Instructie voor de consulent leerplicht van de gemeente Lochem

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 04-06-2025

Intitulé

Instructie voor de consulent leerplicht van de gemeente Lochem

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE LOCHEM;

Lettend op:

  • artikel 16, lid 4, van de Leerplichtwet 1969 en de Wet voortgezet onderwijs 2020, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra, Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020-2025 in verband met de invoering van de verplichting van het melden van voortijdige schoolverlaters die niet meer verplicht zijn om naar school te gaan. En de verplichte melding van ongeoorloofde afwezigheid, en van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten;

  • artikel 17 van de Leerplichtwet 1969 die gaat over het aangaan van een gemeenschappelijke regeling over het toezicht op naleving van de Leerplichtwet,

Nadenkend over:

  • dat het goed is om de bestaande instructie voor de consulent leerplicht aan nieuwe regelgeving en nieuwe inzichten aan te passen;

Besluiten:

  • de instructie voor de consulent leerplicht als volgt vast te stellen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    de wet: de Leerplichtwet 1969;

  • b.

    de RMC-wetgeving: de regeling van de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten volgens de Wet van 6 december 2001 (Stb. 2001, 636);

  • c.

    college: burgemeesters en wethouders van de gemeente Lochem;

  • d.

    consulent leerplicht: de ambtenaar, door het college benoemd in de functie van consulent leerplicht, die de eed of belofte als bedoeld in artikel 16 van de wet heeft afgelegd;

  • e.

    administratief medewerker: de ambtenaar die de consulent leerplicht administratief ondersteunt onder andere door het uitvoeren van de leerlingenadministratie en controle;

  • f.

    directeur: hoof in de zin van artikel 1 onder d van de wet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast: dan wel degene die in opdracht van het bevoegd gezag de opgave van voortijdig schoolverlaten doet als bedoeld in artikel 8.21 Wet voortgezet onderwijs (WVO 2020), artikel 47a en 47b Wet op de Expertisecentra (WEC) en artikel 8.1.8. en 8.1.8a Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB);

  • g.

    ouders/verzorgers: de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde personen;

  • h.

    de jongere: een persoon in de leeftijd van 5 tot 18 jaar die leerplichtig of kwalificatieplichtig is;

  • i.

    ’t Baken: integrale toegang in Lochem voor ondersteuning in het sociaal domein (Wmo, participatie, jeugd met gezin, sociaal werk en leerplicht);

  • j.

    doorstroomregio: Voorheen RMC-regio genoemd. Regio Stedendriehoek bestaat uit Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Olst-Wijhe, Voorst en Zutphen;

  • k.

    MDO: Multidisciplinair Overleg; een samenwerkingsoverleg waarbij professionals met verschillende achtergronden aansluiten;

  • l.

    WPG: Wet politiegegevens;

Artikel 2. Preventie

  • 1.

    De consulent leerplicht zorgt ervoor dat aan leerlingen, ouders en betrokken instellingen zo vroeg mogelijk informatie wordt geven. Dit kan door voorlichting via het internet, in schoolgidsen, brochures en door het beantwoorden van (telefonische) vragen.

  • 2.

    De consulent leerplicht stuurt een brief aan ouders van 4-jarigen die, 3 maanden voordat zij 5 jaar worden, nog niet ingeschreven staan op een school. Deze brief stimuleert ouders om het kind in te schrijven.

  • 3.

    De consulent leerplicht controleert actief bij het MBO of jongeren die het VMBO verlaten, en geslaagd zijn, zich hebben aangemeld/ingeschreven voor een vervolgopleiding. Indien nodig of gewenst door de leerling, bemiddelt de consulent leerplicht bij het inschrijven voor een vervolgopleiding.

  • 4.

    De consulent leerplicht zorgt ervoor dat ieder jaar afstemming plaatsvindt met het onderwijsveld. De consulent leerplicht informeert het management van de scholen (PO, VO MBO en (V)SO) in het werkgebied over zijn werkzaamheden. Dit is in ieder geval één keer per jaar. De consulent leerplicht bespreekt de aandachtspunten en de afspraken over het melden en opvolgen van verzuim en geeft een extra uitleg over de prioriteiten van de consulent leerplicht en gewijzigde wetgeving.

  • 5.

    De consulent leerplicht zorgt ervoor dat (preventief) overleg plaatsvindt met relevante ketenpartners, waaronder het onderwijsveld en zorginstanties. Ketenpartners bespreken jongeren met een complexe problematiek. Dit is met toestemming van ouders of de jongere vanaf 16 jaar. Daarbij zijn twee mogelijkheden:

  • Ouders geven ketenpartners toestemming om in een overleg (bijvoorbeeld in een zorgadviesteam (ZAT) of extern ondersteuningsteam (EOT) af te spreken welke acties nodig zijn en wie welke taken op zich neemt.

  • Ouders nemen zelf deel aan het ZAT/EOT.

  • Ontwikkelingen over ingezette acties koppelen de ketenpartners terug aan de betrokkenen, waaronder de ouders of de jongere vanaf 16 jaar.

  • 6.

    De consulent leerplicht handelt zo veel mogelijk volgens de Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS). Wanneer dit niet mogelijk is, legt de consulent leerplicht uit waarom deze een andere aanpak toepast. Dit wordt opgenomen in het dossier van de desbetreffende jongere. "Pas toe of leg uit" is het principe.

Artikel 3. Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim

(artikel 19 Leerplichtwet; artikel 3 Leerplichtregeling)

  • 1.

    De consulent leerplicht en de administratief medewerker houden de leerlingenadministratie bij.

  • 2.

    In de leerlingenadministratie staan de persoonsgegevens van alle in de gemeentelijke basisregistratie personen (BRP) opgenomen personen in de leeftijd van 4 tot en met 22 jaar. De bewaartermijn van de gegevens is volgens de selectielijsten van de Archiefwet, AVG en de WPG. Wanneer de wet geen bewaartermijn aangeeft, noemt de gemeente zelf een redelijke bewaartermijn.

  • 3.

    De aanpassingen in de BRP die gaan over de personen die in lid 2 staan, worden in ieder geval wekelijks en wanneer dat kan iedere dag in de leerlingenadministratie verwerkt.

  • 4.

    De administratief medewerker controleert of de in- en uitschrijvingen van de verschillende scholen binnenkomen. De consulent leerplicht onderneemt actie als directeuren van scholen en instellingen dit niet nakomen.

  • 5.

    De consulent leerplicht roept de directeur op voor een gesprek als blijkt dat de directeur verwijtbaar afspraken niet nakomt. De consulent houdt hiervan een dossier bij.

  • 6.

    De consulent leerplicht kan het verwijtbaar meerdere keren niet nakomen van afspraken van de directeur signaleren bij de Inspectie voor het Onderwijs. Dit doet de consulent als hij denkt dat dit bijdraagt aan het stoppen van de overtreding of om te voorkomen dat het weer gebeurt.

  • 7.

    De administratief medewerker controleert aan het begin van het schooljaar en daarna iedere week of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen, zoals bedoeld in de Leerplichtwet, op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven.

  • 8.

    Wanneer een leerling niet staat ingeschreven, stuurt de administratief medewerker een brief aan de ouders/verzorgers. Ook is het mogelijk dat de administratief medewerker contact opneemt met de laatste school waarop de leerling stond ingeschreven. In de brief naar ouders/verzorgers staat dat ze binnen 5 werkdagen moeten reageren. Als ouders/verzorgers melden dat de leerling wel staat ingeschreven dan controleren we dit. Als ouders niet op een tweede (aangetekende) brief reageren en de leerling volgens de gemeente daadwerkelijk niet is ingeschreven, volgt een actie zoals omschreven in artikel 8 van deze instructie (absoluut verzuim).

  • 9.

    Als de gemeente een bericht ontvangt dat een jongere tot 18 jaar zonder startkwalificatie niet meer op een school is ingeschreven, checkt de gemeente of er ook een bericht is ontvangen dat deze jongere op een andere school is ingeschreven of een vrijstelling heeft. Als de uit- en inschrijving niet op elkaar aansluit, neemt de consulent leerplicht contact op met de school die de jongere uitschreef. Als er geen logische verklaring is, wordt schriftelijk of telefonische contact opgenomen met de ouders/ verzorgers van de jongere.

  • 10.

    Bij verhuizing buiten de regio verstuurt de administratief medewerker de schoolhistorische gegevens naar de gemeente waar de jongere nu woont.

Artikel 4. Leerlingdossier

  • 1.

    De consulent leerplicht legt slechts een leerlingdossier aan over een jongere wanneer de consulent leerplicht, telefonische, e-mail- of schriftelijke contacten heeft met de jongere of derden over zijn/haar:

  • a.

    vervangende leerplicht; en/of

  • b.

    vrijstelling van inschrijving; en/of

  • c.

    vrijstelling van schoolbezoek; en/of

  • d.

    (vermoeden van) absoluut verzuim; en/of

  • e.

    (vermoeden van) relatief verzuim, langdurig relatief verzuim, luxe verzuim of overig verzuim; en/of

  • f.

    (vermoeden van) voortijdig schoolverlaten; en/of

  • g.

    situatie die leidt tot bespreking in een (preventief) georganiseerd multidisciplinair overleg indien er sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim; en/of

  • h.

    signalen die uiteindelijk kunnen leiden tot een van bovenstaande situaties.

  • 2.

    In het leerlingdossier neemt, wanneer van toepassing, de consulent leerplicht de volgende gegevens op:

  • a.

    burgerservicenummer, onderwijsnummer of administratienummer;

  • b.

    voornamen en achternaam;

  • c.

    geslacht;

  • d.

    geboortedatum en -plaats;

  • e.

    nationaliteit;

  • f.

    naam, voornamen, voorletters, titels, geslacht, geboortedatum, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke gegevens van de ouders, voogden of verzorgers;

  • g.

    school (scholen) van inschrijving, met gevolgde klassen en/of onderwijssoort;

  • h.

    kennisgeving(en) van beroep op vrijstelling van inschrijfplicht;

  • i.

    kennisgeving(en) van (vermoedelijk) schoolverzuim;

  • j.

    melding(en) van het verzuim geleverd door DUO in Register Onderwijsdeelnemers;

  • k.

    verzuimoverzicht en aanvullende informatie van school of onderwijsinstelling;

  • l.

    aanvragen en behandeling van aanvragen voor vrijstelling van schoolbezoek;

  • m.

    afschrift van correspondentie die gaat over de jongere indien sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim;

  • n.

    verslagen van gesprekken met dan wel over de jongere als sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim;

  • o.

    aantekeningen en notities over de jongere indien sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim;

  • p.

    afschrift van de melding aan de Sociale Verzekeringsbank;

  • q.

    afschrift van de Halt-verwijzing;

  • r.

    afschrift last onder dwangsom;

  • s.

    afschrift van proces-verbaal van de jongere;

  • t.

    eventueel behaalde diploma's.

  • u.

    persoonlijke omstandigheden die voor het halen van een startkwalificatie meegewogen moeten worden als sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim.

  • 3.

    De consulent leerplicht deelt alleen gegevens uit het leerlingdossier aan derden en slaat alleen gegevens op in het leerlingdossier binnen de grenzen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de WPG.

Artikel 5. Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden

(artikel 11 onder g en 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet)

  • 1.

