Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Waddinxveen

Geldend van 31-05-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Waddinxveen

Het doel van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob) is het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van onbewust faciliteren van criminele activiteiten.

Door middel van een eigen Bibob-onderzoek wordt de integriteit van aanvragers van vergunningen, subsidies, overheidsopdrachten en vastgoedtransacties beoordeeld.

De gemeente kan bij het vermoeden van crimineel misbruik beslissen geen vergunning, subsidie of overheidsopdracht te gunnen, of geen vastgoedtransactie aan te gaan. Ook kan de gemeente beslissen om een vergunning of subsidie in te trekken of een overeenkomst te beëindigen. De Wet Bibob geeft de gemeente Waddinxveen hierbij eigen beleidsruimte bij de besluitvorming over het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden.

Uitgaande van bovengenoemd doel zijn hieronder de beleidsuitgangspunten geformuleerd van gevallen waarin een eigen Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd.

De Burgemeester en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Overwegende dat de gemeente Waddinxveen alleen zaken wil doen met integere partijen;

Overwegende dat de Wet Bibob de gemeente Waddinxveen eigen beleidsruimte geeft bij de besluitvorming over het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden.

Gelet op het bepaalde in de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de relevante bepalingen in de Alcoholwet, de Omgevingswet, de Huisvestingswet, de Algemene plaatselijke verordening Waddinxveen (m.b.t. gemeentelijke vergunningen), de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Algemene Subsidieverordening Waddinxveen, de Aanbestedingswet 2012 en het Burgerlijk Wetboek;

BESLUITEN

De beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Waddinxveen vast te stellen

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsbepaling

  • 1. De definities uit paragraaf 1.1 Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen;

    • b.

      Betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de subsidieontvanger, de vergunninghouder, de begunstigde van een beschikking, de gegadigde en de inschrijver, beide zoals bedoeld in artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012, de onderaannemer, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is of zal worden aangegaan of met wie wordt onderhandeld over een dergelijke transactie, en de beoogde verkrijger van erfpachtrecht of opstalrecht waarvoor toestemming is gevraagd en de beoogd verkrijger van een recht op eigendom of een zakelijkrecht waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling “vastgoedtransactie”, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid onder 2° Wet Bibob. Onder betrokkene wordt verder mede verstaan degene die op grond van feiten en omstandigheden redelijkerwijs met de aanvrager van de omgevingsvergunning gelijk kan worden gesteld (artikel 5.31 lid 1 Omgevingswet) en een ander dan de aanvrager of vergunninghouder voor wie de omgevingsvergunning zal gaan gelden (artikel 5.37 lid 2 Omgevingswet);

    • c.

      Bibob-vragenformulier: het formulier dat iemand moet invullen bij de start van een Bibob-onderzoek, zoals bedoeld in artikel 7a lid 5 Wet Bibob;

    • d.

      Eigen ambtelijke informatie: informatie die binnen de gemeente aanwezig is, bijvoorbeeld in documenten of digitaal. Of informatie die de gemeente in open of gesloten bronnen mag bekijken of aanvragen. De gemeente mag deze informatie gebruiken voor het eigen onderzoek;

    • e.

      Eigen Bibob-onderzoek: de wijze waarop de gemeente toepassing geeft aan artikel 7a Wet Bibob, waarbij onderzoek wordt gedaan naar feiten en omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3, eerste tot en met zesde lid, en artikel 9, tweede en derde lid Wet Bibob. Het eigen Bibob-onderzoek start met het invullen van het vragenformulier door de betrokkene, verstrekt door de gemeente. De gemeente analyseert de gegevens uit dit formulier en raadpleegt openbare en interne bronnen, zoals het Handelsregister, belastinggegevens en politiegegevens, indien beschikbaar. Op basis hiervan beslist de gemeente of er voldoende reden is om een formeel Bibob-onderzoek bij het Landelijk Bureau Bibob aan te vragen. Het eigen onderzoek is een voorfase die dient als eerste screening op integriteitsrisico’s. Het eigen Bibob-onderzoek is omschreven in bijlage 3;

    • f.

      Landelijk Bureau Bibob (hierna: Bureau): Het Bureau bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur, zoals bedoeld in artikel 8 Wet Bibob. De gemeente kan dit Bureau vragen om een Bibob-advies te geven;

    • g.

      Overheidsopdracht: overheidsopdracht zoals bedoeld in artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012 alsmede een overeenkomst waarmee de gemeente zorg inkoopt als bedoeld in de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 via het zogenoemde openhouse systeem, zoals nader omschreven in artikel 1, vierde lid, Wet Bibob;

    • h.

      Rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Waddinxveen;

    • i.

      RIEC: Het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum, het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28 lid 2 onder d Wet Bibob;

    • j.

      Tip: bericht aan het bestuursorgaan of aan de rechtspersoon met een overheidstaak om onderzoek te doen in de zin van artikel 11 respectievelijk artikel 26 Wet Bibob.

  • 3. Waar in deze beleidsregel “de gemeente” wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als –wanneer van toepassing– de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld.

Artikel 1.2 Afwijking van de beleidsregel

De gemeente behoudt zich het recht voor om, indien noodzakelijk, af te wijken van deze beleidsregel en een eigen Bibob-onderzoek uit te voeren in andere gevallen dan omschreven in deze beleidsregel, mits dit in overeenstemming is met de Wet Bibob en overige toepasselijke wet- en regelgeving.

Publiekrechtelijke beschikkingen

Hoofdstuk 2 APV en bijzondere wetten

Artikel 2.1 Vergunningen waarvoor een eigen Bibob-onderzoek zal worden uitgevoerd

  • 1. De gemeente zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een aanvraag voor een van de volgende vergunningen:

    • a.

      alcoholwetvergunning: zoals bedoeld in artikel 3 Alcoholwet voor horecabedrijven;

    • b.

      evenementvergunning: in het geval van een aanvraag zoals bedoeld in artikel 2:25 Algemene Plaatselijke Verordening Waddinxveen, indien sprake is van vechtsportgala’s en Ride Outs motorclubs (of vergelijkbare evenementen zoals omschreven in bijlage 1);

    • c.

      exploitatievergunningen openbare inrichting: zoals bedoeld in artikel 2:28 Algemene Plaatselijke Verordening Waddinxveen;

    • d.

      exploitatievergunning speelgelegenheid: zoals bedoeld in artikel 2:39 Algemene Plaatselijke Verordening Waddinxveen;

    • e.

      exploitatievergunning van een seksinrichting of escortbedrijf: zoals bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Waddinxveen;

    • f.

      flexibele branchevergunning ondermijning: zoals bedoeld in artikel 2:81 Algemene Plaatselijke Verordening Waddinxveen;

    • g.

      vergunning voor verkoop van consumentenvuurwerk: zoals bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene Plaatselijke Verordening Waddinxveen;

    • h.

      vergunning voor aanwezigheid van kansspelautomaten: zoals bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen.

