Biodiversiteitsplan 2025-2033 gemeente Buren

Geldend van 27-05-2025 t/m heden

Intitulé

Biodiversiteitsplan 2025-2033 gemeente Buren

Samenvatting

Het Biodiversiteitsplan 2025-2033 van gemeente Buren zet zich in voor het behoud en herstel van biodiversiteit. Biodiversiteit vormt de basis voor een gezond en veerkrachtig ecosysteem, wat essentieel is voor de leefbaarheid. Een grote variatie aan soorten zorgt voor stabiliteit en weerbaarheid tegen klimaatverandering, plagen en ziektes. Het herstel van het ecosysteem is een proces waaraan een investering vooraf gaat. De verbetering van de biodiversiteit vraagt daarom ook om een lange termijnvisie. Door een biodiversiteitsplan te implementeren kan de gemeente proactief werken aan de biodiversiteit. Het plan richt zich op:

Biodiversiteit op diverse niveaus

Het biodiversiteitsplan geeft weer hoe het thema biodiversiteit thans verankerd is in provinciale-, regionale- en gemeentelijk aanpalende beleidsvelden en projecten.

De natuurwaardenkaarten

In 2014 heeft de Gemeente Buren een Natuurwaardenkaart opgesteld, deze kaart is in 2024 geactualiseerd. Hierdoor worden de verschillen tussen 2014 en 2024 inzichtelijk. De Natuurwaardenkaart biedt een basis voor het biodiversiteitsplan van de gemeente Buren. Met behulp van een opgestelde natuurwaardekaart is aangegeven welke gebieden ecologisch waardevol zijn, en op welke manier deze bevordert kunnen worden voor de biodiversiteit.

Biodiversiteitsmaatregelen

De biodiversiteit kan worden ondersteund door middel van veel verschillende maatregelen. Er zijn een aantal maatregelen die in de gemeente Buren kan realiseren om de biodiversiteit te ondersteunen, die opgenomen worden in de uitvoeringsprogramma’s. Dit zijn maatregelen; Aanleg groene oase, aanleg landschapselement op gemeentelijke- en particulieren gronden, bevordering biodiversiteit bij inwoners, biodiversiteitimpuls dorp en rand, ecologisch beheer bij-vriendelijke bermen onderzoek, ecologisch berm- en slootkantenbeheer, groene parkeerplaatsen en bushaltes, groene scholen, gefaseerd- of sinusmaaien, inzaaien bloemenmengsels, natuur-inclusieve landbouw, ondersteunen groene en duurzame initiatieven, het vlinderroute en het voedsellint

Aandachtspunten 

Er zijn een aantal aandachtspunten die in de gemeente Buren die geborgd moeten worden om de biodiversiteit te ondersteunen, die los staan van het uitvoeringsprogramma zoals; communicatie en handhaving.

De uitvoeringsscenario’s 

Er is een visie uiteengezet voor het ondersteunen en verbeteren van de biodiversiteit in gemeente Buren. De vier opgestelde uitvoeringscenario’s geven weer in welke mate deze visie bereikt kan worden.

Een evaluatie

Het plan wordt halverwege de looptijd geëvalueerd om de voortgang te meten en bij te sturen op basis van nieuwe inzichten en ontwikkelingen.

1. Inleiding

Biodiversiteit staat tegenwoordig volop in de aandacht. Reden daarvoor is de achteruitgang van het aantal planten en diersoorten. De druk op de natuurlijke omgeving wordt steeds groter. Het is daarom van belang niet alleen actief te investeren in het behoud, maar ook in de bevordering van biodiversiteit. Door geschikte maatregelen kan gewerkt worden aan het behouden en versterken van de kwaliteiten van de biodiversiteit en het landschap. Het biodiversiteitsplan biedt richtlijnen voor het beschermen en herstellen van de biodiversiteit. Door gerichte maatregelen kan de ecologische balans verbeteren, om zo zorg te dragen voor een duurzame toekomst. 

1.1 Wat is biodiversiteit?

Biodiversiteit is een veelomvattend begrip dat verwijst naar verscheidenheid aan leven binnen soorten, planten, dieren, micro-organismen en de ecosystemen waarvan zij deel uitmaken. Biodiversiteit kan op drie niveaus worden bekeken:

  • -

    Genetische-diversiteit: verwijst naar de variatie binnen soorten. Deze diversiteit is cruciaal voor de aanpassing van soorten aan veranderende omgevingsomstandigheden en voor hun overlevingskansen op lange termijn.

  • -

    Soorten-diversiteit: het aantal verschillende soorten in een bepaalde regio of ecosysteem. Hoge soorten-diversiteit draagt bij aan de veerkracht van een ecosysteem, waardoor deze beter bestand is tegen verstoringen; ziekten, klimaatverandering en menselijke activiteit.

  • -

    Ecosysteem-diversiteit: omvat de verschillende soorten ecosystemen in een bepaald gebied. Dit kunnen natuurlijke ecosystemen zijn zoals bossen, meren en rivieren, maar ook door de mens beïnvloede systemen zoals landbouwgronden, stedelijke parken en tuinen. Elk ecosysteem heeft zijn eigen specifieke kenmerken en draagt op zijn eigen manier bij aan de algemene biodiversiteit van een regio.

1.2 Het belang van biodiversiteit

Biodiversiteit vormt de basis voor een gezond en veerkrachtig ecosysteem, wat essentieel is voor de leefbaarheid. Een grote variatie aan soorten zorgt voor stabiliteit en weerbaarheid tegen klimaatverandering, plagen en ziektes. Dit draagt niet alleen bij aan de kwaliteit van de leefomgeving, maar ondersteunt onder andere ook de landbouw en klimaatregulering. Door biodiversiteit te versterken, wordt gewerkt aan groene verbindingen, de luchtkwaliteit, de koolstofopslag, bodemgezondheid en de esthetische en recreatieve waarde van de omgeving. Dit draagt op lange termijn allemaal bij aan het welzijn en de gezondheid van inwoners. Momenteel staat de biodiversiteit onder druk door verschillende factoren zoals; habitatverlies, overexploitatie, klimaatverandering en niet-inheemse/invasieve soorten. Het behoud en herstel van biodiversiteit vraagt om een gezamenlijke inspanning. De gemeente speelt hierbij een belangrijke rol door het bevorderen van groene infrastructuur, het beschermen van natuurgebieden en het stimuleren van biodiversiteitsvriendelijke initiatieven.

1.3 Waarom is een biodiversiteitsplan nodig?

Het herstel van het ecosysteem is een proces waaraan een investering vooraf gaat. De verbetering van de biodiversiteit vraagt daarom ook om een lange termijnvisie. Door een biodiversiteitsplan te implementeren kan de gemeente proactief werken aan de biodiversiteit.

1.4 Relatieve impact van het biodiversiteitsplan

Het Biodiversiteitsplan draagt bij aan het versterken van de biodiversiteit op lokaal en nationaal niveau. De relatieve impact van het biodiversiteitsplan is hoog binnen de gemeente Buren, met duidelijke verbeteringen voor natuur, landschap en leefbaarheid. Op nationale schaal draagt het biodiversiteitsplan bij aan versterking van biodiversiteitsnetwerken maar is de impact indirecter. Door te werken aan de lokale biodiversiteit wordt bijgedragen aan het tegengaan van nationaal biodiversiteitsverlies en draagt het bij aan nationale klimaatdoelen.

2. Biodiversiteit op diverse niveaus

Dit hoofdstuk geeft weer hoe het thema biodiversiteit verankerd is in provinciale-, regionale- en gemeentelijk aanpalende beleidsvelden en projecten.

2.1 Provinciaal niveau

Op provinciaal niveau wordt biodiversiteit ook beschouwd als een belangrijk onderwerp. De biodiversiteit komt provinciaal terug in de onderstaande visies, beleidsplannen en projecten.