    Als ouders een aanvraag doen voor verlof wegens ‘andere gewichtige omstandigheden’, stuurt de consulent leerplicht een ontvangstbevestiging aan de ouders en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen de consulent een besluit zal nemen. Als het een aanvraag is die niet meer dan 10 schooldagen betreft wordt deze doorgezonden naar de directeur van de school om een besluit te nemen. De ouders worden geïnformeerd dat de aanvraag is doorgestuurd, conform artikel 2.3 Awb. Een afschrift van de brief aan de ouders wordt aan de desbetreffende directeur van de school gezonden.

  • 2.

    Is de periode tussen het ontvangen van de aanvraag en het starten van het gevraagde verlof korter dan de periode die de consulent nodig heeft om een besluit te nemen? Dan deelt de consulent leerplicht dit bij de ontvangstbevestiging mede aan de ouders en wijst hij de ouders op de mogelijkheid dat de ouders de wet overtreden indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.

  • 3.

    Is de aanvraag niet compleet? Dan geeft de consulent leerplicht de ouders een periode van minimaal een week en maximaal drie weken om de aanvraag compleet te maken. De consulent leerplicht kan hiervoor een formulier vaststellen.

  • 4.

    De consulent leerplicht vraagt de directeur van de school naar zijn visie op de aanvraag en legt het oordeel over de aanvraag schriftelijk vast.

  • 5.

    De consulent leerplicht zorgt ervoor dat de visie van de ouders en/of belanghebbende bij een voorgenomen beslissing die (gedeeltelijk) afwijkt van de aanvraag, schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 6.

    De consulent leerplicht stelt een belanghebbende, die niet de aanvraag heeft ingediend, maar waarvan bekend is dat hij/zij bezwaren heeft tegen het voorgenomen besluit, in de gelegenheid zijn visie kenbaar te maken.

  • 7.

    De consulent leerplicht legt de behandeling van de aanvraag zorgvuldig vast in het leerlingdossier.

  • 8.

    Bij de beoordeling van een aanvraag van meer dan 10 dagen controleert de consulent leerplicht of er een situatie is die buiten de wil of invloed van de ouder of de leerling ligt. Bijvoorbeeld familieomstandigheden, een medische- of sociale indicatie. De consulent leerplicht neemt een beslissing en informeert de ouders schriftelijk. Een kopie van de brief aan de ouders wordt naar de directeur van de betreffende school of instelling gestuurd.

  • 9.

    De consulent leerplicht kan een directeur op diens verzoek adviseren over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof vanwege andere gewichtige omstandigheden voor een periode van 10 schooldagen of minder. Als de consulent leerplicht een advies geeft, informeert de directeur de consulent leerplicht over zijn beslissing.

  • 10.

    De consulent leerplicht kan directeuren van de betrokken scholen en/of instelling(en) gevraagd of ongevraagd adviseren over het beleid betreffende aanvragen voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor 10 schooldagen of minder. Dit om te bevorderen dat iedere school een aanvraag hetzelfde behandelt.

  • 11.

    Maakt een inwoner bezwaar op een besluit zoals staat in lid 8? Dan adviseert de gemeentelijke commissie voor de bezwaarschriften de juridisch medewerker van ‘t Baken.

Artikel 6. Relatief verzuim van leerplichtige en kwalificatieplichtige jongeren

(artikelen 2, lid 1, 4a, 21a en 22 Leerplichtwet)

  • 1.

    De consulent leerplicht ontvangt meldingen van schoolverzuim. Jongeren die verzuimen en onderwijs volgen aan het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs worden door hun school/ instelling gemeld via DUO in het Register Onderwijsdeelnemers. Zijn er jongeren die niet-bekostigd onderwijs volgen? En waarbij de instellingen nog niet zijn aangesloten op DUO? Dan ontvangt de consulent leerplicht een melding van vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim. De consulent leerplicht maakt een leerlingdossier aan of voegt de melding toe in het al aanwezige leerlingdossier. Binnen een week meldt de consulent leerplicht via DUO in het Register Onderwijsdeelnemers welke acties de gemeente gaat ondernemen. Bij jongeren die niet-bekostigd onderwijs volgen, meldt de consulent dit aan de directeur/betrokken medewerker van de schoolinstelling.

  • 2.

    De consulent leerplicht zoekt na ontvangst van een melding contact met de ouders. Ouders krijgen de mogelijkheid om uitleg te geven over het gemelde verzuim. Ze worden geïnformeerd over de procedures en eventuele gevolgen. Dit kan schriftelijk, volgens stap 4 uit route A van de Methodische Aanpak Schoolverzuim. Gaat het om verzuim van een jongere van 12 jaar of ouder? Dan zoekt de consulent leerplicht ook contact met de jongere.

  • 3.

    Wanneer sprake is van ongeoorloofd verzuim, voert de consulent leerplicht een gesprek met de ouders/leerling. De consulent maakt een verslag van dat gesprek. Op verzoek krijgen ouders/ jongere een kopie van het verslag. De gemaakte gespreksverslagen worden opgenomen in het leerlingdossier.

  • 4.

    Scholen kunnen ook verzuimmeldingen doen bij de consulent leerplicht via DUO als een leerplichtige minder dan de wettelijke termijn verzuimt en wanneer de school zich zorgen maakt over de leerling. De consulent leerplicht kan dan preventief optreden.

  • 5.

    De consulent leerplicht heeft zo vaak als nodig contact met de ouders/jongere en betrokken organisaties. Dit om zo snel mogelijk schoolaanwezigheid te realiseren.

  • 6.

    Is een jongere eerder besproken in een MDO? Dan koppelt de consulent de acties en stand van zaken over het verzuim terug in dat overleg.

  • 7.

    De consulent leerplicht gaat alleen op huisbezoek als de consulent dat nodig vindt.

  • 8.

    De consulent leerplicht kan bemiddelen bij het zoeken naar een andere school. Of een zo goed mogelijk passende leerroute. De consulent doet dit zoveel mogelijk in overleg met het betrokken Samenwerkingsverband bij wie de taak ligt dat elke leerling passend onderwijs krijgt

  • 9.

    De consulent leerplicht zorgt ervoor dat een melding van verzuim zo snel mogelijk wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit is dat een leerling zo snel mogelijk weer naar school gaat. De ouders, de jongere van 12 jaar of ouder, en de melder worden door de consulent geïnformeerd over de wijze van afhandeling. Daarnaast informeert de consulent de andere betrokkenen bij de verzuimsituatie over de afhandeling. Dat gebeurt mondeling of schriftelijk. Voor een inhoudelijke terugkoppeling moet toestemming zijn van de ouders of de leerling (als deze 16 jaar of ouder is). De consulent leerplicht sluit de melding af bij het Register Onderwijsdeelnemers van DUO.

  • 10.

    De consulent leerplicht mag, volgens de MAS, het (laten) opmaken van proces-verbaal achterwege laten en de ouders en/of de jongere een schriftelijke waarschuwing geven. Dit wanneer sprake is van:

  • verwijtbaar handelen of nalaten, waarbij geen opzet is bij het plegen van een overtreding; en

  • een eerste overtreding waarbij sprake is van zorg; en

  • verzuim van lichte aard (overig verzuim volgens DUO), namelijk korter dan 16 uur binnen 4 aaneengesloten weken.

  • 11.

    De consulent leerplicht kan een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank als uit het onderzoek blijkt dat daadwerkelijk sprake is van ongeoorloofd verzuim én er sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of jongere van 16 jaar of ouder. Dit staat omschreven in artikel 19 van deze instructie. Als de consulent van plan is deze melding te doen, roept hij de ouders en jongere vanaf 16 jaar op voor een gesprek. Tijdens dit gesprek maakt de consulent uitdrukkelijk kenbaar dat hij van plan is de melding te doen.

  • 12.

    Als uit het onderzoek blijkt dat daadwerkelijk sprake is van ongeoorloofd verzuim, én er is sprake van verwijtbaar handelen of nalaten van de jongere, én de jongere voldoet aan de criteria voor verwijzing naar Halt, dan kan de consulent besluiten om de jongere naar Halt te verwijzen. Als de consulent, bevoegd als buitengewoon opsporingsambtenaar, besluit hiernaar te verwijzen, roept hij ouders en de jongere vanaf 12 jaar op voor verhoor. In het verhoor vraagt de consulent toestemming aan de ouders (voor een jongere tot 16 jaar) en de jongere voor verwijzing naar Halt. De consulent verwijst via een verkort proces-verbaal. De jongere ondertekent de verwijzing en geeft daarmee toestemming. Ouders en jongere krijgen een brief met de verwijzing. In deze brief staan de consequenties bij het niet nakomen van de afspraken beschreven. De consulent leerplicht stuurt de Halt-verwijzing naar Halt. De consulent licht de school in over de verwijzing en over de afloop van de Haltstraf.

  • 13.

    Bij een negatieve uitkomst van de Haltstraf maakt de consulent leerplicht, bevoegd als buitengewoon opsporingsambtenaar, een proces-verbaal. Dit gebeurt nadat de consulent heeft overlegd met het Openbaar Ministerie.

  • 14.

    Als uit het onderzoek blijkt dat daadwerkelijk sprake is van ongeoorloofd verzuim, én er is sprake van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of jongere van 12 jaar of ouder, én de jongere komt niet meer in aanmerking voor een verwijzing naar Halt (volgens de contra-indicaties van de MAS), dan maakt de consulent leerplicht, bevoegd als buitengewoon opsporingsambtenaar, proces-verbaal op van zijn bevindingen. Het proces-verbaal zendt hij naar de officier van justitie. Als de consulent van plan is proces-verbaal op te maken, dan roept hij de ouders en jongere van 12 jaar of ouder op voor een verhoor. Tijdens dit verhoor maakt de consulent uitdrukkelijk kenbaar dat hij van plan is proces-verbaal op te maken. Het opmaken van een proces-verbaal en het doen van een melding bij de Sociale Verzekeringsbank kan tegelijk, maar ook na elkaar plaatsvinden.

  • 15.

    De consulent leerplicht kan het college voorstellen een last onder dwangsom op te leggen wanneer hij van mening is, kijkend naar de achtergrond en aard van de situatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van verzuim of het voorkomen van herhaling.

  • 16.

    De consulent stelt een onderzoek in als de consulent leerplicht hoort over schoolverzuim en de schooldirecteur hier geen melding van heeft gedaan (art. 21 Leerplichtwet). De consulent onderzoekt de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Is de directeur onwillig of nalatig? Dan kan de consulent een signaal afgeven bij de Inspectie van het Onderwijs.

  • 17.

    De consulent leerplicht kan een schooldirecteur gevraagd of ongevraagd advies geven. Dit kan de consulent doen over het beleid inzake het melden of registreren van verzuim. De consulent kan een schooldirecteur vragen om eerder melding te maken van verzuim dan de wet voorschrijft. Dit mag als de consulent dat doelmatig vindt met het oog op verzuimbestrijding/het aanwezigheidsbeleid.

  • 18.

    Het luxe verzuim valt onder relatief verzuim en de consulent leerplicht handelt overeenkomstig dit artikel. Het opmaken van een proces-verbaal gebeurt bij luxe verzuim door de medewerker leerplicht die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar indien het verzuim meer dan 1 dag bedraagt of indien er sprake is van recidive. Daarnaast kan er een proces-verbaal opgemaakt worden indien het verzuim 1 dag bedraagt, het verzuim plaatsvindt op een laatste schooldag voor een vakantie én er voorafgaand aan deze schoolvakantie een aangekondigde leerplichtactie plaatsvindt.

