‘Typische Apeldoornse erfgoedthema’s’ tonen hoe Apeldoorn zijn unieke karakter heeft gekregen door ontwikkeling van onze cultuur in het lokale landschap. Via diverse erfgoedhoogtepunten wordt uitgelegd en verbeeld wat zo typisch Apeldoorns en kenmerkend is voor onze omgeving.

Omgevingskwaliteit - drie aandachtsgebieden
De gemeente Apeldoorn wil dat overal in de gemeente sprake is van een goede omgevingskwaliteit. We kunnen een mix van instrumenten inzetten om deze kwaliteit te borgen. Denk aan het maken van een beeldkwaliteitsplan gekoppeld aan het bestemmingsplan, subsidies (bijv. voor extra vergroening), het organiseren van een prijsvraag of bij eventuele gronduitgifte het stellen van eisen in een koopcontract.
Afhankelijk van de casus kan de gemeente bepalen hoe deze mix eruit moet zien. In sommige gebieden sturen we extra op omgevingskwaliteit, omdat ze grote impact hebben op het beeld en de kwaliteit van de gemeente. Tegelijk gaan we ruimte geven door in de overige gebieden een basiskwaliteit als norm te stellen bij het bereiken van onze doelen. In de volgende drie prominente gebieden streeft de gemeente naar een hogere omgevingskwaliteit.
1. Apeldoornse identiteitsdragers
Dit zijn typisch Apeldoornse gebieden die we beschermen; vaak gebieden met een hoge kwaliteit en dat willen we graag zo houden. Het gaat hierbij om:
groen - de Veluwe en de stadsparken;
water - het kanaal en de beken en sprengen;
cultuurhistorie - de koninklijke plekken in de gemeente, beschermde stads- en dorpsgezichten en historische lintbebouwing
2. Zichtbare locaties
Dit zijn gebieden waar veel inwoners en bezoekers komen en die goed zichtbaar zijn. Denk hier aan locaties die te zien zijn bij de entrees vanaf de snelweg, de ring en het spoor en langs de hoofdfietsroutes. Ook drukke voorzieningen, zoals het centrum, theaters en grote winkelgebieden horen hierbij. Op veel van deze plekken kan de kwaliteit worden verbeterd.
3. Dynamische gebieden
Dit zijn de gebieden waar veel ontwikkelingen worden verwacht. Wil je hier kwaliteit toevoegen, dan lukt dat het beste op het moment dat gebieden zich ontwikkelen. Denk hierbij aan het centrum, de spoor- en kanaalzone en aan het buitengebied. Daar worden veel veranderingen verwacht op het gebied van energieopwekking en landbouwinnovaties.

Foto rechts: Bospaviljoen ‘t Leesten is een mooi voorbeeld van architectuur die duurzaam is ontworpen en uitgevoerd, passend in de groene omgeving.

Foto onder: Het Amaliapark ligt tussen de spoorzone en het centrum, een prachtige plek met veel omgevingskwaliteit.

Milieu en gezondheid
Onze leefomgeving heeft grote invloed op onze gezondheid. Apeldoorn gaat vervuiling tegen en zorgt voor een goede basiskwaliteit in onze omgeving.
Minder milieuhinder
De uitstoot van fijnstof en stikstof is belastend voor de gezondheid en de Veluwse natuur. Apeldoorn voldoet aan de Europese richtlijnen voor schone lucht. Op sommige plekken bieden we extra bescherming tegen luchtvervuiling, bijvoorbeeld door het terugdringen van uitlaatgassen met uitstootvrije zones.
Ook geluidhinder heeft effect op mens en milieu. Apeldoorn werkt met geluidsbeleid op maat, afgestemd op de hoeveelheid geluid per gebied. Door de verstedelijking en mobiliteit letten we ook goed op de hoeveelheid lichtuitstoot, trillingen en geurhinder. Licht kan hinderlijk zijn voor inwoners, flora en fauna en is ook een bron van energieverbruik. Trillinghinder kan optreden langs spoorlijnen en bedrijventerreinen met zwaardere milieucategorieën. En de industrie en landbouw veroorzaken vaak geurhinder. Bij het maken van plannen willen wij al deze vormen van milieuhinder zoveel mogelijk terugdringen.
Veiligheidsregio
De gemeente Apeldoorn wil een veilige en gezonde fysieke leefomgeving bieden aan haar inwoners en bezoekers. In samenwerking met de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en andere partners zorgen wij voor een ruimtelijk ordeningsproces waarin we veiligheidsrisico’s vroegtijdig, vanaf de eerste initiatieven, onderkennen en meewegen bij de inrichting en het gebruik van de ruimte. Leidraad hierbij zijn de risicovolle situaties uit het regionaal risicoprofiel (artikel 15 van de Wet veiligheidsregio’s beschrijft waar dit risicoprofiel aan moet voldoen). We hebben in het bijzonder aandacht voor de zelf- redzaamheid van mensen en de mogelijkheden om die te vergroten.

Externe veiligheid
Iedere stad heeft te maken met vervoer en opslag van gevaarlijke en explosieve stoffen, bijvoorbeeld lpg-stations, bedrijventerreinen en vervoer via spoor, weg, water of lucht. Bij de situering van nieuwe bedrijven houdt Apeldoorn hier rekening mee, zeker in de hogere milieucategorieën. Ook hierbij doen we dat op basis van het regionaal risicoprofiel. En hebben we vooral oog voor eventuele niet-zelfredzame personen en objecten met een hoge bezettingsgraad.
Inclusiviteit
Apeldoorn is een echte gezinsstad, waarin ieder- een meedoet. We hebben een sterke cohesie en onderlinge betrokkenheid, wat onder meer blijkt uit het groot aantal actieve vrijwilligers. Maar voor een sterke solide sociale gemeenschap zijn ook voorzieningen cruciaal, zoals sport- en onderwijsgebouwen en gebedshuizen. In stad en dorp dragen we zorg voor een goede basisinfrastructuur voor onderwijs en sport. De kadernota Onderwijs én het lokale sportakkoord geven aan wat hiervoor nodig is. Ook op het gebied van wonen en zorg ligt er een belang- rijke opgave.
Sporten voor iedereen, binnen en buiten Sport leeft in Apeldoorn! We hebben een zeer ruime variatie aan sportverenigingen en de beweegnorm van 64,3% ligt iets boven het landelijke gemiddelde van 63%. Sporten draagt bij aan een hechte, sociale en gezonde gemeenschap. In 2020 is er door ruim honderd lokale organisaties en partners een sport- en beweegakkoord gesloten. De gemeente is één van de spelers om dit de komende jaren uit te werken. Er komt veel meer verbinding en zichtbaarheid, waarbij bovenaan staat dat sporten en bewegen voor iedereen is. We stimuleren het hele scala: de vaardigheid van jongs af aan tot en met topsport, bijvoorbeeld in Omnisport. Ook zetten we ons in voor een duurzame sport- en beweeginfrastructuur en accommodaties die passen bij het verzorgingsgebied. Hierbij stimuleren we samenwerking tussen sportverenigingen.

Aandacht voor de infrastructuur
In het sportakkoord staan nog een paar aandachts-punten. We willen graag maatschappelijke multi- functionele sportaccommodaties, bijvoorbeeld door ‘onthekking’ van de buitenterreinen. Dan kan iedereen een ommetje maken op de vaak mooie groene sportcomplexen. Ook is er een toenemende vraag om voorzieningen die overdag leeg staan open te stellen voor andere doelgroepen. De trend van het individueel sporten in parken vraagt - in combinatie met de groei van de stad - om herijking van de sportinfra-structuur en om investeringen in de openbare ruimte. Een uitnodigende buitenruimte is een extra belangrijke bouwsteen voor een gezonder Apeldoorn. En omdat in de dorpen de sportverenigingen extra bijdragen aan sociale cohesie, is behoud van deze infrastructuur juist daar een belangrijk uitgangspunt.
Duurzame onderwijsgebouwen met ruimte
De komende jaren gaat Apeldoorn flink investeren in de onderwijsgebouwen. Waar we dit doen, hangt samen met onze ambities en de demografische ontwikkelingen. De schoolgebouwen passen bij het onderwijs van de toekomst, zodat nieuwe onderwijs-en werkvormen de ruimte krijgen. Een belangrijk thema binnen het Voortgezet Onderwijs is het herontwerp van het VMBO en de herinrichting van het onderwijs- landschap. Ook de doorontwikkeling van basisscholen naar integrale kindcentra dient vertaald te worden naar de toekomstige ruimtelijke behoefte. Een nieuw aandachtsgebied is de aansluiting van het basisonderwijs op het voortgezet onderwijs en de ontwikkeling van onderwijs voor de leeftijdgroep 10-14 jaar.

Tot 2040 is er veel nieuwbouw en renovatie, waarbij we ook de basiskwaliteit van bestaande schoolgebouwen verbeteren door verduurzaming en een betere ventilatie. En net als bij de sportinfrastructuur betekent de groei naar minimaal 180.000 inwoners ook een grotere behoefte aan onderwijsaccomodaties. We gaan deze groei en behoefte regelmatig monitoren en benoemen in de vierjaarlijkse kadernota’s onderwijs.
Voor de komende tien jaar springen enkele ontwikkelopgaven in het oog. In Kerschoten wordt de aanpassing of renovatie van drie schoolgebouwen uitgevoerd in samenhang met de ontwikkeling van het warmtenet. In Sluisoord/Anklaar worden mogelijk drie scholen samengevoegd tijdens de vervangende nieuwbouw of renovatie van deze schoolgebouwen. Orden krijgt een gebiedsvisie met een integrale visie voor woningbouw, maatschappelijk vastgoed en onderwijshuisvesting. En in de Parken speelt een herschikking van monumentale schoolgebouwen in het voortgezet onderwijs.

Woonzorg
Apeldoorn vergrijst iets meer dan het landelijk gemiddelde. In 2020 is 21,1% van onze inwoners 65-plus. Dit aantal groeit in 2030 van 33.000 naar 48.000 inwoners. We worden ouder en blijven langer thuis wonen. Er is meer behoefte aan bijzondere zelfstandige woonvormen, al dan niet geclusterd. Wanneer zorg echt nodig is, is de zorg vaak complexer van aard. Ook dementie komt vaker voor en vraagt om specifieke woonzorgvoorzieningen. Het huidige aanbod van zorgwoningen voor senioren is nog niet voldoende toegerust op deze ontwikkelingen. Er is veel vraag naar transformatie en uitbreiding voor de specifieke zorg. Hierbij leveren spreiding
over de gemeente en woonzorg dichtbij de ‘oude’ woonbuurt een bijdrage aan de inclusiviteit. Net als meer diversiteit in woonmilieus binnen onze wijken. Met onze corporaties maken wij afspraken over het aanbod en de betaalbaarheid van woningen. Tegelijk ligt er een stevige opgave in het geschikt maken van bestaande koopwoningen door (oudere) eigenaar-bewoners.
Sociale veiligheid
Buiten is het fijn voor iedereen
Apeldoorn zet stevig in op bewegen en sporten. Voor jong en oud met specifieke aandacht voor vergrijzing. Via onze fysieke ruimte kunnen we het bewegen voor alle leeftijden aantrekkelijk en laagdrempelig maken, bijvoorbeeld via hardlooprondjes in parken en toegankelijke schoolpleinen. Een uitnodigende buitenruimte draagt niet alleen bij aan de gezondheid en inclusiviteit. Het versterkt ook je gevoel van welbevinden en veiligheid. Daarom gaan we onze leefomgeving zoveel mogelijk generatieproof inrichten door te focussen op toegankelijkheid, attractiviteit en zichtbaarheid. Zo herkent iedereen de omgeving als een plek waar je je sociaal veilig en welkom kunt voelen.
Wat doet digitalisering met de stad?
Technologisering en digitalisering zijn niet meer weg te denken uit ons leven. De Covid19 crisis heeft laten zien hoe snel de samenleving digitale oplossingen oppakt. Dit is een voorbode voor de toekomst: in de informatiesamenleving zullen thuiswerken, online onderwijs, zorg op afstand en het gebruik van apps om gezondheid te meten steeds gewoner worden. In onze verstedelijkingsopgave gaan we zorgen voor meer slimme mobiliteitsoplossingen zodat we efficiënt met de schaarser wordende ruimte omgaan. Mobiliteitshubs, diensten als Mobility as a Service, logistieke platformen en autonoom rijdende voertuigen zijn zaken die al worden ontwikkeld en gaan ons helpen om de stad efficiënter en veiliger te maken.
Slim, functioneel en privé
De slimme stad ontwikkelen we voor en samen met de inwoners. Burgerinitiatieven en citizen science spelen daarbij een belangrijke rol. Bijvoorbeeld als het gaat om oplossingen voor de gevolgen van de klimaatverandering en de energietransitie. Sensoren van inwoners en het delen van meetgegevens helpen mee om samen tot inzichten te komen en samen te handelen. Behalve dat slimme functionaliteit de kwaliteit van leven moet verbeteren, staat veiligheid voorop. Iedereen - ook de minder digitaal vaardigen - moet op een veilige manier kunnen leven en mee kunnen doen in Apeldoorn. Het is essentieel dat de benodigde hoogwaardige digitale infrastructuur op een veilige, verantwoorde manier gebruikt kan worden. Het gaat niet alleen om technische veiligheid, ook om sociale veiligheid, verkeersveiligheid en veiligheid in de openbare ruimte. Bij dit laatste gaat het bijvoorbeeld om crowdcontrol via slimme toepas- singen op plekken waar veel mensen samenkomen, waarbij de privacy van mensen is gewaarborgd.


Tussenstand fysiek en sociaal fundament
Waar staan we in 2030
Natuur en landschap
Het stadspark van Apeldoorn is in aanleg.
Het klimaatbestendig bekenlandschap Wenum Wiesel is in uitvoering.
Het groene casco vanaf de Maten naar Beekberg- woud is in uitvoering.
Er is aantrekkelijk landschap in aanleg rond de opgaven bij de dorpen Uddel en Beemte Broekland.
In de uitleggebieden is het groene casco met circa 140 ha toegenomen. Een onderdeel van dit groene casco vormt bosareaal.
Er is 44 km beekherstel gerealiseerd en er is 60 ha verhard oppervlak in stedelijk gebied afgekoppeld.
Milieu en klimaatadaptatie
In 2030 is de binnenstad groener en klimaatbestendig geworden.
In 2030 zijn de indicatorsoorten minimaal behouden en is het aantal soorten planten en insecten met 25% toegenomen.
De klimaatbestendige Groote Wetering/Leigraaf in Beekbergerwoud-oost is in uitvoering.
De knelpunten voor hittestress en wateroverlast zijn in wijken en dorpen en bedrijfslocaties voor 50% opgelost.
Ons watersysteem is meer circulair, door de aanleg van ruime retentieplassen en vernatting van de beekdalen.
De drinkwaterwinning wordt (gedeeltelijk) gecompenseerd, bijvoorbeeld in infiltratievennen in Natura2000 gebied.
Veiligheid en inclusiviteit
Op tien loopminuten afstand van de eigen woning is voor iedereen uitnodigende buitenruimte bereikbaar.
De veiligheid rond scholen is toegenomen.
Meer kinderen gaan te fiets of te voet naar school.
Iedere wijk en ieder dorp heeft passende basisinfrastructuur voorzieningen.
De onderwijsgebouwen zijn op niveau en beter toegerust voor de toekomst.
Het sportlandschap van verenigingen ziet er anders uit. We groeien toe naar meer omnisport- verenigingen in Apeldoorn.
Schoolpleinen zijn groen, beweegvriendelijk en toegankelijk na schooltijd.
In 2030 is de mate van overgewicht bij volwassenen en kinderen niet verder toegenomen en is de curve afgevlakt.
Erfgoed en ruimtelijke kwaliteit
Intermezzo Sociaal fundament
Sociaal Apeldoorn | Nota Maatschappelijke Ontwikkeling
Apeldoorn is een gemeente met grootstedelijke voorzieningen maar kent nog steeds een dorpse samenhang die in veel andere grote steden ontbreekt. We zien dat onder andere terug in het grote aantal vrijwilligers dat Apeldoorn kent en de afwezigheid van achterstandswijken. We willen die dorpse eigenschappen graag zo houden maar dat gaat echter niet vanzelf. Ook hebben in Apeldoorn niet alle jongeren dezelfde (onderwijs)kansen en zijn er inwoners die niet in een eigen inkomen kunnen voorzien. Ons sociale beleid willen we daarom anders gaan inrichten door meer preventief te gaan werken, samenhang aan te brengen, en de voorzieningen in wijken en buurten te versterken. Dat beschrijven we in de kadernota Maatschappelijke Ontwikkelingen. We hebben drie speerpunten waar we ons op gaan richten.
Speerpunt 1: sociaal fundament
De vele gesprekken die onze professionals voeren met inwoners gaan bijvoorbeeld over eenzaamheid, bestaansonzekerheid, burenoverlast of over de vraag waar je als inwoner terecht kan met een vraag over leefbaarheid. Mensen doen het samen maar de overheid speelt een belangrijke verbindende rol. De vraag is hoe de veerkracht van buurten en wijken kan worden versterkt. We leren van initiatieven van andere steden, waar de veerkracht van buurten en wijken is vergroot door te investeren in Community Building. Het gaat dan om het bevorderen van de sociale samenhang, van voorzieningen dichtbij in de buurt, veiligheid en leefbaarheid.
Speerpunt 2: stevige focus op kwetsbare inwoners
De kansenongelijkheid neemt ook in Apeldoorn toe. We zien dat terug in zowel het onderwijs, gezondheid, in buurtontwikkeling als ook op de kansen op werk. Het naoorlogse beeld dat elke opeenvolgende generatie het beter heeft gehad dan de vorige, stagneert de laatste decennia. Dat heeft ook gevolgen voor toekomstige generaties. Juist bij onze inwoners met lage inkomens zien we van generatie op generatie dat de situatie niet verandert. Hebben de ouders een bijstandsuitkering, dan is de kans aanwezig dat de kinderen in een gelijke situatie terecht komen.