2.1.1 Omgevingsvisie Gaaf Gelderland; biodiversiteit

In december 2028 is de omgevingsvisie Gaaf Gelderland vastgesteld met als hoofddoelstelling een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland. Hieronder wordt verstaan; een gezonde leefomgeving, een schoon milieu, bescherming van onze flora en fauna en voorbereid zijn op klimaatverandering.

Specifiek voor biodiversiteit is in de omgevingsvisie de ambitie vastgesteld om in 2030 75% van de doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn te halen. De aanpak hiervoor is te blijven werken aan een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden. Met aandacht voor de kwaliteiten van bijzondere natuurgebieden en landschappen en beschermen de flora en fauna. Er moet overal potentie gezien worden om de biodiversiteit te vergroten. In het bijzonder in de landbouw en daarnaast in de bebouwde omgeving in woonwijken, bij werklocaties en bij renovatie van erfgoedlocaties, bij de aanleg van wegen en dijken en het winnen van zand en klei.

De tweede ambitie is dat het in 2050 goed gaat de biodiversiteit in Gelderland. Wat betekent dat in Gelderland natuurinclusief gewerkt wordt en biodiversiteit overal waar mogelijk wordt versterkt en ingepast, ook buiten de specifiek als natuur aangewezen gebieden. Met de realisatie en het beheer van het GNN en kwaliteitsverbetering van de Natura 2000-gebieden kan 65% van de doelen worden bereikt in 2030.

2.1.2 Provinciaal natuurbeleid Gelders Natuurwerk en Groene Ontwikkelingszone

De provincie Gelderland zet in op een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden en behoud en versterking van de kwaliteit van het landschap. Dit wordt gedaan met het Gelders Natuurnetwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelingszone (GO). Binnen gebieden die hieronder vallen worden de kern-kwaliteiten: natuurwaarden, de potentiële waarden en de omgevingscondities beschermd tegen aantasting. Het GNN is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuur, ook de natura-2000 gebieden vallen hieronder. Het uitgangspunt is dat in het GNN geen nieuwe initiatieven plaatsvinden, behalve ontwikkelingen van een groot algemeen of provinciaal belang of waarvoor geen alternatieven bestaan. Binnen de GO is ruimte voor economische ontwikkeling mits er een combinatie is met een (substantiële) versterking van de samenhang tussen aangrenzende en inliggende natuurgebieden. De ecologische verbindingszones maken deel uit van de GO, evenals de weidevogelgebieden en de rustgebieden voor winterganzen.

Artikel 2.1.3 Uitvoeringsprogramma biodiversiteit; Strategie voor een groener Gelderland

Het Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit is een uitwerking van het beleidsprogramma Biodiversiteit. Het Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit geeft weer welke doelen worden nagestreefd en geeft inzicht in wat er gebeurt aan acties op het gebied van biodiversiteit en bos binnen de gehele organisatie van de provincie.

In het Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit staan vier ambities centraal:

Ambitie I: Sterkere natuurgebieden en vitaler bos

De provincie wil de biodiversiteit veiligstellen en de kwaliteit van de Gelderse natuur verbeteren, door zich te richten op het realiseren van een hoogwaardig netwerk van onderling verbonden natuurgebieden. Om dit te bewerkstelligen beschermen en versterken ze de natuur in het Gelders Netwerk (GNN) en verbeteren ze de samenhang tussen natuurgebieden. De provincie onderscheidt de volgende sporen: 1) De natuur beschermen, 2) De kwaliteit van natuurgebieden en bossen behouden en verbeteren, 3) Natuurgebieden uitbreiden en verbinden.

Ambitie II: Een grotere biodiversiteit en meer bomen en bos op het platteland

Een groot deel van Gelderland bestaat uit het landelijk gebied. Dit is voornamelijk ingericht voor landbouw, maar het landelijk gebied heeft ook een functie voor onder meer wonen, werken, recreatie en energietransitie. Maar er liggen ook grote kansen voor het vergroten van de biodiversiteit. Bij het vergroten van de biodiversiteit, het aantal bomen en de hoeveelheid bos op het platteland onderscheidt de provincie de volgende vijf sporen: 1) Het aandeel natuurinclusieve landbouw vergroten 2) De biodiversiteit langs wegen vergroten 3) De biodiversiteit in en langs wateren en watergangen vergroten 4) Zorgen voor meer bomen en groene landschapselementen op het platteland 5) Zorgen voor een natuurinclusieve energietransitie.

Ambitie III: Een grotere biodiversiteit en meer bomen in stad en dorp

Dieren en planten stellen specifieke eisen aan hun omgeving. Om de biodiversiteit in steden en dorpen te vergroten is het van belang dat deze juiste omstandigheden worden gecreëerd. Hieronder valt een uitgebreide groenblauwe structuur waardoor parken en andere groene plekken in de stad met elkaar en het buitengebied worden verbonden. De provincie zet in op het vergroten van de biodiversiteit in de Gelderse steden en dorpen, en maakt onderscheid tussen de volgende sporen: 1) Een grotere biodiversiteit en meer bomen in winkelgebieden en woonwijken 2) Een grotere biodiversiteit en meer bomen op bedrijventerreinen 3) Een grotere biodiversiteit en meer bomen op schoolpleinen en sportterreinen.

Ambitie IV: Een grotere betrokkenheid van inwoners bij natuur en groen

Een groene leefomgeving draagt bij aan de gezondheid en het welzijn van mensen en nodigt uit om te bewegen en te sporten. De provincie vindt het belangrijk dat Gelderlanders zich bewust zijn van de waarde van biodiversiteit en een groene leefomgeving en ze willen de betrokkenheid van inwoners bij natuur en groen vergroten. Om dit te bereiken informeren ze mensen over de (waarde van de) Gelderse natuur en brengen ze de natuur dichter bij de inwoners. Op deze manier creëren ze draagvlak onder inwoners voor het natuurbeleid. Draagvlak en bewustzijn vormen vervolgens de basis voor een actieve houding om je ook zelf in te zetten voor meer biodiversiteit in Gelderland. De provincie onderscheidt de volgende sporen: 1) Het draagvlak onder inwoners voor het behouden en vergroten van de biodiversiteit versterken 2) Bewerkstelligen dat meer inwoners zich inzetten voor het behouden en vergroten van de biodiversiteit.

2.1.4 Provinciale subsidieregeling Biodiversiteit en Landschap

Om de biodiversiteit en het landschap in Gelderland te versterken, heeft de Provincie Gelderland de subsidieregeling; Biodiversiteit en landschap opgezet. Deze regeling biedt financiële ondersteuning voor projecten die bijdragen aan de verbetering en het herstel van biodiversiteit en landschapsstructuren. De subsidieregeling heeft als doel om een positieve impuls te geven aan de biodiversiteit door de aanleg en het herstel van leefgebieden voor inheemse plant- en diersoorten te stimuleren.

Subsidieregeling Biodiversiteit en Landschap 2020-2024

De gemeente Buren heeft in 2020-2024 gebruik gemaakt van de subsidieregeling Biodiversiteit en Landschap 2020-2024. Hiermee is uitvoering en ondersteuning gegeven aan verschillende biodiversiteit ondersteunende maatregelen.

Subsidieregeling Biodiversiteit en Landschap 2025-2028

Gemeente Buren heeft wederom een aanvraag ingediend om deel te kunnen nemen aan de subsidieregeling Biodiversiteit en Landschap 2025-2028 ter verbetering en ondersteuning van de biodiversiteit. Hiervoor heeft de gemeente het uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Landschap 2025-2028 opgesteld. Helaas is de gemeente Buren uitgeloot vanwege te grote aanvraag.

2.1.5 Weidevogelgebieden

Weidevogels zijn vogelsoorten die in uitgestrekte graslanden broeden. De Grutto is uitgeroepen tot nationale vogel van Nederland. De Europese Commissie heeft gesteld dat Nederland momenteel onvoldoende doet om weidevogels te beschermen, omdat de populaties van deze weidevogels blijven afnemen. EU-verordeningen vereisen van lidstaten dat zij actief werken aan het herstel van biodiversiteit in agrarische landschappen. Dit houdt onder andere in dat er meer natuurlijke habitats moeten worden gecreëerd en dat agrarische activiteiten beter afgestemd moeten worden op de behoeften van weidevogels. Er zijn een aantal weidevogelgebieden gelegen in de gemeente Buren.

