Regeling vervalt per 01-01-2029

Subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie Roosendaal 2025 tot en met 2028

Geldend van 02-06-2025 t/m 31-12-2028

Intitulé

Subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie Roosendaal 2025 tot en met 2028

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

gelet op artikel 2, eerste lid, onder j, en tweede lid van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;

BESLUITEN

vast te stellen de Subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie Roosendaal 2025 tot en met 2028.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    appartementsrecht: appartementsrecht als bedoeld in artikel 106, vierde lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;

  • b.

    ASV: Algemene Subsidieverordening Roosendaal;

  • c.

    bouwbedrijf: bedrijf dat in een handelsregister van een lidstaat van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, is ingeschreven in de sectie bouwnijverheid of een vergelijkbare sectie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

  • e.

    doe-het-zelver: de keuzemogelijkheid van de eigenaar-bewoner, VvE of GVvE die één of meer energiebesparende isolatiemaatregelen eventueel in combinatie met een energiezuinige ventilatiemaatregel uitvoert of laat uitvoeren zonder tussenkomst van een bouwbedrijf;

  • f.

    eigenaar-bewoner: natuurlijk persoon die:

    • a.

      een woning in eigendom heeft waarin hij zijn hoofdverblijf heeft of dit direct na renovatie van deze woning zal hebben;

    • b.

      gerechtigde is van een bestaand appartementsrecht en in het desbetreffende appartement zijn hoofdverblijf heeft of dit direct na renovatie van dat appartement zal hebben;

    • c.

      zijn hoofdverblijf heeft of dit direct na renovatie van deze woning zal hebben in een woning van een wooncoöperatie en in verband daarmee lid is van die wooncoöperatie; of

    • d.

      op basis van zijn lidmaatschap van een woonvereniging het recht heeft om in een woning te wonen en daarin zijn hoofdverblijf heeft of dit direct na renovatie van deze woning zal hebben;

  • g.

    energielabel: energielabel als bedoeld in bijlage I bij artikel 1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • h.

    energiebesparende isolatiemaatregel: energiebesparende isolatiemaatregel die voldoet aan de voorwaarden voor natuurvriendelijke isoleren, alsmede de minimale isolatiewaarden en minimale m2-eisen zoals omschreven in de ISDE, alsook voor VvE’s en GVvE’s waarbij de minimale isolatiewaarden en minimale m2-eisen gelden zoals omschreven in de SVVE;

  • i.

    energiezuinige ventilatiemaatregel: energiezuinige ventilatiemaatregel die voor de eerste keer wordt aangelegd. Het gaat om een systeem voor balansventilatie met warmte terugwinning met een rendement van ten minste 90%;

  • j.

    GVvE: gemengde vereniging van eigenaars, zijnde een vereniging van eigenaars als bedoeld in artikel 112, eerste lid, onderdeel e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, ten behoeve van één of meerdere gebouwen waarin zich naast één of meer verhurende eigenaars ten minste één woning van een eigenaar-bewoner bevindt;

  • k.

    intermediair: Duurzaam Bouwloket Projecten B.V.;

  • l.

    ISDE: investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing als bedoeld in titel 4.5 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;

  • m.

    lokale aanpak isolatie: het Roosendaals Isolatieprogramma;

  • n.

    natuurvriendelijk isoleren: werkwijze bij het uitvoeren van energiebesparende isolatiemaatregelen volgens de voorwaarden die onder de landelijke lijn Natuur Vriendelijk Isoleren (NVI) gelden;

  • o.

    ontzorgingsroute: de keuzemogelijkheid van de eigenaar-bewoner, VvE of GVvE om, voor de uitvoering van de energiebesparende isolatiemaatregelen en energiezuinige ventilatiemaatregelen, een bouwbedrijf in te schakelen via de intermediair;

  • p.

    slecht geïsoleerde woning: woning van een eigenaar-bewoner, VvE of GVvE op grondgebied van de gemeente Roosendaal met een energielabelklasse D, E, F, G of indien label A, B, C, of onbekend een met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen, gelet op de criteria uit bijlage 1, niet of slecht geïsoleerd zijn:

    • 1.

      de vloer en de bodem;

    • 2.

      de gevel, waaronder de spouwmuur;

    • 3.

      het dak en de zoldervloer en vlieringvloer;

    • 4.

      de ramen, panelen in kozijnen en deuren;

  • daaronder begrepen een woning die deel uitmaakt van een slecht geïsoleerd gebouw waarvoor een vereniging van de eigenaars als bedoeld in artikel 112, eerste lid onderdeel e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek bestaat en die grenst aan een slecht geïsoleerd bouwdeel waarvoor een maatregel als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, wordt getroffen;

  • q.

