Regeling briefadres gemeente Culemborg 2025

Geldend van 29-05-2025 t/m heden

Intitulé

Regeling briefadres gemeente Culemborg 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg,

Gelet op:

  • -

    de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP);

  • -

    artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP);

  • -

    de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP);

  • -

    de artikelen 4:5 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB);

  • -

    de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de minister van BZK van 18 oktober 2016;

Besluit vast te stellen

Regeling briefadres gemeente Culemborg 2025

Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aangever: de burger zelf of namens hem de categorieën van personen die verplicht dan wel bevoegd zijn om aangifte te doen als bedoeld in artikelen 2.48 en 2.49 Wet BRP;

  • b.

    aangifte van verhuizing: de aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 2.38 Wet BRP, de aangifte van adreswijziging als bedoeld in artikel 2.39 tot en met 2.42 Wet BRP of de aangifte van vertrek als bedoeld in artikel 2.43 Wet BRP;

  • c.

    adres: het adres als bedoeld in artikel 1.1 onder q Wet BRP;

  • d.

    briefadres: het adres als bedoeld in artikel 1.1 onder p Wet BRP en waar conform artikel 2.45 lid 3 Wet BRP zorg wordt gedragen voor het bereiken van de briefadreshouder van geschriften of inlichtingen daarover;

  • e.

    BRP: basisregistratie personen

  • f.

    gezinshuishouden:

    • 1.

      twee personen die volgens de BRP een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • 2.

      twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • 3.

      een alleenstaande ouder met kind(eren).

  • g.

    ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst in de basisregistratie is opgenomen;

  • h.

    inschrijving: de opneming van een persoonslijst in de basisregistratie;

  • i.

    partner: echtgeno(o)t(e) dan wel geregistreerd partner;

  • j.

    terugmeldvoorziening (TMV): een geautomatiseerd systeem voor het uitwisselen van mededelingen van overheidsorganen aan de beheerder van de BRP ten aanzien van authentieke persoonsgegevens in de BRP, waarover gerede twijfel bestaat omtrent de juistheid van dit gegeven;

  • k.

    toezichthouder: de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge artikel 2.38 tot en met 2.52 Wet BRP;

  • l.

    Wet BRP: Wet basisregistratie personen;

  • l.

    woonadres: het adres als bedoeld in artikel 1.1 onder o Wet BRP;

  • m.

    briefadresgever: natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 2.42 Wet BRP, die een briefadres ter beschikking stelt;

  • n.

    briefadreshouder: de ingezetene in de Basisregistratie Personen die een briefadres houdt bij een briefadresgever.

Artikel 1 Redenen briefadres

Redenen voor een briefadres zijn:

  • 1.

    Het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep, bijv. binnenvaartschippers of kermisexploitanten;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland; zijnde over een periode van 12 maanden korter dan 8 maanden in het buitenland;

    • e.

      korter dan twee jaar verblijf in het buitenland én beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft als bedoeld in artikel 29 Besluit BRP;

    • f.

      het behoren tot een kwetsbare groep, bijvoorbeeld verwarde personen;

    • g.

      veiligheid van een inwoner;

    • h.

      langdurig vermiste personen;

    • i.

      verblijf in een tijdelijk onderkomen zonder vaste stand- of ligplaats;

    • j.

      een recente ontruiming van de woning op het adres waarop betrokkenen in de BRP is ingeschreven.

  • 2.

    Verblijf in een instelling:

    • a.

      voor opvang van volwassenen en/of kinderen (o.a. blijf-van-mijn-lijfhuizen);

    • b.

      als bedoeld in artikel 2.40 lid 3 en 4 Wet BRP;

    • c.

      als bedoeld in artikelen 17, 18 en 19 Regeling BRP.

  • 3.

    Verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is zoals geregeld in artikel 2.41 Wet BRP;

  • 4.

    Het voorkomen van schrijnende situaties, waarbij inzet of voortzetting van hulpverlening noodzakelijk is, onder voorwaarden dat:

    • a.

      er sprake is van één of meer sociaal-maatschappelijke problemen;

    • b.

      de maatwerkoplossing er op gericht is om de persoon de kans te geven zijn leven weer op de rit te krijgen; en

    • c.

      de persoon instemt met of al voldoet aan de voorwaarden van een hulpverleningstraject.