Artikel 7. Absoluut verzuim van leerplichtigen en kwalificatieplichtige jongeren

(artikelen 2, lid 1, 3, 4a en 4b Leerplichtwet)

  • 1.

    Is een leer- of kwalificatieplichtige jongere niet als leerling ingeschreven en is geen vrijstelling afgegeven? Dan onderzoekt de consulent leerplicht zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 5 werkdagen, of een inschrijving ontbreekt vanwege een administratieve onjuistheid (zie artikel 3 lid 7 van deze instructie).

  • 2.

    Als het niet gaat om een administratieve onjuistheid, zoekt de consulent zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 5 werkdagen, contact met de ouders. De consulent stelt hen in de gelegenheid om uitleg te geven over het ontbreken van de inschrijving. Ouders kunnen worden uitgenodigd voor een gesprek. Als het gaat om een jongere van 12 jaar of ouder, zoekt de consulent ook contact met de jongere.

  • 3.

    Als de consulent ouders het advies geeft om de jongere in te schrijven of een andere actie op te volgen, controleert de consulent binnen 5 werkdagen of ouders dit hebben gedaan. Is het advies opgevolgd? Dan verwerkt de consulent dit in het leerlingdossier. Is het advies niet opgevolgd? Dan kan de consulent, bevoegd als buitengewoon opsporingsambtenaar, een proces-verbaal opstellen en/of een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank.

  • 4.

    De consulent leerplicht kan het college voorstellen een last onder dwangsom op te leggen. Dit kan als hij van mening is dat deze maatregel leidt tot het opheffen van verzuim of het voorkomen van herhaling.

  • 5.

    Als de jongere voordat sprake was van absoluut verzuim, op een school of instelling stond ingeschreven, neemt de consulent contact op met de directeur van die school of instelling. De consulent vraagt zijn mening over het opgetreden absoluut verzuim.

Artikel 8. Kennisgeving in- en uitschrijvingen en (dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtigen (met inbegrip van verwijdering)

(artikel 18, lid 1, Leerplichtwet, artikelen 8.22 tot en met 8.25 WVO 2020, artikel 47a 162b WEC of artikel 8.1.8 en 8.3.2. WEB)

  • 1.

    De administratief medewerker kan een melding ontvangen van (a) een (voorgenomen) beslissing tot verwijdering van een leerling, (b) van uitschrijving of (c) van voortijdig schoolverlaten. De medewerker maakt een leerlingdossier aan of voegt de informatie toe in het aanwezige leerlingdossier. Artikel 6 lid 3 t/m 13 Leerplichtwet zijn hierop van toepassing.

  • 2.

    De consulent onderzoekt de oorzaak als sprake is van een verwijdering of het voortijdig schoolverlaten van een jongere die niet volgens de wettelijke bepalingen is gemeld. Is de directeur nalatig of onwillig? Dan roept de consulent de directeur op voor een gesprek. Op basis van het gesprek maakt de consulent een dossier van bevindingen. De consulent beslist of hij het dossier als signaal naar de Inspectie van het onderwijs stuurt (bij overtreding van art. 18 Leerplichtwet). De consulent kan ook de inspecteur van de betreffende school/ instelling informeren (bij het niet nakomen van verplichtingen vanuit artikel 8.21 WVO 2020, art. 47a WEC of art. 8.1.8. WEB).

  • 3.

    De consulent kan een directeur adviseren over de aanpak om schoolaanwezigheid te bevorderen. De directeur informeert de consulent hoe hij met het advies omgaat.

Artikel 9. Vervangende leerplicht

(artikelen 3a en 3b Leerplichtwet, artikel 5 Leerplichtregeling 1995)

  • 1.

    De consulent leerplicht besluit, namens het college van B&W, over aanvragen voor vervangende leerplicht (art. 3a en 3b Leerplichtwet).

  • 2.

    De medewerker leerplicht/Doorstroompunt controleert of er een plan van aanpak is opgemaakt dat voorziet in een begeleidingsprogramma die tenminste een beschrijving omvat van de onderwijsdoelen en de praktijktijd, opgesteld door de school van inschrijving (artikel 3a) of de instelling waar de jongere ingeschreven wenst te worden (artikel 3b)

  • 3.

    Als de consulent vermoedt dat sprake is van omstandigheden zoals genoemd in art. 3a en 3b. van de Leerplichtwet, voert hij, binnen 10 werkdagen, de noodzakelijke gesprekken over een aangepast onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (art. 3a) of lichte arbeid (art. 3b).

  • 4.

    De consulent legt de afspraken die met ouders en de leerling gemaakt zijn schriftelijk vast. Daarnaast zorgt de consulent ervoor dat de afspraken in het leerlingdossier komen te staan. De consulent informeert binnen 5 werkdagen de betrokkenen bij het aangepaste programma over de gemaakte afspraken.

  • 5.

    De consulent legt het programma zodanig uit dat ouders en jongere het begrijpen. Daarnaast zorgt de consulent ervoor dat ouders het verzoek tot toestaan van vervangende leerplicht ondertekenen en indienen.

  • 6.

    De consulent leerplicht informeert het districtshoofd van de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 10. Vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs

(artikel 4a en 15 Leerplichtwet)

  • 1.

    De consulent leerplicht besluit, namens het college van B&W, over aanvragen voor vrijstelling vanwege het volgen van ander onderwijs (art. 15 Leerplichtwet)

  • 2.

    Bij de beoordeling of de jongere op een andere manier voldoende onderwijs krijgt let de consulent op:

  • de vraag of het onderwijs bijdraagt aan het behalen van een startkwalificatie; en

  • de vraag of de hoeveelheid tijd die met het onderwijs gemoeid is in redelijke verhouding staat tot de omvang van het onderwijs.

  • Als het nodig is neemt de consulent aanvullende voorwaarden op bij zijn besluit.

  • 3.

    Als een 17-jarige in dienst wil bij Defensie dan stuurt de jongere een kopie van de aanstellingsbrief bij Defensie naar de consulent leerplicht. In die brief verklaart Defensie dat de 17-jarige bij hen in dienst is en voor welke functie1. In de aanstellingsbrief staat dat de 17-jarige een kopie van de brief moet inleveren bij de afdeling leerplicht van zijn woongemeente.

  • 4.

    Na lichte toetsing van de kopie instellingsbrief verleent de consulent vrijstelling van leerplicht op grond van art. 15 Leerplichtwet.

  • 5.

    De consulent zet in de vrijstellingsbrief het defensiepersoneelsnummer van de jongere. Dit nummer staat in de aanstellingsbrief.

  • 6.

    De consulent leerplicht stuurt de vrijstellingsbrief aan de jongere en zijn/haar ouders en een kopie aan het Dienstencentrum Human Resources2 van Defensie.

  • 7.

    Het kan zijn dat de aanstelling van de jongere bij Defensie voor zijn/haar 18e verjaardag wordt beëindigd. Dan zet Defensie in de ontslagbrief dat met het ontslag de vrijstelling voor leerplicht vervalt, dat de jongere zich bij een onderwijsinstelling moet melden voor het behalen van een startkwalificatie en dat Defensie het ontslag meldt bij afdeling leerplicht van de woongemeente.

  • 8.

    Het Dienstencentrum Human Resources van Defensie laat het aan de consulent leerplicht weten als een jongere voor zijn/haar 18e jaar wordt ontslagen.

  • 9.

    Op het moment dat de 17-jarige wordt gemeld als uitgeschreven bij Defensie controleert de consulent of de kwalificatieplicht voldoende wordt nageleefd.

Artikel 11. Vrijstelling van inschrijving op een school

(artikel 5 aanhef en onder a, b en c, alsmede de artikelen 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet, artikel 5 Leerplichtregeling 1995)

  • 1.

    De consulent leerplicht neemt de kennisgeving van het verzoek om vrijstelling zoals omschreven in artikel 6 van de Leerplichtwet in ontvangst. Hij zendt de ouders een ontvangstbevestiging. Daarin staat op welke termijn ouders een bericht ontvangen over de ontvankelijkheid van het beroep op vrijstelling.

  • 2.

    Als ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder a van de Leerplichtwet, betrekt de consulent de gedragswetenschapper van het Samenwerkingsverband onderwijs. Deze gedragswetenschapper kijkt of het (gedeeltelijk) volgen van onderwijs toch mogelijk is. De consulent laat een onafhankelijk deskundige een onderzoek uitvoeren naar de psychische en/of fysieke gesteldheid van de jongere. De consulent probeert ervoor te zorgen dat de aangewezen deskundige binnen 20 werkdagen de jongere onderzoekt. De onafhankelijke deskundige en de gedragswetenschapper van het Samenwerkingsverband stemmen met elkaar af over de onderwijsmogelijkheden van de jongere.

  • 3.

    Ouders moeten toestemming geven voor overleg tussen de aangewezen deskundige en het Samenwerkingsverband onderwijs waar de jongere onder valt.

  • 4.

    De onafhankelijk deskundige geeft een schriftelijke verklaring af over de geschiktheid van de jongere. De consulent informeert de ouders binnen 10 werkdagen na ontvangst van de verklaring van de deskundige.

  • 5.

    Als de kennisgeving aan de eisen van de wet voldoet, stuurt de consulent de ouders een brief waarin staat voor welke periode de vrijstelling geldt. In de brief staat ook voor welke datum ouders de gemeente moeten informeren als zij opnieuw een beroep op deze vrijstellingsgrond willen doen. De consulent neemt de vrijstelling op in het vrijstellingsregister van onderwijsdeelnemers.

  • 6.

    Willen ouders een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de Leerplichtwet? Dan informeert de consulent de ouders binnen 20 werkdagen. Als er gegronde redenen zijn waarom het langer duurt, dan laat de consulent binnen 20 werkdagen weten wat de nieuwe termijn voor een beslissing is.

  • 7.

    De consulent onderzoekt de bij de kennisgeving toegestuurde documenten. Vervolgens nodigt de consulent de ouders uit voor een mondelinge toelichting. Op basis van de documenten en het gesprek gaat de consulent na of de bedenkingen daadwerkelijk over de richting van onderwijs gaan. De consulent gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest. Een vrijstelling is niet mogelijk indien de leerling de afgelopen 12 maanden bij een school ingeschreven heeft gestaan.

  • 8.

    In de brief aan ouders deelt de consulent leerplicht mee of de ontvangen kennisgeving voldoet aan de wettelijke eisen. In de brief staat verder wat de gevolgen zijn als niet wordt voldaan aan de eisen van de wet.

  • 9.

    Voldoet de kennisgeving niet aan de eisen van de wet? Dan geeft de consulent ouders een redelijke termijn, meestal niet langer dan 20 werkdagen, om de jongere alsnog in te schrijven op een school of instelling.

  • 10.

    Voldoet de kennisgeving wel aan de eisen van de wet? Dan laat de consulent aan ouders weten voor welke periode de vrijstelling geldt. De consulent laat ook weten voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen als zij opnieuw een beroep op deze vrijstellingsgrond willen doen. De consulent neemt de vrijstelling op in het vrijstellingsregister van onderwijsdeelnemers en geeft het aantal besluiten ook door aan het samenwerkingsverband.

  • 11.

    Willen ouders een beroep doen op de grond zoals bedoeld in artikel 5 onder c van de Leerplichtwet? En is het vanwege omstandigheden nog niet gelukt om een verklaring te overleggen van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs? Dan laat de consulent aan ouders weten op welke manier en op welk moment zij moeten aantonen dat de jongere in het buitenland onderwijs krijgt.