Het is dus van belang om situaties te doorbreken en kansen te creëren voor hen die de gemeente het meest nodig hebben.
Speerpunt 3: doen wat nodig is
Het derde speerpunt gaat over de complexiteit van het dagelijks leven en de aangeboden ondersteuning. Veel van onze inwoners hebben te maken met meer dan één vraag. Zorg en financiële ondersteuning gaan bijvoorbeeld vaak samen. Die complexiteit wordt onder andere veroorzaakt door de (gedeelde) verantwoordelijkheden van instanties die dwars door al die wetten heen mensen helpen op verschillende leefgebieden. Dit vergt een stevige regierol, ontschotting en maatwerk. Veel inwoners hebben daar last van en ook daar gaan we aan werken. Als de situatie complex is zorgen we dat er iemand is die overzicht houdt en regie voert.
H6 Hoofdkeuzes voor Apeldoorn

De vier samenhangende hoofdopgaven van Apeldoorn vragen om keuzes voor de komende twintig jaar. Waar krijgt welke opgave een plek? We brengen de ruimtebehoefte voor elke opgave in kaart. Daarbij streven we naar meervoudig ruimtegebruik en kijken we hoe we kunnen voortbouwen op de huidige opzet van de stad, de wijken, de dorpen en het buitengebied. Zo ontstaat een logische en duurzame structuur met toekomstwaarde. Een stad waar iedereen meedoet en waar we ook aandacht hebben voor de sociale infrastructuur en het creëren van maatschappelijke meerwaarde.
6.1 Komen tot gebiedskeuzes

De hoofdkeuzes in deze Omgevingsvisie - waar krijgt welke opgave een plek over twintig jaar - hebben we gemaakt via deze stappen:
Principes uit het koersdocument
De ladder voor duurzame verstedelijking
Duurzame keuzes vanuit ruimtelijke structuur
Deze stappen leggen we hierna uitgebreid uit. In 6.2 gaan we dieper in op de aanvulling van het Omgevingseffectrapport. In 6.3 volgt een beschrijving van de voorkeursvariant. En tot slot staan in 6.4 alle ruimtelijke hoofdkeuzes voor Apeldoorn op een rijtje in de samenvatting.
Principes uit het Koersdocument
Keuzes maken betekent belangen afwegen. Dat is geen exacte wetenschap, maar een uitkomst van ontwerpend onderzoeken. We zijn vertrokken vanuit vier principes die zijn meegegeven in het Koersdocument:
Groen is altijd nabij
Dit principe geeft aan dat groen sturend is voor de verdere ontwikkeling van de stad. Willen we binnen de stad de groene kwaliteit behouden en verster- ken, dan heeft dit consequenties voor de mate van verdichting. Ook voor de wijze waarop we het toegevoegde programma gaan vormgeven. De bestaande stad verdichten betekent zoeken naar de balans tussen ‘groen versterken & stad worden’. Daarom kan de uitwerking van het groen en de kwalitatieve invulling per gebied verschillen. In de binnenstad, kanaalzone en spoorzone vertalen we groen vooral naar lineaire structuurdragers. Denk aan het kanaal, de beken en sprengen in een stedelijke vormgeving naast de prachtige historische parken die we al hebben. In de uitleggebieden vertalen we groen naar het bestaande landschap door beekdalen te verbreden en versterken en bosareaal en natte natuur toe te voegen.
Op zoek naar die balans tussen ‘groen versterken en stad worden’ maken we de keuze een deel van het nieuwe programma voor wonen, werken en ener- gieopwekking buiten de bestaande stad te leggen. Een belangrijk principe daarbij is dat we tegelijk met ontwikkelingen nieuwe natuur gaan aanleggen. Hier gaan we ook grond inzetten voor verstedelijking en de energieopgave. Bij de ontwikkeling van nieuwe woon- en werkgebieden zetten we de bestaande kwaliteiten dankbaar in.
Meervoudig ruimtegebruik
Bij nieuwe ontwikkelingen kijken we naar efficiënte functiecombinaties. Een mooi voorbeeld is een aantrekkelijke buitenruimte realiseren en tegelijkertijd het groenblauwe casco versterken. Of werken combineren met gestapeld wonen en altijd met energiewinning op de daken. Waar het kan proberen we opgaven te koppelen. Toch kan dit niet altijd; grootschalige energie- opwekking gaat nu eenmaal lastig samen met bijvoorbeeld woonfuncties. Wel kunnen we dit combineren met natuurontwikkeling en recreatie, bijvoorbeeld door bloemrijke bermen te maken en doorgaande langzaamverkeersroutes door het energielandschap. Ook bepaalde maakindustrie laat zich minder goed mengen met woningbouw. Daarom leggen we nieuwe bedrijfslocaties daar waar voldoende ontwikkelruimte is om bedrijven optimaal te laten functioneren. En bedrijfslocaties zijn weer prima te combineren met natuurontwikkeling en energiewinning op daken.
Duurzaamheid en klimaatopgave
Alleen door ruimte te bieden aan de grootschalige energieopwekking in het buitengebied kunnen we onze duurzaamheidsambitie waarmaken. Dat betekent dat we zones aanwijzen waar dit kan en als het lukt sluiten we aan bij lokale initiatieven. Energielandschappen maken in het buitengebied betekent (tijdelijke) afname van agrarische functies. Toch vinden we de klimaatopgave urgent en daarom maken we nu deze keuze. De vruchtbaarheid van de agrarische gronden betrekken we bij de uitvoering. Sowieso krijgt grootschalige energieopwekking een landschappelijke inpassing, waarbij wij zoveel mogelijk onze groene, ruimtelijke kwaliteiten versterken.
Iedereen doet mee en we maken er werk van
Via dit principe wordt duidelijk dat Stadmaken belang- rijk is voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de stad. We benutten de stedelijke groei voor nieuwe inwoners én nieuwe bedrijven, waarbij we de voorzieningen in stad en dorpen behouden en verbeteren. Zo ontstaan er kansen om de structuur te verfraaien door de juiste programma-mix op de juiste plek toe te voegen. Groei gaat dus hand in hand met de versterking van onze sociale infrastructuur en het creëren van maatschappelijke meerwaarde. Wel hebben we aandacht voor het feit dat het collectieve belang van stedelijke ontwikkeling strijdig kan zijn met de individuele belangen van bewoners of bedrijven.
Onze gasten zijn welkom; dit blijft onze identiteit
We zijn een aantrekkelijke stad met een groene huiskamer en veel cultureel erfgoed. Deze identiteit willen we graag behouden. Dit betekent onderscheidend zijn door voort te borduren op onze kernwaarden zoals verwoord in hoofdstuk 2. Onze cultuurhistorische waarden zijn een belangrijk vertrekpunt voor nieuwe ontwikkelingen, net als bescherming van erfgoed.
Behoud door ontwikkeling noemen we dat. We zoeken duurzame nieuwe functies en grijpen stadstransformatie aan om toekomstige cultuurwaarden toe te voegen. Hoogwaardige nieuwe architectuur van morgen is het erfgoed van de toekomst.
De ladder voor duurzame verstedelijking
Dat betekent verdichten door compact te bouwen en op sommige plekken meer de hoogte in te gaan. In de stad bouwen we vooral stedelijke woonvormen maar geen gezinswijk met laagbouw zoals Zuidbroek. Omdat we ook ruimte willen houden voor vergroening en klimaatadaptatie, en oog hebben voor veiligheid, vinden we binnen de stad niet voldoende ruimte voor alle programma’s wonen, werken en energieopwekking. En er is ook ruimte nodig voor een zorgvuldige inpassing van historische structuren en het bebouwde erfgoed. Daarom kiezen we naast inbreiding in de bestaande stad ook voor ontwikkelingen aan de randen van de stad, de dorpen en in ons buitengebied.

Duurzame keuzes vanuit ruimtelijke structuur
Aansluiten en voortbouwen op de functionele logica van de stad – dat is ons uitgangspunt bij de ruimtelijke keuzen voor de toekomst. Hoe zit de Apeldoornse structuur in elkaar? Waar liggen de oude en nieuwe hoofdwegen, de stedelijke voorzieningen en de groenstructuren? Hoe kunnen we logisch verder bouwen op structuurdragers als het kanaal? Welke verbindingen zien we in en rond de stad? En hoe kunnen we met onze groei tegelijk bouwen aan de versterking van onze natuurinclusiviteit, klimaatadaptatie en ons groenblauwe netwerk?

OER en aanvulling OER
Wat opvalt is dat Apeldoorn een ruime, groene en concentrische vorm heeft met ‘lange structuurlijnen’. De groei van Apeldoorn is op te vatten als een radiale ontwikkeling vanuit de binnenstad langs die structuurlijnen naar buiten toe. Door toekomstige ontwikkelingen - bijvoorbeeld landschap en natuur, nieuwe woon- en werkgebieden en zonnevelden - goed aan te sluiten op de huidige structuur, garanderen we dat voorzieningen en groengebieden voor iedereen bereikbaar blijven.
Op grond van al deze criteria naar de beste plek voor alle programma’s heeft het ontwerpend onderzoek geleid tot een voorkeursvariant. Voor een logische aansluiting op de bestaande stad en de dorpen kent deze variant een aantal voordelen voor de ontsluiting op de A1, het lokale wegennet en de bestaande voorzieningen in nabije wijken en dorpen. We situeren functies logisch: werken bij werken, zowel in noord als in zuid. Daarnaast past één grote woonlocatie beter in het robuuste landschap van Beekbergsebroek, naast het meer kleinschaliger landschap van de stadsrand-noord. Het kanaal is als ruimtelijk kwaliteitsdrager tweezijdig georiënteerd en draagt bij aan de zuidelijke ontwikkeling. Ook de koppelkansen om het groenblauwe netwerk te versterken zijn het meest optimaal in deze variant; inwoners en werknemers kunnen dichtbij meer profiteren van de nieuwe bufferzones van natte natuur en waterplassen. Het uitloopgebied aan de oostzijde van de stad houden we in stand met recreatieve functies. Grootschalige opwekking van energie passen we in op locaties waar al initiatieven lopen en waar we ruimtelijke koppelingen kunnen maken.
De voorkeursvariant in relatie tot het Omgevings- effectrapport
Naast het aansluiten op de functionele logica van de stad hebben wij de hoofdopgaven ook bekeken vanuit milieuoogpunt. Voor onze keuzes hebben wij de input gebruikt van het Omgevingseffectrapport (OER) inclusief de aanvulling hierop (zie ook paragraaf 6.2). In dit rapport zijn de hoofdopgaven uit de Omgevingsvisie ‘milieutechnisch’ gewogen door in meerdere varianten de effecten op de leefomgeving te onderzoeken. In deze varianten is hetzelfde kwantitatieve programma wonen en werken verdeeld over het grondgebied. De effectbeoordeling laat zien dat één variant het meeste recht doet aan het logisch voortbouwen op de stedelijke structuur, het beperken van de milieueffecten én de ladder van duurzame verstedelijking. Dit is onze voorkeursvariant; de basis voor de ontwikkelingsrichting die we hebben uitgewerkt in verschillende gebiedsprofielen, zie vanaf p 79.
6.2 Omgevingseffectrapport (OER) en de aanvulling OER
Het Omgevingseffectrapport is beoordeeld door de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie MER). De Commissie MER geeft in haar advies aan dat op diverse onderdelen het OER onvoldoende informatie bevat om het milieubelang volwaardig mee te wegen bij de besluitvorming. Daarom is een aanvulling gemaakt op het Omgevingseffectrapport: er is een scherpere ‘foto’ van de leefomgeving gemaakt (de huidige toestand van Apeldoorn) en een aantal doelen en ambities zijn concreter gemaakt.
Zodat ze beter kunnen worden getoetst op milieueffecten. Hierbij ligt de focus op de milieueffecten die het meest relevant zijn voor het onderscheid tus- sen de varianten: externe veiligheid, geluid, geur, luchtkwaliteit, natuur (stikstof en recreatiedruk}, verkeer en water & klimaatadaptatie. Deze aanvulling op het OER bevat een onderzoeksagenda die bij de uitwerking van de Omgevingsvisie moet worden
opgepakt. De uitkomsten van deze onderzoeksagenda moeten inzicht geven onder welke voorwaarden de visie uitgewerkt kan worden, en of de volledige visie uitvoerbaar is. Zo wordt het milieubelang ook in de uitwerkings- en uitvoeringsfase goed meegenomen. Dat er vervolgonderzoek nodig is past overigens bij de abstractie van een Omgevingsvisie. Zekerheid voor uitvoerbaarheid is er pas in een stadium wanneer plannen concreter worden uitgewerkt en de vergun- ningen worden voorbereid.
In de aanvulling op het OER concluderen we dat vanuit het milieubelang geen andere keuzes gemaakt hoeven te worden in de Omgevingsvisie: de voor- keursvariant wordt onderschreven. Wel wordt een aantal voorwaarden gesteld voor de uitwerking van de visie:
De gemeente moet het mobiliteitsbeleid in de Omgevingsvisie uitwerken in een mobiliteitsvisie, waarmee gestuurd kan worden op de ‘modal split’ (vervoerskeuze van mensen) en toename van geluidhinder als gevolg van verkeer.
Bij de uitwerking van de Omgevingsvisie moet de gemeente goed kijken naar de mogelijk negatieve effecten op Natura 2000-gebied: met name de re- creatiedruk en stikstofbelasting. Voor recreatiedruk kan worden aangesloten op de Recreatiezonering Veluwe van de provincie en voor stikstof moet een overkoepelende stikstofstrategie worden gemaakt.
In de uitwerkingsfase komen de ambities en doelen op gebied van energie en circulariteit mogelijk onder druk door negatieve effecten op Natura 2000. Dit vraagt mogelijk om bijstelling van de doelen en ambities.
Bij de aanleg van woonwijken en bedrijventerreinen investeert de gemeente ook in natuur en landschap (de Groene Mal). Dit is goed, maar het vraagt wel om een betere borging in de Omgevingsvisie.
Deze borging heeft in deze Omgevingsvisie een plek gekregen door dit punt op te nemen in de ‘vaste waarden’ bij alle gebiedsprofielen.

Deze voorwaarden vormen het uitgangspunt voor de onderzoeksagenda die voortvloeit uit de aanvul-ling op het OER. Deze onderzoeksagenda waar wemee aan de slag gaan omvat daarmee de volgende thema’s:
Externe veiligheid
Geur
Geluid- en luchtkwaliteit
Natuur en stikstof
Recreatiedruk
Locaties windturbines
Verkeer en mobiliteit
Water en klimaatadaptatie

6.3 De voorkeursvariant
Ontwikkeling van de bestaande stad: binnenstad, kanaalzone en spoorzone
Onze groei zetten we in voor vernieuwing en verbetering van onze centrumgebieden: binnenstad, kanaalzone en spoorzone. Met name daar vindt onze verdichting plaats. Hier hoort ook een nieuwe visie op mobiliteit bij. Zonder maatregelen en sturing op de verkeersstromen en de vervoerskeuze die mensen maken, zullen er grotere knelpunten ontstaan in onze verkeerstructuur. Dit is onder meer in het Omgevings- effectrapport in beeld gebracht. Bij de uitwerking van plannen maken we dit concreter. In de binnenstad ligt de nadruk op winkelen, stedelijk wonen en verblijven in een groen en ontspannen stadshart. De transfor- matie van het huidige winkelvolume geeft kansen om nieuwe, unieke stedelijke milieu’s toe te voegen.
In de kanaalzone staat naast wonen ook het maken en beleven centraal. Voortbouwend op de ontwikkeling van het Zwitsalterrein realiseren we hier een gemengd stedelijk weefsel waar nieuwe stedelijke woningen en functies als sport, recreatie en cultuur naast elkaar bestaan. De bebouwing is van een stedelijke dichtheid, met hoogteaccenten en veel groen. Het kanaal en de beekzones zijn de dragers: blauwgroen verbindende linten met aantrekkelijke buitenruimte voor verblijven en bewegen. Met deze Omgevingsvisie continueren we de transformatie van de kanaalzone dat van werkgebied verandert naar aantrekkelijk woongebied.
De spoorzone vormt straks het centrum waar onderwijs, bedrijfsleven en nieuwe woonvormen samenkomen. Het wordt direct ontsloten vanaf het station. In deze zone vinden we de grootste dichtheid van functies in gebouwen die ook de hoogte ingaan. De extra opgave hier is het realiseren van goede verbindingen tussen de noord- en zuidzijde van het stationsgebied. Voor veel nieuwe woningen geldt dat ze goed zijn ontsloten vanaf het centraal station. Bestaande voorzieningen worden optimaal benut en doorgaande (langzaam) verkeerroutes zorgen voor verbindingen tussen de wijken, het buitengebied en de centrumgebieden. Er ontstaat een autoluw gebied in de binnen-stad met ruim baan voor fietser en voetganger. Langs het spoor wordt een parkstrook gecreëerd met een doorgaande oost-west fietsverbinding tussen IJssel-vallei en Veluwe. We verplaatsen het huidige busstation naar de zuidzijde van het station. Hierdoor wordt nieuw programma voor wonen en werken mogelijk en ontstaat er een verkeerskundige optimalisatie.