  • 5.

    Het is niet mogelijk om in de BRP met een briefadres geregistreerd te worden als éen van de redenen genoemd in de leden 1 t/m 4 ontbreekt.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. De aangifte van adreswijziging wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt op grond van de artikelen 2.38 t/m 2.41 en 2.43 Wet BRP.

  • 2. De aangever is verplicht om bij de aangifte van adreswijziging waarbij een briefadres wordt gekozen de benodigde stukken te overleggen als bedoeld in artikel 2.45 en 2.47 Wet BRP.

  • 3. Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs van degene die de aangifte doet;

    • b.

      de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de keuze van een briefadres en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie daarvan van de briefadresgever;

    • d.

      een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever en een verklaring dat briefadresgever poststukken van briefadreshouder in ontvangst neemt en er zorg voor draagt dat deze de briefadreshouder bereiken.

    • e.

      een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier briefadres, met toegevoegde gevraagde bewijsstukken, wanneer een briefadres wordt gekozen op grond van artikel 1 lid 2.

    • f.

      naar het oordeel van de gemeente gewenste bewijsstukken t.b.v. de aanvraag.

  • 4. Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 1 lid 3 van deze regeling, is een verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 5. Als het briefadres noodzakelijk is op grond van artikel 1 lid 1 onder f of g van deze regeling, dan dient de noodzakelijkheid te blijken uit onderliggende dossierstukken.

  • 6. Het college kan om nadere stukken verzoeken, als op basis van de aangeleverde, dan wel de benodigde, stukken niet of niet voldoende kan worden beoordeeld of de aangever op een briefadres kan worden ingeschreven.

  • 7. Een briefadresgever kan maximaal aan twee individuen of gezinshuishoudens toestemming geven een briefadres te houden op diens adres.

  • 8. Lid 7 van dit artikel is niet van toepassing indien de briefadresgever het college van burgemeester en wethouders betreft of een door dit college aangewezen rechtspersoon als bedoeld in art. 2.42 onder b van de Wet BRP.

Artikel 3 Onvolledige aangifte

  • 1. De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 2 leden 3 t/m 5 zijn ingeleverd.

  • 2. Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte van het briefadres aan te vullen.

  • 3. Indien de aangifte niet binnen de in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, kan op verzoek van de aangever de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4. Indien de aangifte voor een briefadres niet binnen de gegeven termijn is aangevuld, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld, tenzij er naar het oordeel van het college redenen bestaan om met toepassing van artikel 4 een briefadres toe te kennen op het adres van de gemeente.

Artikel 4 Gemeentelijk briefadres

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan een in de gemeente Culemborg verblijvend persoon ambtshalve registreren op een briefadres in de BRP indien:

    • a.

      het woonadres ontbreekt;

    • b.

      er geen aangifte van adreswijziging wordt gedaan waarbij een briefadres wordt gekozen; en

    • c.

      betrokkene voldoet aan de criteria voor inschrijving als ingezetene in de BRP.

  • 2. Als er geen schriftelijke verklaring van instemming van een briefadresgever kan worden verkregen, kent het college een briefadres toe van de gemeente: Ridderstraat 250b, 4101 BK te Culemborg, met inachtneming van de aanvullende voorwaarden onder lid 3 van dit artikel.

  • 3. Voor het houden van een briefadres van de gemeente op het adres van gemeente Culemborg gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

    • a.