  • 2. De gemeente zal ook een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij aanvragen voor vergunningen uit de Algemene Plaatselijke Verordening Waddinxveen, de Alcoholwet en de Wet op de kansspelen, voor zover deze niet reeds onder lid 1 vallen, indien:

    • a.

      de aanvraag betrekking heeft op één of meer activiteiten en/of projecten die in bijlage 1 van deze beleidsregel zijn aangewezen als risicoactiviteit;

    • b.

      de aanvraag betrekking heeft op een locatie die door het college is aangewezen als risicogebied, zoals omschreven in bijlage 2 van deze beleidsregel;

    • c.

      sprake is van één van de situaties zoals benoemd in hoofdstuk 8 (algemene uitzonderingen) van deze beleidsregel.

Artikel 2.2 Vergunningen waarvoor een eigen Bibob-onderzoek kan worden uitgevoerd

  • 1. De gemeente kan een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren als het een aanvraag ontvangt voor één van onderstaande vergunningen:

    • a.

      een alcoholvergunning of exploitatievergunning die wordt aangevraagd voor een slijtersbedrijf of door een paracommerciële rechtspersoon, zoals bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet;

    • b.

      een wijziging in het leidinggevendenregister bij een alcoholvergunning, zoals bedoeld in artikel 30a van de Alcoholwet.

Hoofdstuk 3 Omgevingsactiviteit bouw- en milieu

Artikel 3.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een omgevingsvergunning Omgevingswet

  • 1. De gemeente kan een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij aanvragen voor een omgevingsvergunning in de volgende gevallen:

    • a.

      een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet (technische bouwactiviteit);

    • b.

      een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet (omgevingsplanactiviteit);

    • c.

      een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b van de Omgevingswet (milieubelastende activiteit);

    • d.

      een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c van de Omgevingswet (een lozingsactiviteit);

    • e.

      een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder d van de Omgevingswet (wateronttrekkingsactiviteit).

  • 2. De gemeente zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij aanvragen voor een omgevingsvergunning in de volgende gevallen:

    • a.

      bouwkosten: indien de aanvraag betrekking heeft op een technische bouwactiviteit met bouwkosten van € 500.000 of hoger (exclusief btw). De bouwkosten worden door de gemeente berekend op basis van de geldende Legesverordening;

    • b.

      risicoactiviteit : indien de aanvraag betrekking heeft op een technische bouwactiviteit met bouwkosten van € 50.000 of hoger (exclusief btw) en er sprake is van één of meer risicoactiviteiten zoals benoemd in bijlage 1 van deze beleidsregel;

    • c.

      risicoactiviteit: indien de aanvraag betrekking heeft op een aanvraag voor een omgevingsvergunning milieuactiviteit of een omgevingsvergunning beperkte milieutoets en er sprake is van één of meer risicoactiviteiten zoals benoemd in bijlage 1 van deze beleidsregel;

    • d.

      risicogebied: indien de aanvraag betrekking heeft op een technische bouwactiviteit met bouwkosten van € 50.000 of hoger (exclusief btw) en de locatie waarvoor de vergunning wordt aangevraagd is gelegen in een door het college aangewezen risicogebied, zoals omschreven in bijlage 2 van deze beleidsregel;

    • e.

      risicogebied: indien de aanvraag betrekking heeft op een milieubelastende activiteit of een omgevingsvergunning beperkte milieutoets en de locatie waarvoor de vergunning wordt aangevraagd is gelegen in een door het college aangewezen risicogebied, zoals omschreven in bijlage 2 van deze beleidsregel.

Artikel 3.2 Cumulatie

De gemeente voert een eigen Bibob-onderzoek uit bij de vierde aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit, indien een aanvrager binnen een periode van twee jaar meerdere aanvragen heeft ingediend met bouwkosten tussen de € 50.000 en € 500.000 (exclusief btw). De termijn van twee jaar wordt gerekend vanaf de ontvangst van de eerste aanvraag.

Artikel 3.3 Uitzonderingen

  • 1. De gemeente voert meestal geen eigen Bibob-onderzoek uit als de aanvraag afkomstig is van:

    • a.

      een overheidsinstantie;

    • b.

      een semi-overheidsinstantie;

    • c.

      een toegelaten woningcorporatie, waarmee wordt bedoeld dat de woningcorporatie is toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform artikel 19 van de Woningwet;

    • d.

      (rechts-)personen die bouwactiviteiten uitvoeren in opdracht van een toegelaten woningcorporatie en waarbij de bouw wordt gefinancierd uit de eigen middelen van de woningcorporatie.

  • 2. De gemeente zal alsnog een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren, indien sprake is van één van de situaties zoals benoemd in hoofdstuk 8 (algemene uitzonderingen) van deze beleidsregel.

Hoofdstuk 4 Bibob-onderzoek bij reeds verleende vergunningen

Artikel 4.1 Eigen Bibob-onderzoek bij een verleende vergunning

  • 1. De gemeente zal een eigen Bibob-onderzoek starten bij reeds verleende vergunning waarop deze beleidsregel van toepassing is, indien zich beide onderstaande situaties voordoen:

    • a.

      een melding wordt ontvangen dat de persoon die de vergunning heeft gekregen de vergunning op naam van iemand anders wil zetten (wijziging aanvrager of vergunninghouder zoals bedoeld in artikel 5.37 van de Omgevingswet)

      én

    • b.

      de vergunning heeft betrekking op één of meer risicoactiviteiten zoals omschreven in bijlage 1, of de aanvraag heeft betrekking op een locatie die door het college is aangewezen als risicogebied, zoals omschreven in bijlage 2 van deze beleidsregel. Bij omgevingsvergunningen geldt dat aan alle voorwaarden van artikel 5.40 van de Omgevingswet moet zijn voldaan (bevoegdheid tot wijziging voorschriften omgevingsvergunning en intrekking omgevingsvergunning).

  • 2. In situaties waarin een wijziging plaatsvindt in één van de bestuurders of het bestuur van het horecabedrijf zal een eigen Bibob-onderzoek plaatsvinden.

  • 3. De gemeente zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren, indien sprake is van één van de situaties zoals benoemd in hoofdstuk 8 (algemene uitzonderingen) van deze beleidsregel.

Artikel 4.2 Start van een eigen Bibob-onderzoek bij een verleende vergunning

  • 1. De gemeente kan een eigen Bibob-onderzoek starten bij een reeds verleende vergunning, als:

    • a.

      de activiteit of de locatie waarop de vergunning betrekking heeft, ná de verlening is toegevoegd aan de risicoactiviteit, zoals omschreven in bijlage 1, of de locatie ná de verlening door het college is aangewezen als risicogebied, zoals omschreven in bijlage 2 van deze beleidsregel;

    • b.

      de leidinggevende(n) en/of zeggenschap-hebbende(n) van de persoon aan wie de vergunning is verleend, zijn gewijzigd;

  • 2. De gemeente zal alsnog een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren, indien sprake is van één van de situaties zoals benoemd in hoofdstuk 8 (algemene uitzonderingen) van deze beleidsregel.