2.2 Regionaal niveau

Op regionaal niveau zijn ook verschillende visies, beleidsplannen en projecten waarin biodiversiteit een terugkomend onderwerp is.

2.2.1 Manifest landschap Regio Rivierenland

Het Manifest Gonzend Rivierenland schetst een visie voor versterking van de biodiversiteit in het rivierenlandschap van Rivierenland tegen 2030. Met dit manifest slaan overheden, bedrijven, inwoners, vrijwilligersorganisaties en ‘streekholders’ de handen ineen voor een leefbaar en mooi Rivierenland. Hiermee wordt bijgedragen aan de ambities van het Nederlandse Deltaplan Biodiversiteitsherstel en de Europese lidstaten: vóór 2030 moet tenminste 10% van het cultuurlandschap uit een groen-blauwe dooradering bestaan. Een netwerk van landschapselementen vol (bio)diversiteit. Er worden tot 2030 de meeste kansen gezien langs de volgende 5 sporen:

1. We nemen verantwoordelijkheid voor onze eigen biodiversiteit.

Ecologisch berm- en slootbeheer wordt de norm. We beschermen (groen) erfgoed volgens hedendaagse duurzame inzichten. Het doel voor 2030 is om in 2025 50% van onze bermen volgens Kleurkeur, in 2030 is dit 100%. Dit streven is in lijn met het Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit van Provincie Gelderland.

2. We stimuleren en inspireren initiatieven van onderop.

Inwoners, ondernemers en andere lokale partijen nemen vaak initiatief. Het is belangrijk dat we die ‘van-onderop-projecten’ ondersteunen. Het doel voor 2030 is dat alle acht gemeenten vóór 2025 een aanspreekpunt voor initiatiefnemers met een groenplan voorzien. In 2030 zorgen gemeenten en bewoners samen voor lokaal groen.

3. We gebruiken de meerwaarde van de uiterwaarden.

De natuur zelf krijgt meer ruimte, de dorpen aan de dijken worden groener en krijgen een sterkere, regionale identiteit. Door bijvoorbeeld streekeigen heggen, bomen en bloemranden aan te planten. Het doel van 2030 is dat initiatiefnemers in de buurt van uiterwaarden elkaar weten te vinden en verschillende doelen met elkaar verbinden: sterke dijken, biodiverse uiterwaarden en mooie dorpen.

4. We maken de komgronden groener en blauwer.

De oude komgronden weer omvormen tot natuurlijke blauwe boezems met ruimte voor natuur en water(berging), voor weidevogels, voor bosjes, grienden en hooilanden. De blauwe boezems verbinden we via biodiverse wandeldijkjes over oude kades met de dorpen. Zo ontstaat een groene ribbenkast. Het doel voor 20230 is in de blauwe boezems hooilanden en grienden maken. Deze boezems verbinden we met de dorpen door houtwallen, bermen, heggen en struwelen aan te leggen. Die natuurlijke verbindingen vormen 10% van het landschap.

5. We werken aan een groen maatpak rond de steden en dorpen.

Natuurlijke stroken langs de kavelgrenzen zullen een nieuw groen netwerk vormen voor de dorpen in het landschap. Denk hierbij aan biodiverse bermen met knotwilgen, struweelhagen en singels, zodat van dorp naar dorp groene linten ontstaan. Groen-blauw omlijste kavels worden niet alleen ingericht voor wonen of bedrijvigheid, maar ook voor waterberging, wandelen, sporten enz. Het doel is om in 2030 is het creëren van een mooi landschap op de overgang van dorpen naar het landschap met een groenblauwe dooradering van 10%.

2.2.2 Groenblauwe raamwerk regio rivierenland

Er is een uitwerking tot stand gekomen voor het groenblauw raamwerk van regio Rivierenland. Het groenblauw raamwerk draagt bij aan het realiseren van een robuust netwerk dat zowel de ecologische als recreatieve waarden in de regio Rivierenland versterkt. Het vormt een belangrijke basis voor toekomstige gebiedsontwikkelingen, waarbij landbouw, natuur en recreatie samenkomen. Het Groenblauwe Raamwerk Rivierenland omvat vier bouwstenen;

  • -

    Dynamische Rivieren: de dynamische rivieren en hun uiterwaarden vormen robuuste aaneengesloten structuren in oost-west richting en maken deel uit van een veel groter systeem.

  • -

    Noord-Zuid verbindingen: ontwikkelen van ‘nieuwe’ landschapsstructuren haaks op grote rivieren. Het speelt daarmee in op het project ‘Van veer naar veer’, waarin zeven ecologische linten zijn bedacht die het Rivierenland doorkruisen.

  • -

    Klimaatweteringen: betreft de gevarieerde komgebieden en hun ingenieuze weteringenstelsel. Ze vormen een belangrijke speler in creëren van klimaat adaptieve regio als lokale klimaatbuffers)

  • -

    Kleinschalige dooradering: een kleinschalige dooradering van het gebied door het verrijken van bermen en oevers, het aanzetten van dorpspolders en behouden en ontwikkelen van groene wiggen tussen de kernen, het accentueren van bijzonder watererfgoed als kastelen en buitenplaatsen, en het ‘ver-groenblauw-en’ van het stedelijk gebied.

De nadruk op het herstel van natuurlijke landschapselementen en het verbeteren van ecologische verbindingen sluit aan bij de kernwaarden van de gemeente Buren. Gemeente Buren wil, zoals de omgevingsvisie aangeeft, het groen in de kernen meer met elkaar verbinden en toegankelijker maken om bewegen en natuurbeleving aan te moedigen. Verbonden groenstructuren geven een grotere woonkwaliteit en dragen bij aan de biodiversiteit als het groen ecologischer wordt ingericht. Naast het verbinden van groen binnen de kernen wil de gemeente groenstructuren in en rondom dorpen uitbreiden en wordt ingezet op minder verharding waar dat kan.

2.2.3 Vlinderroute

De Vlinderroute is een biodiverse route speciaal voor vlinders. Zo worden op 7 plekken in Rivierenland noord-zuid verbindingen aanleggen, bestaand uit heggen, boomsingels, bloemranden, poelen, vogelbosjes, passend in het landschap en worden binnen de kernen bloemrijke stapstenen gevormd. De Vlinderroute start bij het pontje van Tiel, in de Vlindertuin. De route vervolgt zich door de stad verspreiden via de geveltuintjes. Langs de stadsrand zijn kraamkamers ingezaaid aan de oevers van de Dode Linge. De Vlinderroute gaat verder langs de Dode Linge naar de Linge in Zoelen, en naar het noorden naar Maurik en tenslotte naar Eck en Wiel. De Vlinderroute eindigt bij de veerpont van Eck en Wiel.

Door middel van gezamenlijke plantacties, het inrichten van vlindervriendelijke tuinen en het onderhouden van bloemrijke gebieden, dragen bewoners direct bij aan de vlinderroute en de biodiversiteit in hun omgeving. Met het inzaaien van waardplanten wordt ook een geschikte leefomgeving gecreëerd voor meerdere soorten, zoals de Teunisbloempijlstaart. Deze wordt in de natuurwaardekaart ook als kansrijk soort aangegeven.

2.2.4 Het voedsellint

Het Voedsellint is een regionaal project dat biodiverse voedselproductie-plekken, verbindt, zoals tiny forest, voedselbossen en streekproductlocaties, tussen Varik en Rijswijk. In de loop van de geschiedenis en dankzij grote programma’s als Ruimte voor de Rivier zijn langs de rivieren, in de uiterwaarden, waardevolle biodiverse terreinen ontstaan. Die zijn oost-west gericht. Los in het landschap liggen landgoederen, natuurgebiedjes, particuliere gronden die biodivers zijn. Gonzend Riviereland probeert juist in noord-zuid richting verbindingen te maken tussen die biodiverse stepping stones. Met het Voedsellint worden mooie biodiverse gebieden zoveel mogelijk met elkaar verbonden.