  • 12.

    Voldoet de kennisgeving niet aan de eisen van de wet? Dan geeft de consulent ouders een redelijke termijn, meestal niet langer dan 20 werkdagen, om de jongere alsnog in te schrijven op een school of instelling.

  • 13.

    Voldoet de kennisgeving wel aan de eisen van de wet? Dan laat de consulent aan ouders weten voor welke periode de vrijstelling geldt. De consulent neemt ook in de brief op voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen als zij opnieuw een beroep op deze vrijstellingsgrond willen doen. De consulent neemt de vrijstelling op in het vrijstellingsregister van onderwijsdeelnemers. De consulent informeert de Arbeidsinspectie over de vrijstelling van inschrijvingsplicht als het gaat om jongeren tussen 16 en 18 jaar.

Artikel 12. Bepalen of een onderwijsvoorziening een school is in de zin van de Leerplichtwet

(artikel 1a, 1 lid 2, 1A1 en 22 lid 4 Leerplichtwet)

  • 1.

    De consulent neemt contact op met de onderwijsinspectie als ouders aangeven dat zij voldoen aan de Leerplichtwet doordat hun kind gebruik maakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening. De consulent vraagt de onderwijsinspectie om een onderzoek in te stellen en binnen een aangegeven termijn advies uit te brengen over de vraag of de voorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet. Ouders kunnen erop worden gewezen dat zij binnen 4 weken na de feitelijke start van de school zich bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) moeten melden.

  • 2.

    De consulent leerplicht volgt het advies van de onderwijsinspectie.

  • 3.

    Voldoet een school niet (meer) aan de criteria van de wet en is daarom niet langer sprake van een school in de zin van de wet? Dan stelt de consulent de ouders van leerlingen van deze onderwijsvoorziening hier binnen 7 dagen van op de hoogte. Of de consulent zorgt ervoor dat hij zeker weet dat de onderwijsvoorziening de ouders schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.

Artikel 13. Aanwijzing deskundige

(artikel 7 Leerplichtwet)

De consulent maakt afspraken (ad hoc of structureel) met een arts, pedagoog of psycholoog over de manier waarop hij/zij een verklaring over de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling van een jongere geeft. Als toestemming nodig is van ouders (en de jongere vanaf 16 jaar), dan neemt de deskundige contact op met het Samenwerkingsverband over de onderwijsmogelijkheden van de jongere.

Artikel 14. Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming

(artikel 22, lid 5 Leerplichtwet)

Als de consulent leerplicht een proces-verbaal opstelt in verband met relatief verzuim en deze naar de officier van justitie stuurt, stuurt hij een afschrift naar de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). Dit geldt ook voor een herhaald proces-verbaal waar ouders en/of jongere als verdachte zijn opgenomen. De consulent kan, voordat deze proces-verbaal opmaakt, een medewerker van het Adviesteam van de RvdK consulteren over de gewenste route. Dit kan een route zijn volgens de MAS (vrijwillige hulp, een drangtraject of een civiel en/of strafrechtelijke route) en/of volgens de Jeugdbeschermingstafel (JBT).

Artikel 15. Melding aan Veilig Thuis

Vermoedt de consulent bij een onderzoek dat sprake is van verwaarlozing van de belangen van een jongere? Dan kan hij Veilig Thuis informeren met het verzoek om een onderzoek te doen. De consulent informeert de ouders hierover per brief. De consulent neemt het rapport van Veilig Thuis op in het leerlingdossier. Bij vermoeden van verwaarlozing stemt de consulent leerplicht af met de aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling en/of gedragswetenschapper van ’t Baken.

Artikel 16. Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

(artikel 16, lid 4, sub e, Leerplichtwet)

De meldcode bestaat uit 5 stappen. De consulent leerplicht volgt deze stappen. Dit is vastgelegd in het protocol meldcode huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling van de gemeente Lochem.

Artikel 17. Melding aan de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)

(artikel 23 Leerplichtwet, artikel 5 Leerplichtregeling 1995)

De consulent leerplicht zorgt dat het districtshoofd van de Inspectie SZW informatie ontvangt over:

  • a.

    jongeren voor wie vervangende leerplicht is goedgekeurd op basis van artikel 3b van de wet;

  • b.

    jongeren die een vrijstelling van de inschrijfplicht hebben op basis van artikel 5, onder a of b van de wet, en die 16 jaar of ouder zijn;

  • c.

    jongeren die in strijd met de voorschriften arbeid verrichten.

Artikel 18. Melding aan de Sociale Verzekeringsbank

(artikel 7 Algemene Kinderbijslagwet)

  • 1.

    De consulent leerplicht kan een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) als sprake is van ongeoorloofd verzuim bij een jongere van 16 of 17 jaar zonder startkwalificatie. Het gaat dan om verzuim van 16 uur of meer in een periode van 4 weken of om het niet op een school ingeschreven staan zonder vrijstelling.

  • 2.

    De consulent leerplicht kan besluiten over te gaan tot een melding als:

    • a.

      sprake is van verwijtbaarheid van ouders en/of jongere

    • b.

      ouders en/of jongere niet willen meewerken aan afspraken om verzuim te stoppen en/of

    • c.

      sprake is van herhaling.

  • 3.

    Voordat de consulent leerplicht een melding doet bij de SVB roept de consulent ouders en jongeren op en brengt hen van de voorgenomen melding op de hoogte. Dan wordt afgesproken binnen welke termijn en onder welke voorwaarden ouders en jongere de melding kunnen voorkomen.

  • 4.

    De consulent leerplicht zet de volgende afspraken op papier en stuurt deze naar ouders en jongere:

    • a.

      het geconstateerde verzuim (minimaal 16 uur per 4 weken);

    • b.

      de ondernomen acties om dit verzuim te stoppen, als deze geen resultaat hebben gehad (acties van de consulent leerplicht, gesprek, waarschuwing, melding multidisciplinair team enz.);

    • c.

      datum waarop de melding naar de SVB is verstuurd;

    • d.

      datum waarop de kinderbijslag stopgezet zal worden;

    • e.

      voorwaarden waar ouders en/of jongere aan moeten voldoen om de melding ongedaan te maken;

    • f.

      evaluatiedatum (als de melding aan de SVB is gedaan, kunnen ouders en/of jongere alsnog voldoen aan de voorwaarden om de melding ongedaan te maken. Hiervoor wordt een uiterste datum genoemd.

Artikel 19. Melding aan de Inspectie van het Onderwijs

(artikel 16a Leerplichtwet, toezicht op de directeur /Inspectie van het onderwijs)

  • 1.

    Als een consulent leerplicht, bij het uitoefenen van de toezichthoudende rol op leerlingen en ouders/verzorgers, tekortkomingen ziet bij een school of onderwijsinstelling bij het naleven van de Leerplichtwet, informeert en adviseert deze de school of onderwijsinstelling. Zo is de school of onderwijsinstelling zich bewust van de geldende wettelijke bepalingen.

  • 2.

    Op het moment dat een consulent leerplicht bij een volgend bezoek signaleert dat de school of onderwijsinstelling nog steeds niet voldoet aan de wettelijke bepalingen, zal deze de school verzoeken dat alsnog te doen. De consulent leerplicht geeft een schriftelijk signaal af aan de Inspectie van het Onderwijs.

  • 3.

    Het schriftelijk signaal wordt afgegeven via het contactformulier van de Inspectie van het Onderwijs. De consulent stelt de school of onderwijsinstelling hiervan op de hoogte.

  • 4.

    In het schriftelijk signaal staat een omschrijving van de waargenomen feiten. Daarnaast omschrijft de consulent op welke manier hij heeft gehandeld in relatie tot de signalering.

  • 5.

    Als de consulent leerplicht, nadat hij bij de Inspectie van het Onderwijs al een signaal heeft afgegeven, opnieuw waarneemt dat de school of onderwijsinstelling in strijd met de Leerplichtwet handelt, doet hij opnieuw een melding. Dit op dezelfde wijze als omschreven in lid 3 en 4 van dit artikel.

Artikel 20. Jaarverslag Leerplicht

(artikel 25 Leerplichtwet; artikel 118h, zevende lid, WVO, artikel 162b, zevende lid, WEC, artikel 8.3.2, zevende lid, WEB)

  • 1.

    De gemeente legt verantwoording af over het in het schooljaar, al dan niet in regionaal verband, gevoerde beleid en de resultaten daarvan. Dit gebeurt door middel van een jaarverslag. De consulent leerplicht levert de benodigde informatie hiervoor aan.

  • 2.

    De consulent leerplicht brengt jaarlijks verslag uit aan de minister over de omvang en behandeling van schoolverzuim. Dit gebeurt vóór 1 oktober van het volgende schooljaar.

Artikel 21. Samenwerking in de regio

(artikel 16, lid 4, onder c, Leerplichtwet)

  • 1.

    De consulent leerplicht voert regelmatig (minimaal drie keer per jaar) overleg met de medewerkers leerplicht van andere gemeenten in de regio over de uitvoering van taken. De consulent neemt als het nodig is het initiatief tot het bijeenroepen van dit overleg. De informatie vanuit het overleg is eventueel beschikbaar voor het jaarverslag over het gevoerde beleid.

  • 2.

    De consulent leerplicht overlegt met de leerplichtmedewerker van de woongemeente van een jongere als hij in contacten met scholen of instellingen merkt dat sprake kan zijn van een overtreding van de wet of een bedreiging van de schoolloopbaan van een jongere.

  • 3.

    De consulent leerplicht voert overleg met de doorstroom-medewerker over jongeren van 17 jaar en ouder die via DUO bij Leerplicht gemeld zijn, jongeren van 17 jaar en ouder met een vrijstelling en jongeren van 17 jaar en ouder die langdurig ziek zijn of geen onderwijs volgen.

Artikel 22. Samenwerking met andere diensten en instellingen

(art 16, lid 4d Leerplichtwet; artikel 8.23 WVO 2020, artikel 162b, derde lid, WEC, artikel 8.3.2, derde lid, WEB)

De consulent leerplicht werkt samen met één of meer van de instellingen, opgenomen in bijlage 1.

Dit gebeurt zo vaak als de consulent wenselijk vindt. De consulent leerplicht vervult een regierol om inzichtelijk te krijgen of jongeren daadwerkelijk aankomen en verder worden geholpen bij een organisatie. De consulent leerplicht controleert, volgens de MAS, of doorverwezen jongeren daadwerkelijk in bemiddeling zijn genomen.

Artikel 23. Informatie nodig voor ontwikkeling van beleid

De consulent leerplicht blijft goed op de hoogte van regionale en landelijke ontwikkelingen die nodig zijn voor de uitvoering van de leerplichttaken. In samenwerking met de beleidsmedewerker wordt gekeken of het nodig is om beleid aan te passen. Verder zorgt de consulent leerplicht ervoor dat ervaringen met de uitvoering van leerplichttaken zowel kwantitatief als kwalitatief op een systematische manier worden verzameld.

Artikel 24. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze instructie treedt in werking op 4 juni 2025. Dit is 14 dagen na het besluit door het college van B&W. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de consulent leerplicht in behandeling zijn, worden zo veel mogelijk in overeenstemming met deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.

  • 2.

    De instructie wordt aangehaald als: ‘Instructie voor de consulent leerplicht gemeente Lochem 2025’.

  • 3.

    Met het vaststellen van de instructie komen voorgaande instructies leerplicht te vervallen.

  • 4.