Hoofdstuk 5 Subsidies

Artikel 5.1 Mogelijkheid tot Bibob-onderzoek bij subsidies

  • 1. De gemeente kan een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een aanvraag voor een subsidie of een reeds verleende subsidie, zoals bedoeld in de Algemene subsidieverordening Waddinxveen;

  • 2. De gemeente zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een aanvraag voor een subsidie of een reeds vastgestelde subsidie, zoals bedoeld in de Algemene subsidieverordening, indien:

    • a.

      de subsidie betrekking heeft op een activiteit die is aangemerkt als risicoactiviteit in bijlage 1 van deze beleidsregel;

    • b.

      de subsidie betrekking heeft op een locatie die door het college is aangewezen als risicogebied, zoals omschreven in bijlage 2 van deze beleidsregel;

    • c.

      sprake is van één van de situaties zoals benoemd in hoofdstuk 8 (algemene uitzonderingen) van deze beleidsregel.

Privaatrechtelijke transacties

Hoofdstuk 6 Vastgoed

Artikel 6.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

  • 1. De gemeente kan de Wet Bibob toepassen bij vastgoedtransacties waarbij zij partij is.

  • 2. De gemeente informeert de betrokkene wanneer zij voornemens is een eigen Bibob-onderzoek te starten of advies vraagt bij het Bureau. De gemeente vermeldt dit in de verkoopleidraad en/of deelt dit mondeling mee bij de start van de onderhandelingen.

  • 3. De gemeente neemt in elke overeenkomst met betrekking tot een vastgoedtransactie een integriteitsclausule op, waarin wordt vastgelegd dat de Wet Bibob van toepassing is. Indien uit het eigen Bibob-onderzoek of uit het advies van het Bureau een negatieve uitkomst volgt, kan de overeenkomst op grond van deze integriteitsclausule worden ontbonden, opgezegd, vernietigd of opgeschort.

Artikel 6.2 Bibob-onderzoek bij vastgoedtransacties

  • 1. De gemeente zal bij vastgoedtransacties, een eigen Bibob-onderzoek starten, indien:

    • a.

      de koopprijs van de grond of het object gelijk is aan of hoger is dan € 500.000,- ;

    • b.

      de huurprijs, pachtprijs of erfpachtcanon van de grond of het object gelijk is aan of hoger is dan € 2.500,- per maand;

    • c.

      sprake is van één van de uitzonderingen zoals benoemd in hoofdstuk 8 van deze beleidsregel;

    • d.

      één of meerdere activiteiten waarop de vastgoedtransactie betrekking heeft, onder de risicoactiviteiten vallen die genoemd zijn in bijlage 1 als risicoactiviteit;

    • e.

      de locatie waarop de vastgoedtransactie betrekking heeft, is gelegen in een door het college aangewezen risicogebied zoals benoemd in bijlage 2 van deze beleidsregel.

Artikel 6.3 Uitzonderingen

  • 1. De gemeente voert bij vastgoedtransacties meestal geen eigen Bibob-onderzoek uit, indien de transactie plaatsvindt met één van de volgende partijen”:

    • a.

      een overheidsinstantie;

    • b.

      een semi-overheidsinstantie;

    • c.

      een toegelaten woningcorporatie, waarmee wordt bedoeld dat de woningcorporatie is toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform artikel 19 van de Woningwet;

  • 2. De gemeente zal alsnog een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren, indien sprake is van één van de situaties zoals benoemd in hoofdstuk 8 (algemene uitzonderingen) van deze beleidsregel.

Hoofdstuk 7 Overheidsopdrachten

Artikel 7.1 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

  • 1. De gemeente kan de Wet Bibob toepassen bij overheidsopdrachten zoals bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, alsmede bij overeenkomsten inzake zorgverlening vanuit de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, conform het inkoop en aanbestedingsbeleid van de gemeente Waddinxveen.

  • 2. De gemeente vermeldt in de aanbestedingsdocumenten dat inschrijvers er rekening mee moeten houden dat:

    • a.

      de gemeente, alvorens tot definitieve gunning over te gaan, een eigen Bibob-onderzoek kan starten;

    • b.

      het eigen Bibob-onderzoek zich kan richten op onderaannemers en op de wijziging van onderaannemers.

    • c.

      de gemeente een advies kan inwinnen zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid Wet Bibob;

  • 3. De gemeente neemt in de aanbestedingsdocumenten een integriteitsclausule op, op basis waarvan tot uitsluiting van de inschrijver kan worden overgegaan, indien zich één van de situaties voordoet zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid Wet Bibob, of zoals bedoeld in artikel 9.3 van deze beleidsregel.

  • 4. De gemeente neemt in de conceptovereenkomst een integriteitsclausule op, waarin wordt vastgelegd dat de Wet Bibob van toepassing is. Indien uit het eigen Bibob-onderzoek of uit het advies van het Bureau een negatieve uitkomst volgt zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid Wet Bibob, kan de overeenkomst op grond van deze integriteitsclausule worden ontbonden, opgezegd, vernietigd of opgeschort.

Artikel 7.2 Bibob-onderzoek bij overheidsopdrachten

  • 1. De gemeente zal een eigen Bibob-onderzoek starten, indien:

    • a.

      de activiteit(en) waarop de overheidsopdracht ziet, is aangemerkt als een risicoactiviteit zoals genoemd in bijlage 1 van deze beleidsregel;

    • b.

      De overheidsopdracht betrekking heeft op een locatie die door het college is aangewezen als een risicogebied, zoals omschreven in bijlage 2 van deze beleidsregel;

    • c.

      sprake is van één van de situaties zoals benoemd in hoofdstuk 8 (algemene uitzonderingen) van deze beleidsregel.

    • d.

      de aanvraag betrekking heeft op of gericht is op een onderaannemer.

  • 2. De gemeente kan alsnog een eigen Bibob-onderzoek starten naar de contractpartij en/of de onderaannemer, indien zich tijdens de uitvoering van de overeenkomst omstandigheden voordoen die daartoe aanleiding geven.

Uitzonderingen

Hoofdstuk 8 Algemene uitzonderingen

Artikel 8 Uitzonderingen

  • 1. De gemeente zal te allen tijde overgaan tot het starten van een Bibob-onderzoek indien er aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat sprake is van een mindere mate van gevaar of een ernstig gevaar zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, op grond van:

    • a.

      eigen ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC, indien hier aanleiding toe is;

    • b.

      een tip van het Bureau zoals bedoeld in artikel 11 Wet Bibob;

    • c.

      een tip van de officier van justitie en/of een tip van een ander bestuursorgaan , of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing Wet Bibob a zoals bedoeld in artikel 26 Wet Bibob.

Hoofdstuk 9 Weigeren volledig invullen Bibob-vragenformulier

Artikel 9.1 Aanvraag vergunning

Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) volledig ingevuld te retourneren, worden op de aanvraag van de vergunning de daartoe gestelde regels in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast (titel 4.1). Bij een aanhoudende weigering wordt de gevraagde beschikking buiten behandeling gesteld ingevolge artikel 4:5 van de Awb.

