Mandaatbesluit inzake uitvoering van gemeentelijke taken bij ontruiming ex artikel 556 lid 3 Rv

Geldend van 31-05-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 21-04-2025

Intitulé

Mandaatbesluit inzake uitvoering van gemeentelijke taken bij ontruiming ex artikel 556 lid 3 Rv

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser,

Gelet op:

  • artikel 556 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders ten laste van de executant zorgdraagt voor het meevoeren en opslaan van de roerende zaken die zich in de tot bewoning bestemde ontruimde onroerende zaak bevonden en waarin voorts is bepaald dat de artikelen 5:29 en 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van overeenkomstige toepassing zijn;

  • artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin is bepaald dat onder mandaat wordt verstaan de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • onder mandaat wordt in het kader van dit besluit tevens verstaan de volmacht en de machtiging (artikel 10:12 Awb).

Overwegende dat:

  • het in de praktijk wenselijk en doelmatig is dat bepaalde feitelijke handelingen die voortvloeien uit artikel 556 lid 3 Rv namens de gemeente worden uitgevoerd door de gerechtsdeurwaarder die belast is met de uitvoering van de gerechtelijke ontruiming;

  • het mandateren van deze feitelijke bevoegdheden bijdraagt aan een efficiënte samenwerking en uitvoering van gerechtelijke ontruimingen.

Besluit:

Artikel 1 – Mandaatverlening

Aan de gerechtsdeurwaarder A.G. Groothuis verbonden aan deurwaarderskantoor Groothuis Ligtermoet & Nijhuis Gerechtsdeurwaarders en Incasso, dan wel diens plaatsvervanger of waarnemer, wordt mandaat verleend om namens het college van B & W van de gemeente Losser uitvoering te geven aan de feitelijke taken die volgen uit artikel 556 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waaronder:

  • a.

    Het doen meevoeren van de roerende zaken zich in de tot bewoning bestemde ontruimde onroerende zaak bevonden, door een door de gerechtsdeurwaarder te bepalen bedrijf;

  • b.

    Het doen opslaan van de goederen op een door de gerechtsdeurwaarder te bepalen locatie;

  • c.

    Het bepalen van de termijn gedurende welke de roerende zaken worden opgeslagen, waarbij de navolgende termijnen gelden:

    • -

      maximale termijn 13 weken

    • -

      minimale termijn 2 weken

  • d.

    Het doen afvoeren en onmiddellijk vernietigen van de roerende zaken zich in de tot bewoning bestemde ontruimde onroerende zaak bevonden, nu deze als afval gekwalificeerd kan worden en geen enkele waarde vertegenwoordigd;

  • g.

    Het verrichten van andere feitelijke handelingen die samenhangen met de hiervoor genoemde werkzaamheden, voor zover nodig voor een ordentelijke en rechtmatige uitvoering van het bepaalde in artikel 556 lid 3 Rv;

  • h.

    Het verrichten van alle handelingen die noodzakelijk zijn ter voorbereiding en uitvoering van de verkoop, waaronder het vaststellen van de wijze van verkoop, het bepalen van het tijdstip en de locatie, conform het bepaalde in artikel 5:30 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • i.

    Het in eigendom overdragen of laten vernietigen van de afgevoerde roerende zaken.

Artikel 2 – Reikwijdte en beperking.

  • 1. Dit mandaat laat onverlet dat het college te allen tijde bevoegd blijft zelf op te treden.

  • 2. De uitvoering van het mandaat geschiedt onder verantwoordelijkheid van het college en conform de geldende wet- en regelgeving.

Artikel 3 – Informatieplicht

  • 1. De gerechtsdeurwaarder maakt een proces-verbaal met foto’s op van het meevoeren en opslaan van de roerende zaken.

  • 2. Een afschrift van het proces-verbaal wordt betekend aan degene die de zaken onder zijn beheer had. Als van die persoon geen bekende woon- of verblijfplaats bekend is, zal de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal openbaar betekenen conform het bepaalde in artikel 54 RV en een advertentie plaatsen in de Staatscourant.

  • 3. De gerechtsdeurwaarder zal binnen 7 dagen na het opmaken van het proces-verbaal een exemplaar aan de gemeente Losser toezenden;

Artikel 4 – Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking, werkt terug tot 21 april 2025 en geldt voor alle ontruimingen binnen de gemeente Losser, waarvan de gemeente Losser een kennisgeving heeft ontvangen conform het bepaalde in artikel 14 van de Gerechtsdeurwaarderswet;

Ondertekening

Aldus besloten te Losser op 20 mei 2025,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser,

drs. J. van Dam

(secretaris)

J.B. Diepmaat

(burgemeester)

Voor instemming

A.G. Groothuis