2.3 Gemeentelijk niveau

2.3.1 Omgevingsvisie

Biodiversiteit is een cruciaal onderdeel van de leefomgeving, dit is verankerd in de Omgevingsvisie Gemeente Buren. De omgevingsvisie van de gemeente Buren richt zich op de lange termijn ontwikkeling van de fysieke leefomgeving met aandacht voor biodiversiteit. De omgevingsvisie integreert biodiversiteit in de doelstellingen om een gezonde, veerkrachtige en duurzame omgeving te waarborgen. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt rekening gehouden met de impact op de biodiversiteit. Biodiversiteit wordt in de omgevingsvisie aan de hand van de volgende ambities en uitgangspunten benoemd:

  • -

    Weidevogelgebieden: In de gemeente Buren zijn weidevogelgebieden te vinden in de komgronden, zoals het Rijswijkse en Ommerense Veld. Binnen deze gebieden zorgen agrariërs ervoor dat weidevogels niet verstoord worden en er een leefomgeving instant wordt gehouden die past bij de habitat voor weidevogels. De omgevingsvisie geeft aan dat weidevogelbieden versterkt en uitgebreid moeten worden. Recentelijk heeft de Europese Commissie ook gesteld dat Nederland onvoldoende doet om weidevogels te beschermen. De EC vindt dat Nederland grutto’s en andere weidevogels beter moet beschermen, omdat de populaties van deze weidevogels blijven afnemen. Dit houdt onder andere in dat er meer natuurlijke habitats moeten worden gecreëerd en dat agrarische activiteiten beter afgestemd moeten worden op de behoeften van weidevogels.

  • -

    Natuur in bouwprojecten: Ook in nieuwbouwprojecten zet de gemeente in op meer groen waarbij we waar mogelijk inzetten op het verbinden van groen in het buitengebied en het bestaande bebouwde gebied. Hierbij wordt aangestuurd op een vast percentage van 20% groen (en water) bij nieuwbouwprojecten. Ook de gebouwen zelf geven de kans op meer groen, bijvoorbeeld met groene daken en gevels. Deze maatregelen aan de gebouwen zorgen zowel voor een prettigere leefomgeving in de gebouwen zelf als in het openbaar gebied.

  • -

    Natuurlijke Verbindingen en habitats: De omgevingsvisie benadrukt het belang van ecologische verbindingen tussen natuurgebieden. Door natuurlijke habitats te verbinden en te vergroten wordt de biodiversiteit versterkt, wat essentieel is voor het behoud van verschillende plant- en diersoorten.

  • -

    Robuuste verbindingen: de gemeente Buren wil de ecologisch waardevolle gebieden versterken en met elkaar verbinden, zodat de biodiversiteit groter en diverser wordt.

We streven ernaar om een groter gebied geschikt te maken als leefgebied voor weidevogels. Daarom kiezen we ervoor om samen met de agrariërs te kijken hoe ze natuur inclusiever kunnen worden in de komgronden.

In de uiterwaarden van de Rijn en de Lek streeft de gemeente naar een aaneengesloten natuurgebied, waar natuurlijke processen zoveel mogelijk hun gang gaan. Functies die hier voorkomen moeten zich verhouden tot de aanwezige natuurlijke kwaliteiten en potenties. Ook langs de Linge is het doel om een ecologische verbinding langs de rivier te realiseren.

Verder wil de gemeente twee oost-west lopende ecologische structuren met elkaar verbinden op een manier die past bij de kenmerken van het open komgebied. De gemeente Buren streeft naar enkele grote lijnen langs De Korne en de Maurikse Wetering. Deze lange lijnen kunnen met zone met riet of natuurlijk grasland fungeren als ecologische verbinding.

2.3.2 Landschapsontwikkelingsplan (LOP)

Het landschapsontwikkelingsplan (LOP) schetst de ontwikkelingsrichting in verschillende delen van het landschap. Door middel van het landschapsontwikkelingsplan (LOP) van de gemeente Buren, zijn de bestaande landschapsstructuren in beeld gebracht, ten behoeve van het behoud en de ontwikkeling bij veranderingen in de buitenruimte. Het ondersteunen en verbeteren van de biodiversiteit komt in het Landschapsontwikkelingsplan Buren naar voren als onderdeel van de bredere landschapsversterking. Het LOP is gericht op het behouden en versterken van de karakteristieke landschapskenmerken van de gemeente Buren, waarmee biodiversiteit vaak ook bevorderd wordt. Bijvoorbeeld door landschappelijke elementen zoals houtwallen, heggen en bloemrijke graslanden te behouden en te versterken. Dit soort elementen dragen bij aan de biodiversiteit. Verder benoemt het LOP ook ontwikkelingsstrategie, zoals ecologische verbindingszones, waarmee de biodiversiteit actief wordt bevorderd.

2.3.3 Bomenverordening en waardevolle bomenlijst

Bomen en beplanting die in eigendom van gemeente Buren zijn, worden beschermd. In de Bomenverordening is vastgelegd dat landschappelijke beplantingen, met als functie de aankleding van bebouwing en opstanden in het landelijk gebied (voor zover deze niet beschermd zijn door de Boswet), knotbomen in het buitengebied, en alle gemeentelijke houtopstanden met een diameter van 10 centimeter of meer gemeten op 1 meter vanaf het maaiveld, beschermingswaardig zijn. Naast de Boswet worden veel houtopstanden beschermd door de Flora en Faunawet. Binnen deze wet is het verboden om de broed-, verblijf- of foerageerplaats van beschermde plant en diersoorten weg te nemen of te verstoren.

Markante bomen en boomstructuren die niet in eigendom van de gemeente zijn, worden beschermd middels de lijst met beschermde bomen; de Waardevolle bomenlijst. Deze lijst draagt bij aan de biodiversiteit door de bescherming en het behoud van oude en waardevolle bomen die een cruciale rol spelen in het ecosysteem. Deze bomen bieden niet alleen leefruimte aan diverse diersoorten, maar dragen ook bij aan het behoud van diversiteit onder de boompopulatie. Door deze bomen te behouden en te beheren, wordt het voortbestaan van deze bomen gewaarborgd, wat essentieel is voor het behoud van een rijk en gevarieerd landschap in de gemeente. De bescherming van bomen is dus een onmisbaar onderdeel ter ondersteuning van de biodiversiteit.

2.3.4 Parkeerbeleid 2024-2032

In het Parkeerbeleid 2024-2032 van de gemeente Buren is opgenomen dat na zes parkeervakken, een oppervlakte ter grootte van een parkeervak als groenvoorziening moet worden aangelegd. Door het aanplanten van inheemse bomen, struiken en andere planten in deze groene vakken, wordt de biodiversiteit ondersteund. Er kunnen in deze groenvlakken micro-ecosystemen ontstaan die voedsel en schuilplaatsen bieden aan dieren en insecten. In het parkeerbeleid is ook vastgelegd dat parkeerplaatsen worden aangelegd met een zo open mogelijke verharding. Open verharding verwijst naar het gebruik van materialen en constructiemethoden die waterdoorlatend zijn, zoals grasbetontegels. Open verharding biedt kansen voor het vergroenen van parkeerplaatsen. Tussen de openingen in de verharding kan gras of andere vegetatie groeien, wat bijdraagt aan de biodiversiteit door leefruimte te bieden aan planten, dieren en insecten. Dit zorgt ervoor dat zelfs parkeerterreinen een bijdrage kunnen leveren aan het ecosysteem.