Artikel 9.2 Verleende vergunningen

Bij verleende vergunningen zal een weigering om het Bibob-vragenformulier in te vullen op grond van artikel 4 lid 1 Wet Bibob worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar zoals bedoeld in artikel 3 Wet Bibob. De verstrekte vergunning kan als gevolg daarvan worden ingetrokken.

Artikel 9.3 Vastgoed en overheidstransacties

Indien sprake is van een vastgoedtransactie of een overheidsopdracht, zal de weigering van betrokkene om de formulieren (inclusief de gevraagde bescheiden), zoals bedoeld in artikel 7a lid 5 Wet Bibob volledig ingevuld te retourneren, dan wel de weigering om ingevolge artikel 12 lid 3 Wet Bibob aanvullende gegevens aan het Bureau te verstrekken, kan dit leiden tot het niet sluiten van de vastgoedovereenkomst dan wel het uitsluiten van de overheidsopdracht (artikel 2:87 lid 1 onder h juncto lid 2 onder e van de Aanbestedingswet 2012).

Hoofdstuk 10 Slotbepaling

Artikel 10.1 Intrekken oude beleidsregel

De beleidslijn voor toepassing Wet Bibob van de gemeente Waddinxveen, vastgesteld op 13 oktober 2022, wordt ingetrokken.

Artikel 10.2 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester van Waddinxveen op 20 mei 2025

De secretaris,

(J.M. van Vugt)

De burgemeester

(E.J. Nieuwenhuis)

De burgemeester

(E.J. Nieuwenhuis)

Bijlage 1: Toelichting risicoactiviteiten

Deze bijlage bevat een overzicht van activiteiten waarvoor de gemeente Waddinxveen – indien wettelijk toegestaan – een eigen Bibob-onderzoek kan uitvoeren. Dit onderzoek richt zich op activiteiten met een verhoogd risico op misbruik voor criminele doeleinden, zoals witwassen, fraude en ondermijning. De gemeente kan een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij vergunningen, subsidies, vastgoedtransacties en overheidsopdrachten.

Hoe zijn de risicoactiviteiten bepaald?

De lijst met risicoactiviteiten is gebaseerd op verschillende criteria:

  • 1.

    Activiteiten die expliciet onder de Wet Bibob vallen: Dit zijn bijvoorbeeld vergunningen voor horecabedrijven, kansspelen en milieu- en bouwactiviteiten.

  • 2.

    Activiteiten die later aan De Wet Bibob heeft toegevoegd: Op basis van onderzoek en risicoanalyses heeft de overheid sectoren toegevoegd die gevoelig zijn voor criminele inmenging. Sinds 2013 zijn vastgoedtransacties onder de Wet Bibob gebracht, en in 2022 zijn (zorg)aanbestedingen toegevoegd. Uit onderzoek blijkt dat in bepaalde branches, zoals horeca en vastgoedsector, criminelen relatief eenvoudig kunnen infiltreren.

  • 3.

    Gemeentelijke afweging: Naast de wettelijke verplichtingen kan de gemeente ook zelf bepalen welke sectoren extra toezicht nodig hebben. Zo kunnen bepaalde branches worden aangemerkt als risicoactiviteit op basis van lokale negatieve ervaringen, zoals zorgfraude of problemen in de vastgoedmarkt.

Wanneer wordt de Wet Bibob toegepast?

De Wet Bibob wordt ingezet om te voorkomen dat vergunningen, subsidies, vastgoedtransacties of overheidsopdrachten worden misbruikt voor criminele doeleinden. Een Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij:

  • 1.

    Een beschikking, zoals een vergunning of subsidie.

  • 2.

    Een privaatrechtelijke rechtshandeling, zoals een overheidsopdracht of vastgoedtransactie.

Geen automatische vergunningsplicht

Het feit dat een activiteit op de lijst met risicoactiviteiten staat, betekent niet automatisch dat er een vergunning nodig is of een Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd.

  • -

    Geen vergunning, geen Bibob-onderzoek: Als een activiteit geen vergunning vereist, vindt er geen Bibob-onderzoek plaats.

  • -

    Aanwijzing als risicoactiviteit betekent niet automatisch een Bibob-onderzoek: Alleen wanneer een beschikking nodig is of een overeenkomst wordt aangegaan onder de Wet Bibob, kan een eigen Bibob-onderzoek plaatsvinden.

Wanneer voert de gemeente een eigen Bibob-onderzoek uit bij risicoactiviteiten?

Een eigen Bibob-onderzoek wordt bij voorkeur zo vroeg mogelijk uitgevoerd, bijvoorbeeld vóór het verlenen van een vergunning of het sluiten van een vastgoedtransactie. Dit voorkomt dat later blijkt dat de aanvrager niet integer is en een verleende vergunning of gesloten transactie moet worden teruggedraaid. Daarnaast probeert de gemeente het aantal eigen Bibob-onderzoeken per betrokkene zo laag mogelijk te houden. Toch kan het in sommige gevallen nodig zijn om meerdere keren onderzoek te doen bij dezelfde persoon of organisatie.

Lijst van risicoactiviteiten

Horeca-activiteit

  • Horecabedrijven

  • Hotel/pensions, of andere locaties om te overnachten

  • Coffeeshops

  • Shishalounges

  • Zaalverhuur

Recreatie en vrije tijd

  • Recreatieparken

  • Evenementen (Vechtsportgala’s Ride Outs motorclubs (of vergelijkbare evenementen, zoals kickbocksgala’s/ MMA-evenementen, bokswedstrijden, automeetings zoals car meets, street races)

  • Beveiligingsbedrijven

  • Speelautomatenhallen/gamecenters/casino’s

  • Fitnessbedrijven/sportscholen

  • Sporthallen/-complexen

  • Commerciële sportactiviteiten

Prostitutie

  • Prostitutie- en seksbedrijven

  • Escortbedrijven

  • Seksbioscopen

  • Erotische massagesalons

Detailhandel en dienstverlening

  • Smartshops/headshops/giftshops

  • Wellnesscentra/zonnestudio’s

  • Kappers/barbershops/nagelstudio’s/tattooshops

  • Belwinkels

  • Goudinkoopbedrijven

  • Pandjeshuizen

  • Verhuur van transportmiddelen (auto’s, (bestel)bussen, deelvoertuigen)

  • Darkstores

Opslag

  • Garageboxen/opslagruimtes

  • Bedrijfsverzamelgebouwen

Milieubelastende activiteiten

  • (gevaarlijke) Afvalbewerking en -verwerking

  • Afvalrecycling

  • Mestverwerking

  • Sloop- en/ of asbestverwijdering

  • Autodemontage

  • Vuurwerkopslag/transport

  • Datacenters

Zorg, welzijn en opleiden

  • Het aanbieden van zorg (inclusief aanbieden van zorgwoningen)

  • Re-integratie-activiteiten

  • Het aanbieden van particuliere schoolactiviteiten

  • Religieuze instellingen

Duurzaamheid en transitie

  • Energieproductie (inclusief (mest)vergisters, windmolens, zonneparken, enzovoort).