    SVVE: Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars;

  • r.

    VvE: Vereniging van de Eigenaars als bedoeld in artikel 112, eerste lid, onderdeel e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, ten behoeve van één of meerdere gebouwen waarin zich uitsluitend woningen van eigenaar-bewoners bevinden;

  • s.

    wooncoöperatie: wooncoöperatie als bedoeld in artikel 18a, van de Woningwet;

  • t.

    woonvereniging: vereniging die eigenaar is van één of meerdere gebouwen en waarvan de leden het recht hebben om in een bepaalde woning die onderdeel uitmaakt van dat gebouw of die gebouwen te wonen;

  • u.

    zeer kleine woning: woning van een eigenaar-bewoner met een kleine woonoppervlakte waardoor, bij het uitvoeren van een energiebesparende isolatiemaatregel in de woning, onmogelijk kan worden voldaan aan de minimale m2-eisen zoals omschreven in de ISDE;

  • v.

    zelf-een-bedrijf-regelen: de keuzemogelijkheid van de eigenaar-bewoner, VvE of GVvE om, voor de uitvoering van de energiebesparende isolatiemaatregelen en energiezuinige ventilatiemaatregelen, zelf een bouwbedrijf in te schakelen.

Artikel 2 Doelstelling subsidieregeling

Het doel van deze regeling is het bevorderen van verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen van de doelgroep door het (gedeeltelijk) subsidiëren van energiebesparende isolatiemaatregelen en energiezuinige ventilatiemaatregelen in de periode 2025 tot en met 2028 waarbij de drie manieren van uitvoering van de maatregelen als doe-het-zelver, door zelf-een-bedrijf-regelen of een ontzorgingsroute zijn.

Artikel 3 Doelgroep van de subsidieregeling

Een subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaar-bewoners, VvE’s en GVvE’s met een slecht geïsoleerde woning of slecht geïsoleerde woningen met een WOZ-waarde (met peildatum 1-1-2022) van maximaal € 310.000,- per woning.

Artikel 4 Staatssteun

Bij verstrekking van een subsidie aan een GVvE wordt toepassing gegeven aan de de-minimisverordening (Verordening (EU) nr. 2023/2831).

Artikel 5 Maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen, moeten aantoonbaar bijdragen aan de doelstelling zoals beschreven in artikel 2.

  • 2. Een subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een op of na 1 september 2023 uitgevoerde:

    • a.

      energiebesparende isolatiemaatregel, als bedoeld in artikel 1 onder h, die voldoet aan de voorwaarden voor natuurvriendelijk isoleren, alsmede de minimale isolatiewaarden en minimale m2-eisen zoals omschreven in de ISDE, of

    • b.

      energiezuinige ventilatiemaatregel, als bedoeld in artikel 1 onder i, die voor de eerste keer wordt aangelegd. Het gaat om een systeem voor balansventilatie met warmteterugwinning met een rendement van ten minste 90%. Deze maatregel komt alleen voor subsidie in aanmerking als deze wordt gecombineerd met minimaal één energiebesparende isolatiemaatregel uit onderdeel a.

  • 3. De eigenaar-bewoner, VvE of GVvE kan de maatregelen als bedoeld in het tweede lid uitsluitend op één van de volgende manieren (laten) uitvoeren:

    • a.

      op basis van de ontzorgingsroute via de intermediair, die voor de eigenaar-bewoner, VvE of GVvE in het kader van de ‘Lokale aanpak isolatie’ van de gemeente Roosendaal een bouwbedrijf inschakelt voor het treffen van één of meerdere van de volgende energiebesparende isolatiemaatregelen:

      • I.

        Spouwmuurisolatie;

      • II.

        Schuin dakisolatie binnenzijde;

      • III.

        Vloer- of bodemisolatie;

      • IV.

        Glasisolatie (HR++);

      • V.

        Zolder-/ vlieringvloerisolatie;

    • b.

      op basis van een doe-het-zelver of door zelf-een-bedrijf-regelen. Dan kan alleen subsidie worden verkregen voor de volgende energiebesparende isolatiemaatregelen:

      • I.

        Dakisolatie;

      • II.

        Vloer of bodemisolatie;

      • III.