      Burgerzaken draagt de verantwoordelijkheid voor de post en het contact met de briefadreshouder;

    • b.

      post wordt eenmaal per twee weken door de briefadreshouder opgehaald;

    • c.

      alles dat van invloed kan zijn op het houden van het briefadres moet worden gemeld;

    • d.

      zodra er een andere mogelijkheid is tot inschrijving op een (brief-)adres, is belanghebbende verplicht zich in te schrijven op dat (brief-)adres;

    • e.

      bij wangedrag in alle opzichten behoudt de gemeente het recht om op elk moment het toegekende briefadres in te trekken;

    • f.

      de in het eerste lid bedoelde persoon schrijft zich ten tijde van het houden van het briefadres op het adres van gemeente Culemborg, niet in bij de Kamer van Koophandel;

    • g.

      de in het eerste lid bedoelde persoon accepteert hulp en/of begeleiding;

    • h.

      zowel de in het eerste lid bedoelde persoon als gemeente zijn zich ervan bewust dat het gemeentelijke briefadres een tijdelijke oplossing is. Streven is het zo snel mogelijk vinden van een duurzame oplossing;

    • i.

      het is niet toegestaan bestelde pakketten te laten bezorgen op gemeentelijke adres. Hier dient een ander adres voor te worden gebruikt;

    • j.

      de briefadreshouder is zich ervan bewust dat medewerkers van de gemeente Culemborg diens aangetekende post aan kunnen nemen;

    • k.

      de gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor niet ontvangen, beschadigde en/of per abuis geopende post. De gemeente ontvangt veel post, die automatisch wordt geopend en verwerkt. Het kan dus gebeuren dat post van de briefadreshouder per abuis wordt geopend.

    • l.

      het is niet mogelijk post te laten doorsturen naar een ander adres. Als belanghebbende zelf de post niet kan ophalen, dan dient belanghebbende hiervoor iemand anders te machtigen. Hiervoor is altijd toestemming nodig van de gemeente.

    • m.

      indien post drie maal achtereen niet wordt opgehaald of niet (meer) aan andere voorwaarden wordt voldaan, dan volgt een (adres)onderzoek. Indien de uitkomst hiervan uitschrijving van het briefadres betekent, dan zal aanwezige post van de belanghebbende worden vernietigd.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de identiteit van de briefadresgever niet kan worden vastgesteld;

  • b.

    het verzochte briefadres geen woonfunctie heeft;

  • c.

    er geen persoon staat ingeschreven op het verzochte briefadres;

  • d.

    het briefadres een adres betreft waar reeds aan twee alleenstaanden, twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouding een briefadres is verleend met inachtneming van de uitzondering als bedoeld in artikel 2 lid 8 van deze regeling;

  • e.

    bij aantoonbare of bij vermoedens van (poging tot) fraude of misbruik;

  • f.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • g.

    de aangever wel een woonadres heeft, maar de persoon zich daar niet op kan of wil inschrijven, tenzij hij in de situatie verkeert zoals beschreven in artikel 1 lid 3 van deze regeling;

  • h.

    de aangever in het komende jaar meer dan 8 maanden in het buitenland zal verblijven en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft;

  • i.

    de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland zal verblijven.

Artikel 6 Termijnen briefadres

  • 1. In de situatie als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder a en f van deze regeling, wordt een briefadres verleend voor de periode dat de briefadreshouder een zwervend bestaan in de gemeente Culemborg leidt.

  • 2. In de situatie als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van deze regeling, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal 3 maanden. Deze termijn kan telkens met maximaal 3 maanden worden verlengd.

  • 3. In de situatie als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder d van deze regeling, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal 8 maanden (2/3 van een jaar) bij verblijf buiten Nederland.

  • 4. In de situatie als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder e van deze regeling, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal 2 jaar, onder voorwaarde dat de aanvrager beroepshalve vaart op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft.

  • 5. Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste of tweede lid van dit artikel geen aangifte heeft gedaan van een woonadres, wordt door de aangever een verzoek ingediend om het briefadres te verlengen.

  • 6. Als de aangever voor een bepaalde termijn, tot maximaal 8 maanden, naar het buitenland vertrekt, een briefadres aanvraagt en het verblijf in het buitenland wordt verlengd, dan dient de aangever zelf een schriftelijk verzoek in te dienen om het briefadres te verlengen dan wel, bij verblijf in het buitenland langer dan 8 maanden over een jaar, diens emigratie door te geven.