Ontwikkelingsrichting Stadsrand zuid
In de voorkeursvariant kiezen we naast verdichting in de centrumgebieden voor één grotere uitbreidingslocatie over de A1 aan de zuidkant van Apeldoorn. Om aspecten als verkeer en voorzieningen handig op te lossen is één grote ontwikkellocatie efficiënter dan meerdere kleinere locaties. De woonwijk ligt tussen de stad en het dorp Beekbergerwoud. Belangrijke kenmerken zijn het kanaal en de natuurontwikkelings- zone tussen het Beekbergsewoud en de wijk De Maten. Ten oosten van deze zone is de bodem natter. Om verdroging tegen te gaan, gaan we hier water vasthouden en combineren met bijzondere woonvormen.
Het kanaal vormt als herkenbare structuur de natuurlijke verbinding met de stad. Het dorp Beekbergen en de nieuwe woonwijk blijven ruimtelijk voldoende gescheiden door het dal van de Beekbergsebeek.
Meer naar het oosten kunnen we op een logische manier aansluiten op Ecofactorij I en de afslag A1- Zutphensestraat. Daarom kiezen we hier voor nieuwe werkgebieden voor bedrijven die baat hebben bij een ligging nabij een nationale transportas. In dit landschap ten zuidoosten van knooppunt Beekber- gen clusteren we de ruimtevraag naar grootschalige energieopwekking. We beperken het aantal clusters voor zonneparken tot drie gebieden in Apeldoorn om verrommeling van het landschap te vermijden en een efficiënte infrastructuur te realiseren. Voor de mogelijke plaatsing van windturbines volgen we de de voorkeur in de regionale energie strategie om te werken met energieclusters. Voor Apeldoorn gaat het om drie mogelijke zoekgebieden. Nader onderzoek naar ecologische belemmeringen, milieugevolgen en innovatie moet aantonen of windenergie daar uitvoerbaar is.
Ook na 2040 zullen onze keuzes logisch moeten aansluiten bij eventuele nieuwe verstedelijkingsopgaven. Een nieuwe woonwijk aan het kanaal - ontsloten via de afslag Apeldoorn-zuid met een mogelijke verbinding naar de binnenstad via de VSM-spoorlijn - lijkt vanuit dit perspectief een solide ontwikkeling. Het landschap met de beekdalen en weteringen passen we ruimtelijk in en kunnen we verbreden met nieuwe (natte) natuur. Zo ontstaan er aantrekkelijke recrea- tieve routes en worden de beken en het Beekberger-woud onderdeel van een groter regionaal netwerk, de Beekbergse Poort.

Ontwikkelingsrichting Stadsrand noord
Aan de noordzijde van de stad is de overgangszone tussen Veluwemassief en IJsselvallei zeer herkenbaar aanwezig. Twee beekdalen doorsnijden dit gebied van west naar oost. De aanleg van nieuwe natuur wordt hier gecombineerd met logische zoekgebieden voor energieopwekking en op termijn voor bedrijventer- reinen. De Stadhoudersmolenweg kan als bestaande ontsluiting goed worden benut.
Naar het noorden toe is deze ontwikkeling ook ruimtelijk begrensd door beekdalen en nieuwe natuur. We volgen het patroon van een ondergrond met hogere zandruggen en nattere dalen en geven - iets noor- delijker - ruimte aan een concentratiegebied voor grootschalige opwekking van zonne-energie. Aan de oostzijde van de A50 reserveren we een derde gebied voor grootschalige energieopwekking. Zo sluiten we aan bij bestaande initiatieven en clusteren we drie grootschalige zonneparken in het buitengebied met een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Hier is ook een zoekgebied gereserveerd voor windturbines vanuit de regionale energiestrategie.
Het Wolvenbos blijft als onderdeel van de Groene Mal een groene verbinding tussen stad en buitengebied, net als het kanaal dat ook fungeert als een natuur- lijke verbinding. Ten zuiden en oosten van Apeldoorn zoeken we gebieden die kunnen dienen als waterbuffers en op de Veluwe zoeken we naar gebieden om water te infiltreren. Zo bouwen we aan een innovatief watersysteem om het watertekort en de klimaatproblematiek aan te pakken.
Groei in de dorpen en het buitengebied
De Omgevingsvisie geeft ruimte voor groei van de dorpen, zowel voor wonen als werken. Het is een impuls voor bewoners en voor de lokale economie. De groei moet passen bij het karakter van het dorp en het omliggende landschap en gaat gepaard met landschapsontwikkeling. Dit is ook in de voorkeursvariant vertaald en komt terug in de gebiedsprofielen. Uddel vormt daarbij een bijzonder dorp; transformatie van de intensieve veeteelt is hier een belangrijke opgave. Maar dit thema speelt ook in het meer oostelijk gelegen agrarische landschap. De transitie naar duurzame landbouw koppelen we aan andere opgaven, zoals nieuwe werkgelegenheid, natuuraanleg én nieuwe woningen. Ook stimuleren we de recreatieve sec-tor om concepten te ontwikkelen, die passen bij de thema’s en belevingsgebieden van de Veluwe, volgens de Veluwe Agenda 2030.
Transformatie bestaande wijken en werkgebieden
Buiten de centrumgebieden voorzien we geen grote hoeveelheden nieuw programma, terwijl er evengoed dynamiek is in onze woonwijken en werkgebieden. Ook in deze delen van de bestaande stad willen we duurzaam te werk gaan met een klimaatadaptieve, natuurinclusieve inrichting en een aantrekkelijke buitenruimte. We leggen meer beken bovengronds aan en willen verstening voorkomen. Door te vernieuwen of transformeren wordt onze woningvoorraad duurzamer en gevarieerder. Zo houden we ‘lucht’ in onze stad en markeren we onze royale kwaliteiten als gezinsstad.

6.4 De ruimtelijke hoofdkeuzes van Apeldoorn
Groei faciliteren volgens de ladder van duurzame verstedelijking
2/3 van de nieuwe woningen bouwen we in de bestaande stad.
Minimaal de helft van de te bouwen woningen is betaalbaar: sociale of middeldure huurwoningen of koopwoningen onder de NHG-kostengrens.
We differentiëren naar doelgroepen en kijken naar passende woonmilieus per gebiedsopgave.
We verdichten en vergroenen door ook de hoogte in te gaan.
1/3 van ons woonprogramma realiseren we buitenstedelijk. Dit gaat gepaard met landschapsontwikkeling.
We kiezen voor ruimte en variatie, passend bij ons ‘royale’ DNA. Zo blijft er in de stad voldoende ruimte over voor open ruimte en groen.
We versterken het profiel van gezinsstad.
De dorpen ontwikkelen mee.
Nieuwe bedrijfslocaties sluiten aan op de structuur van de stad.
Binnenstad transformeren naar ‘Stadspark’ van Apeldoorn
Een kwart van de winkelruimte verdwijnt en maakt ruimte voor wonen en verblijffuncties.
We ontharden en vergroenen de openbare ruimte en creëren een uitnodigend karakter.
Dwaalmilieu van parken, hoven, stegen en straatjes voor voetgangers.
Groene ‘Parklijnen’ als programmatische dragers.
Autoluw met minder parkeren in het straatbeeld door auto’s te verleiden andere routes te nemen.
Fietser en voetganger krijgen prioriteit en duurzaam openbaar vervoer wordt dé vervoerswijze.
Groenontwikkeling van Hofstraat/Kanaalstraat tot Griftpark en van Hoofdstraat tot Parkstraat als bijdrage aan Stadspark.
Spoorzone intensiveren voor wonen, werken en opleiden
Centrale ligging, dichtbij centraal station dat zich ontwikkelt tot mobiliteitsknooppunt. Via de zuidzijde van de spoorlijn bereikbaar en waar voorzieningen als busstation, shared mobility-faciliteiten en parkeren worden gerealiseerd.
Er komen innovatieve en gestapelde woon-, werk- en onderwijsmilieus met ruimte voor ontmoetingsplekken en kenniscentra.
Een robuuste groene as verbindt het Hertzberger Park (voormalig CB) met Veldhuis.
Hertzberger Park wordt passend en met behoud van de monumentale waarden herbestemd als het icoon van Apeldoorn.
Het gebied Veldhuis vormt met zijn bijzondere historische gebiedskarakteristiek een schakel tussen kanaal- en spoorzone.
We bouwen in een grotere dichtheid met hoogteaccenten.
Nieuwe verbindingen tussen noord- en zuidzijde van het station

Kanaalzone verder ontwikkelen met nieuwe stedelijke transformatie
Een robuust lint met royaal groen aan weerszijden van het kanaal; fijnmazige verbindingen met omliggende stedelijke gebieden.
Het Zwitsalterrein blijft een ontwikkelplek waar ruimte is voor experiment en ontdekking, voor commerciële en maatschappelijke publieksfunc- ties.
Stedelijke woonvormen met een aantrekkelijke buitenruimte aan het kanaal vormen als recreatieve as een aanvullend woonmilieu in Apeldoorn.
Mix van wonen, maken, werken, verblijven, sporten en culturele activiteiten.
Ontwikkeling van Kayersbeek en Grift tot robuuste beekzones voor natuurontwikkeling, klimaatadaptatie, gezond bewegen en erfgoedbeleving.
Nieuwe werkgelegenheid faciliteren en deel van huidige werkgebieden aan kanaal en spoor transformeren tot aantrekkelijke woon/werkgebieden
Nieuwe (logistieke) bedrijfslocaties aan de hoofdvervoersas A1.
Bestaande en soms minder passende bedrijvigheid binnen het stedelijke gebied wordt geleidelijk verplaatst of vervangen door passende functies.
Nieuwe duurzame werklocaties buiten de bestaande stad ter versterking van de ondernemende gezinsstad.
Grootschalige energieopwekking mogelijk maken door te clusteren in het landschap
Collectieve energie opwek van en bij de dorpen is mogelijk.
Tot 2030 is de ruimtelijke inpassing hard; na 2030 bepalen we dit op grond van keuze voor energiebron en laatste stand techniek.
Voorkeur voor opwek windenergie in drie mogelijke zoekgebieden. Nader onderzoek moet de haalbaarheid (milieueffecten) aantonen.
Fysiek fundament versterken met natuurlijk systeem als uitgangspunt bij ontwikkeling
Gebiedsontwikkelingen volgen de ligging van het landschap; intensiveren op hogere delen met natuurfuncties op lagere delen in het landschap.
Beken, beekdalen en weteringen krijgen meer ruimte en zijn aanleiding voor natuurontwikkeling en een aantrekkelijker (recreatief) landschap.
We gaan verdroging tegen door bufferzones aan te leggen waar we water vasthouden.
We leggen nieuwe bossen aan.
Iedere ruimtelijke ontwikkeling op gebied van wonen, werken en energie wordt natuurinclusief, klimaatadaptief en gaat gelijk op met ontwikkelen van het groen blauwe casco.
Sociale, inclusieve stad bouwen
We realiseren gemengde woonwijken met een gevarieerd woningaanbod.
Voorzieningen blijven nabij met aandacht voor een sterke sociale infrastructuur.
We realiseren groen en uitnodigende buitenruimte op wijkniveau.

Intermezzo Oefenen met de toekomst
Oefenen met de toekomst
Onze wereld verandert sneller dan we denken. In 1990 werden mensen op straat gevraagd of zij een mobiele telefoon zouden gaan gebruiken. Het antwoord was overwegend: “Nee, niet nodig. Ik ben thuis bereikbaar.” Zo kunnen we ons nu een spiegel voorhouden als we ons de vraag stellen: hebben wij nog een eigen auto over tien of twintig jaar? Op het gebied van stedelijke ontwikkeling, infrastructuur en mobiliteit is er door alle vernieuwing op dit moment sprake van diepgaande onzekerheid. Hoe gaat onze ruimtelijke werkelijkheid er in de toekomst uitzien? Ondanks die onzekerheid wordt van bestuur en beleid verwacht dat ze zijn voorbereid op toekomstige vraagstukken.

Meest wenselijke toekomstscenario
Om beter op deze vraagstukken voorbereid te zijn heeft het Planbureau voor de Leefomgeving in 2019 vier toekomstscenario’s ontwikkeld, vanuit verschil- lende maatschappijbeelden en rollen van de overheid. Deze scenario’s hebben wij lokaal gebruikt in het proces van de Omgevingsvisie. Zo konden wij ‘oefenen met de toekomst’ en antwoord geven op de vraag: welke stad willen we zijn? In de zomer van 2019 is in een levendig politiek debat gepitched op het meest wenselijke toekomstscenario. Dit heeft geleid tot allerlei input voor ons toekomstscenario.
Scherp blijven
Een vraag is natuurlijk: hoe bereiden we ons voor op veranderingen in onze samenleving? We monitoren om te zien wat zich afspeelt op allerlei plekken en binnen diverse thema’s. Denk aan duurzame energieopwek en het gebruik van elektrische auto’s. Een spoor dat we met Smart City instrumenten verder gaan onderzoeken. Door te monitoren krijgen we inzicht in de belangrijke trendontwikkelingen. En we werken in de organisatie opgavegericht aan innovatie. Op zo’n manier dat de uitkomsten steeds passen bij de ambities voor Apeldoorn 2040. Dus alle ideeën en acties die ontstaan zijn gekoppeld aan de groeiopgave, slimme mobiliteit, duurzaam Apeldoorn, de ambities voor de Veluwe en in het buitengebied, safety and security en economische groei. Data gestuurd werken is daarbij een essentiële kapstok.
Flexibel omgaan met wat er is
De kunst is om als overheid flexibel en verstandig om te gaan met onvermijdbare veranderingen en kansrijke transities. Wij doen dat door de jaren die voor ons liggen zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Oefenen met de toekomst dus.
H7 Gebiedsprofielen en afwegingsmatrix
Voor zes gebieden schetsen we in dit hoofdstuk een gebiedsprofiel. Dat is geen ontwerp met kaders of harde begrenzingen. Er is op deze plekken veel meer nodig om tot planvorming te komen. Wel geven we sturing aan waar
we graag naar toe willen. Ook buiten deze gebieden worden straks in Apeldoorn allerlei opgaven uitgewerkt. Dit doen wij graag samen met initiatiefnemers. Voor al deze plannen is een afwegingsmatrix om samen te kunnen zien hoe kansrijk een initatief is.
Ruimtelijke keuzes en kansen waarmee we initiatiefnemers willen uitdagen en inspireren
De Omgevingsvisie geeft in hoofdlijnen de richting aan van de ruimtelijke ontwikkeling van Apeldoorn. De meeste ontwikkelingen spelen in een zestal gebieden. Hier komen de verschillende ruimtevragers bijeen en gaan we de komende twintig jaar de hoofdopgaven vertalen en uitwerken. We beschrijven deze gebieden in gebiedsprofielen en laten ruimtelijke vraagstukken aan bod komen. Zo zetten we de eerste stap naar een toekomstige planontwikkeling, waarbij iedere locatie straks een uitwerking kent in bijvoorbeeld ontwikkelingsplannen of gebiedsvisies.
In Apeldoorn worden allerlei opgaven uitgewerkt. Wij werken straks graag samen met partners en initiatiefnemers aan nieuwe plannen en ontwikkelingen. Initiatieven hiervoor zijn van harte welkom. Om te kijken of een initiatief bij de ambities past, schetsen we op p. 108 een afwegingsmatrix. Binnen die contouren beoordelen we initiatieven. Maar nu eerst de gebiedsprofielen.
Gebiedsprofielen
In een gebiedsprofiel beschrijven we de gewenste richting waarin een focusgebied zich gaat ontwikkelen. Hierbij geven we de gewenste zonering van diverse functies aan. We beschrijven vaste waarden die randvoorwaarden vormen voor de verdere planuitwerking. Met het benoemen van de kansen willen we initiatiefnemers en onszelf uitdagen. Een gebiedsprofiel vormt de basis voor verdere planvorming, bijvoorbeeld een gebiedsvisie of een andere planvorm. Het is geen ontwerp met harde begrenzingen, want er is veel meer nodig in deze gebieden om te komen tot planvorming.
Voor zes gebieden maken we een gebiedsprofiel:
Hiernaast:
Overzichtskaart van Apeldoorn waarin alle gebieds- profielen gezamenlijk zijn verbeeld.


Binnenstad
Stadspark Apeldoorn als aangename verblijfsplek
In de binnenstad toont Apeldoorn zich als sterke gezinsstad met groeipotentie. Duurzame transitie krijgt vorm via winkels die woningen worden en via achterkanten die veranderen in aantrekkelijke binnenhoven met woningen. Ook qua ruimte verandert de kleur van steen meer richting groen. Er ontstaat een levendige mix van de drie primaire functionaliteiten: wonen, winkelen en verblijven. We creëren een ‘Stadspark’, een groen en ontspannen stadshart waar ontmoeting op allerlei manieren centraal staat. We werken aan meer biodiversiteit, klimaatadaptatie en een beter en gezonder leefklimaat in de binnenstad. En we willen de Apeldoornse identiteit een boost geven.
Een groene en levendige ontmoetingsplek
Juist in de binnenstad willen we de Veluwse identiteit versterken en het DNA van Apeldoorn proeven als stad met ‘royale’ kenmerken. Dat doen we door te vergroenen, te verdichten met nieuwe woningen en te verkleuren van functie door parkeerplekken te veranderen in groene binnenhoven. Ontoegankelijke achtergebieden worden semi-openbaar. Door straten en binnenpleinen autoluw te maken, ontstaat er ruimte voor groen en verbetert de leefbaarheid en de verblijfskwaliteit. Zo stimuleren we mensen om eropuit te gaan en elkaar buiten te ontmoeten. Ook wordt een deel van de winkelpanden omgezet naar woon- of werkruimtes of andere nieuwe functies. We gaan werkplekken, winkels en horeca waar mogelijk mixen, waardoor de binnenstad straks continu in gebruik is. Een robuuste ontmoetingsplek, die alle dagen van de week leeft.