        Glas- (HR++) eventueel in combinatie met kozijnpaneel- of deurisolatie;

      • IV.

        Gevelisolatie, met uitzondering van spouwmuurisolatie aangebracht door de doe-het-zelver of door een bedrijf dat niet op de lijst van bedrijven staat als gepubliceerd op de website natuurvriendelijkisoleren.nl;

      • V.

        Zolder-/ vlieringvloerisolatie;

      • VI.

        Decentrale balansventilatie (warmte terugwin).

  • 4. Voor het treffen van energiebesparende isolatiemaatregelen in een zeer kleine woning kan het college afwijken van de minimale m2-eisen die gelden voor die energiebesparende isolatiemaatregelen.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking de in redelijkheid gemaakte directe kosten inclusief btw voor de uitvoering van een maatregel(en) als bedoeld in artikel 5.

  • 2. Als de maatregel door een doe-het-zelver wordt uitgevoerd, dan tellen de gemaakte arbeidsuren niet mee als kosten.

  • 3. Er wordt geen subsidie verleend voor de aanschaf, huur of het gebruik van onder meer (elektrische) gereedschappen, ladders, steigers of andere hulpmiddelen voor het monteren en plaatsen van de maatregelen als bedoeld in artikel 5.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1. Voor eigenaar-bewoners met een slecht geïsoleerde woning met een WOZ-waarde tot maximaal € 310.000,- bedraagt de subsidie ten hoogste € 1.460 ,-.

  • 2. Voor VvE’s of GVvE’s geldt het in het eerste lid genoemde bedrag per appartementsrecht.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 1.499.274,-.

  • 2. Voor subsidieverstrekking van zeer kleine woningen geldt een afzonderlijk subsidieplafond van € 166.586,-.

  • 3. In het geval het subsidieplafond als bedoeld in het tweede lid niet wordt bereikt, kan het college dit ter beschikking stellen aan het subsidieplafond als bedoeld in het eerste lid. Uitsluitend het opgehoogde deel van het subsidieplafond als bedoeld in het eerste lid geldt nadien ook voor subsidieverstrekking van zeer kleine woningen.

Artikel 9 Wijze van verdeling

  • 1. De verlening van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van volledige aanvragen totdat het toepasselijke subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als het subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van een aantal volledige aanvragen met dezelfde ontvangstdatum, dan worden deze aanvragen op volgorde van binnenkomst door middel van datum en tijdstip van indiening gerangschikt en wordt op die volgorde de subsidie verleend.

Artikel 10 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling kan van 1 september 2025 tot en met 30 juni 2028 worden ingediend.

  • 2. Een aanvraag voor maatregelen die al zijn uitgevoerd vóór 1 september 2025 wordt, in afwijking van het vorige lid en artikel 6 lid 1 ASV, ingediend binnen 24 maanden na uitvoering van de maatregelen.

  • 3. De aanvraag wordt ingediend via een digitaal platform van de intermediair. Dit platform kan worden bereikt via een link op de website van de gemeente Roosendaal.

  • 4. Als de maatregelen worden uitgevoerd via de ontzorgingsroute, dan levert het bouwbedrijf na toestemming van de eigenaar-bewoner, VvE of GVvE de informatie als hierna bedoeld in lid 5 bij de intermediair aan.

  • 5. Als de maatregelen worden uitgevoerd door de eigenaar-bewoner zelf of door bouwbedrijf dat door een eigenaar-bewoner, VvE of GVvE is ingeschakeld, dan bevat de aanvraag, in afwijking van artikel 5 van de ASV Roosendaal, de volgende informatie:

    • a.

      Een offerte van het bouwbedrijf voor de te nemen maatregelen;

    • b.

      Een factuur van het bouwbedrijf voor de getroffen maatregelen of bon van de aangeschafte materialen voor het treffen van de maatregelen;

    • c.

      Vermelding van de hoeveelheid van het te isoleren of al geïsoleerde oppervlakte in m2 per maatregel;

    • d.

      Uitleg van de te gebruiken of gebruikte materialen inclusief vermelding van de meldcodes en isolatiewaarde van die materialen;

    • e.

      Een betaalbewijs;

    • f.

      Foto’s van vóór de werkzaamheden;

    • g.

      Foto’s van tijdens en na de werkzaamheden;

    • h.

      IBAN nummer van een rekening waaraan de subsidie kan worden uitbetaald;

    • i.