    Het vaststellen van deze instructie wordt bekendgemaakt aan samenwerkingspartners.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders van 20 mei 2025.

Burgemeester

F.T.J.M. Backhuijs

Secretaris

D. Kerkdijk

Bijlage 1. Instellingen waarmee wordt samengewerkt3

De consulent leerplicht voert zo vaak als hij dit voor het uitoefenen van zijn taak nodig acht overleg met:

  • Collega’s binnen ‘t Baken

  • Scholen voor primair onderwijs

  • Scholen voor voortgezet onderwijs

  • Scholen voor speciaal onderwijs

  • Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs

  • Instellingen voor beroepsonderwijs (ROC, AOC en vakinstelling)

  • Regionale Expertise Centra (SO-VSO)

  • Doorstroompunt in Zutphen

  • Arrondissement

  • Rechtbank

  • Stichting Halt

  • Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

  • Politie

  • Raad voor de Kinderbescherming

  • Veilig Thuis

  • Reclassering

  • Regiogemeenten

  • Provincie

  • Ministerie OC&W

  • Ministerie van Justitie

  • Ministerie van Binnenlandse Zaken

  • Ingrado (branchevereniging voor Leerplicht- en RMC)

  • Inspectie van het Onderwijs

  • Instellingen voor jeugdhulpverlening

  • Instelling voor jeugdgezondheidszorg (GGD-NOG)

  • Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

  • Lokale zorginstanties

  • Inspectiedienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

  • Sociale Verzekeringsbank

  • Centrum voor werk en inkomen

  • Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen / UWV Werkbedrijf

  • Jeugdbeschermingstafel (JBT)

  • Welzijn Lochem

  • Andere onderdelen binnen de gemeentelijke organisatie

De consulent leerplicht raadpleegt zo nodig de sociale kaart van de gemeente.

Algemene toelichting op de instructie voor de consulent leerplicht

In artikel 16 lid 4 van de Leerplichtwet 1969 staat dat het college van B&W een instructie moet vaststellen voor de consulent leerplicht. De instructie is opgesteld om de gewenste werkwijze bij het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet vast te leggen. Voor deze instructie is gebruik gemaakt van de modelinstructie van Ingrado (versie april 2022). De artikelen in de instructie komen niet overeen met artikelen uit de Leerplichtwet. Bij ieder artikel staat wel genoemd met welke wettelijke artikelen een relatie is.

In de instructie moet staan hoe de wettelijke taken van de gemeente worden uitgevoerd. Daarnaast moet in de instructie staan hoe de consulenten leerplicht overleggen met omliggende gemeenten en met welke instanties bij de uitvoering van taken wordt samengewerkt.

De instructie bevat weinig tot geen bepalingen die in wetgeving zijn opgenomen. De instructie moet daarom in nauwe samenhang met de wetgeving gelezen worden. Het gaat hierbij om de Leerplichtwet, maar ook om onderwijswetten en andere relevante wetgeving zoals de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het Wetboek van Strafrecht en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Geen wet, maar wel belangrijk is de Methodische Aanpak Schoolverzuim die ook samenhangt met de instructie.

Waar gesproken wordt over de consulent leerplicht, gaat het over de functionaris die volgens artikel 16 lid 1 wordt aangewezen en die de eed of belofte heeft afgelegd. De instructie gaat ervan uit dat de consulent leerplicht de bevoegdheid als buitengewoon opsporingsambtenaar heeft. Dan is voor strafrechtelijke handhaving de medewerking van de politie niet noodzakelijk. In de gemeente Lochem heeft één van de consulenten de bevoegdheid BOA.

1.1 Taakverdeling

Het totale takenpakket van leerplicht kent werkzaamheden van uiteenlopend niveau en verschillende complexiteit. De werkzaamheden zijn te verdelen over de functies beleidsadviseur, consulent en administratief medewerker.

1.2 Mandaatverleningen

Mandaat betekent letterlijk volmacht. Burgemeester en wethouders kunnen rechtstreeks de consulent leerplicht mandateren. De consulent leerplicht neemt dan namens burgemeester en wethouders een beslissing.

De consulent leerplicht is in deze instructie gemandateerd voor de artikelen:

  • 3a Leerplichtwet, vervangende leerplicht;

  • 3b Leerplichtwet, vervangende leerplicht laatste schooljaar, en

  • 15 Leerplichtwet, vrijstelling voor het volgen van ander onderwijs.

1.3 Toezichthouder

Artikel 16 Leerplichtwet, eerste lid, bepaalt: "Het toezicht op de naleving van deze wet anders dan door de hoofden is opgedragen aan burgemeester en wethouders. Zij wijzen daartoe één of meerdere ambtenaren aan." In het tweede lid staat dat de consulenten eerst de eed of belofte moeten afleggen.

De aanwijzing volgens artikel 16 lid , betekent dat de consulent leerplicht toezichthouder is zoals bedoeld in art. 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De consulent is ‘bij of krachtenswettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.’

De bepalingen van de Awb als het gaat om de toezichthouder (en dus ook de consulent leerplicht) staan hieronder kort samengevat:

  • Art. 5: 12 legitimatie tonen (volgens een door de minister van Justitie aangewezen model 12)

  • Art. 5:13 redelijk gebruikmaken van bevoegdheden

  • Art. 5:14 mogelijkheid tot beperking van bevoegdheden bij wet of besluit van het bestuursorgaan.

  • Art. 5:15 bevoegdheid tot betreden van elke plaats, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner, zo nodig met hulp van de sterke arm en vergezeld van personen die de toezichthouder aanwijst.

  • Art.5: 16 bevoegdheid tot het vorderen van inlichtingen

  • Art. 5: 16a bevoegdheid tot vorderen inzage identiteitsbewijs

  • Art. 5: 17 bevoegdheid tot inzien van zakelijke gegevens en tot het maken van een kopie daarvan (ter plekke of na meenemen voor korte tijd)

  • Art. 5: 20 iedereen is verplicht aan een toezichthouder alle medewerking te verlenen die de toezichthouder redelijkerwijs kan vorderen.

1.4 Termijnen

In verschillende artikelen van de instructie staan termijnen genoemd. Deze termijnen zijn soms in de wet te vinden. Als dat het geval is staat het in de artikelsgewijze toelichting. De niet in de wet opgenomen termijnen staan in de tekst van de instructie zelf en gelden als termijn van orde.

1.5 Last onder dwangsom

In de instructie is de bevoegdheid voor de consulent leerplicht opgenomen om het college van B&W voor te stellen een last onder dwangsom op te leggen (art. 6 lid 15). Dit bestuursrechtelijke handhavingsinstrument is op het vlak van leerplichttaken nog niet veel toegepast. Uit jurisprudentie blijk dat de bevoegdheid wel bestaat.

Artikel 125 van de Gemeentewet geeft het college de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen. Dit kan omdat zij vanuit de Leerplichtwet met handhaving van die wet zijn belast. Daarom geeft artikel 5:32 Awb het college de bevoegdheid om een last onder dwangsom op te leggen.

Het zou kunnen dat deze sancties onder bepaalde omstandigheden effectiever zijn dan de ‘klassieke’ strafrechtelijke sancties zoals het opmaken van proces-verbaal. Dit vooral wanneer de verwachting is dat de overtreding voortduurt of dat er sprake is van herhaling. Het onderscheid tussen strafrechtelijk optreden en bestuursrechtelijk optreden is grofweg als volgt te typeren:

  • In het strafrecht wordt de overtreding zelf bestraft;

  • In het bestuursrecht worden maatregelen genomen om de niet toegestane situatie ongedaan te maken of om te zorgen dat de overtreding niet voortduurt of herhaald wordt.

Strafrechtelijk en bestuursrechtelijk optreden kunnen naast elkaar bestaan. Daarover bestaat in de juridische literatuur overeenstemming.

Een voorbeeld van een voortdurende overtreding is de overtreding van de verplichting tot inschrijving en/of regelmatig schoolbezoek volgens de Leerplichtwet. Elke dag dat de betrokkenen in verzuim blijven duurt de overtreding voort. Het opleggen van een last onder dwangsom is bedoeld om de overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding of herhaling te voorkomen. Bij absoluut of relatief verzuim (bijvoorbeeld ernstig luxe verzuim) is dit mogelijk een passend instrument.

De dwangsom kan tot een hoog bedrag oplopen. Als de overtreders niet ruim bij kas zitten zal het instrument niet helpen. Waar niets is, is niets te halen. Een last onder dwangsom moet in redelijke verhouding staan tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking (art. 5:32b lid 3 Awb).

Toepassen van de bestuursrechtelijke instrumenten zijn een taak van het bestuursorgaan de gemeente. Een besluit om een last onder dwangsom op te leggen is een besluit waarop de rechtsbescherming van de Awb van toepassing is. In deze instructie is ervoor gekozen geen mandaat te verlenen voor deze bevoegdheid. Dit gezien de relatieve onbekendheid in de leerplichtpraktijk. Het ligt voor de hand in voorkomende gevallen uit te gaan van een collegebesluit.

Artikelsgewijze toelichting op de instructie voor de consulent leerplicht

2.1 Toelichting artikel 1

In artikel 1 zijn enkele begrippen omschreven. Deze zijn niet allemaal in de Leerplichtwet opgenomen.

In de artikelen 28a WVO,47b WEC en 8.1.8a WEB is opgenomen:

"Het bevoegd gezag doet onverwijld opgave aan Onze Minister van de gegevens van degene die voldoet aan artikel 28, eerste lid, onderdelen a en b, en die het onderwijs aan de school gedurende een aaneengesloten periode van ten minste vier weken of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt.

Onze Minister neemt de op grond van dit artikel door het bevoegd gezag verstrekte gegevens op in het meldingsregister relatief verzuim.

Onze Minister bericht burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats heeft onverwijld na ontvangst van de opgave, bedoeld in het eerste lid, dat een zodanige opgave heeft plaatsgevonden.

  • In het kader van de instructie wordt ervan uitgegaan dat deze taak wordt opgedragen aan een personeelslid van de school, hier aangeduid met de directeur. De 'echte' directeur kan deze taken binnen de school of instelling natuurlijk aan een ander opdragen. Mocht twijfel ontstaan over de bevoegdheid van iemand die zo'n melding doet, dan moet het bevoegd gezag uiteraard wel de bevoegdheid van de betrokkene kunnen aantonen.”

2.2 Toelichting artikel 2

Artikel 2 gaat over preventie. In dit artikel staan een aantal proactieve informatie-instrumenten. Lid 4 en 5 gaan vooral over de afstemming tussen diverse disciplines. Vooral de ketenpartners spelen bij preventie een belangrijke rol. Met de invoering van de Methodische Aanpak Schoolverzuim (2017) is opgenomen dat de consulent zoveel mogelijk volgens deze methode handelt. Pas toe of leg uit is het motto van de MAS.

2.3 Toelichting artikel 3

Dit artikel gaat over de leerplichtadministratie. In de gemeente Lochem maken we gebruik van het systeem Carel voor uitvoering van de administratie. Het Doorstroompunt in Zutphen voert voor Zutphen en Lochem de RMC-wetgeving uit voor 18plussers. Ook zij maken gebruik van het systeem Carel.

Alle leerlingen waar een consulent leerplicht in de loop van een schooljaar mee te maken heeft, worden aan het begin van het schooljaar in de leerplichtadministratie opgenomen. De 3-jarigen worden meegenomen omdat deze kinderen in de loop van het schooljaar 4 jaar worden en bij een school worden ingeschreven (zo kunnen de kinderen die nog niet worden ingeschreven eenvoudig in beeld komen). Als een jongere een startkwalificatie heeft, wordt dit vermeld.