Aangenaam woon- en verblijfsmilieu
De binnenstad kent een gelaagde en gefragmenteerde opbouw, waarbij de Apeldoornse laag de identiteit bepaalt. We zetten in op het behoud en de versterking van de bestaande variatie in sferen. De stap van ‘places to pay’ naar ‘places to stay’ -een aangenaam woon- en verblijfsmilieu - wordt ook gemaakt door meer ontmoetingsplekken te creëren. Nieuwe dwaalmilieus langs de binnenhoven en vergroening van de openbare ruimte met zit- en verblijfsplekken. Er ontstaat een nieuw informeel netwerk van groene woonhoven tussen de winkelstraten. Bewoners - een mix van doorstromers, starters, gezinnen en gepensioneerden – vinden hier rust en ook bezoekers kunnen zich door deze openbare binnenwerelden bewegen. Het vele groen en het tegengaan van hittestress en windhinder zorgen voor een aangenaam verblijfsklimaat in de binnenstad.
Autoluw en duurzaam bereikbaar
Een gezonde, uitnodigende woonomgeving en duurzame mobiliteitsoplossingen gaan samen
in de binnenstad als Stadspark. Met een focus op langzaam verkeer maken we van de
binnenstad een plek waar voetgangers zich vrij kunnen bewegen in een dwaalmilieu van
parken, hoven, smalle stegen en straatjes. Beloopbaar en autoluw, door ingrepen goed
op elkaar af te stemmen. De oude lijnen ‘Nieuwstraat - Hoofdstraat – Stationsstraat’
dienen als hoofdstructuur en we versterken de route tussen station en binnenstad.
De Hofstraat en de Kanaalstraat ondergaan een transformatie tot Griftpark: een groene
verbinding tussen het Kanaal en het Catharina Amaliapark, waar mensen langs de beek
kunnen wandelen, verblijven, spelen en sporten. Er is geen doorgaand autoverkeer meer
en fietsers en voetgangers krijgen hier de ruimte. De auto’s die er rijden hebben
een bestemming in de binnenstad.

Parkeren op straat wordt in de toekomst opgelost in parkeergarages, waarbij de openbare
en particuliere parkeercapaciteit flexibeler benut kan worden. De huidige parkeergarages
transformeren hiermee tot mobiliteitshubs, waar we kleinschalig vervoer aanbieden,
bijvoorbeeld fietsen en scooters voor reizen van en naar de binnenstad en nieuwe vormen
van elektrische deelmobiliteit. Verder rijden in de binnenstad alleen elektrische
bussen en wordt vanaf 2025 het logistieke verkeer van vrachtwagens en bestelbusjes
zoveel mogelijk uitstootvrij. We behouden belangrijke haltes en busverbindingen en
herzien enkele buslijnen om busverkeer in de binnenstad te verminderen. Zo bieden
we nog meer ruimte aan voetgangers, fietsers en groen. Het centraal station wordt
een stevig knooppunt en is goed bereikbaar vanaf de zuidzijde van de spoorlijn. Hierdoor
wordt de druk van het openbaar vervoer op de binnenstad ook minder.
Kansen
Aandacht voor de Apeldoornse laag en de menselijke maat bepaalt de sfeer en identiteit van ons ‘Stadspark’.
Transformatie van lege winkelpanden en verdichting van binnenhoven kan - via nader onderzoek - zorgen voor hogere woningaantallen.
Bij bestaande winkelpanden is wonen boven winkels kansrijk.
Versterking van woningaanbod (inclusief extra voorzieningen) creëert een aangenaam woon- en verblijfsmilieu.
Mobiliteitsinnovaties, duurzame parkeeroplossingen in mobiliteitshubs en meer vergroening maken ruim baan voor fietsen en lopen in een autoluwe binnenstad.
Deelgebieden
We onderscheiden in de binnenstad twee complementaire deelgebieden:
- 1.
Parklijnen - groene, klimaatbestendige straten
- 2.
Plekken in het Stadspark - levendige pleinen en rustige hoven
1. Parklijnen
Dit zijn niet alleen ruimtelijke verbindingen. Parklijnen zijn ook programmatische dragers en vormen de ruggengraat van verschillende zones. De beweging ‘van hoofdstraat naar parkstraat’ maken we met een uitnodigende, samenhangende groenstructuur. Historische lijnen als de Hoofdstraat en De Grift gaan opnieuw gelden als hoofdstructuur. Langs deze lijnen zien we een concentratie aan winkels, die niet meer versnipperd door het hele gebied liggen. De hoeveelheid winkels in de zijstraten neemt af en er ontstaat een kans voor transformatie tot nieuwe functies als huisvesting en dienstverleners, met behoud van het straatbeeld. De bestaande stadsparken blijven in al hun grandeur behouden en worden versterkt in functie. De karakteristieke lange lanen in de binnenstad krijgen een krachtige accentuering. We maken van de binnenstad ook een Stadspark door pleinen te ontharden en vergroenen, door extra laanbomen te planten in de aanrijstraten en solitaire bomen in het kerngebied. Bovendien voegen we aan de Parklijnen een klimaatadaptief element toe; we vergroten de opvangcapaciteit van regenwater door het terugbrengen van de oorspronkelijke, typerende sprengenbeken. Dit zorgt voor een meer klimaatbestendige binnenstad en het heeft een positief effect op de verblijfskwaliteit.
Kansen
Programmatische vergroening van de binnenstad.
Herbestemming van lege winkels naar woon(-ondersteunende) functies met herstel van historische gevels.
Verrijking biodiversiteit en klimaatadaptatie
Autovrij maken van straten voor meer groen en een hogere verblijfskwaliteit.
Onderscheid aanbrengen in doorgaande routes en dwaalmilieus, de ‘fast lanes’ en de ‘slow lanes’.
Investeren in beleefbaar erfgoed en waardevolle architectuur.

2. Plekken in het Stadspark
We verfraaien de binnenstad met uitnodigende plekken voor verschillende doelgroepen. Met de komst van bijvoorbeeld groene pleinen als levendige verblijfsaanleiding bevorderen we sociale ontmoetingen. Voor jong en oud is er altijd iets te beleven. Horeca krijgt een plek zonder te overheersen. De verbindende groene straten zorgen voor wateropvang en gaan hittestress tegen. De toegankelijke en aantrekkelijke hoven zijn een vanzelfsprekend onderdeel van het netwerk van de stad. Een groene binnenwereld met speelfuncties, die zo zijn ingericht dat ze de biodiversiteit bevorderen. Zo vergroten we de verblijfskwaliteit en creëren we een dwaalmilieu in de binnenstad. Hier kunnen bewoners en bezoekers in alle rust en ruimte even ontsnappen aan de dynamiek van de stad. Deze binnenwereld wordt aangevuld met een gevarieerd woonprogramma. Achterkanten worden hier voorkanten met veel aandacht voor aangenaam stads wonen. We leggen hier dus accenten via meerlaagse, duurzame en natuurinclusieve gebouwen.
Kansen
Contrast tussen rustige hoven en levendige straten en pleinen biedt mensen verschillende ervaringskwaliteiten van de binnenstad.
Nieuwe ontwikkelingen sluiten optimaal aan op bestaande erfgoedkwaliteiten.
Groene binnenwerelden, die achterkanten transformeren tot voorkanten.
Dwaalmilieus als nieuw netwerk in de stad
Auto’s weg uit de binnenhoven om zo te ‘ontharden’ en verblijfsruimte te scheppen
De Apeldoornse laag
De stad en de beleving op straat worden bepaald door alles wat je ziet op straat. De plint van de eerste twee bouwlagen, het overgangsgebied van stoep naar bebouwing, zelfs de hoogste bouwwerken … alles heeft invloed op hoe je je omgeving ervaart. Deze ruimtelijke elementen bepalen ook de continuïteit in het straatbeeld. De opbouw en programmering hiervan noemen we de ‘Apeldoornse laag’. Samen met de invulling van de plint vormt en activeert deze laag onze stedelijke ruimte. De basis van dit Apeldoornse stedelijk weefsel is door allerlei tijdslagen, ingrepen en niet afgemaakte inbreidingsplannen beschadigd. Nieuwe ontwikkelingen kunnen het fundament weer compleet maken door voort te bouwen op de kwaliteiten die Apeldoorn al heeft.
De Apeldoornse laag definiëren we tussen twee tot maximaal vijf lagen. Dat is de gemiddelde bouwblokhoogte van de bestaande binnenstad, het fundament van onze binnenstad. Bouwen boven de Apeldoornse laag is goed mogelijk, maar dan wel ondergeschikt aan het fundament. Een belangrijk aandachtspunt is om de Apeldoornse laag goed te laten aansluiten op de beleving van onze inwoners. Hiervoor besteden we extra aandacht aan de detaillering en de routing rond de entrees van gebouwen en aan de verblijfskwaliteit in het algemeen.
Vaste waarden
VASTE WAARDEN
De binnenstad als historische, groene en levendige ontmoetingsplek met een functie voor evenementen.
Binnenstad heeft programmaruimte voor 375 tot 600 woningen.
Alle nieuwbouw nul op de meter; voor woningbouw een vereiste, voor bedrijven een streven. Hierbij is het leveren van ‘plus-energie’ een extra kans.
Net als de Rijksoverheid streven we naar een aardgasvrije gebouwde omgeving in 2050.
Zon op daken van woningen, bedrijven en overig vastgoed; aanvullend ook zonnepanelen op andere geschikte oppervlakten, zoals parkeerplaatsen.
Levendige mix van drie functies: wonen, winkelen en verblijven.
Toevoegen van woonprogramma in binnenhoven met hier en daar accenten, bijvoorbeeld ‘achterkanten worden voorkanten’.
De Apeldoornse laag versterken door verder te bouwen op verschillende sferen en identiteiten.
Dwaalmilieu van groene binnenwerelden als aanvullend netwerk in de stad.
Autoluwe binnenstad zonder doorgaand autoverkeer door effectieve maatregelen in de verkeersstructuur, het sturen op parkeernormering en duurzame mobiliteitsoplossingen.
Parkeren aan de rand in duurzame parkeeroplossingen.
Toevoegen van groen (in binnenterreinen) voor meer biodiversiteit, klimaatadaptatie en aangenaam leefklimaat.
Iedere ruimtelijke ontwikkeling op gebied van wonen, werken en energie wordt natuurinclusief, klimaatadaptief en gaat gelijk op met ontwikkelen van het groenblauwe casco.
Water zichtbaar en beleefbaar maken door waterelementen toe te voegen met een hoge belevingswaarde, die ook de klimaatadaptatie vergroten.
Kanaalzone centrum
Royaal wonen, maken en beleven aan het Kanaal
De kanaalzone bevindt zich aan weerszijden van het Apeldoorns Kanaal, dat in noord-zuidrichting door de stad loopt. Parallel lopend aan de IJssel is het kanaal een belangrijke identiteitsdrager. In vroeger tijden was de kanaalzone een vanzelfsprekende plek voor de industrie, vanwege de nabijheid van het water. In de komende jaren wordt het gebied getransformeerd naar een plek waar wonen en werken, maken en beleven hand in hand gaan.
Kwaliteitsgebied vol afwisseling
De typering ‘royaal blauw’ past uitstekend bij de kanaalzone als kwaliteitsgebied; een gemixt stedelijk weefsel van diverse sociale en culturele activiteiten. Daar hoort een levendige variatie aan bebouwingstypologieën bij. Groene tuinen, gevels en daken, grote en kleine gebouwen, stoere nieuwbouw, bestaande hallen en oude panden. In dit gebied is veel historische industriële bebouwing, die de komende jaren voor herbestemming in aanmerking komt. De kanaalzone biedt ruimte voor experimenten, zoals zelfbouw en collectief opdrachtgeverschap. In dit gebied werken mensen aan huis, worden oude en nieuwe vormen van de maakindustrie uitgeoefend en is er deels sprake van circulaire economie. Een markante plek, waar creatieve makers zich thuis voelen; net als startende gezinnen, tweeverdieners en singles.


Stadmaken tussen blauw en groen
We ontwikkelen een groene hoofdstructuur die bestaat uit het Kanaalpark met naast het water twee groene oevers van ongeveer 30 m breed en de beekzones van de Kayersbeek (18 tot 60 m breed) en van de Grift (20 tot 60 m breed). Samen met een centraal gelegen groene knoop vormt zich zo een oost-west verbinding tussen het groen van De Parken en dat van Zevenhuizen.
De kades, oevers en het water zelf worden actiever in gebruik genomen en we vergroten de stedelijke reuring door onderscheidende horeca en evenementen in dit gebied toe te voegen. We gaan op verschillende niveaus landschappelijke verbindingen creëren tussen bestaande groene en blauwe structuren. We maken een royale groenstructuur, die uitnodigt tot ontmoeting, beweging, sport en spel. En we vullen aan met kleinschaliger groen, dat zorgt voor meer biodiversiteit en klimaatadaptatie.
Zo wordt de kanaalzone een dynamisch gebied, waarbij omliggende gebieden meeprofiteren van deze kwaliteitsimpuls. Zo is er een groenverbinding tussen het Verzetsstrijderspark en het Mheenpark via het Zwitsalpark en de Apeldoornse Sluis. Dankzij de ontwikkeling van het oude Zwitsalterrein en het gebied rondom de Sleutelbloemstraat wordt de openbare ruimte een mooie mix van industrieel landschap aan de westzijde en een royaal park aan de oostzijde. Het gebied Jongeneel-Activerium-UWV markeert de entree naar het noordelijk deel van de kanaalzone. Langs de Deventerstraat wordt de laan hersteld en de Vlijtseweg krijgt een groen profiel.
Netwerk dat verbindt en activeert
De diverse buurten in Apeldoorn Noord worden voltooid richting het kanaal. Doordat de Vlijtseweg voor bestemmingsverkeer en Kanaal-noord voor langzaam verkeer ontsloten wordt, spelen we de oevers vrij. We stimuleren hoogwaardige verbindingen voor langzaam verkeer, zowel langs het kanaal als tussen oost en west. Door voorzieningen voor doorgaand fietsen op de westzijde van het Apeldoorns Kanaal te realiseren, komt de oostzijde vrij voor recreatief gebruik. Een fijnmazig netwerk van bruggen verbindt en activeert beide oevers. De bevaarbaarheid van het kanaal is daarbij een belangrijk uitgangspunt. De hoofdontsluiting van het gebied positioneren we tussen de Ring en de Deventerstraat via een nieuw tracé ten oosten van het kanaal. Deze verbinding ontsluit ook een nog te ontwikkelen gebied rondom de Sleutelbloemstraat. Het Zwitsalterrein blijft via meerdere parkeervoorzieningen bereikbaar en nieuwe concepten van duurzaam (deel)vervoer kunnen een nieuw uitgangspunt zijn.
Kansen:
Mix ‘royaal blauw’: daar waar wonen, werken, maken en beleven in evenwicht is.
In toekomstige ontwikkelgebieden kunnen - binnen uitgangspunten en via nader onderzoek - hogere woningaantallen bereikt worden.
Kanaal als identiteitsdrager en lineair park van de stad met een grote recreatieve functie.
Nieuwe oost-westverbindingen over het kanaal voor langzaam verkeer, met doorvaarbaarheid van het kanaal als uitgangspunt.
Deelgebieden
We onderscheiden een viertal deelgebieden bij de ontwikkeling van de noordelijke Kanaalzone:
- a.
Zwitsalterrein
- b.
Sleutelbloemstraat
- c.
Locatie Jongeneel/ UWV
- d.
Sportvelden ten zuiden van de Edisonlaan
1. Zwitsalterrein
Stedelijk wonen aan het water
Het Zwitsalterrein krijgt een gemengd stedelijk profiel waar innovatie, duurzaamheid, industrieel verleden en erfgoed en vernieuwende woonvormen samenkomen. Mensen wonen, werken en leven hier op een bijzondere wijze. Het maakt ‘De Zwitsal’ tot een bruisende plek met ruimte voor experiment en ontdekking. Naast wonen is er een levendig hart van commerciële, culturele en maatschappelijke publieksfuncties. Er is allerlei bedrijvigheid - van innovatiemakelaars tot creatieve startups. Net als Cleantech, horeca en stadsbrede evenementen, zoals het jaarlijkse Drakenbootfestival.

Kansen:
Stedelijk wonen; aan het water en aan de open ruimte van het Zwitsalpark.
Geen standaard woonproducten, maar bijzondere typologieën in een niet-alledaags stukje stad.
Experimentele mogelijkheden voor zelfbouw en/ of collectief opdrachtgeverschap.
Efficiënte gemeenschappelijke parkeervoorzieningen.
Herbestemming historische industriële bebouwing geeft kanaalzone een unieke identiteit; om op voort te bouwen bij nieuwe ontwikkelingen.
Hoogwaardige fietsverbinding langs en over het kanaal.
Duurzaamheid: nul op de meter als basis en energie-plus leveren als kans, met name voor innovatief woongebied.
2. Sleutelbloemstraat
Royaal wonen aan het water
Aan de Sleutelbloemstraat wordt op een royale manier gewoond, gewerkt en geleefd. In het gebied is straks genoeg ruimte voor werken; de huidige werkfuncties verdragen een nabije woonontwikkeling. Een gefaseerde transformatie naar meer wonen in dit gebied is dus goed. Het kanaal wordt hier ingericht als een krachtige groene zone.
Kansen:
Kanaal-Noord verkleurt van autoroute naar een groene langzaamverkeersroute binnen een parkzone; veel verblijfmogelijkheden aan het water in een uitnodigende buitenruimte.
In het gebied rondom de Sleutelbloemstraat zorgt een nieuwe hoofdverbinding buitenring / Deventerstraat voor vrije kanaaloevers en een ontsluiting van te ontwikkelen gebieden.
Raamwerk van groenblauwe verbindingen herstellen en creëren.
3. Locatie Jongeneel/UWV
Hoog wonen aan het water
Deze plek op de kruising Apeldoorns Kanaal / Deventerstraat markeert de noordelijke zijde van de kanaalzone. De ruimte en het uitzicht op het water maken deze locatie bij uitstek geschikt voor hoogbouw met een unieke kwaliteit.
Kansen:
Losse bebouwing in het groen met een typologie zoals Plantsoen Welgelegen.
Markering entree kanaalzone vanuit de binnenstad.
Hoogwaardige groene openbare ruimte aan het Apeldoorns Kanaal. Inrichting van de oevers nodigt uit tot waterrecreatie, zwemmen, kanoën.
4. Sportvelden ten zuiden van de Edisonlaan
De wijken rondom de informele sportvelden worden voltooid richting het kanaal. Hier ontstaat een mix van kleinschalige en grootschalige bebouwing met een groene uitstraling, verbonden met het groene karakter van Kerschoten. Dit loopt in hoogte op richting kanaal, ingepast in het aanwezige groen en in beekzone de Grift. Het nieuwe zwembad ter vervanging van de Sprenkelaar is ook in dit gebied geschetst.
Kansen
Het verbreden van de beekzone als kwaliteitsdrager geeft extra ruimte voor stadsnatuur, duurzaam waterbeheer en klimaatadaptatie.
Wijken in Apeldoorn Noord voltooien.
Groene verbinding tussen kanaalzone en het monumentale Kerschoten, dus met oog voor bestaande linten en stedenbouwkundige opzet.
Aansluiten bij huidige bebouwing en nieuwbouw kanaalzone met een beperkt aantal hoogteaccenten.
Nieuw zwembad aan de Vlijtseweg maakt koppeling mogelijk met andere recreatie- en sportvoorzieningen.