  • Activiteiten voor uitkoop- en opkoopregelingen (in verband met onder andere stikstof)

Bijlage 2: Risicogebieden

De gemeente Waddinxveen kan bepaalde gebieden aanwijzen, waarbij het wenselijk is dat in dat gebied een eigen Bibob-onderzoek wordt gestart indien sprake is van een aanvraag of een beschikking (of een verleende vergunning) of een vastgoedtransactie wordt aangegaan of een overheidsopdracht wordt gegund.

Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen, revitalisatie van gebieden, bepaalde gebieden waar sprake is van (vermoedens van) ondermijnende activiteiten.

Bijlage 3: Toelichting op de uitvoering van het eigen Bibob-onderzoek

Ten aanzien van het eigen Bibob-onderzoek wordt opgemerkt dat de hierna genoemde stappen bedoeld zijn om het eigen onderzoek door de gemeente voor de betrokkene(n) en eventuele relevante Bibob-relaties inzichtelijk te maken. De gemeente behoudt zich het recht om het eigen Bibob-onderzoek op een andere wijze uit te voeren, binnen de hiervoor gestelde wettelijke kaders en bevoegdheden.

Uiteindelijk zijn de bepalingen vanuit de Algemene wet bestuursrecht, de Wet Bibob, de Aanbestedingswet 2012, de Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en het Burgerlijk Wetboek (ten aanzien van de privaatrechtelijke overeenkomsten) van toepassing bij het uitvoeren van het eigen Bibob-onderzoek.

Ten aanzien van de privaatrechtelijke overeenkomsten zijn de bepalingen opgenomen in het (algemene) inkoopbeleid van de gemeente, (algemene) verkoopvoorwaarden van de gemeente en bepalingen in (voorgenomen) overeenkomsten leidend.

In de beleidsregel is bepaald wanneer de gemeente Waddinxveen een eigen Bibob-onderzoek zal en kan starten in het kader Wet Bibob. Voor aanvragen met betrekking tot een omgevingsvergunning wordt het eigen Bibob-onderzoek uitgevoerd door de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH), op grond van mandaat en in opdracht van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen.

  • 1.

    Eigen Bibob-onderzoek

Wanneer de gemeente een eigen Bibob-onderzoek start, dient de betrokkene (en eventueel degene die met de betrokkene gelijk kan worden gesteld) het Bibob-vragenformulier in te vullen en in te leveren bij de gemeente Waddinxveen. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren ter onderbouwing van de gegeven antwoorden worden gevraagd.

Bij aanvragen voor een vergunning waarbij het eigen Bibob-onderzoek betrekking heeft op een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet, en waarvoor de in hoofdstuk 3 van deze beleidsregel opgenomen criteria van toepassing zijn, dient het Bibob-vragenformulier – inclusief bijlagen – rechtstreeks te worden ingediend bij de ODMH, die – op grond van mandaat – het eigen Bibob-onderzoek uitvoert namens het college van burgemeester en wethouders.

In geval de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe beschikking, maken de Bibob-vragenformulieren onderdeel uit van de aanvraag om beschikking.

Stap 1: Eigen Bibob-onderzoek van de gemeente1

  • 1.

    Het eigen Bibob-onderzoek behelst in ieder geval:

    • a.

      de controle en analyse van de door de betrokkene aangereikte informatie/documenten bij het Bibob-vragenformulier, inclusief bijlagen;

    • b.

      de controle en analyse van eventuele extra, op verzoek van de gemeente door betrokkene overgelegde documenten of informatie;

    • c.

      “open bronnen” onderzoek (zoals Kamer van Koophandel, Kadaster, etc.) ten aanzien van de betrokkene en mogelijke relevante Bibob-relaties;

  • 2.

    Op grond van de Wet Bibob kunnen in het kader van het eigen Bibob-onderzoek de volgende gegevens opgevraagd worden:

    • a.

      politiegegevens ten aanzien van de betrokkene(n) op grond van artikel 4.3 onder l van het Besluit politiegegevens;

    • b.

      Justitiële gegevens ten aanzien van de:

      • -

        de betrokkene, bedoeld in artikel 1, eerste lid, Wet Bibob;

      • -

        degene die direct of indirect leiding geeft of heeft gegeven aan betrokkene;

      • -

        degene die direct of indirect zeggenschap heeft of heeft gehad over betrokkene;

      • -

        degene die direct of indirect vermogen verschaft of heeft verschaft aan betrokkene;

      • -

        degene die als leidinggevende, beheerder, bedrijfsleider of vervoersmanager is of zal worden vermeld op de beschikking die is aangevraagd of is gegeven;

      • -

        degene die redelijkerwijs met betrokkene gelijk kan worden gesteld op grond van zijn feitelijke invloed op de betrokkene.

    • c.

      Informatie over de betrokkene(n) en relevante Bibob-relaties bij het Bureau zoals bedoeld in artikel 11a Wet Bibob;

    • d.

      Informatie van de Rijksbelastingdienst over de betrokkene(n) en relevante Bibob-relaties als bedoeld in artikel 7c Wet Bibob;

  • 3.

    Ten aanzien van de financiering van het project/ activiteit geldt dat de financiering aannemelijk en inzichtelijk dient te zijn. Om de financiering aannemelijk en inzichtelijk te maken, gelden ten aanzien van de financiering nog de volgende bepalingen:

    • a.

      bij financiering door middel van eigen vermogen dient de aanwezigheid en de herkomst van dit eigen vermogen aangetoond te worden;

    • b.

      wanneer sprake is van financiering uit eigen vermogen door middel van contante gelden, dient de aanwezigheid en de herkomst van het contante geld aannemelijk en inzichtelijk te worden gemaakt door de betrokkene(n);

    • c.

      bij financiering door middel van vreemd vermogen dient altijd een (in het Nederlands dan wel vertaalde) lenings- of schenkingsovereenkomst overgelegd te worden waaruit de financiering blijkt en onder welke voorwaarden deze financiering is verstrekt;

    • d.

      bij financiering door middel van vreemd vermogen dient de identiteit van de (indirecte) vermogensverschaffer aangetoond te worden door middel van een geldig identiteitsbewijs, actuele adres- en woonplaatsgegevens en het BSN-nummer van de vermogensverschaffer.

    • e.

      Bij financiering door rechtspersonen dienen de uiteindelijk natuurlijke personen (aandeelhouders) achter deze rechtspersonen inzichtelijk gemaakt te worden;

    • f.

      bij financiering door middel van vreemd vermogen dient door middel van bankafschriften aangetoond te worden dat deze gelden ontvangen zijn;

    • g.

      wanneer financiering van vreemd vermogen plaatsvindt door middel van contante gelden dient de geldstroom van de vermogensverschaffer naar betrokkene(n) volledig inzichtelijk en aannemelijk te worden gemaakt;

    • h.

      wanneer financiering van vreemd vermogen plaatsvindt door middel van crowdfunding dan wel vergelijkbare financiering, kan de gemeente het betreffende platform verplichten de identiteit van de uiteindelijke vermogensverschaffers kenbaar te maken aan de gemeente;

  • 4.