Lid 3 gaat over tussentijdse mutaties. Om te voorkomen dat leerlingen door verhuizing in de loop van het schooljaar tussen wal en schip raken en niet aan onderwijs deelnemen is het belangrijk om een goed sluitend systeem van tussentijdse mutaties te hebben. Aangifte van verhuizing hoort bij de beheerder van de Basisregistratie Personen (Brp) binnen te komen. Als een schoolmutatie wordt ontvangen, kan gecontroleerd worden of verhuizing op juiste wijze is gemeld.

Mutaties van in- en uitschrijvingen moeten op basis van art. 18 Leerplichtwet binnen 7 dagen (lees een week) door de school/ instelling worden gemeld.

In lid 6 is de mogelijkheid opgenomen om een signaal af te geven aan de Inspectie van Onderwijs als een directeur volhardend en verwijtbaar in gebreke blijft. Verdere uitwerking staat in artikel 20 van de instructie.

Lid 7 gaat over de controle of alle leer- en kwalificatieplichtigen op een school of instelling zijn ingeschreven. Het gaat om alle scholen en instellingen binnen en buiten de gemeente waar leerlingen woonachtig in de gemeente Lochem zijn ingeschreven. De genoemde termijn van 2 weken is een termijn van orde en geen wettelijke bepaling. Als sprake is van verwijtbaar in gebreke blijven van een school of instelling, dan moet daar vlot tegen opgetreden worden. De consulent leerplicht spreekt de directeur aan. Hiervan wordt een dossier gevormd. Als de directeur in gebreke blijft kan de consulent leerplicht dit signaleren bij de Inspectie voor het Onderwijs. De strafbaarheid van de directeur van de school of instelling op dit punt is opgenomen in artikel 27 Leerplichtwet.

Lid 8 gaat over de wijziging van school. Artikel 10 van de Leerplichtwet geeft aan dat de oude school pas mag uitschrijven als een nieuwe school gevonden is. In lid 8 van de instructie is aangegeven dat de administratief medewerker dit controleert. Zo nodig kan in administratieve zin bemiddelend worden gehandeld.

Lid 9 gaat over verhuizing. De leerplichtregeling 1995 (art. 3 lid 2) schrijft voor dat ‘administratieve gegevens’ aan de nieuwe gemeente worden toegestuurd. Het gaat niet automatisch om het hele leerlingdossier. Daarvoor is contact tussen de consulenten leerplicht van beide gemeenten wenselijk (‘warme overdracht’). Gegevens die wel overgedragen moeten worden zijn veroordelingen (vanwege de kans op herhaling) recente verzuimmeldingen en vrijstellingen.

2.4 Toelichting artikel 4

Artikel 4 geeft meer informatie over het leerlingdossier. Uitgangspunt is dat van een leerling, fysiek of digitaal, een apart dossier wordt gemaakt ‘als er iets aan de hand is’. Voor een groot deel van de leerlingen zal dat nooit het geval zijn. In de gemeente Lochem wordt in het leerplichtsysteem Carel een digitaal dossier aangemaakt.

Het dossier wordt in het bijzonder beschermd door de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Belangrijkste bepalingen zijn:

  • het gebruik wordt beperkt tot de doelstellingen die de wet eraan geeft, namelijk de zorg voor een schoolloopbaan die tot een (start) kwalificatie leidt.

  • recht op kennis van de inhoud van het dossier voor de betrokkenen.

  • recht op correctie van opgenomen gegevens.

2.5 Toelichting artikel 5

Artikel 5 gaat in op verlof ‘wegens andere gewichtige omstandigheden’. De consulent leerplicht heeft de bevoegdheid tot het nemen van een besluit op een aanvraag voor extra verlof ‘wegens andere gewichtige omstandigheden’ voor meer dan 10 schooldagen per jaar. Het kan gaan om 1 aanvraag, maar ook om elkaar opvolgende aanvragen. Dit is een bevoegdheid die rechtstreeks vanuit de wet bij de consulent leerplicht is neergelegd (attributie). Er is dus geen sprake van mandaat. De consulent leerplicht is zelf ‘bestuursorgaan’ in de zin van de Awb. Komt er een bezwaar? Dan moet de consulent na advies van de gemeentelijke bezwarencommissie een besluit op bezwaar nemen.

Gaat het om minder dan 10 dagen? Dan moet de directeur van de school/ instelling hier zelf over besluiten.

Lid 1 en 2 gaan over de ontvangst van de aanvraag en de termijn voor beslissing. Het is niet mogelijk om een vaste termijn aan te houden omdat zich gevallen kunnen voordoen waarbij zeer snel een besluit nodig is. Als de spoed niet zo groot is moet een consulent ook een redelijke termijn kunnen aanhouden om tot een besluit te komen. Kijken we naar de Awb dan is een redelijke termijn 8 weken. Als die tijd er niet is en betrokkenen vertrekken voordat het besluit is genomen, dan moet de aanvraag wel verder behandeld worden. Voor ouders/ verzorgers moet het duidelijk zijn dat evt. consequenties voor eigen rekening zijn.

In lid 3 wordt beschreven wat gebeurt bij een onvolledige aanvraag. De consulent leerplicht kan, als er niet tijdig (na een hersteltermijn) een volledige aanvraag ligt, besluiten om de aanvraag buiten behandeling te laten (op grond van art. 4:5 Awb). De termijn is een periode van in ieder geval 1 week en maximaal 3 weken. De consulent leerplicht kan een formulier gebruiken om dit aan te geven. In het formulier staat dan dat de consulent een onvolledige aanvraag heeft ontvangen en welke informatie nog ontbreekt.

Het is mogelijk dat de consulent leerplicht de directeur om zijn/ haar mening vraagt. Dat is geregeld in lid 4.

Als de voorgenomen beslissing anders is dan ouders/ verzorgers hebben gevraagd, dan legt de consulent hun visie op papier vast. Afhankelijk van de leeftijd kan het wenselijk zijn om ook de visie van de jongere zelf te kennen. De consulent geeft aan op welke plek een eventueel gesprek is. Het kan bijvoorbeeld efficiënt (en klantvriendelijk) zijn om dit gesprek op school te voeren. Maar het kan ook zijn dat de consulent kiest voor het gemeentehuis. Dit omdat het in het belang van de veiligheid een betere plek is. De consulent legt de behandeling van de aanvraag zorgvuldig vast in het leerlingdossier. Dit is opgenomen in lid 5, 6 en 7 van de instructie.

Bij de beoordeling van een aanvraag van meer dan 10 dagen kijkt de consulent naar de ‘gewichtige omstandigheden’. Die omstandigheden zijn verder uitgewerkt in art. 14 van de Leerplichtwet. Het zijn ‘uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden’ waarvoor een kind extra verlof nodig heeft. Dit zijn situaties die buiten de wil van de ouders/ verzorgers en/of leerling liggen. Er zijn bijvoorbeeld bepaalde familieomstandigheden of er is sprake van een medische of sociale indicatie. De consulent kan het verzoek neerleggen een verklaring van een professional toe te voegen aan de aanvraag. Bovenstaand is geregeld in lid 8 van deze instructie.

Gaat het om een aanvraag van minder dan 10 schooldagen, dan ligt de beslissing bij de directeur (art. 9). De directeur mag de consulent leerplicht om advies vragen als deze daar behoefte aan heeft. De consulent kan daarbij de rechtsgelijkheid (gelijke gevallen van verschillende scholen) in het oog houden. De consulent kan de scholen ook advies over het leerplichtbeleid geven (de bevoegdheid blijft liggen bij de directeuren). In de leidraad voor het aanvragen en toekennen van verlof van ’t Baken Lochem staat wanneer wel en wanneer geen extra verlof wordt gegeven. En wat nodig is bij het aanvragen van verlof. De leidraad staat op de website van ’t Baken en is bij de scholen bekend. Scholen kunnen deze leidraad gebruiken bij het opstellen van hun beleid.

2.6 Toelichting artikel 6

Artikel 6 gaat over het relatief verzuim van jongeren. Relatief verzuim geeft aan dat een jongere na inschrijving de school niet geregeld bezoekt. Dit staat in artikel 2 en 4a van de Leerplichtwet 1969.

In artikel 21 en 21a van de Leerplichtwet staat dat de school een melding moet doen. Dit gebeurt met uitzondering van particulier onderwijs via DUO in het register onderwijsdeelnemers. De consulent leerplicht stelt dan een onderzoek in (art. 22 Leerplichtwet). In deze instructie staat de werkwijze beschreven die de consulent leerplicht volgt. In een instructie kunnen niet alle mogelijke situaties worden beschreven. Hoofdlijn moet zijn dat afwijking van de beschreven werkwijze mogelijk is, maar dat het gemotiveerd in het dossier terug te vinden moet zijn. Verzuim kan ook gerelateerd zijn aan (vermoedelijk) achterliggende problemen. De consulent leerplicht gaat dan ook in gesprek met ouders/verzorgers en leerling vanaf 12 jaar over deze achterliggende problematiek. Waar nodig worden ketenpartners hierbij betrokken.

Lid 3 van de instructie vraagt van de consulent dat hij/zij de personen die bij een onderzoek betrokken raken goed informeert. Het gaat dan over de te volgen procedure, maar ook over mogelijke consequenties van hun gedrag.

In lid 4 wordt aangegeven dat consulenten leerplicht ook hun preventieve taak kunnen uitvoeren als scholen een melding doen over een leerling die minder uren verzuimt dan wettelijk is toegestaan maar waarbij zij zich zorgen maken. Bijvoorbeeld als een leerling regelmatig te laat komt. De consulent leerplicht roept de leerling (en de ouders) dan preventief op om te ze wijzen op de mogelijke consequenties van doorgaan met te laat komen.

De consulent treedt op als sprake is van ‘verwijtbaar in gebreke blijven’ van de kant van ouders en/of jongere (van 16 jaar of ouder). Dat kan op verschillende manieren:

  • De consulent kan een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank om de kinderbijslag stop te zetten (art. 6 lid 10). In artikel 17 van deze instructie staat hierover meer.

  • Een andere mogelijkheid om op te treden is het doen van een Halt-verwijzing (door een consulent met de bevoegdheid BOA) voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar. De jongere en diens ouders/verzorgers (als de jongere nog geen 16 is) moeten voor deze verwijzing toestemming geven. Het gaat bij een Halt-verwijzing om minder zware problemen. Als de Halt-straf positief wordt afgerond krijgt de jongere geen strafblad na zijn 18e verjaardag. Het kan ook zijn dat de Halt-straf niet voldoende is uitgevoerd. Halt sluit het traject dan negatief af. De consulent leerplicht kan dan, na overleg met het OM en/of JBT alsnog een proces-verbaal opmaken. Bovenstaande is geregeld in lid 11 en 12 van de instructie.

  • De consulent leerplicht met bevoegdheid van buitengewoon opsporingsambtenaar kan een proces-verbaal opmaken (lid 13 instructie).

In lid 15 is een mogelijkheid opgenomen een last onder dwangsom voor te stellen als ouders volhardend de schoolbezoekplicht overtreden.

Het kan zijn dat de consulent hoort over het verzuim, maar geen melding via de school heeft ontvangen. Dan stelt de consulent toch een onderzoek in. In het onderzoek wordt meegenomen waarom de directeur geen melding heeft gemaakt. Indien nodig kan de consulent een signaal afgeven bij de Inspectie van het Onderwijs. Dit is geregeld in lid 15.