2.3.5 Lokale adaptatiestrategie gemeente Buren 2022

Het doel van de Lokale Adaptatie Strategie (LAS) is om richting te geven aan het klimaatbestendig maken van de gemeente Buren. In de lokale adaptatie strategie wordt aandacht gegeven aan het aanpassen aan wateroverlast, droogte en hitte. Klimaatadaptatie geeft daarnaast ook een kans om de leefomgeving en het woonplezier in onze dorpen te verbeteren. Zo zorgt het planten van bomen niet alleen voor verkoeling van de omgeving en een betere waterdoorlaatbaarheid van de bodem, maar is er ook meer biodiversiteit. Klimaat adaptieve maatregelen worden uitgevoerd op verschillende domeinen, zoals de openbare ruimte, wonen en natuur en projecten bieden kansen voor het koppelen van biodiversiteit. De gemeente zet lokaal vooral in op het vergroten van natuur in de wijken, participatie van inwoners en mee koppelen van natuur bij andere domeinen. Voor versteende en verdichte wijken kan worden ingezet op verticaal groen, terwijl bij grotere tuinen meer ruimte is voor onttegelen. Openbaar groen kan op meerdere manieren worden vergroot, bijvoorbeeld met verticaal groen, groene daken en het planten van bomen. Veder staat in het Kader voor leefbare verstedelijking in Gelderland de volgende uitgangspunten opgenomen.

Deze uitgangspunten dragen indirect ook weer bij aan de biodiversiteit.

  • -

    Percentage groen plus blauw op buurtniveau is samen minimaal 30% (300-30-3 norm).

  • -

    Binnen 300 meter van elke woning is een openbare groenvoorziening van minimaal 200 m2 aanwezig en binnen 1.000 meter een park van minimaal 5.000 m2 (BOSS-principe).

  • -

    Elk huis heeft zicht op minimaal 3 bomen (300-30-3 norm).

2.3.6 Ruimtelijke kaders zon en wind gemeente Buren 2021

In de Ruimtelijke kaders zon en wind worden uitgangspunten voor plaatsing en inpassing van zonne- en windenergie in de gemeente Buren. Het document verankert biodiversiteit en natuur door de ontwikkeling van zonne- en windenergie binnen ecologische en landschappelijke kaders te plaatsen. Het richt zich op het behoud en de versterking van bestaande natuurwaarden, het vermijden van verstoring van waardevolle natuurgebieden, en het bevorderen van groenstructuren. De richtlijnen vragen om natuurinclusief ontwerpen, bijvoorbeeld door de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het toepassen van bloemrijke graslanden om biodiversiteit te bevorderen rondom energieprojecten. Tussen de grote zonnevelden geldt een minimale afstand van 250 meter tussen de locaties. Hierbij gaat het niet om facilitaire zaken als wegen, maar om daadwerkelijke ruimte voor biodiversiteit. De vuistregel is dat van elke 10 ha, 2,5 ha vrije ruimte voor natuur moeten zijn. Er moet, waar dat past, ruimte worden gemaakt voor een in het landschap passende kwalitatief goede randen of gebruik van ecologische oevers. Er dient ook rekening te worden gehouden met schaduwwerking en de groeiruimte voor beplanting. En er moet gebruik gemaakt worden van gebiedseigen plantensoorten. Verder mag er gebruik worden gemaakt geen pesticiden en herbiciden. Verder worden de biologische waarden gemeten voorafgaand van het project en na enige tijd na het project om de natuurontwikkeling op deze manier te monitoren. Ten slotte hebben zonnevelden een vergunning voor een bepaalde duur. Het is zaak dat de initiatiefnemer zorgt voor het volledig verwijderen van alle installaties en dergelijke en dat het terrein in een natuurlijke staat hersteld wordt. De groene aanleg dient hierbij behouden te blijven.

2.3.7 Weidevogelgebieden in Buren

Er zijn een aantal weidevogelgebieden in gemeente Buren. Deze weidevogelgebieden zijn te vinden in de komgronden, zoals het Rijswijkse en Ommerense Veld. Weidevogels zijn vogelsoorten die in uitgestrekte graslanden broeden, zoals de grutto en de patrijs. In de gemeente Buren is de Patrijs uitgeroepen tot icoonsoort. Weidevogelbieden kunnen ondersteund worden door agrarische activiteiten af te stemmen en meer natuurlijke habitats te creëren.

2.3.8 Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR) gemeente Buren

Het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR) van gemeente Buren integreert biodiversiteit als belangrijk thema binnen het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Het IBOR is gebaseerd op een integrale benadering waarin biodiversiteit wordt meegenomen in de beheerstrategie, in samenhang met andere thema’s zoals klimaatadaptatie, circulariteit en duurzame mobiliteit. Het IBOR en het Biodiversiteitsplan 2025-2032 vullen elkaar aan. Het biodiversiteitsplan biedt een inhoudelijke visie voor het behouden en versterken van de biodiversiteit, terwijl het IBOR-plan zich richt op de implementatie en borging van biodiversiteit binnen het huidige gemeentelijk beheer.

3. Natuurwaardenkaart

Voor het biodiversiteitsplan zijn natuurwaardenkaarten opgesteld, om ecologisch waardevolle gebieden te inventariseren.

3.1 Wat is een natuurwaardenkaart

De Natuurwaardenkaart identificeert gebieden met waardevolle ecologische functies: Voedsel, Voortplanting, Veiligheid en Verbinding. Wanneer deze functies gezamenlijk aanwezig zijn, spreken we van een biotoop, wat essentieel is voor het overleven van bepaalde flora en fauna. De natuurwaardenkaart is een hulpmiddel om gebieden met ecologische waarde in kaart te brengen. Deze kaart biedt een gedetailleerd overzicht van de ecologische waarde van verschillende terreinen, waaronder de aanwezigheid van bijzondere flora en fauna, kwetsbare habitats, en belangrijke ecologische verbindingen.

3.2 Waarom is de natuurwaardenkaart opgesteld

In 2014 heeft de Gemeente Buren een Natuurwaardenkaart opgesteld, deze kaart is in 2024 geactualiseerd op basis van het recente voorkomen van soorten en de huidige beschermingsstatus volgens de Omgevingswet. Hierdoor worden de verschillen tussen 2014 en 2024 inzichtelijk. De Natuurwaardenkaart biedt een basis voor het biodiversiteitsplan van de gemeente Buren. Met behulp van een opgestelde natuurwaardekaart is aangegeven welke gebieden, op welke manier kansrijk zijn voor het bevorderen van de biodiversiteit. De maatregelen en ontwikkelingsplannen die in het biodiversiteitsplan worden voorgesteld, kunnen dankzij de kaart specifiek worden afgestemd op de kenmerken van de leefgebieden.

3.3 Hoe is de natuurwaardenkaart opgesteld

De actualisatie van de Natuurwaardenkaart is uitgevoerd door middel van een uitgebreide bureaustudie en gerichte veldbezoeken. De bureaustudie, als belangrijkste onderdeel, omvatte een inventarisatie van waarnemingen uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) en eerdere gemeentelijke natuurwaardenkaarten. Met recente luchtfoto’s en veldbezoeken werd de actuele situatie gecontroleerd en verder verfijnd. Deze gegevens zijn verwerkt en vormen samen acht specifieke kaarten met potentiële leefgebieden voor de onderscheiden diergroepen. Deze kaarten zijn terug te vinden in de bijlage. Alle soorten op de kaarten zijn beschermd onder nationale en Europese richtlijnen, zoals de Vogel- en Habitatrichtlijn.

3.4 Wat zijn de uitkomsten van de natuurwaardekaart

De natuurwaardenkaart bestaat uit acht kaartbeelden, die de volgende soort(groep)en weergeven:

 

In 2014 aanwezig/beschermd

In 2024 aanwezig/beschermd

Vogels met jaarrond beschermde nesten

X

X

Boerenlandvolgels*

X

X

Vleermuizen

X

X

Das en bever

 

X

Marterachtigen

 

X

Reptielen

 

X

Amfibieën

X

X

Vissen

X

X

Insecten

 

X

*In 2014 enkel weidevogels

4. Biodiversiteitsmaatregelen

De biodiversiteit kan worden ondersteund door middel van veel verschillende maatregelen. Onderstaand staan maatregelen die de gemeente Buren kan inzetten om de biodiversiteit te ondersteunen. Het is afhankelijke welke keuzes gemaakt worden. In het uitvoeringsplan wordt dit verder uitgewerkt.