    Wanneer het Bibob-vragenformulier niet volledig wordt ingevuld, dan wel de gegevens zoals genoemd onder c (financiering) niet volledig zijn verstrekt, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld, nadat aanvrager in de gelegenheid is gesteld binnen een door de gemeente Waddinxveen gestelde extra termijn (van twee weken, waarbij de termijn wordt opgeschort) de aanvraag aan te vullen. Een weigering om gevraagde extra informatie aan te leveren dan wel onvolledig aan te leveren kan leiden tot het buiten behandeling stellen van de aanvraag dan wel tot het intrekken van de verleende vergunning;

  • 5.

    In het geval van een (voorgenomen) vastgoedtransactie zal geen overeenkomst tot stand komen, of kan een reeds gesloten overeenkomst worden ontbonden, geschorst of vernietigd, wanneer:

    • a.

      betrokkene heeft nagelaten de op grond van artikel 7a Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door de gemeente zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door de gemeente gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden;

    • b.

      de wijze van financiering, zoals genoemd onder c van stap 1 (financiering) door de betrokkene(n) onvoldoende aannemelijk en inzichtelijk is gemaakt;

    • c.

      betrokkene heeft nagelaten de op grond van artikel 12 Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door het Bureau zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door het Bureau gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden.

  • 6.

    Indien een vastgoedtransactie reeds heeft plaatsgevonden en er een lopende overeenkomst is, zal de gemeente bij een nieuw Bibob-onderzoek beoordelen of deze overeenkomst in stand kan blijven of dat er aanleiding is om aanvullende maatregelen te treffen.

  • 7.

    In het geval van een (voorgenomen) overheidsopdracht gunt de gemeente een overheidsopdracht niet, of kan een reeds gesloten overeenkomst worden ontbonden, geschorst of vernietigd, indien de betrokkene heeft nagelaten:

    • a.

      de op grond van artikel 7a Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verstrekken en/of heeft nagelaten de vragen die hem door de gemeente zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door de gemeente gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden;

    • b.

      de wijze van financiering, zoals genoemd onder c van stap 1 (financiering) door de betrokkene(n) onvoldoende aannemelijk en inzichtelijk zijn gemaakt ter beoordeling van de geschiktheidseis inzake financiële en economische draagkracht;

    • c.

      de op grond van artikel 12 Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door het Bureau zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door het bureau gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden.

  • 8.

    Het Bibob-vragenformulier dient volledig en naar waarheid te worden ingevuld. Het opzettelijk verschaffen van onjuiste informatie is strafbaar, net als het opzettelijk weglaten van informatie (art. 227a en 227b, Wetboek van Strafrecht). De gemeente kan de vergunning in dat geval weigeren of intrekken. Indien er een vermoeden bestaat dat ter verkrijging of behoud van de vergunning een strafbaar feit, bijvoorbeeld valsheid in geschrifte, is gepleegd kan de gemeente aangifte doen bij de politie.

  • 9.

    Bij de uitvoering van het eigen onderzoek kan de informatiepositie van de gemeente ondersteund worden door het RIEC. Ook kan de gemeente desgewenst gebruik maken van de expertise van het RIEC bij het toepassen Wet Bibob.

  • 10.

    Als de gemeente op basis van het eigen onderzoek in het kader Wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een ernstige of mindere mate van gevaar als bedoeld in de Wet Bibob, kan het de gevraagde beschikking weigeren of de verleende beschikking intrekken dan wel aanvullende voorschriften verbinden aan de beschikking;

  • 11.

    Als de gemeente op basis van het eigen onderzoek in het kader Wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een ernstige of mindere mate van gevaar als bedoeld in de Wet Bibob, kan dit aanleiding zijn om de (voorgenomen) overheidsopdracht of vastgoedtransactie niet aan te gaan, dan wel de overeenkomst te ontbinden of op te schorten.

  • 12.

    Indien de ODMH, die het eigen onderzoek uitvoert in opdracht van de gemeente, op basis van het eigen onderzoek in het kader Wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van ernstige of mindere mate van gevaar als bedoeld in de Wet Bibob, informeert de ODMH de aanvrager dat de besluitvorming wordt opgeschort. De zaak wordt in dat geval overgedragen aan de gemeente Waddinxveen. De gemeente beoordeelt vervolgens of er aanleiding is om een adviesvraag in te dienen bij het Landelijk Bureau Bibob. Indien hiervan sprake is, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Stap 2: Adviesvraag bij het Landelijk Bureau Bibob (BUREAU)

Aanvullend op eigen Bibob-onderzoek kan een advies bij het Landelijk Bureau Bibob (Bureau) worden gevraagd indien:

  • 1.

    vragen ontstaan of bestaan over de integriteit van de betrokkene en/ of zijn potentiële, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid Wet Bibob;

  • 2.

    na het eigen Bibob-onderzoek vragen blijven bestaan over de bedrijfsstructuur van aan de uitvoering van de beschikking te verbinden onderneming(en);

  • 3.

    na het eigen Bibob-onderzoek vragen blijven bestaan over de financiering van de aan de betreffende beschikking te verbinden activiteiten;

  • 4.

    het Bureau de gemeente adviseert om ten aanzien van een betrokkene advies aan te vragen, zoals bedoeld in artikel 11 Wet Bibob;

  • 5.

    de gemeente van de officier van justitie of een ander bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidsopdracht een tip heeft ontvangen als bedoeld in artikel 26 Wet Bibob.

Een toetsing aan de Wet Bibob met behulp van een advies van het Bureau geldt als een uiterst middel om de integriteit van een betrokkene en diens relaties te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy zal de gemeente de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen. Deze eisen brengen mee dat de gemeente Waddinxveen eerst gebruik zal maken van de eigen instrumenten of de weigerings- en intrekkingsgronden van de onderliggende regelgeving.

De adviesaanvraag van de gemeente bij het Bureau is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is het de aanvrager van een vergunning te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken.

  • 2.

    Informatieverplichting & adviestermijn

Informatieverplichting

De gemeente informeert betrokkene schriftelijk over een adviesaanvraag aan het Bureau. Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 31 Wet Bibob. Een afschrift van deze brief wordt gevoegd bij het adviesverzoek aan het Bureau.

In geval een van het Bureau ontvangen advies ten grondslag wordt gelegd aan een motivering om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, of wanneer op basis van dit advies voorschriften worden verbonden aan de beschikking, wordt aan betrokkene een afschrift van het advies ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door de gemeente schriftelijk gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 Wet Bibob;

Voornoemde is eveneens van toepassing op de in artikel 28 en 33 Wet Bibob bedoelde derde, met dien verstande dat alleen die onderdelen uit het advies worden verstrekt zover het op hem betrekking heeft.