De consulent leerplicht kan de school in een individueel geval en in meer algemene zin advies geven. Bijvoorbeeld hoe te handelen in een bepaalde situatie of over het verzuimbeleid in het algemeen. In artikel 21 van de Leerplichtwet staan de basisegels waarin is aangegeven wanneer melding verplicht is. Er zijn ook situaties waarbij een eerdere melding wenselijk is. Denk aan onduidelijke redenen voor afwezigheid zoals vage ziekmeldingen of bepaalde verzuimpatronen.

2.7 Toelichting artikel 7

Artikel 7 gaat over het absoluut verzuim van jongeren. Absoluut verzuim geeft aan dat een jongere niet staat ingeschreven bij een school ‘overeenkomstig de bepalingen van de Leerplichtwet. Dit staat in artikel 2 van de Leerplichtwet.

Voor het grootste deel is de werkwijze hetzelfde als genoemd onder artikel 6 van de instructie. In artikel 3 van de instructie is de ‘kapstok’ genoemd voor het ontdekken van mogelijke gevallen van absoluut verzuim. Namelijk regelmatige en systematische controle, zeker bij tussentijdse wijzigingen. Lid 2 van dit artikel sluit daarbij aan door eerst een administratieve check voor te schrijven. Pas daarna mag de consulent de ouders/ verzorgers en/of de jongere aanspreken.

2.8 Toelichting artikel 8

Dit artikel gaat over kennisgeving van in- en afschrijvingen en dreigend voortijdig schoolverlaten van leerplichtigen. Beide situaties staan samen in 1 artikel omdat het in essentie gaat om een (dreigende) situatie waarbij de jongere buiten het onderwijs komt te staan.

Het bevoegd gezag van een school voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal (basis) onderwijs kan een leerling schorsen (voor maximaal 1 week) of definitief verwijderen van school. Bij een besluit om de leerling te schorsen wordt dit schriftelijk bekend gemaakt. Bij een schorsing langer dan 1 dag moet de school (het bevoegd gezag) de Inspectie schriftelijk informeren met vermelding van de redenen voor schorsing. Leerlingen die dreigen thuis te komen te zitten vanwege schorsingen (maximaal 5 schooldagen) worden met de consulent leerplicht en de gedragswetenschapper anoniem of met toestemming van de ouders besproken.

Als de school een leerling wil verwijderen, dan moet de Inspectie van het Onderwijs om advies gevraagd zijn. Ook moeten ouders/ verzorgers en/of de leerling zijn gehoord. De consulent leerplicht en de gedragswetenschapper van het samenwerkingsverband worden om advies gevraagd. Bovendien kan een leerling alleen worden verwijderd als een andere school bereid is om de leerling aan te nemen. Het is wenselijk dat de consulent leerplicht in zo’n geval ook contact met de Inspectie opneemt. Ofwel om achtergrondinformatie te ontvangen ofwel om de Inspectie op de hoogte te stellen (als de school dat, ten onrechte, nog niet heeft gedaan).

De wettelijke bepalingen over de melding van voortijdig schoolverlaten gaan er vanuit dat in ieder geval een melding moet worden gedaan als de leerling 4 weken aaneengesloten geen onderwijs meer volgt. Het is goed mogelijk om tot afspraken te komen waarbij de school (het bevoegd gezag) sneller melding maakt van voortijdig schoolverlaten.

2.9 Toelichting artikel 9

In dit artikel zijn bepalingen over vervangende leerplicht opgenomen. Consulenten leerplicht kunnen besluiten namens het college van B&W. Zij hebben daarvoor het mandaat. De wet gaat uit van een door ouder ingediende en ondertekende aanvraag. In de praktijk zal het vaak zijn dat de aanvraag door school wordt voorbereid, in goed overleg met de consulent leerplicht en andere professionals. Bijvoorbeeld in een ondersteuningsteam/ ZAT.

De oudere leerplichtige, die gebruikmaakt van artikel 3b, mag werken.

In het 3e, 4e en 5e lid van deze instructie staat de werkwijze beschreven. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke eisen.

2.10 Toelichting artikel 10

In dit artikel staan bepalingen voor vrijstelling van leerplicht wegens het volgen van ander onderwijs. Consulenten leerplicht kunnen besluiten namens het college van B&W. Zij hebben daarvoor het mandaat.

In de tekst is (in het tweede lid) een aanwijzing opgenomen voor de criteria die bij de toetsing van het 'andere onderwijs' worden toegepast. Bij de beoordeling kijkt de consulent leerplicht of leerlingen kunnen worden toegeleid naar een startkwalificatie.

Een startkwalificatie houdt in:

  • het bezit van een Vwo-diploma of Havodiploma als bedoeld in artikel 7 en 8 van de Wet voortgezet onderwijs;

  • of een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (dat wil zeggen MBO niveau 2 of hoger).

De procedure voor leerplichtigen die in dienst willen bij defensie staat in lid 3 tot en met 9 van dit artikel.

2.11 Toelichting artikel 11

Een kind dat leerplichtig is, moet ingeschreven staan op een school. In een aantal gevallen kunnen ouders/verzorgers vrijstelling van deze inschrijvingsplicht vragen. In dit artikel staan bepalingen voor vrijstelling van inschrijving op een school.

De belangrijkste gronden voor vrijstelling zijn:

  • Artikel 5 onder a: het kind is om psychische of lichamelijke redenen (tijdelijk) niet in staat naar school te gaan.

  • Artikel 5 onder b: de ouders/verzorgers van het kind hebben bezwaar tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning gelegen scholen.

  • Artikel 5 onder c: het kind volgt onderwijs in het buitenland.

Consulenten leerplicht hebben het mandaat om te besluiten over vrijstelling van de inschrijvingsplicht nemen namens het college van B&W.

In lid 2 wordt gesproken over een onafhankelijk deskundige. Dit komt in art. 13 van deze instructie nog terug.

Als de ouders ‘overwegende bedenkingen hebben tegen de richting van het onderwijs’ moet dit, volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad onderzocht worden. Als vaststaat dat dat het geval is ontstaat een vrijstelling van rechtswege. Er is dan geen onderzoek naar het ‘gewicht van de bedenkingen’ mogelijk. Dat komt niet overeen met de vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens de Raad van State is geen sprake van een bevoegdheid om een besluit te nemen over de bedenkingen.

Het gaat om vrijstellingen die van rechtswege ingaan als de kennisgeving van ouders aan de wet voldoet. Als de kennisgeving van ouders niet aan de eisen van de wet voldoet kan de vrijstelling niet ingaan. Bij het bericht van de consulent leerplicht over de kennisgeving kan dan ook geen bezwaar- en beroepsprocedure gekoppeld worden.

Bij een verzoek voor een vrijstelling voor onderwijs in het buitenland biedt de wet niet altijd een praktische oplossing. Daarom moet de consulent leerplicht een werkbare regeling opstellen (informatieplicht). Zo kan de consulent na terugkeer in Nederland controleren of de leerplichtige leerling na terugkeer in Nederland echt onderwijs in het buitenland heeft gevolgd. Voor deze vrijstelling moet de leerplichtige minimaal 4 maanden per kalenderjaar in Nederland verblijven.

2.12 Toelichting artikel 12

Dit artikel geeft in enkele stappen aan wat de gemeente c.q. de consulent leerplicht moet doen als ouders hun kind van een onderwijsvoorziening gebruik laten maken die (nog) niet als school in de zin van de Leerplichtwet is aangemerkt.

2.13 Toelichting artikel 13

Voor het aanwijzen van een deskundige is het goed om ad hoc of structureel afspraken te maken. Het kan gaan om een schoolarts, een aan een schoolbegeleidingsdienst verbonden psycholoog of pedagoog of andere (zelfstandig) professionals. Zij moeten kunnen onderzoeken en een verklaring kunnen afgeven of een jongere op een school of onderwijsvoorziening ingeschreven kan worden. Met toestemming van ouders kan de deskundige contact met het samenwerkingsverband opnemen of er mogelijkheden zijn passend onderwijs te bieden.

2.14 Toelichting artikel 14

Bij het opstellen van een proces-verbaal voor (herhaald) relatief verzuim stuurt de consulent ook een afschrift naar de Raad van de Kinderbescherming. Daarnaast is het mogelijk om de Raad voor de Kinderbescherming te vragen mee te denken over welke route het best passend is; een vrijwillige, civiele of strafrechtelijke aanpak van het verzuim.

2.15 Toelichting artikel 15

Dit artikel biedt de consulent leerplicht expliciet de mogelijkheid om bij casussen waar de consulent dat wenselijk vindt contact op te nemen met ‘Veilig Thuis’. Het gaat om een ‘civiele melding’.

2.16 Toelichting artikel 16

Op 1 juli 2013 is landelijk de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld. Vanaf 1 januari 2019 is er een verplicht afwegingskader vastgesteld als onderdeel van de meldcode (stap 4 en 5 van de meldcode). De meldcode geldt ook voor consulenten leerplicht. Werken volgens de meldcode is een wettelijke verplichting. De meldcode op zich is een meldrecht en geen meldplicht.

Medewerkers van ’t Baken, waaronder ook de consulenten leerplicht, gebruiken ‘het protocol meldcode huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling van de gemeente Lochem’.

In 2018 is de ‘Algemene Verordening Persoonsgegevens’ (AVG) ingegaan. De AVG is een algemeen kader, dat niet inspeelt op specifieke situaties (zoals bij een vermoeden van kindermishandeling). Daarom geldt de algemene regel dat een specifieke wet voorgaat boven de

Algemene norm van de AVG. Dat geldt ook voor de Wet Meldcode. Het recht om een dossier aan te maken en te melden bij ‘Veilig Thuis’ is er.

2.17 Toelichting artikel 17

In dit artikel is geregeld dat Inspectiedienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid informatie ontvangt over jongeren voor wie vervangende leerplicht is goedgekeurd, die een vrijstelling van de inschrijfplicht hebben en ouder dan 16 jaar zijn of jongeren die in strijd met de voorschriften aan het werk zijn. Het is goed om af en toe contact te hebben om informatie uit te wisselen over het toezicht op arbeid door jongeren.

2.18 Toelichting artikel 18

In artikel 18 staat dat een consulent leerplicht een melding bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) kan doen als sprake is van ernstig ongeoorloofd verzuim bij 16 en 17- jarigen. Dit kan sinds de wijziging van de Algemene Wet Kinderbijslag (1 januari 2010)

Bij meer dan 16 uur ongeoorloofd verzuim in een periode van 4 weken kan de consulent een melding doen dat de Leerplichtwet niet wordt nageleefd. De SVB, die de kinderbijslagregeling uitvoert, kan besluiten de kinderbijslag voor de jongere stop te zetten. De Algemene Wet Kinderbijslag stelt namelijk eisen aan de dagbesteding van jongeren van 16 en 17 jaar. Dezelfde regels gelden voor wezen van 16 en 17 jaar.

Melden bij de SVB is een extra instrument dat ingezet kan worden. Eventueel naast of voordat een proces-verbaal wordt opgemaakt. Het uiteindelijke doel is dat de jongere naar school gaat. Ouders en jongere kunnen het stopzetten van de kinderbijslag voorkomen door alsnog aan de verplichtingen van de Leerplichtwet te voldoen.