4.1 Aanleg groene oase

Het creëren van een ‘groene oases’ op een stuk grond van de gemeente dragen bij aan: een groene entree en meer zachte overgang naar het landschap, een groene long voor klimaat en gezondheid, een ontmoetingsplek voor bewoners. De inrichting moet aansluiten bij de landschappelijke en ecologische uitgangspunten van de plek en de wensen vanuit het dorp. De toevoeging van groene en blauwe elementen draagt bij aan de versterking van de groenblauwe dooradering. Voor het inrichten en beheren worden vrijwilligers gezocht die hieraan willen bijdragen.

4.2 Aanleg landschapselementen op gemeentelijke grond

De aanleg van groen- blauwe landschapselementen op gemeentelijke grond verbetert de esthetische uitstraling van de omgeving en ondersteund verbinding van ecologische verbindingszones. Er moeten geschikte locaties worden gezocht worden om deze landschappelijk elementen aan te leggen, die passen bij de visie van de groenblauwe dooradering die voorkomt uit de visie voor gemeenten in het Westelijke Rivierengebied. Verschillende soorten voorkomend uit de natuurwaardenkaart profiteren van de aanleg van landschapselementen:

  • -

    De aanleg van waterelementen in de vorm van poelen enz. bieden leefgebieden voor alle amfibieënsoorten met name de poelkikker, heikikker, rugstreeppad en kamsalamander.

  • -

    De aanplant van opgaande en verbindende landschapselementen is onder meer gunstig voor uitbreiding van vliegroutes voor vleermuizen.

  • -

    De aanplant van waardbomen ondersteunend voor vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten, zoals de steenuil, marterachtigen, de grote weerschijnvlinder en grote vos.

  • -

    Aanplant van nieuwe bomen zoals wilgen (grauwe wilg en bos wilg), iepen en populieren is gunstig voor de grote weerschijnvlinder en de grote vos.

  • -

    Aanleg en beheer van knotwilgen is ook gunstig voor soorten als de steenuil.

4.3 Aanleg landschapselementen op particulieren grond

Door landschapselementen aan te leggen op particulieren gronden kan worden ingezet op de groenblauwe dooradering voortkomend uit de visie voor gemeenten in het Westelijke Rivierengebied. Uit deze visie vloeien te ontwikkelen deellocaties voort waar in de uitvoering op gericht kan worden. Er kan hieraan uitvoering gegeven worden door de aanleg van groene elementen zoals hagen, heggen, geriefhoutbosjes, houtwallen, knotbomenrijen, hoogstamboomgaarden enzovoort. Maar ook door de aanleg van blauwe elementen waaronder poelen of natuurvriendelijke oevers. Particulieren krijgen informatie over het landschap, de randvoorwaarden, mogelijkheden en deelname aan het project. Er wordt advies gegeven over inrichting en (ecologisch) beheer en een landschapsplan opgesteld. De aanleg en ecologisch beheer van waterelementen in de vorm van poelen enz. bieden leefgebieden voor alle amfibieënsoorten met name de poelkikker, heikikker, rugstreeppad en kamsalamander, die ook voorkomen uit de natuurwaardekaart.

4.4 Bevordering biodiversiteit bij inwoners (particulieren grond)

Deze maatregel doelt op enthousiasmeren en inspireren van bewoners, grondeigenaren en vrijwilligers te om zelf aan de slag te gaan met versterking biodiversiteit in hun eigen omgeving.

Zo valt te denken aan het realiseren van een vlinderroute in de eigen omgeving. Dit wordt gedaan door met een informatieavond over biodiversiteit om inwoners op weg te helpen en te inspireren, door informatie te geven over wat men zelf kan doen om de biodiversiteit in de omgeving te versterken. Met een volgende verdienende bijeenkomst kan concreter ingegaan worden op manieren om de biodiversiteit te versterken. De precieze invulling hiervan kan worden bepaald tijdens de eerste informatieavond, bijvoorbeeld door een externe deskundige met verdere toelichting. Na de verdiepende sessie kan een inspiratiewandelingen komen om de biodiversiteit op eigen grond (tuin, erf, grotere percelen) te versterken. Veder krijgen alle deelnemers een cursus ‘onderhouden van landschapselementen’ aangeboden en waar nodig enkele andere cursussen over; het snoeien van hoogstamfruitbomen, het beheren van kruidrijk grasland en onderhoud van waterelementen.

4.5 Biodiversiteitsimpuls Dorp en Rand

De biodiversiteit versterken binnen dorpskernen en aan de randen van dorpen kan door een groene en meer geleidelijke overgang van bebouwing naar het omliggende landschap te creëren. Hiervoor wordt samen met enthousiaste vrijwilligers(groepen) gezocht naar geschikte locaties voor dorpsrandenversterking. Er wordt informatie gegeven biodiversiteit in dorpstuinen, klimaatadaptatie, beplanting en landschap. Het is mogelijkheid om inheemse beplanting en nestkasten af te nemen, afgestemd op de streefdoelsoorten in het gebied, met een selectie van streekeigen bomen of heesters. Voor enkele terreinen op de overgangsgebieden aan de randen van de dorpen kan ook een beplantingsplan worden opgesteld. Er kan bijvoorbeeld ingezet worden op het inzaaien van biodiverse bloemmengsels, het versterken van heggen en houtwallen en het creëren van waterpartijen, wat de biodiversiteit ten goede zal komen. Ook krijgen deelnemers met landschapselementen de cursus voor onderhoud hiervan aangeboden.

4.6 Ecologisch beheer bij-vriendelijke bermen onderzoek

In 2015 liet de gemeente Buren een onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden voor bijenvriendelijk bermbeheer. Dat onderzoek leverde waardevolle inzichten op over geschikte locaties en effectieve beheerstrategieën. Tien jaar later is het nodig om de haalbaarheid van ecologisch bermbeheer opnieuw te toetsen. Inmiddels kunnen de soortenrijkdom en de vegetatiesamenstelling in de bermen veranderd zijn door externe factoren zoals stikstofdepositie, klimaatverandering en eerdere beheermaatregelen. Een nieuw onderzoek geeft inzicht in welke bermen momenteel ecologisch waardevol zijn en waar nog kansen liggen om ze te verbeteren. Bovendien zijn er de afgelopen tien jaar nieuwe inzichten en technieken ontwikkeld die het beheer van bermen ten goede kunnen komen. Met een actueel onderzoek kan de gemeente Buren bepalen welke methoden het meest geschikt zijn. Zo kan er een plan worden opgesteld voor bermbeheer, met concrete en haalbare maatregelen die passen bij de huidige omstandigheden van de bermen.

4.7 (Ecologisch) Berm- en slootkantenbeheer

Ecologisch beheer richt zich op het creëren van een gevarieerde vegetatiestructuur die zorgt voor een grotere voedselbeschikbaarheid en het bieden van schuil- en broedgelegenheid voor verschillende diersoorten. Door middel van ecologischer berm- en slootkantenbeheer kan een grote verbetering plaatsvinden met betrekking tot de biodiversiteit. Dit zal ten goede komen aan het potentieel leefgebied voor soorten als kleine marterachtigen en grote modderkruiper, die ook voortkomen uit de natuurwaardenkaart.

4.7.1 Bermbeheer

Om te streven naar een natuurlijke omgeving waarin de biodiversiteit de kans krijgt zich te ontwikkelen, is het waardevol om het bermbeheer aan te passen. De biodiversiteit wordt bevorderd door de bodem te verschralen en voedingsstoffen zoveel mogelijk af te voeren zodat er geen verruiging van de vegetatie plaatsvindt en een gevarieerde vegetatiestructuur ontstaat.