Adviestermijn

Indien de gemeente een advies aanvraagt bij het Bureau, wordt op grond van artikel 31 Wet Bibob, de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 lid 1 Wet Bibob.

Indien het Bureau het advies niet binnen de in lid 1 gestelde termijn kan geven, heeft het de mogelijkheid om op grond van artikel 15, derde lid Wet Bibob, de termijn te verlengen. Deze verlenging bedraagt niet meer dan de termijn, genoemd in artikel 15 lid 3 Wet Bibob. De gemeente informeert betrokkene onverwijld over een verlenging.

De verlenging van de adviestermijn van het Bureau, alsmede eventuele tijdelijke opschorting van de adviestermijn van het Bureau in gevallen als bedoeld in artikel 15 lid 2 Wet Bibob, leiden tot een verdere opschorting van de wettelijke beslistermijn op de beschikking.

  • 3.

    Besluitvorming na een Bibob-onderzoek:

Een Bibob-onderzoek kan, afhankelijk van de bevindingen, leiden tot onder andere:

  • -

    Extra voorwaarden voor een vergunning, subsidie, vastgoedtransactie of overheidsopdracht.

  • -

    Weigering van een aangevraagde vergunning of subsidie.

  • -

    Intrekking van een reeds verleende vergunning of subsidie.

  • -

    Uitsluiting van een bedrijf bij een overheidsopdracht.

Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij beschikkingen

  • 1.

    De gemeente gaat over tot een negatief besluit op de aanvraag op de beschikking, indien uit het eigen Bibob-onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau blijkt, dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 Wet Bibob.

  • 2.

    Wanneer blijkt dat geen sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in het eerste lid, kan de gemeente bij mindere mate van gevaar aan de beschikking voorschriften verbinden. Deze voorschriften zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar.

  • 3.

    De gemeente heeft eenzelfde bevoegdheid indien sprake is van een ernstig gevaar waarbij de ernst van de strafbare feiten weigering of intrekking van de beschikking niet rechtvaardigt. De gemeente kan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift wijzigen. Indien niet wordt voldaan aan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift, kan de gemeente de beschikking intrekken.

  • 4.

    De gemeente kan een advies van het Bureau gedurende vijf jaren gebruiken in verband met een andere beslissing.

Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij vastgoedtransacties

  • 1.

    De gemeente zal overgaan tot het afbreken van de onderhandelingen, indien uit het eigen Bibob-onderzoek en/of een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau blijkt dat ten minste één van de onderstaande situaties zich voordoet:

    • a.

      er is sprake van ten minste een mindere mate van gevaar dat de vastgoedtransactie mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten;

    • b.

      er is sprake van ten minste een mindere mate van gevaar dat in of met de onroerende zaak waar de vastgoedtransactie betrekking op heeft, mede strafbare feiten zullen worden gepleegd;

    • c.

      er is sprake van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat betrokkene in relatie staat tot ernstige strafbare feiten die naar het oordeel van de gemeente een integriteitsrisico vormen (ongeacht de mate van gevaar);

    • d.

      er is sprake van feiten en omstandigheden die er op wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van de vastgoedtransactie een strafbaar feit is gepleegd;

    • e.

      In de gevolgen van een eigen Bibob-onderzoek dat is gestart nadat de vastgoedtransactie is aangegaan, wordt bij overeenkomst voorzien.

Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij overheidsopdrachten

  • 1.

    In geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, kan de informatie uit het eigen Bibob-onderzoek dienen als onderbouwing van een of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2012;

  • 2.

    Bij overeenkomsten als bedoeld in de Jeugdwet en/ of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 kan de informatie uit het eigen Bibob-onderzoek aanleiding zijn om de overeenkomst niet aan te gaan, dan wel te ontbinden.

  • 4.

    Vergewisplicht

Het Bureau brengt een advies uit over de mate van gevaar. De gemeente Waddinxveen dient zich op grond van artikel 3:9 van de Algemene wet bestuursrecht ervan te vergewissen dat het aan het advies ten grondslag liggende onderzoek naar de feiten op zorgvuldige wijze is verricht en dat de feiten de conclusies kunnen dragen. De gemeente Waddinxveen kan in dat kader aanvullende vragen stellen aan het Bureau. De gemeente Waddinxveen mag gemotiveerd van het advies van het Bureau afwijken, indien de gemeente Waddinxveen het advies van het Bureau gebruikt in haar motivering.

Bijlage 4: Gegevensbeheer en geheimhouding

Bewaartermijn

In het kader Wet Bibob worden gegevens en documenten die in het Bibob-onderzoek worden verzameld, door de gemeente Waddinxveen strikt vertrouwelijk behandeld en uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt. Overeenkomstig artikel 10, eerste lid, Wet Bibob worden deze stukken bewaard zolang zij noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken zoals bedoeld in deze wet.

De bewaartermijn bedraagt maximaal vijf jaar na het onherroepelijk worden van het besluit waarop het Bibob-onderzoek betrekking heeft, tenzij wettelijke verplichtingen een langere termijn voorschrijven. Na afloop van deze termijn worden de gegevens en documenten op zorgvuldige wijze vernietigd. Gedurende de bewaartermijn worden de stukken opgeslagen in een beveiligde omgeving en zijn zij uitsluitend toegankelijk voor daartoe bevoegde medewerkers overeenkomstig de privacyregelgeving, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

Geheimhouding

In het kader Wet Bibob worden door de gemeente Waddinxveen gegevens en documenten die in het eigen Bibob-onderzoek worden verzameld, onderworpen aan strikte geheimhouding zoals bepaald in artikel 28 Wet Bibob. De geheimhouding heeft tot doel de bescherming van de verstrekte gegevens, het waarborgen van privacy van betrokkenen, en het voorkomen van misbruik of onrechtmatig gebruik van de informatie.

Alle gegevens en documenten die in het eigen Bibob-onderzoek en onderzoek door het Bureau worden ontvangen of opgesteld, worden uitsluitend gebruikt voor de beoordeling van aanvragen en genomen besluiten waarop de Wet Bibob van toepassing is. Toegang tot deze gegevens is strikt beperkt tot medewerkers die op grond van hun functie bevoegd zijn en een wettelijke taak uitvoeren in het kader Wet Bibob. Deze medewerkers zijn verplicht tot geheimhouding op basis van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Het delen van gegevens met derden is uitsluitend toegestaan, als dit wettelijk verplicht is of wanneer de betrokkene hier expliciet toestemming voor het gegeven.

Overtreding van de geheimhoudingsplicht kan leiden tot disciplinaire of strafrechtelijke maatregelen, zoals bepaald in artikel 28 Wet Bibob en het Wetboek van Strafrecht.

Bibob-register

Indien sprake is van een zelfstandige gevaarbeoordeling (zonder advies van het Bureau) of sprake is van een vermoeden dat de betrokkene(n) zich terugtrekt vanwege het toepassen Wet Bibob zal de gemeente hiervan melding maken zoals bedoeld in artikel 7a lid 7 en lid 8 Wet Bibob.