  • 7. In de situatie als bedoeld in artikel 1 lid 3 van deze regeling, mag een briefadres worden verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 8. De aanvraag voor verlenging van een briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 1 en 3 van deze regeling.

  • 9. Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel, is de briefadreshouder die een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóor de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 7 Controle briefadres

  • 1. Voor het verstrekken van de termijn die de gemeente aan het houden van het briefadres heeft toegekend conform artikel 6 van deze regeling, wordt de huidige woonsituatie van de betrokkene onderzocht.

  • 2. Herbeoordeling van het recht op (behouden van) een briefadres vindt plaats bij:

    • a.

      binnenvaartschippers: om de 5 jaar;

    • b.

      dak- en thuislozen: jaarlijks;

    • c.

      zorginstellingen: om de 5 jaar;

    • d.

      briefadres op adres gemeente Culemborg: eenmaal per 6 maanden.

  • 3. Onderzoek vindt plaats door het opnieuw toesturen van de vragenlijst herbeoordeling briefadres, met het verzoek deze in te vullen en in persoon te verschijnen, om inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres. Dit geldt zowel voor de briefadreshouder als de briefadresgever. Het is aan de beoordeling van de gemeente om hiervan eventueel af te wijken.

  • 4. De briefadresnemer is op grond van artikel 2.45 Wet BRP verplicht alle informatie over het briefadres te verstrekken aan het college en verschijnt hierbij desgevraagd in persoon.

  • 5. De ingevulde vragenlijst en de verstrekte informatie wordt beoordeeld met inachtneming van artikel 1 en artikel 5 van deze regeling.

  • 6. Blijkt dat briefadresnemer geen recht meer heeft op het bestaande briefadres, dan wordt betrokkene opgeroepen aangifte te doen van wijziging van diens adresgegevens.

  • 7. Reageert betrokkene niet op de oproep inlichtingen te verschaffen, het doen van aangifte van verhuizing óf bestaan er twijfels over de ontvangen gegevens, dan wordt een adresonderzoek gestart.

  • 8. Van elk briefadres wordt een dossier bijgehouden.

Artikel 8 Controlemaatregelen meerdere briefadressen bij briefadresgever

  • 1. Bij iedere aangifte van een briefadres wordt gecontroleerd of op het adres al iemand staat ingeschreven met een briefadres.

  • 2. Als blijkt dat de briefadresgever aan een gezinshuishouden of een alleenstaande toestemming heeft gegeven voor een briefadres en briefadresgever vervolgens toestemming verleent voor een volgend briefadres, dan wordt briefadresgever opgeroepen voor een persoonlijk gesprek, waarin diens medewerking aan het verstrekken van de briefadressen dient te worden toegelicht.

  • 3. In de situaties als bedoeld in lid 1 en lid 2 van dit artikel, kan een adresonderzoek worden gestart.

Artikel 9 Inlichtingenplicht en bestuurlijke boete

  • 1. Onverminderd het gestelde in de artikelen 1 tot en met 5 van deze regeling, is zowel de briefadresgever als de briefadresnemer verplicht om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres.

  • 2. Betrokkene verschijnt hierbij desgevraagd in persoon.

  • 3. Aan degene die niet voldoet aan de verplichting als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, kan op grond van artikel 4.17 Wet BRP een bestuurlijke boete worden opgelegd van ten hoogste 325 euro.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling. Van onbillijkheid kan sprake zijn als in een specifieke situatie het strikt vasthouden aan de regeling als onredelijk kan worden aangemerkt of als er onevenredige schade zou ontstaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de datum van publicatie in het gemeenteblad.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling briefadres gemeente Culemborg 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 22 april 2025.

de secretaris,

Dhr. E.J. Kruijswijk Jansen

de burgemeester,

Dhr. J. Geurts

Toelichting op de Regeling briefadres gemeente Culemborg 2025

De wet BRP heeft als belangrijkste uitgangspunt om elke burger in te schrijven op een woonadres. Pas als dat woonadres ontbreekt wordt gekeken naar het gebruik van een briefadres als inschrijfadres.