Wanneer beheer plaatsvindt doormiddel van klepelen en afzuigen van het maaisel, wordt de vegetatie minder verruigt maar wordt wel een deel van de zaden opgezogen. Dit geldt ook voor insecten die in de vegetatie zitten tijdens het beheer. Met maaien en afvoeren wordt minder schade aangericht aan de vegetatie dan bij klepelen gebeurt, echter is deze methode meer kostbaar en minder makkelijk toepasbaar bij bermbeheer.

afbeelding binnen de regeling

4.7.2 Slootkantenbeheer

De biodiversiteit wordt bevorderd door de bodem te verschralen en voedingsstoffen zoveel mogelijk af te voeren zodat er geen verruiging van de vegetatie plaatsvindt. Het in de berm neerleggen van slootmaaisel en -vuil, wat is rijk aan voedingsstoffen, sluit niet goed aan bij dit uitgangspunt. Het is van belang dat het maaibeheer en slootkantenbeheer met elkaar in overeenstemming zijn. Verschraling van de berm kan alleen plaatsvinden als het slootmaaisel en -vuil wordt afgevoerd en niet in de berm blijft liggen.

4.8 Gefaseerd- of sinusmaaien in de kernen

Om de biodiversiteit te ontwikkelen en ondersteunen kunnen de gazons in de kernen worden omgevormd van intensief gemaaide grasvelden naar een beheer dat de biodiversiteit ten goede komt. Gefaseerd- of sinusmaaien zal ertoe leiden dat de vegetatie de kans krijgt om te bloeien en zaad te zetten. Gefaseerd maaien richt zich op tijd (maaien in verschillende fasen), terwijl sinus maaien zich richt op ruimte (maaien in een golvend patroon). Vanuit de natuurwaardekaart komt naar voren dat dit met name positief is voor populaties van beschermde soorten zoals huismussen die in de kernen voorkomen.

Bij gefaseerd maaien wordt het grasland in delen gemaaid, verspreid over meerdere weken of maanden. Dit zorgt ervoor dat er altijd stukken blijven staan waar insecten, vogels en andere dieren hun schuilplaatsen en voedselbronnen behouden. Typisch blijf tussen de 15% tot som 50% ongemaaid, zodat er een afwisseling ontstaat van hoge en lage vegetatie. Dit bevordert biodiversiteit door een geleidelijke overgang tussen gemaaid en ongemaaid gras en voorkomt plotselinge verstoring van flora en fauna.

Sinusmaaien is een maaitechniek waarbij in golvende (sinusvormige) patronen wordt gemaaid. Hierdoor ontstaan afwisselend gemaaide en ongemaaide delen, die variëren in breedte en vorm. Dit creëert een mozaïekpatroon met natuurlijke habitats voor verschillende plant- en diersoorten. De toepassing van sinusmaaien is geschikt voor (het creëren van) bloemrijke graslanden en ecologische verbindingszones en zorgt voor meer variatie in leefgebied dan bij gefaseerd maaien.

4.9 Groene parkeerplaatsen en bushaltes

In het parkeerbeleid 2024-2032 van de gemeente Buren is opgenomen dat na zes parkeervakken, een oppervlakte ter grootte van een parkeervak als groenvoorziening moet worden aangelegd.

Door het aanplanten van inheemse bomen, struiken en andere planten in deze groene vakken, wordt de biodiversiteit ondersteund. Er kunnen in deze groenvlakken micro-ecosystemen ontstaan die voedsel en schuilplaatsen bieden aan dieren en insecten. In het parkeerbeleid is ook vastgelegd dat parkeerplaatsen worden aangelegd met een zo open mogelijke verharding. Open verharding biedt kansen voor het vergroenen van parkeerplaatsen. Tussen de openingen in de verharding kan gras of andere vegetatie groeien, wat bijdraagt aan de biodiversiteit door leefruimte te bieden aan planten, dieren en insecten. Dit zorgt ervoor dat zelfs parkeerterreinen een bijdrage kunnen leveren aan het ecosysteem. Daarnaast is het streven dat alle bushaltes in de gemeente buren die (op)nieuw worden aangelegd, voorzien worden van een groen dak. Groene daken bieden leefruimte, voedselbron en schuilplaats voor verschillende soorten. Daarnaast ondersteunen de groene daken bij waterberging en hittestress. Voor de toepassing van deze acties wordt advies verleend.

4.10 Groene scholen

De gemeente kan ervoor kiezen om alle basisscholen te betrekken bij het thema biodiversiteit en stimuleert de ontwikkeling van groene schoolpleinen. Zo kunnen basisscholen ondersteund worden bij het omvormen van traditionele schoolpleinen naar groene, natuurrijke plekken met bomen, struiken, moestuinen, bloemenperken en natuurlijke speeltoestellen, waarin de biodiversiteit zich kan ontwikkelen. Een groen schoolplein is meer dan alleen een speelplaats; het is een leeromgeving waar kinderen spelenderwijs in contact komen met de natuur. En de groene schoolpleinen vergroten bewustzijn rondom natuur en biodiversiteit.

4.11 Inzaaien bloemenmengsels

Inheemse bloemenmengsels vormen een rijke voedingsbron voor bestuivende insecten zoals bijen, vlinders en andere belangrijke soorten. Daarnaast dragen ze bij aan een gevarieerd en aantrekkelijk landschap. De inheemse mengsels kunnen worden ingezet op grasvelden, bermen en (tijdelijk) braakliggende gronden. Ze zijn ook geschikt voor; gebruik bij de afronding van civieltechnische werken, rondom bedrijventerreinen, speelplekken, schoolpleinen, windturbines, zonneparken en aan de randen van parkeerplaatsen. In de landbouw kunnen ook bloemenmengsels worden toegepast, mits er goed rekening wordt gehouden met de samenstelling van de mengsels. Mengsels kunnen in akkerranden worden gezaaid om de biodiversiteit op landbouwpercelen te vergroten, ondersteunen ook natuurlijke plaagbestrijding en bevordering van de bodemgezondheid.

4.12 Natuur-inclusieve landbouw

Bij natuur-inclusieve landbouw wordt gekeken hoe agrarische activiteiten samengaan met het behoud en herstel van biodiversiteit. Afstemming met de landbouwsector wat betreft het toepassen van biodiversiteit ondersteunende maatregelen is nodig zoals ten aanzien van het ecologisch bermbeheer, inzaaien van bloemenmengsels, behoud van weidevogelgebied enzovoort. Door het bevorderen van natuur-inclusieve landbouw wordt de biodiversiteit in het agrarische landschap versterkt. Kennisuitwisseling voor de agrarische sector kan worden gestimuleerd door bijvoorbeeld het organiseren van bijeenkomsten, een vast overlegmoment en goede communicatie. Natuur-inclusieve landbouw inclusief plas-dras en patrijzenbiotoop is op de natuurwaardekaart als ondersteunend geïdentificeerd voor Weidevogels als grutto, (overige) boerenlandvogels als patrijs, vogels met jaarrond beschermde nesten (o.a.) steenuil, marterachtigen en grote modderkruiper.

4.13 Ondersteunen groene en duurzame projecten

Rondom biodiversiteit zijn er regelmatig koppelkansen te vinden met andere groene en duurzame projecten zoals bijvoorbeeld; tegelwippen, waar het draait om het vervangen van (tuin)tegels voor groen. Iedereen kan meedoen door tegels te wippen in z’n eigen voor-, achter-, of geveltuin. Wanneer tegels worden vervangen door gras, bloemperken, bomen en geveltuinen, wordt Nederland meer klimaatbestendig en biodivers. Door ondersteuning te bieden kunnen bieden aan dit soort project kan er meer aandacht komen voor het biodiversiteitsaspect van deze acties. Er kan bijvoorbeeld informatie, beplanting en advies beschikbaar worden gesteld.