Delen van Bibob-informatie met derden

Tippen van een andere gemeenten en/of bestuursorgaan

De gemeente zal indien hier aanleiding toe is gebruik maken van haar tipbevoegdheid als bedoeld in artikel 26 Wet Bibob.

Verstrekken van gegevens aan andere gemeenten en/ of rechtspersonen

De gemeente zal op verzoek de informatie verkregen op grond Wet Bibob verstrekken aan andere gemeenten en/ of rechtspersonen met een overheidstaak zoals bedoeld en onder de voorwaarden als genoemd in artikel 28 lid 2 onder m Wet Bibob.

Bijlage 5: Toepassingsbereik

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de activiteiten waarbij de gemeente de Wet Bibob kan toepassen. De gemeente past de wet Bibob toe om te voorkomen dat vergunningen, subsidies, vastgoedtransacties en overheidsopdrachten worden misbruikt voor criminele activiteiten zoals witwassen, fraude of ondermijning.

Er zijn verschillende manieren waarop een eigen Bibob-onderzoek kan worden ingezet:

  • -

    Altijd: Voor bepaalde vergunningen en transacties is een eigen Bibob-onderzoek standaard verplicht.

  • -

    Signaal gestuurd: De gemeente start een eigen Bibob-onderzoek als er informatie binnenkomt van bijvoorbeeld de handhavingsambtenaren, de politie of het Openbaar Ministerie die duidt op een mogelijk integriteitsrisico.

  • -

    Risico gestuurd: een eigen Bibob-onderzoek kan worden uitgevoerd als de aanvraag valt binnen een risicoactiviteit (zoals omschreven in bijlage 1) of het plaatsvindt in een risicogebied (bijlage 2).

Door deze aanpak kan de gemeente vergunningen en transacties zorgvuldig beoordelen en, indien nodig, maatregelen nemen om misbruik te voorkomen.

Onderdeel

Toelichting

Toepassing

 
 

Aanvraag om een beschikking

 
 
 
 

Alcoholwetvergunning

Artikel 3 Alcoholwet

Altijd

 
 

Alcoholwetvergunning (slijterijbedrijven)

Artikel 3 Alcoholwet

 

Signaal gestuurd

 

Alcoholwetvergunning (bijschrijving leidinggevende)

Artikel 30a Alcoholwet

 

Signaal gestuurd

 

Alcoholwetvergunning paracommerciële rechtspersoon

Artikel 3 en 1 Alcoholwet

 

Signaal gestuurd

 

Aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat

Artikel 30b van de Wet op de kansspelen

Altijd

 
 

Evenementvergunning (indien sprake is van vechtsportgala’s en ride out motorclubs of vergelijkbare evenementen)

Artikel 2:25 APV

Altijd

 
 

Exploitatievergunning openbare inrichting

Artikel 2:28 APV

Altijd

 
 

Exploitatievergunning speelgelegenheid

Artikel 2:39 APV

Altijd

 
 

Vergunning voor aanwezigheid van kansspelautomaten

Artikel 30b Wet op de kansspelen

Altijd

 
 

Flexibele branchevereniging

Artikel 2:81 APV

Altijd

 
 

Seksinrichting, escortbedrijf

Artikel 3.4 APV

Altijd

 
 

Exploitatievergunning coffeeshop

Artikel 2:28 APV

Altijd

 
 

Omgevingswet Bouwactiviteit

Artikel 5.1 tweede lid onder a Omgevingswet

Altijd bij bouwaanvragen vanaf € 500.000

Signaal gestuurd

Risico gestuurd

Omgevingswet milieubelastende activiteit

Artikel 5.1 tweede lid onder b Omgevingswet

 

Signaal gestuurd

Risico gestuurd

Subsidies

Algemene subsidieverordening

 

Signaal gestuurd

Risico gestuurd

Verleende beschikking

 
 
 
 

Reeds verleende beschikking

Bovenstaande soorten

 

Signaal gestuurd

 

Privaatrechtelijk

 
 
 
 

Transacties

Vastgoedtransacties

Koopprijs vanaf € 500,000 altijd.

Huurprijs vanaf € 2.500 altijd.

Signaal gestuurd

Risico gestuurd

Aanbestedingen

Overheidsopdrachten

 

Signaal gestuurd

Risico gestuurd

Onderdeel

Toelichting

Toepassing

 
 

Aanvraag om een beschikking

 
 
 
 

Alcoholwetvergunning

Artikel 3 Alcoholwet

Altijd

 
 

Alcoholwetvergunning (slijterijbedrijven)

Artikel 3 Alcoholwet

 

Signaal gestuurd

 

Alcoholwetvergunning (bijschrijving leidinggevende)

Artikel 30a Alcoholwet

 

Signaal gestuurd

 

Alcoholwetvergunning paracommerciële rechtspersoon

Artikel 3 en 1 Alcoholwet

 

Signaal gestuurd

 

Aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat

Artikel 30b van de Wet op de kansspelen

Altijd

 
 

Evenementvergunning (indien sprake is van vechtsportgala’s en ride out motorclubs of vergelijkbare evenementen)

Artikel 2:25 APV

Altijd

 
 

Exploitatievergunning openbare inrichting

Artikel 2:28 APV

Altijd

 
 

Exploitatievergunning speelgelegenheid

Artikel 2:39 APV

Altijd

 
 

Vergunning voor aanwezigheid van kansspelautomaten

Artikel 30b Wet op de kansspelen

Altijd

 
 

Flexibele branchevereniging

Artikel 2:81 APV

Altijd

 
 

Seksinrichting, escortbedrijf

Artikel 3.4 APV

Altijd

 
 

Exploitatievergunning coffeeshop

Artikel 2:28 APV

Altijd

 
 

Omgevingswet Bouwactiviteit

Artikel 5.1 tweede lid onder a Omgevingswet

Bij kleine en eenvoudige bouwaanvragen, vanaf € 500.000

Signaal gestuurd

Risico gestuurd

Subsidies

Algemene subsidieverordening

 

Signaal gestuurd

Risico gestuurd

Verleende beschikking

 
 
 
 

Reeds verleende beschikking

Bovenstaande soorten

 

Signaal gestuurd

 

Privaatrechtelijk

 
 
 
 

Transacties

Vastgoedtransacties

Koopprijs vanaf € 500,000 altijd.

Huurprijs vanaf € 2.500

Signaal gestuurd

Risico gestuurd

Aanbestedingen

Overheidsopdrachten

 

Signaal gestuurd

Risico gestuurd


Noot
1

Het eigen Bibob-onderzoek wordt in opdracht en namens de gemeente Waddinxveen uitgevoerd door de ODMH, op grond van een mandaat van het college van burgemeester en wethouders. Het onderzoek door de ODMH vindt plaats indien de criteria zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van deze beleidsregel van toepassing zijn.