De Regeling briefadres gemeente Culemborg 2025 heeft als doel om briefadressen in de BRP mogelijk te maken voor burgers zonder woonadres en voor kwetsbare burgers en daarnaast het misbruik van briefadressen in de BRP tegen te gaan.

Hieronder volgt de artikelsgewijze toelichting op de Regeling briefadres gemeente Culemborg 2025.

Toelichting artikel 1, lid 1 onder e

Als een inwoner beroepshalve gaat varen aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft en er is bij vertrek een redelijke verwachting dat hij niet langer dan twee jaar buiten Nederland zal verblijven, dan hoeft de inwoner geen aangifte te doen van vertrek zoals bedoeld in artikel 29 Besluit BRP. Een voorwaarde is wel dat de inwoner gedurende het verblijf buiten Nederland beschikt over een adres in Nederland. Veelal zal dit een briefadres zijn.

Het is de inwoner niet verplicht, maar wel toegestaan om aangifte van vertrek naar het buitenland te doen in deze situatie.

Toelichting artikel 1, lid 2 onder a

  • -

    Personen die niet beschikken over een woonadres en gebruik maken van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang) kunnen met een briefadres ingeschreven worden bij één van de opvanginstellingen.

  • -

    In de circulaire BRP en briefadres van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 oktober 2016 (kenmerk 2016-0000656211) is geregeld dat personen die verblijven in een opvanghuis voor mannen en vrouwen met een briefadres ingeschreven kunnen worden op het kantooradres van de desbetreffende instelling. Op die manier wordt het feitelijke woonadres van betrokkenen adequaat beschermd tegen ongewenste kennisneming door onbevoegden.

Toelichting artikel 1, lid 2 onder b en c

Degene die zijn woonadres heeft in een instelling als bedoeld in artikel 2.40 wet BRP, kan in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de wet BRP in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3 wet BRP zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden.

Het college van B&W is eveneens bevoegd, op grond van artikel 2.40, lid 4 wet BRP, instellingen op het terrein van beschermd wonen of maatschappelijke opvang aan te wijzen.

Toelichting artikel 1, lid 3

Als de burgemeester van oordeel is dat het om veiligheidseisen gewenst is een persoon niet op het woonadres in te schrijven, kan inschrijving op een briefadres plaatsvinden. Deze verklaring zal veelal bij de afdeling burgerzaken terecht komen via de interne kanalen van de gemeente.

Toelichting artikel 1, lid 4

Dit artikel biedt extra mogelijkheden voor toepassing van de menselijk maat. Onder 'de menselijke maat’ wordt in dit verband verstaan, recht doen aan de belangen van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid.

Indien degene die aangifte doet van adreswijziging, waarbij een briefadres wordt gekozen, één of meer sociaal-maatschappelijke problemen heeft, zullen de gegevens van de aanvrager gedeeld worden met het team Procesregie van de gemeente Culemborg. Bij sociaal-maatschappelijke problematiek kan gedacht worden aan psychische problematiek gecombineerd met problemen zoals schulden, dakloosheid en werkloosheid.

De bedoeling is dat de afdeling Burgerzaken samen met het Sociaal Team de mogelijkheden onderzoekt, indien inwoners niet op grond van bestaande regels ingeschreven kunnen worden op een (brief)adres en daardoor in een schrijnende (financiële en/of maatschappelijke) situatie verkeren.

Toelichting artikel 2, lid 1

Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die de briefadreshouder daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting. De aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

Toelichting artikel 2, lid 2 en 3

Bij de aangifte dient een schriftelijke verklaring van instemming te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden op grond van artikel 2.45 lid 2 van de wet BRP. In de schriftelijke aangifte, waarbij briefadres wordt gekozen, dienen de redenen van het briefadres en de te verwachten duur van het briefadres te worden opgenomen. De aangever dient tevens een (kopie van een) geldig identiteitsbewijs zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van zichzelf als van degene bij wie het briefadres wordt gehouden te overleggen.

Toelichting artikel 2, lid 4

Het is niet waarschijnlijk dat de briefadreshouder bij diens aangifte altijd de verklaring van de burgemeester zal kunnen overleggen. De verwachting is, dat deze verklaring veelal bij de afdeling burgerzaken terecht komt via de interne kanalen van de gemeente.