Vaste waarden
ALGEMEEN
Programmaruimte voor 1.325 tot 2.300 woningen.
Het kanaal versterken als langgerekt park aan weerszijden van het water met uitnodigende buitenruimte, doorgaande langzaamverkeersroutes en verblijfsaanleidingen. Inrichting sluit aan op duurzaam waterbeheer en klimaatadaptatie.
In de binnenstad, spoorzone en kanaalzone hanteren we lage (auto)parkeernormen en faciliteren we verplaatsingen te voet en met de fiets maximaal.
Alle nieuwbouw wordt nul op de meter gebouwd; voor woningbouw een vereiste en voor bedrijven een streven. Hierbij is het leveren van ‘plus- energie’ een extra kans.
Net als Rijksoverheid streven we naar een aardgasvrije gebouwde omgeving in 2050.
Zon op daken van woningen, bedrijven en overig vastgoed; aanvullend ook zonnepanelen op andere geschikte oppervlakten, zoals parkeerplaatsen.
Iedere ruimtelijke ontwikkeling op gebied van wonen, werken en energie wordt natuurinclusief, klimaatadaptief en gaat gelijk op met ontwikkelen van het groen blauwe casco.
WESTOEVER KANAALZONE
Levendige mix van wonen, werken en beleven met functies in evenwicht.
De Apeldoornse laag is een combinatie van bestaande industriële en nieuwe bebouwing.
Boven de Apeldoornse laag maken alzijdige volumes (rondom aantrekkelijk) onderdeel uit van bestaande of nieuwe bouwblokken.
Op enkele plaatsen historische bebouwing.
Realiseren van een royale entree van de Vlijtseweg, die verandert van doorgaande weg naar bestemmingsweg.
Langs Deventerstraat wordt de laan hersteld en Vlijtseweg krijgt een groen profiel.
Ontwikkelen van groene knoop als verbinding tussen het groen van De Parken en Zevenhuizen.
Ontwikkeling van Kayersbeekzone in aansluiting op het Kanaalpark.
OOSTOEVER KANAALZONE
Kanaal-Noord verandert van autoweg naar fietsroute, als onderdeel van het lineaire kanaalpark met een publieke groenzone van 30 meter aan de oostoever van het kanaal.
Gebied wordt autoluw, met goede aansluiting voor doorgaande fiets- en voetgangersroutes
Apeldoornse urban villa’s langs het kanaal.
Getrapte bebouwing vanuit de oostzijde; zonnige buitenruimtes met zicht over het kanaal.
De Apeldoornse bakens
We willen graag hoogteaccenten maken en noemen die de ‘Apeldoornse bakens’ vanwege de unieke ligging en/of de ontwikkelpotentie. Dit accentueren doen we wel op een Apeldoornse manier. Daarom bevinden de bakens zich op strategisch gekozen locatie in de kanaal- en spoorzone. Op deze plekken realiseren we hoogwaardige architectuur met hoogteaccenten van 10 tot 18 lagen, waardoor de bakens op stadsniveau een blikvanger zijn. Ze blijven onderdeel van het stedelijk weefsel van Apeldoorn. De bakens zijn geen doel op zich, maar via deze typologie blijft er wel veel ruimte over voor groen en beleving.
Spoorzone centrum
Veluws-stedelijk wonen, werken en leren
Apeldoorn zet volop in op ‘human capital’. We waarderen en stimuleren ieders kennis en talenten door een prettige leefomgeving en een sterk vestigingsklimaat te creëren. We transformeren de spoorzone tot een stedelijk milieu waar het onderwijs van de toekomst, innovatieve bedrijvigheid, slimme mobiliteit en stedelijk wonen samenkomen. Niet verwonderlijk, want de spoorzone biedt uitgelezen kansen voor een alzijdige ontwikkeling, zowel letterlijk als figuurlijk. Hier zien we mogelijkheden om grote dichtheden met variërende hoogtes te ontwikkelen. En dan samen met de realisatie van een Veluwse groene loper voor natuurontwikkeling, klimaatadaptatie, ontmoeting en functiemenging. Zo transformeren we de spoorzone tot dé plek voor Veluws-stedelijk wonen, werken en leren.

Ruimte voor stedelingen met groot dagelijks bereik
De spoorzone is mede dankzij haar uitstekende regionale bereikbaarheid de uitgelezen plek voor onderwijs- en kennisinstellingen, ondernemingen, safety & security en overheid. De nieuwe spoorzone krijgt een hoogwaardige uitstraling en een levendig woon-, werk- en onderwijsprogramma. We realiseren campusomgevingen met kenniscentra en ontmoetingsplekken; binnen en buiten, in een aantrekkelijke openbare ruimte. De zones Veldhuis en Kayersmolen-Noord bieden Apeldoorn een mix van grote en kleine bouwvolumes. Met een stevige impuls in dit oostelijk deel van de spoorzone creëren we de voorwaarden om dit Veluws-stedelijke leefmilieu te ontwikkelen. Er ontstaat ruimte voor 1.900 tot 2.350 woningen, inclusief studentenhuisvesting en starterswoningen.

We zien hier levendige locaties waar gewoond en gewerkt wordt. Er ontstaan ontmoetingsplekken binnen een typische 16-uurs economie: plekken om te sporten, recreëren, ontspannen en ontmoeten. Die zijn nodig, want hier vestigen zich stedelingen met een groot dagelijks bereik: starters, studenten, stellen en alleenstaanden. Zij zien de stad als huiskamer en de Veluwe als achtertuin. Deze mensen streven een gezonde leefstijl na en verplaatsen zich meer per fiets, te voet en per OV. Het delen van goederen en bezit past bij hun levensstijl. Ook doen zij vaker hun inkopen bij lokale, al dan niet biologische versaanbieders. Voor deze groep maken we graag een Cruyff court, een skatebaan of andere fitnesselementen. De spoorzone biedt hier bij uitstek alle ruimte voor. Als internationaal bekend architectonisch icoon van het Structuralisme krijgt het gebouwencomplex van Hertzberger een passende inbedding in een groene én dynamische omgeving. Ook daar is alle ruimte om te ontspannen en ontmoeten in het Veluws-stedelijk landschap.
Groene en uitnodigende openbare ruimte
Zoals het landschap van de Veluwe glooit, doet het landschap in de spoorzone dat ook. ‘De Veluwe’ is hier niet alleen op straatniveau te beleven, het dakenlandschap doet ook mee. Op het nieuwe opgetilde maaiveld ontstaat een toegankelijk campuslandschap met woningen boven de diverse voorzieningen. Er is ook directe toegang aan beide zijden van het spoor, zowel aan de noordzijde via de Veluwse loper als aan de zuidzijde bij het nieuwe busstation en Kayersmolen-Noord. Die groene loper trekken we door tot aan het Kanaal en vormt de hoofdgroenstructuur in dit gebied. Een robuuste groene as met een profiel van minimaal 20 meter verbindt het Hertzberger Park met het Apeldoorns Kanaal. Deze zone is autoluw met volop ruimte voor langzaam verkeer. Ook zijn er diverse ontmoetingsplekken en openbare sport- en verblijfsactiviteiten. En een toegespitste programmering voor de jonge professional, die hier de dagelijkse stedelijke behoefte kan beleven. Het Stationsplein wordt aan beide zijden uitnodigend en oriëntatievriendelijk en vooral aan de zuidzijde flink groener. Hierbij is extra aandacht voor het verbeteren van de recreatieve verbinding met de Hoofdstraat.
De zone Kayersbeek - parallel aan het Apeldoorns Kanaal – verandert in een Kayersbeekpark; een klimaatrobuuste groenblauwe structuur met een minimale maat van 18 meter. Hier is ruimte voor slim watergebruik, biodiversiteit en recreatie. De zone toont ook een stukje gebiedsgeschiedenis. Het Kanaalpark bestaat uit twee groenstroken, aan weerszijden van het kanaal. Robuuste boomstructuren zorgen hier voor verkoeling, ruimtelijke kwaliteit, biodiversiteit en recreatie. Vooral de oevers en het water kunnen recreatief worden gebruikt en het gebied is autovrij. Langs de Kayersbeek kan gewandeld worden en in het Kanaalpark ligt een noord-zuid fietsroute die de spoorlijn kruist. In de Veluwse loper wordt een doorgaande fietsverbinding opgenomen die het kanaal kruist. Door de inzet van inheems en nectarrijk groen sluit deze diagonaal mooi aan op de wat kleinere hoven en draagt bij aan meer biodiversiteit en ruimtelijke kwaliteit.
Fijnmazig en robuust openbaar ruimte-netwerk
Hoogwaardig stedelijk wonen, werken en leren vraagt om een krachtige visie op mobiliteit en bereikbaarheid. Omdat bijna alle voorzieningen dichtbij aanwezig zijn, zetten we sterk in op lopen en fietsen als duurzame vormen van mobiliteit. Voor de verbinding met de Randstad en de rest van Nederland ligt het centraal station op loopafstand. De spoorzone zelf is goed bereikbaar met de auto, ook wanneer mensen parkeren aan de rand in duurzame parkeervoorzieningen. We geven graag meer ruimte aan andere gebruikers en verleiden het autoverkeer om andere routes te nemen dan Molenstraat- Centrum en Laan van de Mensenrechten. Het centraal station ontwikkelt zich tot mobiliteitsknooppunt dat via de zuidzijde bereikbaar wordt voor autoverkeer. De entree maken we herkenbaar en groen. Ook creëren we aan die kant het busstation en diverse faciliteiten voor deelmobiliteit en parkeren.
We hebben de ambitie om een robuust openbaar ruimtenetwerk te creëren. Dit vraagt om nieuwe overgangen en passages tussen noordelijke en zuidelijke stadsdelen. We gaan oude linten herstellen en een voetgangersbrug toevoegen tussen de ontwikkelgebieden Veldhuis en Kayersmolen-Noord. Een nieuwe fietstunnel onder het spoor vormt de ontbrekende schakel in het stedelijk fietsnetwerk langs het Kanaal. Deze gaat in oost-westrichting voor fietsers en voetgangers de spoorzone verbinden met het gebied ten westen van de Koning Stadhouderlaan en met het gebied ten oosten van het Kanaal. Ook herstellen we de historische verbinding voor langzaam verkeer tussen de Hoofdstraat en de Arnhemseweg, aan de zuidzijde van het spoor. Zo is straks het gebied ten zuiden van de spoorlijn beter verbonden met de binnenstad. Dit fijnmazige stedelijk weefsel is een essentieel onderdeel van de gebiedsontwikkelingen in de spoorzone.
Kansen
De spoorzone als hét nieuwe wonen-werken- leren milieu van Apeldoorn met daar midden in een groene zone met ontmoetingsplekken als horeca en sport.
Verdichting met Veluws groen en bebouwing in hoge dichtheden met variërende hoogtes.
In toekomstige ontwikkelgebieden kunnen - via nader onderzoek en binnen geschetste kaders - hogere woningaantallen bereikt worden.
Doorontwikkeling van centraal station tot mobiliteitsknooppunt met voorzieningen als het busstation, shared mobility-faciliteiten en parkeren.
Apeldoorn als brandpunt markeren voor onderwijs en innovatie voor Safety & Security
Energie en duurzaamheid: nul op de meter als basis en energie plus-leverend als kans.

Deelgebieden
We onderscheiden drie deelgebieden bij de ontwikkeling van de spoorzone:
1. Spoorzone Oost
Groen-blauw hoogstedelijk wonen
Met de grootschalige gebiedsontwikkelingen in Veldhuis en Kayersmolen-Noord herstellen we de onderlinge verbinding van deze twee Apeldoornse wijken. We creëren ruimte door verdichting, die ook plaatsvindt in de zone langs het spoor op de huidige locatie van het busstation en tussen de Laan van de Mensenrechten en het spoor in. Met de ambitie een opgetild maaiveld te ontwikkelen ontstaat er vanaf 6 meter hoog een stedelijke, duurzame verbinding over het spoor heen.
De Veldhuisstraat, een voorbeeld van een bestaand lint met typische kleine bebouwing, wordt ingepast in het gebied. Zo ontstaat er een mooie mix van grote en kleine gebouwen, van bestaand en nieuw. Er ontstaat in dit deel van de stad nieuwe levendigheid. Een plek waar - met ruimte voor natuur en cultuur - gewoond, gewerkt en geleerd kan worden. Richting het kanaal ontstaat door de maat en schaal vande open ruimte de mogelijkheid om accenten toe te voegen, bijvoorbeeld in de vorm van iconische gebouwen als bakens voor het gebied.
Kansen
Duurzame gebiedsontwikkelingen op de locaties Veldhuis en Kayersmolen-Noord en het gebied tussen de spoorlijn en Laan van de Mensenrechten.
Energie en duurzaamheid: nul op de meter als basis en energie plus-leverend als kans.
Kayersbeekzone als klimaatrobuuste groenblauwe structuur, die ook over het spoor heen verbindt.
Ontwikkeling campus ‘op hoogte’ met een variëteit aan kennisinstellingen op één plek.
Nieuw leven blazen in bestaand industrieel erfgoed.
Veluwse groene loper biedt kansen voor ontmoeting, ecologie en klimaatadaptatie
2. Spoorzone West
Iconisch groen wonen
Ten westen van het station krijgt de Veluwe optimaal de kans om de stad in te trekken als groene loper tot aan het kanaal. Hier wonen mensen tegen het decor van het internationaal iconische Hertzberger Park. Uiteraard wordt de restauratie van het gebouwencomplex zelf met oog voor de omgeving, benodigde functionaliteit en toekomstbestendigheid nader uitgewerkt. Over de gehele brede groene as is er veel aandacht en ruimte voor ecologische ontwikkeling, klimaatadaptatie en ontmoeting.
Kansen
Passende functie voor het Hertzberger Park als internationaal architectonisch icoon.
20 meter brede groene loper: een van de parklijnen van het Stadspark, kansrijk van kanaal tot voorbij het Hertzberger Park.
Fietsverbinding in oost-westrichting aan de noordzijde van het spoor.
Energie en duurzaamheid: nul op de meter als basis en energie plus-leverend als kans.
3. Spoorzone Stationsgebied
Groene toegangspoort als kloppend hart
De getransformeerde spoorzone rond het station is een uitnodigende entree. Zowel voor mensen die de stad als huiskamer beschouwen als voor mensen
die Apeldoorn willen ontdekken. Het is een levendig, herkenbaar aankomstpunt dat toegang biedt tot wonen en werken, maken en leren. Het is ook een startpunt voor mooie wandel- en fietsroutes door het rijke stedelijke en natuurlijke Veluwse landschap.
Kansen
Ruimtelijke binnenstadbarrières opheffen door historische verbindingen te herstellen of nieuwe structuren te realiseren.
Verbindend stationsgebied, dat uitnodigend is aan beide zijden van het spoor.
Combinatie van nieuwe busterminal, deelmobiliteit en parkeren tot mobiliteitsknooppunt aan zuidkant station.
Betere groene recreatieve verbinding tussen Stationsplein en Hoofdstraat.