      Ingeval van een GVvE, een de-minimisverklaring dat de leden van een GVvE die geen eigenaar-bewoner zijn niet meer subsidie ontvangen dan is toegestaan op grond van de de-minimisverordening;

  • 6. Als de maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen ten tijde van de aanvraag nog niet zijn uitgevoerd, dan is de aanvraag volledig als deze de informatie bevat als bedoeld in het vorige lid 5a, c, d, f en h. Lid 5a is niet van toepassing voor de doe-het-zelver.

Artikel 11 Subsidieverlening

1. Het college neemt een besluit tot verlening van de subsidie als blijkt dat de aanvraag voldoet aan de voorwaarden en bepalingen van deze regeling en de ASV en Algemene wet bestuursrecht.

2. Het college maakt het besluit tot verlening van de subsidie bekend aan de aanvrager en vermeldt het bedrag van de subsidie en de maatregel, als bedoeld in artikel 5, tweede lid, waarvoor subsidie is verleend.

3. Als de aanvraag wordt ingediend vóór uitvoering van de maatregel, dan wordt een subsidie verleend voor een periode van 6 maanden. In de verleningsbeschikking staan de aanvullende voorwaarden waaraan binnen die periode moet zijn voldaan.

Artikel 12 Weigering, lagere vaststelling of intrekking

  • 1. De subsidie wordt, onverminderd artikel 8 van de ASV, geweigerd, lager of op nihil vastgesteld of ingetrokken als:

    • a.

      er niet wordt voldaan aan de in de verleningsbeschikking vermelde voorwaarden;

    • b.

      het maximale subsidiebedrag voor een woning is bereikt;

    • c.

      het subsidieplafond is bereikt;

    • d.

      voor dezelfde maatregel al eerder een subsidie is verstrekt op grond van deze subsidieregeling;

    • e.

      de maatregel meer dan 24 maanden geleden is uitgevoerd;

    • f.

      er is gestart met uitvoering van de maatregel vóór 1 september 2025 en de maatregel is nog niet volledig uitgevoerd;

    • g.

      het bedrag op de ingediende nota lager is dan het bedrag op de ingediende offerte;

    • h.

      de maatregel verband houdt met het plaatsen van een aan- of uitbouw;

      of

    • i.

      het een maatregel betreft aan een schuur, garage of ander bijgebouw.

  • 2. De subsidie aan een GVvE wordt, in aanvulling op het eerste lid, geweigerd, lager of op nihil vastgesteld of ingetrokken als niet voldaan is aan de de-minimisverordening (Verordening (EU) nr. 2023/2831).

Artikel 13 Subsidievaststelling en beslistermijn

In afwijking van artikel 6 van de ASV wordt een subsidieaanvraag ambtshalve vastgesteld nadat de verleningstermijn van 6 maanden is verstreken of na uitvoering van de maatregel gelijktijdig met de verlening.

Artikel 14 Uitbetaling

Het college betaalt de subsidie na vaststelling van de subsidie uit:

  • a.

    aan het door de intermediair ingeschakelde bouwbedrijf, indien de maatregelen zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 5 lid 3 onder a; of

  • b.

    binnen 12 weken aan de subsidieontvanger indien de maatregelen door een zelfgekozen bouwbedrijf of via doe-het-zelf zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 5 lid 3 onder b.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan besluiten af te wijken van deze regeling indien bij bijzondere omstandigheden strikte toepassing van deze regeling naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijk besluit.

Artikel 16 Slotbepaling

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

  • 2. Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2029 met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op tijdig ontvangen aanvragen en bezwaar- en beroepschriften waarop ten tijde van de vervaldatum nog niet is beslist.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 27 mei 2025,

de secretaris, de burgemeester,

Bijlage 1: Niet of slecht geïsoleerd bouwdeel als bedoeld in artikel 1 in de definitie van slecht geïsoleerde woning

Bouwdeel

Wanneer aanpakken?

Indicatie dikte of Rc of Ug-waarde

Dak (hellend of plat dak)

Geen, slechte en matige isolatie

Minder dan 9 cm aanwezig of een Rc ≤ 2,0

Dak (Zolder- of vlieringvloerisolatie)

Geen zolder- of vlieringvloerisolatie aanwezig

Rc ≤ 0,5

Gevel

Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig

Rc ≤ 1,1

Vloer- of bodemisolatie

Geen of slechte vloer- en bodemisolatie aanwezig

Minder dan 5 cm aanwezig, Rc ≤ 1,3

Glas

Enkel glas, oud dubbelglas en HR glas

Ug waarde ≥ 1,6