Toelichting artikel 2, lid 7

Maximaal 2 briefadressen betekent aan maximaal twee gezinshuishoudens, twee alleenstaanden of aan éen gezinshuishouding en éen alleenstaande.

Het blijft mogelijk en is toegestaan dat een briefadresgever meer dan éen briefadreshouder op zijn woonadres kan hebben, bijvoorbeeld een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor meerdere gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten. In dat geval kan uitgeweken worden naar de hardheidsclausule van artikel 10 van deze regeling.

Toelichting artikel 2, lid 8

Als de gemeente zelf of een instelling voor maatschappelijke opvang als briefadresgever optreedt, is de beperking die lid 7 van deze regeling vermeldt, niet van toepassing.

Toelichting artikel 3

Ontbreekt bij de aangifte tot briefadres éen of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een onvolledige aangifte. De aangever wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen 14 dagen de benodigde stukken te overleggen. De aangever mag eenmalig verzoeken de termijn van 14 dagen met nogmaals 14 dagen te verlengen.

Wanneer de aangever niet binnen 14 dagen zijn aangifte aanvult of uitstel aanvraagt, zijn er twee mogelijke opties:

  • -

    er wordt een brief verstuurd over het besluit dat aan de aangifte briefadres geen gevolg wordt gegeven wegens het ontbreken van de gevraagde documenten, met inachtneming van artikel 2.60 Wet BRP. Tegen dit besluit kan de aangever bezwaar maken.

  • -

    er wordt met toepassing van artikel 4 een briefadres toegekend op het adres van gemeente Culemborg: Ridderstraat 250b.

Toelichting artikel 4

Voor de personen bedoeld in artikel 1, lid 1 onder f van deze regeling gelden extra voorwaarden voor het houden van een briefadres op het adres Ridderstraat 250b van de gemeente Culemborg. Deze voorwaarden worden ook vastgelegd in een contract met de briefadreshouder.

Toelichting artikel 5

Artikel 5 betreft een niet-limitatieve opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte van een briefadres.

In de gevallen dat een briefadres wordt toegekend vanwege veiligheidsredenen, vastgesteld door de burgemeester zoals bedoeld in artikel 1 lid 3 van deze regeling óf omdat de briefadreshouder behoort tot een kwetsbare groep zoals bedoeld in artikel 1 lid 4 van deze regeling, zal de gemeente zelf altijd de afweging maken tot het al dan niet toekennen van een briefadres.

Toelichting artikel 5 sub d

Met de hier vermelde weigeringsgrond wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen of slechts éen briefadres is geregistreerd.

Hierbij geldt een briefadres verleend aan een gezinshuishouden als éen briefadres. Dit betekent dat er aan maximaal óf twee alleenstaanden, óf twee gezinshuishoudens, óf éen alleenstaande en éen gezinshuishouden een briefadres kan worden toegekend op éen adres.

Zie ook de toelichting bij artikel 2, lid 7.

Toelichting artikel 5 sub g

Er kan geen briefadres worden gekozen indien de aangever een woonadres heeft. Onder woonadres wordt verstaan een adres als bedoeld in artikel 1.1 Wet BRP.

Dit kan ook betekenen een adres waar:

  • a.

    betrokkene, die meerdere overnachtingsadressen heeft, gedurende het komende half jaar, naar redelijke verwachting, het vaakst zal overnachten, of

  • b.

    betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derde van de tijd zal overnachten.

In de situaties dat geen woonadres vastgesteld kan worden, moet gekozen worden voor een briefadres.

Aanvullende afspraken en uitzonderingen gelden voor zogenaamde verwarde personen. Hierbij vindt afstemming en overleg met collega’s van team Procesregie plaats. Zo ook voor personen waarbij naar het oordeel van de burgemeester het om veiligheidsredenen niet wenselijk is om betrokkene op een woonadres in te schrijven.

Het permanent bewonen van een recreatiewoning wordt aangemerkt als het hebben van een woonadres en is dus géén reden voor het toekennen van een briefadres.