4.14 Vlinderroute

De vlinderroute heeft als steven om op 7 plekken in Rivierenland noord-zuid verbindingen aan te leggen, bestaand uit heggen, boomsingels, bloemranden, poelen, vogelbosjes, passend in het landschap. Zo worden binnen de kernen bloemrijke stapstenen gevormd. De Vlinderroute start bij de vlindertuin van Tiel. De Vlinderroute gaat verder langs de Dode Linge naar de Linge in Zoelen, en naar het noorden naar Maurik en tenslotte naar Eck en Wiel. De gemeente Buren kan ondersteuning bieden voor de ontwikkeling van een vlinderroute. Door middel van gezamenlijke plantacties, het inrichten van vlindervriendelijke tuinen en het onderhouden van bloemrijke gebieden, kunnen inwoners direct bijdragen aan de vlinderroute en de biodiversiteit in hun omgeving. Met het inzaaien van waardplanten wordt ook een geschikte leefomgeving gecreëerd voor meerdere soorten, zoals de Teunisbloempijlstaart. Deze wordt in de natuurwaardekaart ook als kansrijk soort aangegeven.

4.15 Voedsellint

Het voedsellint is een regionaal project dat biodiverse voedselproductie-plekken wil verbinden, tussen Varik en Rijswijk. In de loop van de geschiedenis en dankzij grote programma’s als Ruimte voor de Rivier, zijn langs de rivieren en in de uiterwaarden, waardevolle biodiverse terreinen ontstaan. Deze zijn oost-west gericht. Los in het landschap liggen landgoederen, natuurgebiedjes, particuliere gronden die biodivers zijn. Met behulp van het Voedsellint worden mooie biodiverse gebieden zoveel mogelijk met elkaar verbonden en wordt geprobeerd specifiek in noord-zuid richting verbindingen te maken.

4.16 Particulier beheer

Om de biodiversiteit in de gemeente Buren te bevorderen is samenwerking van belang. Daarom worden mogelijkheden voor particulier beheer verkent. Dit maakt het mogelijk om samen met particulieren te werken aan het ondersteunen van de biodiversiteit en ook een gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij het behoud van de natuurlijke omgeving creëren. Er is voor bewoners mogelijkheid om groenstroken, boomspiegels enz. te adopteren en zelf te beheren, aan de hand van een paar randvoorwaarden die door de gemeente zijn vastgelegd. Verder kan de gemeente waar nodig, voorzien in advisering.

4.17 Particulieren initiatieven en (vrijwilligers)organisaties ondersteunen

In de gemeente Buren zijn verschillende inwoners en (vrijwilligers)organisaties actief die zich inzetten voor natuurbeheer en biodiversiteit. De gemeente erkent het belang van deze betrokkenheid en moedigt inwoners en (vrijwilligers)organisaties aan om zelf initiatieven te ontwikkelen die bijdragen aan het behoud en de versterking van biodiversiteit.

5. Aandachtspunten

Er zijn een aantal aandachtspunten in de gemeente Buren die geborgd moeten worden om het biodiversiteitsplan succesvol te maken, ongeacht welk uitvoeringsprogramma wordt toegepast.

5.1 Communicatie

Het is belangrijk om heldere en positieve communicatie te bieden rondom biodiversiteit. Door communicatie in de vorm van nieuwsitems, informatiefolders of bijeenkomsten wordt bewustzijn gecreëerd en betrokkenheid bij biodiverse initiatieven bevorderd. Daarnaast informeert de gemeente over relevante ontwikkelingen en worden praktische tips gegeven om biodiversiteit in de eigen omgeving te bevorderen. Voorbeelden hiervan zijn het initiatief tegelwippen, waarbij de gemeente tegels uit de tuinen van bewoners ophaalt zodat hier beplanting kan worden toegevoegd of het erfadvies dat aan bewoners wordt gegeven om de biodiversiteit op hun terrein te versterken.

Door deze informatie breed te verspreiden, kan draagvlak gecreëerd worden en worden inwoners betrokken bij het behoud en de versterking van de biodiversiteit.

5.2 Handhaving

Er moet aandacht zijn voor het bevorderen van het naleefgedrag wat betreft het behoud van biodiversiteit. Dit kan richten zich op het naleven van ruimtelijk inpassing of op het voorkomen van activiteiten die schadelijk kunnen zijn voor de lokale flora en fauna, zoals het illegaal verwijderen van vegetatie, het storten van afval in natuurgebieden en het verstoren van leefgebieden van beschermde diersoorten. Hier zal door handhaving en/of toezichthouders op gecontroleerd moeten worden.

6. Uitvoeringsscenario

Onderstaande zijn vier uitvoeringscenario’s weergegeven die de biodiversiteit in meer of mindere mate ondersteunen. Er zijn vier uitvoeringsscenario’s opgesteld; Basis, Brons, Zilver en Goud. Voor meer uitleg verwijzen wij u naar het uitvoeringsplan. Het uitvoeringsplan heeft als looptijd 2026-2029. Maar in 2025 wordt al een start gemaakt met reeds beschikbare middelen, dit in verband met de financiële situatie van de gemeente.

De vier uitvoeringsscenario’s

 

Scenario

Basis

Scenario Bons

Scenario

Zilver

Scenario

Goud

Totale jaarlijks meerkosten naast reeds beschikbare budget.

€ 0,- meerkosten

€ 98.000,- meerkosten

€189.500,-

meerkosten

€286.000,-

meerkosten

1. Aanleg groene oase

 

X

X

X

2. Aanleg landschapselementen gemeentelijke grond

½

X

X

X

3. Aanleg landschapselementen particulieren grond

½

X

X

X

4. Bevordering biodiversiteit inwoners

X

X

X

X

5. Biodiversiteitimpuls dorp en rand

 

X

X

X

6. Ecologisch beheer bij-vriendelijke bermen onderzoek

 

X

X

X

7. Ecologisch berm- en slootkantenbeheer

 

¼

½

¾

8. Gefaseerd- en sinusmaaien keren

 
 

¼

½

9. Groene parkeerplaatsen en bushaltes

X *

X*

X*

X*

10. Groene scholen

 
 
 

X

11. Inzaaien bloemenmengsels

 
 
 

X

12. Natuur-inclusieve landbouw

 
 

X

X

13. Ondersteunen groene en duurzame projecten

 
 
 

X

14. Vlinderroute

 
 

X

X

15. Voedsellint

 
 
 

X

16. Particulier beheer

X *

X*

X*

X*

17. Particulieren initiatieven en (vrijwilligers)organisaties ondersteunen

 
 
 

X

*Ondersteuning is niet financieel maar betreft advisering. Dit vraagt gemeentelijke capaciteit.

7. Evaluatie en monitoring

Halverwege de looptijd wordt het biodiversiteitsplan geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd. Dit proces is belangrijk om de voortgang van de gestelde biodiversiteitsdoelen te monitoren en aan te passen aan de meest recentelijke ontwikkelingen. Door veranderingen in wet- en regelgeving, klimaat, landgebruik en de status van beschermde soorten kan het nodig zijn om nieuwe prioriteiten te stellen of bestaande maatregelen te intensiveren. Tijdens de evaluatie worden de effecten van de genomen maatregelen op de biodiversiteit inzichtelijk gemaakt. Specifieke aandacht gaat uit naar de vraag of de gekozen maatregelen, nog steeds de meest effectieve manier zijn om de biodiversiteit te ondersteunen. Op basis van deze evaluatie kan het biodiversiteitsplan worden bijgestuurd. Dit kan betekenen dat er extra maatregelen worden toegevoegd, sommige maatregelen worden uitgebreid of andere juist worden aangepast of beëindigd. Door deze flexibele benadering blijft het biodiversiteitsplan aansluiten op de actuele behoeften van de natuur in de gemeente en draagt het effectief bij aan het behouden en versterken van de biodiversiteit.