Vaste waarden
Programmaruimte voor 1.900 tot 2.350 woningen. Het gebied bestaat uit Hertzberger Park, Veldhuis, Kayersmolen-Noord, busremise en op termijn Nieuwendijk en nieuwe busstation met HUB-zuid.
Veluwse stedelijkheid in een levendige mix van wonen, werken en leren.
Verdichten met bebouwing in grote dichtheden en variërende hoogtes, thema ‘Veluws groen’.
Zone Kayersbeek in het gebied Veldhuis wordt een groenblauwe openbare route van minimiaal 18 meter met ruimte voor natuurontwikkeling, duurzaam waterbeheer en ontmoeting.
De zone parallel aan het spoor wordt autovrij en verbijzonderd als ‘Veluwse groene loper’, zowel laag als hoog te beleven. Parklijn van nieuwe Stadspark minimaal 20 meter breed.
Station als mobiliteitsknoop met nieuwe busterminal, parkeergelegenheid en opties voor deelmobiliteit op een strategische zuidoost locatie.
Creëren van langzaamverkeersroute aan westzijde van het kanaal via nieuwe tunnel onder het spoor, aansluitend op het kanaalpark met een minimale oevermaat van 25 meter.
Oude linten herstellen en voetgangersbrug toevoegen tussen de ontwikkelgebieden Veldhuis en Kayersmolen-Noord.
Alle nieuwbouw nul op de meter; voor woningbouw een vereiste, voor bedrijven een streven.
Net als de Rijksoverheid streven we naar een aardgasvrije gebouwde omgeving in 2050 .
Zon op daken van woningen, bedrijven en overig vastgoed; aanvullend ook zonnepanelen op andere oppervlakten.
Iedere ruimtelijke ontwikkeling op gebied van wonen, werken en energie wordt natuurinclusief, klimaatadaptief en gaat gelijk op met ontwikkelen van het groen blauwe casco.
Stadsrand zuid
Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling
Het gebied ten zuiden van de A1 ontwikkelt zich tussen nu en twintig jaar tot een nieuw aantrekkelijk woon- en werkgebied; een nieuwe stadsrand van Apeldoorn. Landschappelijke kwaliteitsdragers zoals het kanaal, de beken en het Beekbergerwoud bepalen een nieuw robuust landschap, waar gewoond, gewerkt en gerecreëerd wordt. We maken hier verrassende combinaties van royaal wonen voor iedereen, duurzame werklocaties, energiewinning, landschapsontwikkeling met waterbuffers en nieuwe natuur.
Voor een optimale ontsluiting worden nieuwe werkgebieden dichtbij de A1/A50 ontwikkeld. De gebieden voor grootschalige energieopwekking zon en wind concentreren we nabij de A1 via een landschappelijke inpassing. We streven hier naar innovatieve woon- en werkgebieden. Daarnaast groeien de nabijgelegen dorpen ook. Ieder met een eigen kleur en karakter: Beekbergen, Lieren, Loenen en Klarenbeek. Centraal in dit gebied ligt het Beekbergerwoud als groene verbinding; een aantrekkelijk uitloopgebied voor de bewoners.
Deelgebieden
1. Royaal wonen tussen dorp en stad: groene eigentijdse woonmilieus in en aan het landschap.
2. Nieuwe werkgebieden: de Ecofactorij en nabijgelegen A1 zone zuid
3. Energielandschap: grootschalige energieopwekking nabij knooppunt Beekbergen
4. Dorpseigen groei: ontwikkeling van nieuwe woningen, werkgelegenheid en voorzieningen per dorp.
1. Royaal wonen tussen dorp en stad
Apeldoorn krijgt een nieuwe landschappelijke woonwijk waarin royaal wonen mogelijk is. Het duurzame Beekbergsebroek biedt ruimte voor 2.000 tot 3.000 woningen met verschillende woningtypologieën. Het woonmilieu heeft enkele verdichte gebieden, met name aan weerszijden van het kanaal. Het karakter van dit woongebied is aanvullend op nieuwe woongebieden in de bestaande stad. In de stad ligt het accent op een stedelijk woonmilieu. Hier zien we vooral een natuurlijke omgeving met een groene sfeer. Naast laagbouw is er rond het kanaal ruimte voor hogere dichtheden en beperkte stapeling. Gelet op de omvang is een eigen voorzieningencluster nodig, bijvoorbeeld voor zorg en diensten. Toch gaat de wijk ook gebruik maken van de voorzieningen van Apeldoorn en Beekbergen. De bestaande afslag A1 Apeldoorn zuid, de Polderweg en Kanaal-zuid bieden aantakkingsmogelijkheden voor de ontsluiting van het gebied. Een duurzame ontsluiting voor auto, fiets en voetganger wordt nader uitgewerkt.
Het kanaal, het Beekbergse beekdal en het Beekbergerwoud maken als landschappelijke kwaliteitsdragers deel uit van de gebiedsontwikkeling. Ze geven het gebied een bijzondere charme en bieden kansen voor het maken van een uitnodigende buitenruimte. De natuurontwikkelingszone, met bijvoorbeeld nieuwe aanleg van bos, sluit hier naadloos bij aan. Aan de oostzijde van de ecologische verbinding ligt het natste gedeelte van de polder. Het water dat hier door natuurlijke kwel ontstaat, kan langer vastgehouden worden in een retentieplas. Hierdoor ontstaat een duurzame waterbuffer voor de droogteperioden bij onze klimaatverandering. Deze buffer is prima inzetbaar voor sproeiwater voor de landbouw en kan op beperkte schaal een verrijking zijn voor het leefmilieu en bijzondere woonvormen als waterwonen. Hiermee werken we aan het doel om onze watervoorziening meer circulair te maken.
Kansen:
Rijke diversiteit aan woningtypes en prijsklassen. Hoofdzakelijk grondgebonden. Houtbouw van eigen of regionale bodem.
Bijzondere (eigen) woningprojecten faciliteren, collectief opdrachtgeverschap.
Kansrijk voor een kindvriendelijke, veilige woonbuurt. Een natuurinclusieve woonomgeving met minimale verharding en wellicht zwemwater aan de rand van de stad op hete zomerdagen.
Kansrijke bodemkwaliteit voor aanwenden van bodemenergie (warmte/koude opslag).
Aan weerszijden van het kanaal een (ondergeschikte economische) functiemix stimuleren, bijvoorbeeld atelierwoningen.
Voorzieningen van omliggende dorpen én het stedelijke gebied - winkels, scholen, sportclubs en gebedshuizen - worden versterkt door komst nieuwe inwoners.
Nieuwe mobiliteitsvormen, deelauto’s en elektrische laadpalen. Ook (nieuwe) OV verbinding via bestaande spoor onderzoeken.
Door de bufferfunctie van de wateropgave te verbinden aan nieuwe woonmilieus ontstaat een uniek waterrijk woongebied. Aanleiding voor een bijzondere biotoop, die de biodiversiteit vergroot en het woonmilieu versterkt

2. Nieuwe werkgebieden
We ontwikkelen twee nieuwe bedrijventerreinen, direct aangesloten op de hoofdinfrastructuur van Nederland: de A1. Beide terreinen hebben een profiel voor grootschalige logistiek en maakindustrie. De nieuwe bedrijventerreinen sluiten logisch aan bij Ecofactorij 1. Het gebied van Ecofactorij II is daarbij de eerste locatie die tot ontwikkeling komt. Ten zuiden van Ecofactorij en de A1 ligt een zoekgebied voor de tweede bedrijvenlocatie. In totaal gaat het ongeveer om 70 ha netto uitgeefbaar bedrijfsterrein. Midden in het tweede zoekgebied liggen twee beken die we versterken met natte natuur; de Groote Leigraaf en de Groote Wetering, aan de rand van Voorst. Deze kwaliteitsdragers zijn aantrekkelijke, ecologische routes in de gebiedsontwikkeling.
Kansen:
Het profiel van beide terreinen exclusief uitvergroten naar high tech vormgegeven grootschalige bedrijvigheid, met stevige uitwerking van klimaat en energie. Circulaire bouw, groene gevels en daken tegen hittestress.
Smartgrid en lokaal warmtenet met een energieopwekking door bedrijfsontwikkeling te koppelen aan naastgelegen energiepark.
Nabijgelegen aantrekkelijk uitloopgebied, ook voor werknemers.
Kansrijke bodemkwaliteit voor aanwenden van bodemenergie (warmte/koude opslag).
Inrichting openbaar gebied laten aansluiten bij het natuurlijke karakter van de ecologische verbindingszone en het landschappelijke karakter
3. Energielandschap
We bieden hier ruimte voor zonne-energie, in aansluiting bij lopende zonneveld initiatieven in dit gebied. Mogelijk in een combinatie met windenergie wanneer onderzoek uitwijst dat hier mogelijkheden voor zijn. We streven naar clustering van de grote energieopwekking, zodat er geen verrommeling ontstaat in het buitengebied. Door zonering in robuuste landschappelijke structuren ontstaat er een evenwichtig beeld. In dit landschap wordt een klimaatrobuuste verbinding mee ontwikkeld tussen de Groote Wetering, de Groote Leijgraaf en het Beekbergerwoud-oost.
Kansen:
Toegankelijk houden van het energiepark voor wandelaars, met wellicht hardlooproutes of MT- routes of een doorgaande route naar Klarenbeek.
Hoge natuurwaarden in het energiepark door bloemrijke randen, hagenstructuren en moeraszones.
Combineren met de wateropgave.
Tijdelijkheid van functies meenemen in de conceptinrichting en doorontwikkeling naar andere toekomstige functies
Kansen:
Versterken eigen karakter van de dorpen.
Functies combineren, zoals wonen en zorg, recreatie en verkoop lokale producten.
Vernieuwende geclusterde woonvormen, en samenleef-woonvormen die passen bij de dorpsidentiteit.
Experimentele zelfbouw.
Bouwen aan lokale zelfvoorzienende woongemeenschappen, energieneutraal via lokale coöperaties.
Ruimte voor initiatieven als Heerenboer, als voedselproducent voor nabijgelegen huishoudens.
Ruimte voor economische functies die passen bij de dorpen.


Vaste waarden
WONEN EN WERKEN
Tussen 2.000 en 3.000 woningen; waarvan meer dan de helft in de betaalbare sector (goedkoop en middenkoop) met een dichtheid tot 35 wo/ ha.
Aan kanaalzijde hogere dichtheid met accenten.
70 ha netto werkgebied binnen profiel ‘grootschalige logistiek en maakindustrie’.
Alle nieuwbouw zon op dak, woningen nul op meter.
Optimale bereikbaarheid voor fiets, auto en OV. Fijn- mazige aansluiting op wandel en fietsnetwerk.
Beekbergen voor auto en fiets verkeerskundig aansluiten op nieuwe ontwikkelingen.
Hoogwaardige stadsrand in beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing.
Ontwikkeling stad en dorpen blijven ruimtelijk helder gescheiden.
ENERGIE
Ruimte (tot 2030) voor circa 150 ha grootschalige, geclusterde energieopwekking met zon, bij voorkeur in combinatie met wind, geïntegreerd in een gebieds- visie. Verhouding opp. is 60% zonnepanelen / 40% landschap en natuur.
FYSIEK EN SOCIAAL
Kwaliteitsdragers Kanaal, Tullekensbeek en Beekbergsebeek in structuur versterken. De Grote Leijgraaf ontwikkelen en inpassen in de bedrijvenlocatie. In totaal wordt circa 75 ha natte natuur toegevoegd.
De Groene Mal als ecologische verbinding tussen de Maten en het Beekbergsewoud versterken, inclusief aanleg van circa 30 ha nieuwe natuur samen met Pro- vincie Gelderland.
Overgangsgebied tussen stedelijke ontwikkeling en beschermd natuurgebied.
Recreatieve netwerk ontwikkelen en laten aansluiten op bestaande stad en omliggende dorpen.
Ruimte reserveren voor waterbufferzone in het natste deel van de polder voor droogteperioden.
Voorzieningenniveau voor woonwijk van deze omvang.
Dorpseigen uitbreiding en ontwikkeling, DNA centraal en aansluiten op sociale/ maatschappelijke behoeften. Lokale, kleinschalig bedrijvigheid die past in het dorp
Iedere ruimtelijke ontwikkeling op gebied van wonen, werken en energie wordt natuurinclusief, klimaatadaptief en gaat gelijk op met ontwikkelen van het groenblauwe casco.
Stadsrand noord
Gebiedsprofiel Stadsrand noord

Duurzaam werklandschap
Het landschap aan de noordkant van Apeldoorn bestrijkt een ruim gebied; van het beschermde dorpsgezicht van Wenum Wiesel tot en met het agrarische land van Beemte Broekland ten oosten van de A50. Hier gaat de Veluwerand over in de IJsselvallei en wordt in noord-zuidelijke richting doorsneden door het Apeldoorns Kanaal. Gelet op de groei van Apeldoorn zal in dit gebied in de fase na 2030 sprake zijn van veranderingen. Dit gebied is een logische zoekzone voor nieuwe bedrijfslocaties, in goede ruimtelijke aansluiting op de bestaande werklocatie Stadshoudersmolen en Apeldoorn-Noord. Het dal van de Wenumse beek en de Papegaaibeek worden aangelegd als recreatieve kwaliteitsdragers van het landschap. Zo wordt er meer water vastgehouden en ontstaat er nieuwe natuur met bosareaal. In samenhang met de verbreding van de wetering de Grift ontstaat er een klimaatrobuuste groenstructuur.
Het dorp Wenum Wiesel en het buurtschap Beemte Broekland gaan zich beperkt en op dorpse wijze ontwikkelen, voornamelijk met nieuwe woningen. De Grift en het Apeldoorns Kanaal kenmerken de landschappelijke structuur, ook als begeleidende route tussen stad en buitengebied voor fietsers en wandelaars. Ook de verbinding met het Wolvenbos blijft behouden, als groene wig aan het kanaal. Dit wordt als park een nieuw uitloopgebied voor de aangrenzende toekomstige werkgebieden.
Al deze landschapsstructuren van beekdalen en hogere delen in oost-westelijke richting vormen de onderlegger voor de verstedelijkingsopgave. De lage delen gebruiken we voor het vasthouden van water in combinatie met natuur- en bosaanleg en het vergroten van de recreatieve waarde.
Ten oosten van de A50 zoeken we een groter gebied voor het aanleggen van een waterbuffer. Ook hier gaan we verdroging van de Veluwe tegen en zetten we een eerste stap naar het meer circulair maken van onze waterkringloop. Het grotere landschappelijke casco zorgt voor nieuwe waarden, in samenspel met de ontwikkelopgaven. Om onze klimaatambities te realiseren, maken we ruimte voor een energielandschap op twee locaties: ten oosten van de A50 en ten noordwesten van het kanaal. De aanleg van deze grootschalige opwekking gaat altijd gepaard met een landschappelijke opzet. Ten oosten van de A50 is een voorkeur voor combinatie met windenergie. Hier is verder onderzoek voor nodig. In dit gebied vindt grootschalige landbouw plaats. We zien hier integrale kansen voor verschillende opgaven: de transitie van de landbouw, de wateropgave met het vasthouden van water in retentieplassen, het versterken van landschappelijke structuren, en de noodzaak voor grootschalige duurzame energieopwekking. Bij voorkeur geclusterd en in de nabijheid van energie-infrastructuur. Dat maakt dat juist hier een zoekgebied voor duurzame energieopwekking is aangegeven. Daarom starten we met een gebiedsvisie waarbij de gemeente een actieve procesrol op zich neemt om te komen tot een goede landschappelijke inpassing van meerdere opgaven.
Deelgebieden
- a.
Toekomstig nieuw werkgebied Apeldoorn Noord: duurzame gemengde werklocatie
- b.
ontwikkeling van unieke kwaliteitsdragers in het Apeldoornse landschap Ontwikkeling Wenumse beekdal en Papegaaibeekdal:
- c.
de dorpen Wenum Wiesel en Beemte Broekland groeien met dorpskarakter Dorpseigen groei:
- d.
geclusterde grootschalige energieopwekking Energielandschap Beemte Broekland:
1. Toekomstig nieuw werkgebied Apeldoorn Noord
Om de verwachte groeiopgave voor nieuwe bedrijfslocaties op te vangen, zoeken we op termijn naar nieuwe uitleggebieden. We ontwikkelen eerst Ecofactorij II en maken Kieveen en Uddel af. Daarna is de noordzijde van de stad een logisch zoekgebied. Op termijn kijken we naar uitbreidingsruimte in aansluiting op het bestaande bedrijventerrein Stadhoudersmolen. We zien ook uitbreidingsruimte ten noorden van de Oost Veluweweg. Voor beide zones denken we aan een gemengd type bedrijventerrein. Deze zoekgebieden zullen na 2030 nodig zijn voor bijvoorbeeld het verplaatsen en/of uitbreiden van bedrijven binnen de stad. Daarnaast is er een ontwikkeling van de marktvraag naar nieuwe vestigingslocaties. We weten nu nog niet exact hoe groot deze vraag zal zijn. De groene ecologische verbinding tussen het Wolvenbos en het buitengebied en de ontwikkeling van de beekdalen zijn sturende voorwaarden bij de groei van de noordrand van de stad en de toekomstige ontwikkelingen.

Kansen:
Smartgrid en lokaal warmtenet met energieopwekking. Koppelkansen tussen bedrijven onderling en woonwijken, bijvoorbeeld voor waterzuivering.
Benutten van circulaire reststromen in de industriële keten, op het terrein en regionaal door het creëren van overruimte. Bodemenergie benutten (koude warmte opslag).
Flexibiliteit van grotere panden met meerdere gebruikers onderzoeken
Circulair bouwen, veranderbaar en modulair.
2. Ontwikkeling Wenumse beekdal en Papegaaibeekdal
De Wenumse beek en de Papegaaibeek worden verder ontwikkeld tot een klimaatrobuust beekdallandschap, in aansluiting op de Grift. De beekdalen worden verruimd, vernat en beleefbaar gemaakt. Er ontstaat een duurzame groenblauwe verbinding tussen Veluwe en IJselvallei. Hier gaan de wateropgave, natuurontwikkeling, versterking van biodiversiteit, bosontwikkeling, beleving van cultuurhistorie en recreatief gebruik hand in hand.
In het hele gebied ontstaan wandelmogelijkheden en een snelfietsroute versterkt de verbinding naar het centrum in noord-zuidelijke richting. Deze route maakt ook duurzaam woon-werkverkeer voor werknemers van toekomstige werklocaties mogelijk.
Kansen:
Thema ‘natte natuur’ inzetten bij de inrichting van nieuwe bedrijventerreinen, ruige natuur.
Waterbergingsopgave combineren met opgave beekdalen, multifunctioneel ruimtegebruik.
Dorpseigen groei
Met de groei van Apeldoorn ontstaan er nieuwe kansen voor onze dorpen om te groeien.
De woningvraag zal qua vestigingsplaatsen vertaald worden naar het aantrekkelijke
dorpsmilieu. Dus ook in Wenum Wiesel en het buurtschap Beemte Broekland maken we ruimte
voor dorpseigen groei. Bijvoorbeeld wanneer er agrarische bebouwing vrijkomt of als
kleinschalige initiatieven ontstaan, geïnspireerd op de recepten uit het Kookboek
voor de dorpen.
Kansen:
Functies combineren, zoals wonen, zorg, recreatie, verkoop lokale producten.
Geclusterd wonen en nieuwe samenleefvormen die passen bij de dorpsidentiteit.
Experimentele zelfbouw.
Bouwen aan lokale zelfvoorzienende woongemeenschappen, energieneutraal via lokale coöperaties.