Doordat de SVB altijd achteraf de kinderbijslag uitbetaalt (drie maanden na vaststelling van het recht op die kinderbijslag) is ook in administratieve zin ruimte om stopzetten te voorkomen. Er is een herstelmogelijkheid. De strafrechtelijke route kent deze herstelmogelijkheid niet. Een proces-verbaal kan niet meer teruggetrokken worden. Ook al gaat de jongere ondertussen weer naar school. De rechter bepaalt dan de straf.

Constatering van verzuim en onderzoek

Als de school verzuim (16 uur of meer in 4 weken) constateert, dan meldt de school het verzuim bij DUO. De consulent leerplicht krijgt via DUO de verzuimmelding. De leerlichtconsulent neemt contact met school op en stemt af welke stappen er gezet worden. Vervolgens doet de consulent onderzoek naar de oorzaak van het verzuim. Hiervoor roept de consulent ouders/verzorgers en de leerplichtige leerling zelf (als deze ouder dan 16 jaar is) op voor een gesprek. Er volgen schriftelijke afspraken voor het vervolg. Daarbij zijn 3 mogelijkheden:

  • De ouders/verzorgers en/of jongere werken volledig mee. De consulent leerplicht geeft ouder(s) en jongere de kans om alsnog het verzuim te stoppen.

  • De ouder(s) en/of jongere werken weliswaar mee aan de afspraken, maar de consulent leerplicht wil graag vinger aan de pols houden bij het nakomen van de afspraken.

  • De ouder(s) en/of jongere werken niet mee aan afspraken om het verzuim te stoppen.

Verwijtbaarheid

In het onderzoek kijkt de consulent leerplicht ook in hoeverre ouders/verzorgers (mede) verwijtbaar zijn aan het verzuim. Bij een melding bij de SVB moet onderscheid gemaakt worden tussen verwijtbaarheid en medewerking door ouders. Hieronder staan een aantal situaties waar melding bij de SVB mogelijk is:

  • Als het verzuim bekend is bij ouders/verzorgers en het stopt niet. Ouders/verzorgers en jongere zijn verwijtbaar aan het ontstaan of doorgaan van verzuim. Ze geven aan te willen meewerken aan afspraken, maar komen deze niet na.

  • Als het verzuim bekend is bij ouders/ verzorgers en het stopt niet. Ouders/ verzorgers en jongeren zijn verwijtbaar aan het ontstaan of doorgaan van verzuim. Ze geven aan niet te willen meewerken aan afspraken.

  • Als het verzuim bekend is bij ouders/ verzorgers en het stopt niet. Ouders/ verzorgers zijn niet verwijtbaar aan het ontstaan of doorgaan van verzuim, maar de jongere wel. Ouders willen meewerken, maar de jongere niet.

Er volgt dus geen melding bij de SVB als ouders en jongere niet verwijtbaar zijn aan het ontstaan of doorgaan van het verzuim en meewerken aan de afspraken om het verzuim te laten eindigen.

Op het moment dat de consulent leerplicht een signaal afgeeft aan de SVB, dan sluit de SVB aan bij het oordeel van de consulent4.

Melding bij de SVB

Bij een melding aan de SVB zet de consulent de onderstaande afspraken op papier. De consulent stuurt deze naar ouders/ verzorgers en jongere.

  • Het geconstateerde verzuim (minimaal 16 uur per 4 weken);

  • De acties die zijn genomen om het verzuim te stoppen en die niet tot voor stoppen van het verzuim hebben gezorgd;

  • Datum melding SVB;

  • Datum waarop kinderbijslag stopgezet wordt (SVB werkt met kwartaaltermijnen);

  • Voorwaarden waaraan ouders/verzorgers en jongeren moeten voldoen om de melding ongedaan te maken;

  • Evaluatiedatum. Als de melding is gedaan, kunnen ouders/verzorgers en/of jongere alsnog voldoen aan de gestelde voorwaarden. Het kan zijn dat de melding dan alsnog ongedaan wordt gemaakt.

Een melding bij de SVB is geen besluit volgens de Algemene wet Bestuursrecht. Dus een bezwaar- en beroepsprocedure is niet nodig.

De SVB stuurt na de melding van de consulent leerplicht een beschikking naar ouder/verzorger die bekend is als aanvrager van de kinderbijslag. De SVB stopt met betalen van de kinderbijslag in het kwartaal volgend op de datum van de melding. De ouder/verzorger kan bij de SVB wel bezwaar indienen als deze het er niet mee eens is. Het kan zijn dat de consulent leerplicht dan extra informatie moet aanleveren of wordt uitgenodigd voor de hoorzitting.

Ongedaan maken van de melding

De consulent leerplicht neemt contact op met de SVB om de melding ongedaan te maken als ouders/verzorgers en of jongere voldaan hebben aan de voorwaarden en het verzuim is gestopt. De consulent leerplicht bevestigt dit schriftelijk aan ouders/verzorgers en jongere.

2.19 Toelichting artikel 19

Door een wetswijziging heeft de minister van Onderwijs sinds 2012 de bevoegdheid een bestuurlijke boete op te leggen aan de directeur van een school of instelling. De minister kan deze opleggen als een school volhardend bepalingen uit de Leerplichtwet overtreedt. Voor 2012 mocht de consulent leerplicht een proces-verbaal opmaken. De minister heeft de uitvoering neergelegd bij de Inspectie van het Onderwijs. Mogelijke overtredingen zijn:

  • a.

    Het in strijd handelen met de Leerplichtwet als het gaat over:

  • verlenen van verlof voor vakantie;

  • verlenen van verlof voor gewichtige omstandigheden.

  • b.

    Niet voldoen aan:

  • het melden van een in- of uitschrijving binnen 7 dagen;

  • het gelijk melden van een verwijdering van een leerling bij de consulent leerplicht;

  • het melden van verzuim van (meer dan) 16 uur in de 4 weken bij DUO;

  • het informeren van de consulent leerplicht over het programma van de combinatie leren/werken dat door de jongere wordt gevolgd, als de jongere geen volledig onderwijsprogramma volgt.

  • c.

    Het verstrekken van verkeerde of onjuiste informatie:

  • Alle informatie die volgens de Leerplichtwet nodig is bij de uitvoering van de wet moet aan de consulent leerplicht gegeven worden. Doet een school dit niet of onvoldoende, dan meldt de consulent dit bij de inspectie. De inspectie neemt dit mee in het regulier toezicht op de school. Bij urgente signalen kan de inspectie ook direct contact met de school opnemen.

Wat betekent dit voor de gemeente?

Voor ouders en leerlingen blijven de bevoegdheden van de consulent leerplicht als toezichthouder onveranderd.

Voorheen kon de consulent leerplicht ook proces-verbaal opmaken als de directeur van een school of instelling de Leerplichtwet overtrad. De actie richting scholen ligt nu bij de inspectie. De consulent leerplicht signaleert en legt het signaal dan bij de inspectie neer. Voordat het signaal bij de inspectie kan worden neergelegd moet de consulent leerplicht hierover in gesprek met de school/instelling. De gesprekken moeten gaan over wat nodig is voor verbetering van de situatie. Deze stappen moeten in een dossier komen te staan. Bij het neerleggen van een signaal bij de inspectie wordt het dossier overgedragen. De manier waarop de signalen aan de Inspectie van het Onderwijs worden gegeven zijn opgenomen in dit artikel van de instructie.

Zowel de consulent leerplicht als de Inspectie van het Onderwijs hebben bevoegdheden die, volgens titel 5.2 van de Algemene wet Bestuursrecht worden verleend aan aangewezen toezichthouders. Maar alleen voor zover dit ‘redelijkerwijs’ nodig is voor de vervullen van de toezichttaak (art. 5:13 Awb). Het betreden van plaatsen en de inzage in gegevens en bescheiden horen daarbij. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de consulent leerplicht toegang heeft tot de school en inzage heeft in de administratie zolang het gaat om de invulling van de eigen toezichttaak (richting ouders en leerlingen). De toezichttaak op scholen, met bijbehorende bevoegdheden, hoort bij de Inspectie van het Onderwijs.

Als de consulent leerplicht vanwege de signalerende taak informatie aan de Inspectie van het Onderwijs verstrekt, dan mag dat op basis van de wet Justitiële en Strafvorderlijke Gegevens.

2.20 Toelichting artikel 20

Dit artikel gaat over het uitbrengen van een jaarverslag over het gevoerde beleid van leerplicht en de resultaten daarvan. In artikel 25 van de Leerplichtwet staat dat het college van B&W deze plicht heeft en dat deze niet kan worden gemandateerd.

Het is de taak van consulenten leerplicht, beleidsmedewerker(s) en andere functionarissen op het gebied van leerplicht om de informatie te verzamelen, te ordenen en in de vorm van een voorstel te presenteren. In het jaarverslag moeten de kwantitatieve gegevens staan die aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden gestuurd, maar ook informatie over het gevoerde beleid.

2.21 Toelichting artikel 21

Dit artikel gaat over samenwerking in de regio over leerplicht en het Doorstroompunt. In dit artikel wordt gesproken over een ‘matig actieve rol’. De consulent leerplicht neemt zo nodig initiatief voor overleg. Er wordt een aantal van 3 keer genoemd. Het is de inschatting dat dat aantal nodig is om elkaar in ieder geval van gezicht te kennen. Een intensievere samenwerking kan ook voorkomen. Bijvoorbeeld omdat consulenten leerplicht te maken hebben met leerlingenstromen die de gemeentegrenzen overschrijden.

Overleg is noodzakelijk als er geen regionale afspraken over bepaalde onderwerpen zijn, terwijl dat wel nodig is. Of als bestaande afspraken niet goed functioneren. Waar nodig kunnen andere partijen ook aanschuiven voor afstemming.

2.22 Toelichting artikel 22

Het is belangrijk helder te hebben wie de samenwerkingspartners van leerplicht zijn. Dat is geregeld in dit artikel. In bijlage 1 is een niet uitputtende lijst opgenomen. Deze instellingen en diensten moeten geïnformeerd worden bij belangrijke ontwikkelingen op het gebied van leerplicht in Lochem. Het jaarverslag kan bijvoorbeeld ook aan hen worden gestuurd.

2.23 Toelichting artikel 23

Voor de beleidsontwikkeling is het belangrijk dat de ‘eigen gegevens’ van de gemeente op een systematische manier worden verzameld en bewerkt. Lokaal en regionaal beleid kan zich baseren op deze gegevens. Verder is het belangrijk te kijken naar ontwikkelingen die zich buiten de regio voordoen. Denk aan leerplicht, maar ook aan ontwikkelingen in onderwijs, arbeidsmarkt, jeugdhulp of bijvoorbeeld beleid op het gebied van ontheemden.

2.24 Toelichting artikel 24

In de slotbepalingen staat dat alle betrokkenen op de hoogte gesteld moeten worden van deze instructie. Ook regelt dit artikel de inwerkingtreding. Er is gekozen voor 14 dagen na bekendmaking van het besluit dat een instructie is vastgesteld. De oude instructie moet dan worden ingetrokken.

Ondertekening


Noot
1

Ouders hebben schriftelijk ingestemd met de aanstelling van de minderjarige.

Noot
2

DienstenCentrum HR, Deskundigheidscentrum cluster 1, Postbus 295, 7500AG Enschede

Noot
3

Deze lijst is niet uitputtend

Noot
4

Kamerstukken II 2008/2009, 31890, nr. 3, p.8 (MvT).