Toelichting artikel 5 sub h en i

Er dient aangifte van vertrek uit Nederland te worden gedaan, als betrokkene(n) langer buiten Nederland verblijft dan twee derde deel van een jaar. Dit hoeft niet een aaneengesloten periode van 8 maanden te betekenen.

In dat geval, kan niet gekozen worden voor een briefadres. Hierop is een uitzondering mogelijk voor betrokkenen die beroepshalve op een schip varen.

Zie hiervoor de toelichting artikel 1, lid 1 onder e.

Toelichting artikel 6, lid 1 en 2

Om het tijdelijke karakter te benadrukken, is besloten om een termijn van telkens 3 maanden te stellen aan de toekenning van een briefadres.

Na het verloop van deze periode kan belanghebbende worden opgeroepen voor het verstrekken van inlichtingen of het doen van aangifte van verhuizing naar een feitelijk woonadres.

Deze termijn is eveneens gekozen om met regelmaat een contactmoment te hebben met de briefadreshouder en bijvoorbeeld de inspanningen tot het verkrijgen van een feitelijk woonadres te kunnen beoordelen.

Toelichting artikel 6, lid 3

Als van tevoren bekend is dat iemand voor een bepaalde periode (maximaal 8 maanden van een jaar) in het buitenland zal verblijven en geen woonadres heeft, dan kan voor maximaal deze periode een briefadres worden verleend.

Toelichting artikel 6, lid 9

De Wet BRP verplicht een ingezetene om aangifte te doen van een nieuw adres. Zodra een briefadreshouder verhuist naar een woonadres of kiest voor een ander briefadres, dan moet hiervan tussen 4 weken vooraf en uiterlijk 5 dagen na de verhuisdatum of wijziging briefadres aangifte worden gedaan. Er mag niet worden gewacht tot de eerder bepaalde of afgesproken termijn van het briefadres is verstreken. Als aangifte wordt gedaan van een ander briefadres, dan wordt dit uiteraard weer getoetst aan de voorwaarden van deze regeling en die van de Wet BRP.

Toelichting artikel 7

De gemeente moet periodiek controleren of een inschrijving op een briefadres nog terecht is. In dit artikel staat de frequentie van herbeoordeling voor verschillende groepen en situaties omschreven. De gemeente mag hiervan afwijken.

Toelichting artikel 8

In artikel 2 lid 7 is het maximale aantal briefadressen op een adres aangegeven. Het is echter toegestaan dat iemand voor meerdere personen of gezinnen als briefadres fungeert, bijvoorbeeld de particulier, stichting of instelling die, al dan niet tegen betaling, briefadresgever is voor bepaalde doelgroepen, bijvoorbeeld gedetineerden. De briefadresgever dient ten alle tijden diens wettelijke verplichtingen na te komen.

De gemeente mag dit toestaan, maar zal hierop wel moeten blijven controleren.

Toelichting artikel 9

Op grond van artikel 4.17 Wet BRP kan een bestuurlijke boete worden opgelegd als er geen of een onjuiste aangifte van een briefadres wordt gedaan. Dit geldt ook als niet voldaan wordt aan de verplichting om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders inlichtingen te vertrekken die noodzakelijk zijn voor een juiste bijhouding van de basisregistratie zoals bepaald in artikel 2.45 Wet BRP of desgevraagd in persoon te verschijnen.

Voor de op te leggen bestuurlijke boete geldt een maximaal bedrag van € 325.

Toelichting artikel 10

Artikel 10 van deze regeling is het maatwerkartikel. De gemeente mag in individuele situaties afwijken van het bepaalde in deze regeling. Het maatwerkartikel ziet toe op het voorkomen van schrijnende situaties in geval van sociaal-maatschappelijke problemen of onbillijkheden bij strikte toepassing van deze regeling. In bijzondere- of uitzonderingsgevallen kan het gerechtvaardigd zijn om af te wijken van het bepaalde in deze regeling, teneinde als gemeentelijk dienstverlener nooit de menselijke maat uit het oog te verliezen.