4. Energielandschappen Beemte Broekland
Om onze klimaatambities te realiseren, maken we ruimte voor een energielandschap op twee locaties: ten oosten van de A50 en ten noordwesten van het kanaal. De aanleg van deze grootschalige opwekking gaat altijd gepaard met een landschappelijke opzet. Ten oosten van de A50 is een voorkeur voor combinatie met windenergie. Hier is verder onderzoek voor nodig. We zien hier integrale kansen voor verschillende opgaven: de transitie van de landbouw, de wateropgave met het vasthouden van oppervlaktewater, versterking van landschappelijke structuren en de grootschalige opwekking van duurzame energie. we starten met een pilot samen met betrokkenen om een gebiedsvisie op te stellen waarbij we onderzoeken hoe de energieopwekking op een goede wijze kan worden ingepast, waarbij wij een actieve procesrol nemen als gemeente.
De klimaatrobuuste Nieuwe Wetering en de Grift worden als kwaliteitsdrager mee ontwikkeld; voor recreatie, waterberging en vergroting van de biodiversiteit. Denk hierbij aan een natuurvriendelijke oever, stapstenen en fijne fiets- en wandelpaden.
Kansen:
Toegankelijkheid van zonneparken, doorgaanbaarheid mogelijk maken.
Combineren met nieuwe fiets- en wandelroutes
Koppeling opbrengst met ontwikkeling bedrijfslocaties.
Hoge natuurwaarden in energiepark door bloemrijke randen, hagenstructuren en moeraszones.
Tijdelijkheid zonneparken meenemen in conceptinrichting en doorontwikkeling naar toekomstige functies, eventueel te combineren met dubbelgebruik zoals wateropslag.
Vaste waarden
WERKEN EN WONEN
Profiel is gemengd, zonder grootschalige detailhandel.
Alle nieuwbouw zon op dak, woningen nul op de meter, ‘plus-energie’ als extra kans.
Natuurinclusief, klimaat adaptief ontwikkelen
Bereikbaarheid auto, fietser én openbaar vervoer plus aansluiting wandelnetwerk.
Hoogwaardige stadsrand in beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing.
Ontwikkeling dorpen en stad blijven ruimtelijk helder gescheiden.
ENERGIE
Op twee locaties geclusterde, grootschalige energieopwekking, zorgvuldig te integreren in een gebiedsvisie. Uitgangspunt is voor 2030 in totaal circa 100 ha. De verhouding oppervlakte is 60% zonnepanelen / 40% landschap en natuur.
Voor de oostelijke locatie is een voorkeur voor combinatie met windenergie. Voor de haalbaarheid van windenergie is verder onderzoek.
FYSIEK EN SOCIAAL
Versterken en ontwikkelen van Wenumsebeekdal met circa 30 ha natte natuur en Papegaaibeekdal met circa 20 ha nat bos. Versterken van de Nieuwe Wetering en de Grift. Ontwikkelen van bufferzone / waterreservoir ten oosten van de A50.
Versterken van biodiversiteit en herstellen van verbinding tussen Veluwe en IJsselvallei.
Wolvenbos blijft als onderdeel Groene Mal een groene vinger tussen stad en buitengebied.
Bij ontwikkeling van bedrijventerreinen staat economisch maatschappelijke meerwaarde voorop, bijvoorbeeld door lokale bedrijven te herhuisvesten.
Dorpseigen ontwikkeling: DNA centraal, aansluiten op sociale/ maatschappelijke behoeften, ruimte voor lokale kleinschalige bedrijvigheid.
Iedere ruimtelijke ontwikkeling op gebied van wonen, werken en energie wordt natuurinclusief, klimaatadaptief en gaat gelijk op met ontwikkelen van het groen blauwe casco.
Uddel
Economie koppelen aan herstel natuur en landschap
Het dorp Uddel heeft een levendige gemeenschap met een diverse lokale economie. We zien hier straks functieveranderingen, recreatie initiatieven en gewenste dorpsuitbreidingen. De agrarische omgeving vormt een belangrijke opgave binnen het landelijke stikstofdossier. De neerslag in deze zone midden op de Veluwe is groot. Natuurwaarden en kwaliteiten staan onder druk. Alle opgaven in dit focusgebied maken dat we een integrale benadering nodig hebben. Zo kunnen we de verschillende opgaven laten samenvallen en elkaar laten versterken. Daarom maken we in de Omgevingsvisie voor Uddel een gebiedsprofiel. Hierin leggen we vast welke vaste waarden en ambities we voor het toekomstige Uddel voor ogen hebben. Dit inspiratiekader is het vertrekpunt voor de gebiedsvisie die we samen met alle betrokkenen in dit gebied gaan opstellen.
Karakter
Eeuwenlang was Uddel een geïsoleerde agrarische enclave. Het dorp vormde het hart van een uitgestrekt gebied met kampen, weidegronden, heide, bos, beken en vennen. Pas na de ontginning van de noordwestelijk gelegen natte heidegronden in de negentiende en vroeg twintigste eeuw groeide het dorp geleidelijk uit tot de huidige kern. De aanwezige oude heidepaden werden als ontginningsassen opgepakt. Hierlangs ontstond een steeds dichter patroon van particulier ontwikkelde lintbebouwing met een kern rondom het kruispunt van de Elspeterweg/Aardhuisweg. Na de Tweede Wereldoorlog groeide Uddel fors uit. Naast particuliere uitbreidingen binnen de lintstructuur kwamen er ook planmatige uitbreidingen. De landbouwspecialisatie, mechanisatie en schaalvergroting hebben behoorlijk invloed gehad. In en rond het dorp ontstond veel aan landbouw gerelateerde bedrijvigheid: loonwerkbedrijven, veevoederproducenten en slachterijen. De huidige grote bedrijven en de intensieve veeteelt met grote schuren bepalen het beeld van Uddel als modern landbouwdorp.
Op zoek naar mogelijkheden
Voor een integrale gebiedsvisie gaan we samen met bewoners en lokale stakeholders op zoek naar mogelijkheden en kansen om vooral de intensieve veeteeltbedrijven te transformeren naar andere economische functies of eventueel te verplaatsen. Hierdoor wordt de stikstofbelasting op de Veluwe minder en ontstaat tegelijkertijd ruimte voor andere belangrijke opgaven in dit gebied, zoals het versterken van de strategische Veluwse drinkwatervoorraden, het tegengaan van de bodemverdroging en het toevoegen van nieuwe natuur. Het economisch perspectief van de dynamische gemeenschap van Uddel is daarbij een basisvoorwaarde. Dus het betekent ook ruimte bieden aan nieuwe bedrijfsfuncties, nieuwe woningbouw, recreatie, zorg en activiteiten in het buitengebied.

Deelgebieden
- a.
De beekdalen en de hogere delen
- b.
Westrand van het dorp Uddel
- c.
Uitbreiding bedrijventerrein noordoost
1. De beekdalen en de hogere delen
Op dit moment zijn er in het buitengebied van Uddel veel intensive veehouderijen. De bodem met zijn beekdalen en hogere delen wordt nu nog belast met de uitstoot van deze bedrijven. Door in de toekomst te streven naar het clusteren van de intensieve veeteelt én ze tegelijkertijd te innoveren en te verduurzamen, ontstaat winst op meerdere gebieden. Dat kan door te streven naar bundeling, wanneer bedrijfsbeëindiging of verplaatsing aan de orde is. Bij voorkeur kunnen op de hogere delen (nieuwe) concentraties ontstaan van duurzame agrarische bedrijven. Hierbij kunnen we aansluiten bij landelijke voorbeelden van hoogwaardige duurzame agrarische bedrijven, die vooroplopen in de ‘biobased economy’. Door clustering komen de delen rond de Staverdense beek vrij en is er ruimte voor vernatting, zodat er meer water vastgehouden wordt. Zo wordt het gevoelige Staverdense beekdal ontlast en kan de natuur en het watersysteem hersteld worden.
2. Westrand van het dorp Uddel
We geven graag de ruimte aan economische ontwikkeling in een dynamisch dorp als Uddel. Aan de oostzijde van het dorp is dit landschappelijk en ecologisch bezien moeilijker. Er is vooral ontwikkeling mogelijk aan de westzijde van Uddel, op plekken die omzoomd worden door nieuw landschap en passen bij de structuur van dit landschappelijk casco. Te denken valt aan woningbouw, maar ook aan zorg en recreatie. Het dorp kan gaan groeien met nieuwe woningen aan deze zijde. Ruimte voor zelfbouw, woningen voor starters en ook zorgwoningen of twee- generaties-onder-1-dakwoningen. Kleinschalige lokale energieopwekking kan ook een plek in het casco krijgen. In de gebiedsvisie die we samen met partners en stakeholders gaan opstellen, stellen we prioriteiten vast voor de gewenste ontwikkelruimte. Uiteraard geldt voor nieuwe woningbouw dat deze duurzaam is, met nul op de meter.
3. Uitbreiding bedrijventerrein noordoost
Het reguliere bedrijventerrein van Uddel aan de noordoostzijde kan mogelijk nog verder vergroot worden. Hierdoor ontstaat uitplaatsingsruimte voor bedrijven die nu nog in het gevoelige beekdalenlandschap liggen. Ook nieuw te vestigen bedrijven kunnen hier wellicht een plek krijgen. Het is belangrijk voor Uddel om een goed economisch perspectief te behouden.




Kansen economie:
Vergroten van economische vitaliteit door uitbreiding en verbreding van bedrijfsmogelijkheden.
Meer dag- en verblijfsrecreatie en andere toeristische producten.
Gebiedseigen dorpsuitbreidingen, zorg en recreatie in een landschappelijk casco aan de westelijke dorpsrand van Uddel.
Kleinschalige lokale energieopwekking.
Kansen agrarische sector:
Aansluiten op duurzame en innovatieve bedrijfsvormen.
Optimaal benutten van reststromen van intensieve landbouw; biobased economy.
Kleinschalige vormen van natuurinclusieve landbouw, zoals Heerenboeren.
Combineren van agrarisch bedrijf met bijvoorbeeld recreatie.
Kansen natuur:
Vergroten van de strategische Veluwse drinkwatervoorraad door vernatting en aanleg van nieuwe natte natuur.
Herstel van het natuurlijk systeem, vermindering stikstofneerslag, toename van biodiversiteit en kansen voor nieuwe bosaanleg.
Kansen woningbouw:
Vaste waarden
ALGEMEEN
Gezamenlijk op te stellen gebiedsuitwerking als nieuw kader
Iedere ruimtelijke ontwikkeling op gebied van wonen, werken en energie wordt natuurinclusief, klimaatadaptief en gaat gelijk op met ontwikkelen van het groen blauwe casco.
Realiseren van stikstofreductie (als onderdeel van de gemeentebrede stikstofstrategie).
Overgangsgebied tussen stedelijke ontwikkeling en beschermd natuurgebied.
WONEN EN WERKEN
Ruimte voor groei van het dorp met 100 tot 250 woningen
Extra uitbreiding regulier bedrijfsterrein ten noorden van het dorp
Transformatie van intensieve veeteelt tot duurzame clusters op hogere delen
Nieuwe economische functies met name aan de westzijde, zoals woningbouw, zorgvoorzieningen, lokale energieopwekking en recreatie
Alle nieuwbouw zon op dak, woningen nul op de meter
FYSIEK EN SOCIAAL
Nieuwe initiatieven
Wanneer de Omgevingsvisie is vastgesteld, zijn onze planologische regels daar niet meteen op aangepast. Wel geeft deze visie al andere perspectieven en ambities aan. Als er straks nieuwe plannen gemaakt worden door initiatiefnemers dan is het mooi als indieners kunnen voorsorteren op de opgaven van de toekomst. Om af te kunnen wijken van de huidige regels, is het wel nodig dat plannen passen bij de ontwikkelrichting van de Omgevingsvisie. We geven nu vast mee hoe we de kansrijkheid gaan wegen.

We nodigen u uit
Wat wij graag willen is iedereen uitnodigen om met initiatieven te komen die bijdragen aan onze aantrekkelijk gemeente. In de weging van een nieuw initiatief willen we navolgbare en eenduidigere criteria meegeven. Zo werken we allemaal samen aan ontwikkelingen in de geest van de Omgevingswet.
Wat we bereiken met een afwegingsinstrument?
Afwegingsmatrix
Afwegingsmatrix
Wanneer wij een initiatief wegen, onderscheiden we de vier belangrijkste opgaven uit de visie:
- a.
Stadmaken
- b.
Vitale dorpen en vitaal buitengebied
- c.
Fysiek fundament uitbouwen
- d.
Sociaal fundament versterken
We plaatsen deze vier opgaven in een soort afwegingsmatrix waarbij we per ‘kolom’ de impact van het nieuwe plan gaan bekijken. Het idee is dat ieder initiatief een gemiddelde scoort op meerdere doelen (het Nieuwe Apeldoornse Peil: het NAP). De afwegingsmatrix van een nieuw plan kan er bijvoorbeeld zo uitzien:

Naast inhoudelijke criteria nemen we ook een kolom op voor onze rolneming (lees hierover meer op p. 115). Daarmee leggen we een verbinding met het nieuwe grondbeleid, waarin de gemeente situationeel grondbeleid inzet. Per situatie wordt gekeken of een meer actieve of passieve rol passend is. Met deze afwegingsmatrix geven we invulling aan de niveaus van beoordeling, van minimum naar maximum. Soms is er sprake van een wettelijke ondergrens, bijvoorbeeld voor duurzaamheidseisen bij de bouw. Het voert voor nu te ver om alle ambities meetbaar en concreet te maken. We werken de matrix nog verder uit, zodat we direct na de vaststelling van de Omgevingsvisie in gesprek kunnen gaan met initiatiefnemers. Zo geven we richting aan initiatieven vanuit het perspectief van onze ambities.
Intermezzo Bomen
Bomen bepalen de skyline van Apeldoorn. Ze vormen al van oudsher het houten frame van onze groene identiteit. Een frame dat leeft, ademt en tegelijkertijd historie in zich draagt: Apeldoorn kent duizenden bomen die gemakkelijk de 100 jaar aan- tikken.

We zijn trots en zuinig op onze bomen, zowel op de oude kanjers als op nieuwe aanplant. Apeldoorn houdt haar totale bomenbestand toekomstbesten- dig door steeds nieuwe bomen aan te planten, door goed te zorgen voor de bestaande bomen en deze te beschermen. Zo kunnen ze uitgroeien tot volwassen exemplaren die krachtig in het leven staan.

Dat doen we niet alleen omdat ze onze stad, dorpen en buitengebied zo mooi maken. Bomen leveren ook een essentiële bijdrage aan het behalen van klimaat- doelen: ze slaan CO2 op en zorgen voor koeling in stenige gebieden. Onder een boom kan het op een hete zomerdag wel 15 graden koeler zijn, toch een stuk aangenamer en gezonder. Minstens even waar- devol is de ecologische betekenis. Een boom kan op zichzelf het leefgebied zijn van honderden andere soorten: een ecologische oase. Bomenlanen func- tioneren vaak als een verbindingsroute voor vogels en vleermuizen. Niet alleen dieren profiteren van de begeleidende functie die bomen vervullen: ook langs wegen en paden bieden bomen onszelf structuur, geleiding en beschutting.
Het totaal aan bomen zorgt voor de kracht van dit levende frame van hout. Daarbij geldt: hoe beter de groeiplaats, hoe groter de boom en hoe meer kroon- volume. Dat heeft weer een groter positief effect op het klimaat, de biodiversiteit en de ruimtelijke kwaliteit.
Omzien naar bomen en daar levenslang voor zorgen ... dat doen we samen. Zodat Apeldoorn over 100 jaar nog steeds de titel ‘European City of Trees’ verdient.
H8 De uitvoering

Alle ontwikkelopgaven uit de voorgaande hoofdstukken zijn tamelijk abstract geformuleerd en de doorlooptijd is lang. Ook zijn er veel partijen bij betrokken, dus hoe en wat we precies gaan uitvoeren is nu nog niet te duiden. We willen als gemeente een bepaalde kant op en daarvoor biedt de Omgevingsvisie ons allemaal een perspectief. Het is een richting waarmee we anderen willen inspireren om bij te dragen en mee te bouwen. Eigenlijk is de Omgevingsvisie vooral te zien als een uitnodiging. Wij willen - samen met iedereen die wil meedenken en bijdragen - ontwikkelingen mogelijk maken die passen bij de uitgezette koers.
Kader voor ontwikkeling
Met deze visie zetten we als gemeente een stip op de horizon waar we naar toe willen in onze ruimtelijke ontwikkeling. Maar met deze visie zelf kunnen we nog niet direct plannen gaan uitvoeren: de Omgevingsvisie geeft geen bouwtitel zogezegd. Daarvoor is veel meer uitwerking en vervolgstudie nodig. Die vervolgstudie bestaat onder andere uit de onderzoeksagenda over diverse milieuaspecten, zoals in 6.2 beschreven. Wel is het zo dat de visie kaderstellend is voor onszelf, als gemeente. Dat betekent dat bij de uitwerking in bijvoorbeeld ontwikkelvisies, programma’s en projecten, de Omgevingsvisie het kader vormt. Concreet houdt dit in, dat we bijvoorbeeld voor onze binnenstedelijke groei vervolgplannen moeten gaan maken. Zoals een uitvoeringsstrategie, gevolgd door gebiedsvisies. Bin- nen deze gebiedsvisies zullen de projecten uitgewerkt worden naar definitieve ontwerpen, voor de openbare ruimte en voor de architectuur. Waarbij de laatste stap het verkrijgen van een omgevingsvergunning is. Bij iedere stap komt participatie van betrokkenen aan bod. Voor gebieden waar we als gemeente niet actief zelf mee aan de gang gaan, zullen ook nieuwe ruimtelijke plannen ontwikkeld worden door anderen. Deze plan- nen moeten ook passen bij de ambities van deze visie. We hebben hier meer over gezegd in H7, over de wijze van wegen door middel van een afwegingsmatrix. Ook maken we hierbij een koppeling met de vitaliteitsplan- nen en gebiedsvisies (zoals van Uddel) om de prioriteiten gezamenlijk te bepalen.
Gereedschap bij de uitvoering
Deze Omgevingsvisie schetst de toekomstige ontwikkeling van Apeldoorn, met een doorkijk tot 2040. We verwachten in deze periode een verdere groei van de stad. Deze groei benutten we om onze ambities dichterbij te brengen en om onze huidige kwalitei- ten te versterken. Hiervoor hebben we vier ontwikkelopgaven benoemd: Stadmaken - Vitale dorpen & buitengebied - Fysiek fundament uitbouwen - Sociaal fundament versterken.
Hoe en wat we precies gaan uitvoeren is nu nog niet te duiden. De ontwikkelopgaven zijn abstract geformuleerd en de doorlooptijd is lang. Ook zijn er veel partijen bij betrokken, waarbij de benodigde investeringen onvoldoende in beeld zijn. Wel is helder waar onze focus ligt de komende jaren en wat onze ambities zijn. Zijn we straks een eind onderweg, dan weten we steeds beter hoe we hiermee aan de slag kunnen en welke rol we voor onszelf en voor anderen zien. Alles wat we willen en kunnen inzetten noemen we daarom: gereedschap bij de uitvoering.
Laten we het samen doen
We willen als gemeente met Apeldoorn een bepaalde kant op en daarvoor is de Omgevingsvisie ons hande- lingsperspectief. Tegelijkertijd hopen we dat we ande- ren inspireren en motiveren om bij te dragen en mee te bouwen aan ons plan. We zijn als gemeente name- lijk een van de vele spelers en kunnen dit niet alleen. Dat maakt dat we in de uitvoering verschillende rollen voor onszelf zien. Soms zijn we faciliterend en helpen we de ander met het realiseren van een initiatief. Een andere keer zijn we regisserend en sturen we actief op een opgave. Er zijn ook plannen waarbij wij het voor-touw nemen en proberen zelf iets in gang te zetten. Ook speelt mee hoe wij met ons grondbeleid omgaan, welk instrumentarium hiervoor beschikbaar is en wat dit betekent voor het kostenverhaal, zie p. 114.
Eigenlijk is de Omgevingsvisie vooral te zien als een uitnodiging. Wij willen - samen met iedereen die wil meedenken en bijdragen - ontwikkelingen mogelijk maken die passen bij de uitgezette koers. Dit vraagt openheid en transparantie van ons; dat we helder communiceren over nieuwe initiatieven. En dat wij tijdig onze inwoners, bedrijven en instellingen betrekken bij onze plannen. Andersom vragen wij ook betrokkenheid van initiatiefnemers.
Aanpak gebiedsprofielen
Voor zes gebieden hebben we een gebiedsprofiel opgesteld. Hier ligt de komende jaren onze hoogste prioriteit. Het gaat om de binnenstad, spoorzone cen- trum, kanaalzone centrum, de zuidelijke stadsrand, de noordelijke stadsrand en het gebied bij Uddel. In deze gebieden liggen de belangrijkste opgaven als het gaat om woningbouw, bedrijvigheid, mobiliteit, energie- transitie, landbouw, klimaat, water en natuur.
We kiezen in deze gebieden voor een programmatische aanpak. Hier hebben wij een regisserende rol, met als doel integrale gebiedsontwikkelingen op gang te krijgen. Per gebied is de opgave, de precieze aanpak en de doorlooptijd anders. Wel gaat het altijd om meervoudige opgaven, die een transformatie vragen die niet vanzelf tot stand komt. Daarom richten we ons in deze gebieden op de inzet van onze eigen capaciteit en publieke middelen. Tussen de gebieden zit ook samenhang, bijvoorbeeld wanneer transformatie van bedrijvigheid naar wonen in het ene gebied voor een ander gebied juist betekent dat er nieuwe ruimte nodig is voor economische functies.
De aanpak van de gebiedsprofielen gaan we verder uitwerken. Als vervolg op de Omgevingsvisie komen er verschillende gebiedsvisies en een ontwikkelstrate- gie voor de verstedelijkingsopgave.
Aantrekkelijk Apeldoorn en kwaliteitssturing
Een woest aantrekkelijk Apeldoorn: dat is wat we willen zijn. Hier gaan we aan bouwen de komende jaren, met aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit van de stad, ons buitengebied en de dorpen. De raad heeft zich al uitgesproken welke gebieden in de gemeente de meeste aandacht verdienen. Dat is in de Notitie Omgevingskwaliteit bepaald, zie ook p. 56. Kwaliteitssturing betekent ook dat we gaan kijken hoe we vernieuwende architectuur in de gemeente kunnen stimuleren. Kortom: aandacht voor een goed architectuurbeleid. Dat hangt samen met eigen opdrachtgeverschap voor gemeentelijke gebouwen, bijvoorbeeld voor onderwijs en sport. Trekken we het breder, dan gaat het ook om een bloeiend architectuurklimaat. Ook dit gaan we bij de uitvoering van de Omgevingsvisie verder uitwerken.
Programmering en actualisering
Wanneer we kijken naar 2040 maken we een inschatting van het benodigde programma voor wonen, werken, energie, etc. Deze programma’s hebben een plek gekregen in de Omgevingsvisie, maar zijn de komende jaren uiteraard aan verandering en nieuwe inzichten onderhevig. We monitoren dit voortdurend; kwantitatief en kwalitatief. En als het nodig is, gaan we programma’s actualiseren.
Voor de woningbouwopgave is het Woningbouw-programma 2020-2040 leidend. Op basis van actuele behoefteramingen, prognoses en marktinzichten volgen we de vraag. De woningbouw-projecten die we in uitvoering of in voorbereiding hebben, sturen we zo nodig bij. Dit stemmen we ook regionaal af met onze partners in de Cleantech Regio en de provincie. Voor de programmering van onze bedrijventerreinen werken we ook nauw samen met de Cleantech Regio en de provincie. De A1 als regionale corridor en aanvoerroute voor met name grootschalige logistieke bedrijven is regionaal bepaald en overeengekomen. Ook hier houden wij de behoefte de komende jaren in de gaten, om zo verdere groei van nieuwe terreinen te onderbouwen.
Via het programma ‘Vitale vakantieparken’ werken we aan kwaliteitsverbetering van de parken (zie ook 5.1, onder Recreatie). Het totale programma zien we als een ruimtelijke ontwikkeling in de zin van de Wet ruimtelijke ordening. Daardoor is het mogelijk om bij de pilot Wonen van dit programma, een financiële bij- drage te vragen aan de initiatiefnemers die ten goede komt aan het programma. Zo ontstaat een toekomst- bestendige oplossing voor de parken die meedoen aan de pilot en met de gelden kan worden geïnvesteerd in de kwaliteitsverbetering van de hele sector.

Woningbouwprogramma 2020-2040
De grootschalige opwekking van duurzame energie wordt in een regionale energiestrategie - de RES - uitgewerkt richting een aanbod voor het landelijke klimaatakkoord. De programma’s die in deze Omgevingsvisie zijn opgenomen hangen direct samen met regionale afspraken.

Groenblauwe casco
Iedereen bouwt mee aan het groenblauwe casco van Apeldoorn. In de spoorzone, kanaalzone en binnen- stad hanteren we hiervoor de parknorm. Ook buiten deze gebieden vragen wij aan initiatiefnemers om actief mee te bouwen of we vragen om een stevige landschapsontwikkeling, bijvoorbeeld bij de zonnevel- den. In het kostenverhaal bij private ontwikkelingen maken we afspraken over fysieke of financiële bijdragen. Daarnaast wordt de Groene Mal - groen, water en recreatie - actief mee ontwikkeld bij de realisatie van wonen, werken en energie. Dit als integraal onderdeel van de grondexploitaties. Als laatste zijn er wettelijke uitgangspunten voor natuur-compensatie en verevening van natuurwaarden. Dit speelt wanneer onderdelen van de Groene Mal of andere belangrijke ruimtelijke natuurwaarden niet behouden kunnen worden.
Bereikbaarheid en mobiliteit
In de gebiedsprofielen worden opgaven benoemd voor nieuwe mobiliteitsconcepten, in aansluiting op stedelijke ontsluitingsstructuren. Deze aanpassingen aan de bestaande systemen zijn nodig om de nieuwe ontwikkelingen binnen de bestaande stad goed te laten functioneren. Daar waar het gaat om parkeercon-cepten en deelmobiliteit vragen wij actief aan ontwikkelpartners om deze (mee) te ontwikkelen. Buiten de stad vragen ontwikkelingen ook om goede aansluitin- gen. Deze gebieden worden straks verbonden aan de bestaande stad. Daarom worden de opgaven integraal onderdeel van nieuwe gebiedsontwikkelingen.
Fasering
In de zes gebieden kan niet alles tegelijk gebeuren; we moeten slim faseren. Versnelling van de woning- bouwontwikkeling in de spoorzone, kanaalzone en binnenstad heeft nu prioriteit. Tegelijkertijd willen we ervoor zorgen dat het aanbod van het net zo gewens- te programma in de stedelijke uitleg en de dorpen niet opdroogt en stilvalt. Dit vraagt nu ook actie, in de zin van planologische voorbereiding, want we willen straks dit type woonmilieu kunnen blijven aanbieden. Hetzelfde geldt voor werken. Ecofactorij II willen we zo snel mogelijk uitgeefbaar hebben, maar het vervolg hierop vraagt nu al actie. De voorbereidingstijd van gebiedsontwikkelingen wordt namelijk steeds langer door toenemende complexiteit en tegengestelde belangen. Slim faseren wil dus zeggen dat we het ene uitvoeren, terwijl we het andere alvast in voorbereiding nemen.
Grondstrategie en kostenverhaal
We hebben als gemeente meerdere grondbeleids-instrumenten, die ons helpen bij gebiedsontwikkeling. Er zijn meerdere smaken. Zelf gronden aankopen, samenwerking met eigenaren opzoeken of eigenaren verleiden om zelf een gewenste ruimtelijke ontwikkeling ter hand te nemen. Als een grondeigenaar de gemeente vraagt om de bestemming van zijn grond te wijzigen, dan mag de gemeente haar medewerking afhankelijk stellen van de mate waarin deze eigenaar bereid is een bijdrage te leveren aan de kosten voor ruimtelijke ontwikkelingen die genoemd zijn in deze Omgevingsvisie (artikel 6.24, lid 1, sub a WRO). De Omgevingswet biedt een vergelijkbare mogelijkheid. De financiële bijdrage wordt vastgelegd in een anterieur contract.
Hierin is een actieve en een reactieve regierol te onderscheiden. Bij actieve regie stuurt de gemeente vooraf op inhoud en richting, door proactief een visie te vormen en partijen uit te nodigen. Bij reactieve regie kiest de gemeente voor een toetsende rol en be- oordeelt dan de plannen van anderen. Actief grondbeleid, dus zelf kopen of in bezit zijn van de grond, is niet altijd nodig. Actief kan hier ook betekenen: helpen om iets mogelijk te maken, soms door een financiële bijdrage. Toch sluiten we beide regierollen niet uit. Het is nooit een doel op zich, meer een middel om andere publieke beleidsdoelen te bereiken.
Zie afbeelding rechts met de regierollen.
In de Nota Grondbeleid wordt de gereedschapskist voor het grondbeleid uitgewerkt. Ons uitgangspunt is ‘situationeel grondbeleid’, waarin we per situatie kijken wat het meest doeltreffend is. Met ons afwegingskader maken we bij verdere uitwerking van gebiedsprofielen telkens de keuze wat we voor welke ontwikkeling inzetten. Die rolkeuze hangt af van urgentie, potentie en eigendomssituatie. In de gebieden met een hoge ontwikkelurgentie zal eerder of vaker een actieve regie aan de orde zijn.

Binnen sommige projecten kan de gemeente een bijdrage opleggen aan ontwikkelaars als het gaat om algemene maatschappelijke doelen. Zij hebben er ook profijt van dat er bijvoorbeeld riolering, parkeerplaatsen of pleinen komen. Deze publieke doelen realiseren we dus met een kostenverhaal voor voorzieningen van openbaar nut. Dit als mogelijkheid naast het reguliere kostenverhaal van onze eigen kosten die wij als gemeente maken. Het instrument kostenverhaal blijven we inzetten om de doelen uit de Omgevingsvisie te realiseren.
Financiering en investeringsstrategie
Het realiseren van ambities uit de Omgevingsvisie vraagt om private en publieke investeringen. Bijvoorbeeld voor de openbare ruimte en de infrastructuur en om de gewenste doelen voor programma’s als groen en mobiliteit te bereiken. Soms kunnen private ontwikkelingen de kosten niet zelf dragen. Dan kan er gekeken worden naar de inzet van publieke middelen.
Op dit moment hebben we de omvang daarvan nog niet in beeld. Daarom werken we aan een investeringsstrategie. We willen ambities niet alleen opschrij- ven; we willen ze ook realiseren. Investeringsmiddelen zijn ook nodig om cofinanciering van hogere overheden voor elkaar te krijgen. We investeren dus zelf en hebben het vertrouwen dat ook anderen willen bijdragen. We staan in Nederland tenslotte met z’n allen voor deze grote opgaven.
Lobby
Onze ambities verbinden wij graag met de ambities van andere partijen. We zien lobby als een instrument om elkaar te versterken. Hiervoor gebruiken we onze bestaande netwerken en gaan we actief op zoek naar nieuwe netwerken die een bijdrage kunnen leveren. In onze lobbyagenda krijgen de prioriteiten van de Omgevingsvisie een belangrijke plek.
Intermezzo cultuur
Cultuur - groeien, bloeien en verbinden
Apeldoorn, de stad die voelt als een dorp. Het dorp dat alles heeft dat past bij een stad. Omringd door de prachtige Veluwe en gevoed door een rijke historie met koninklijke allure. Soms heel zichtbaar, vaak ook niet. Omdat het verscholen ligt in de grond, verstopt ligt in het landschap of schuilgaat in verhalen die vragen om verteld te worden. Apeldoorn, met een theater van formaat, musea, orkesten, een poppodium, een bioscoop en een rijk verenigingsleven. Dat zijn de plekken waar we samen komen, die zorgen voor plezier en inspiratie.

Cultuur en erfgoed brengen kleur en levendigheid. Ze maken Apeldoorn tot een fijne plek om te wonen en te zijn. Ze dragen bij aan onze identiteit, aan datgene wat Apeldoorn bijzonder maakt … in stad, dorp en buitengebied. Dat willen we zien en beleven. Daarom kan iedereen meedoen, meedenken en meegenieten. Ongeacht leeftijd, culturele achtergrond, inkomen of beperking. Hoe? Door een divers cultureel aanbod, binnen en buiten, met laagdrempelige lokale evenementen en ruimte voor professional en amateur. Door inwoners te betrekken bij de keuze van nieuwe kunstwerken, door educatie. Geef je mensen ruimte om creatief te ontwikkelen, dan gaan talenten groeien en bloeien. Dat kan zijn in taal, muziek, kunst of kennis. In dans, toneel of street art.
Bij cultuur hoort ook experiment en beleving. In een groeiende gezinsstad ontstaat
er automatisch meer behoefte aan deelname aan het culturele leven. Daarom gaat het
vergroten van onze stadskwaliteiten hand in hand met het meegroeien van onze culturele
infrastructuur. We koesteren en beschermen onze kwaliteiten en tegelijkertijd zoeken
we nieuwe kunst-vormen, gaan we samenwerkingen aan en ontwikkelen we grensverleggend
aanbod. Juist in de onontgonnen gebieden, de rafelranden van de stad, kan cultuur
bijdragen aan stadsvernieuwing en ontmoeting.
‘’Kunst verhoogt de kwaliteit van de leefbaarheid van de stad.’’
wethouder cultuur Detlev Cziesso

Bronnenlijst
Deze Omgevingsvisie is samengesteld door:
Op verschillende pagina’s staan linkjes naar informatie en beleidsstukken die zijn geraadpleegd tijdens het schrijven van deze Omgevingsvisie. Al deze linkjes verwijzen naar dezelfde pagina op de website van de gemeente Apeldoorn. Daar staan alle linkjes overzichtelijk op een rij met daarbij de stukken waar ze naar verwijzen. U kunt dus vanaf die pagina alle informatie vinden die te maken heeft met of als basis heeft gediend voor de Omgevingsvisie.
www.apeldoorn.nl/omgevingsvisie-bronnenlijst
FOTOGRAFIE
In de loop der tijd zijn voor de gemeente Apeldoorn talloze foto’s gemaakt door verschillende fotografen.
De meeste foto’s in deze Omgevingsvisie komen uit ons archief en zijn lang niet altijd voorzien van de auteur. Daarom bedanken wij iedereen via deze weg voor het gebruik van de prachtige beelden die ons omgevingsverhaal zo mooi ondersteunen. Mocht er een wens bestaan voor een expliciete naamsvermelding, dan horen we dit graag. Wij nemen deze dan alsnog op in dit colofon.



februari 2022 © Gemeente Apeldoorn
Woest aantrekkelijk - 124
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl