Beleidsregels verkeerd gestalde (brom)fietsen, (brom)fietswrakken en wees(brom)fietsen 2025

Geldend van 27-05-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels verkeerd gestalde (brom)fietsen, (brom)fietswrakken en wees(brom)fietsen 2025

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;

gelezen het voorstel van het afdelingshoofd van de afdeling Stedenbouw, Landschap en Mobiliteit van d.d.13 mei 2025.

Overwegende dat:

In het belang van het uiterlijk aanzien en de toegankelijkheid, bereikbaarheid, en bruikbaarheid van (voet)paden, trappen en (brom)fietsenstallingen en verkeersveiligheid van de omgeving noodzakelijk wordt geacht om beleid vast te stellen ten aanzien van het verwijderen van verkeerd gestalde (brom)fietsen, (brom)fietswrakken en wees(brom)fietsen.

Gelet op:

  • artikel 5.1.4 en artikel 5.1.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Arnhem;

  • artikel 125 en verder Gemeentewet;

  • Titel 4.3. (Beleidsregels) en Hoofdstuk 5. (Handhaving) van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

BESLUIT:

Vast te stellen: Beleidsregels verkeerd gestalde (brom)fietsen, (brom)fietswrakken en wees(brom)fietsen 2025

1. Inleiding

Dit beleid geeft aan hoe wordt gehandhaafd op fietsen en bromfietsen die staan verkeerd zijn geparkeerd op een door het college aangewezen locatie waar een fietsparkeerverbod geldt, of die langdurig op openbaar terrein gestald staan en niet meer worden gebruikt en op (brom)fietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren (wrakken). In deze beleidsregels geven wij aan hoe wij omgaan met onze bevoegdheid om tegen overtredingen van artikel 5.1.4 en artikel 5.1.11 van de Algemeen Plaatselijke Verordening Arnhem op te treden.

2. Definities

(brom)fiets: een voertuig als bedoeld in artikel 1, sub e van de Wegenverkeerswet 1994. Deze definitie omvat tevens een snorfiets of scooter;

(brom)fietswrak: een (brom)fiets, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud verkeert, tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert. Een (brom)fietswrak behoort doorgaans aan niemand (meer)toe;

(Brom)fietsparkeerverbod: aangewezen plaatsen waar het verboden is om fietsen en bromfietsen onbeheerd te laten staan, buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen. In Arnhem zijn nu twee gebieden aangewezen waar een (brom)fietsparkeerverbod van kracht is: Stationsplein Arnhem Centraal en het Johnny van Doornplein nabij Musis Sacrum.

Gevaarlijk geparkeerde (brom)fiets: een (brom)fiets die zo geparkeerd staat dat het gevaar oplevert, doordat deze bijvoorbeeld de doorgang voor hulpdiensten belemmert of de in-/uitgang of de vluchtroute voor gebruikers van een gebouw (gedeeltelijk) verspert. Ook een (brom)fiets waarvan een wiel uitsteekt op het fietspad of rijbaan, of een (brom)fiets die de blindengeleidenstrook blokkeert, staat gevaarlijk geparkeerd. Het verwijderen van deze fiets is spoedeisend: de fiets is zodanig geparkeerd dat deze fiets direct moet worden verwijderd om de gevaarlijke of de zeer hinderlijke situatie op te heffen.

Wees(brom)fiets: (brom)fiets die langer dan de maximale stallingsduur in de daarvoor bestemde klem of stallingsplaats is gestald, zonder dat zij gebruikt wordt. Deze (brom)fiets, geen (brom)fietswrak zijnde, verkeert in voldoende staat van onderhoud, maar behoort klaarblijkelijk aan niemand meer toe;

Fietsendepot AFAC: Depot voor het opslaan van meegevoerde (brom)fietsen, Algemene Fietsen Afhaal Centrale.

3. Doelstellingen

Het aanpakken en reduceren van de overlast van onbeheerde (brom)fietsen in gebieden met een (brom)fietsparkeerverbod en van (brom)fietswrakken en langdurig gestalde wees(brom)fietsen. Handhaving op de genoemde categorieën (brom)fietsen leidt tot een betere kwaliteit van de openbare ruimte en gaat vandalisme en (brom)fietsendiefstal tegen. Hiermee wordt niet alleen invulling gegeven aan de hierboven omschreven wens van de betrokken partijen, maar ook aan de beginselplicht tot handhaving. Handhaving van de regels draagt bij aan:

  • het op peil houden/brengen van voldoende (vrije) stallingsmogelijkheden;

  • een ordelijk aanzien van de stallingen en (brom)fietsparkeervoorzieningen en de verbetering van het veiligheidsgevoel van de gebruiker;

  • preventie van (brom)fietsendiefstal: wetenschappelijk onderzoek toont aan dat een chaotische omgeving normoverschrijding stimuleert en onder meer bijdraagt aan meer diefstal van (brom)fietsen; en

  • een goede en nette gelegenheid voor het stallen van (brom)fietsen is een stimulans voor het gebruik van de fiets, een goed fietsenbeleid draagt zodoende bij aan duurzaamheid.

4. Handhaving

4.1 Last onder bestuursdwang

Een last onder bestuursdwang is een herstelsanctie die erop gericht is om een einde te maken aan een verboden toestand en de gewenste toestand te herstellen. De overtreder krijgt de opdracht (een last) om een overtreding binnen een gestelde termijn te herstellen. Als de overtreder dit niet of niet op tijd doet dan kan de gemeente actie ondernemen en de overtreding beëindigen. In spoedeisende gevallen, zoals bij gevaarlijk geparkeerde (brom)fietsen, kan de gemeente een last achterwege laten en de overtreding direct zelf beëindigen. De regels over de (last onder) bestuursdwang staan in afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

4.2 Stappenplan

De uitvoering van de handhaving in (brom)fietsparkeerverboden, op (brom)fietswrakken en wees(brom)fietsen bestaat uit een aantal basisactiviteiten:

  • 1.

    het constateren van de overtreding;

  • 2.

    het aanzeggen van bestuursdwang,

  • 3.

    Meevoeren, opslag en registratie van de (brom)fietsen;

  • 4.

    bewaring van de (brom)fietsen;

  • 5.

    teruggeven, verkopen of afvoeren van de (brom)fietsen.

De activiteiten laten zich als volgt omschrijven.

Ad 1. Constateren overtreding

Op de aangewezen plaatsen waar het verboden is om fietsen en bromfietsen onbeheerd te laten staan ofwel de plekken waar (brom)fietsparkeerverboden van kracht zijn, is vrijwel direct zichtbaar of een (brom)fiets buiten de bestemde fietsenstalplaatsen staan. Bij bromfietsen kan als de eigenaar bekend is worden volstaan met het opleggen van een bestuurlijke strafbeschikking. Omdat de eigenaar van een fiets niet bekend is, worden fietsen gestickerd. De overtreder heeft vervolgens 1 uur de tijd om de fiets te verwijderen.

Ingeval van (brom)fietswrakken is vaak vrij snel duidelijk zijn dat sprake is van een overtreding. Fietswrakken en bromfietsen waarvan de eigenaar niet bekend is, worden gestickerd en worden na een hersteltermijn van 1 uur verwijderd.

Wees(brom)fietsen zijn vaak niet als zodanig herkenbaar. Om erachter te komen of er sprake is van een overtreding, worden een dergelijke (brom)fiets gekenmerkt door het bevestigen van een sticker en een breektouwtje. Als blijkt dat de (brom)fiets na een periode van 28 dagen niet is verplaatst of gebruikt staat vast dat er sprake is van een wees(brom)fiets.

Ad 2. Het opleggen van een last onder bestuursdwang

Na het constateren van een overtreding van de APV, legt de gemeente een last onder bestuursdwang op. Omdat de eigenaar van de (brom)fiets vaak niet bekend is, wordt de beschikking uitgereikt in de vorm van een label/sticker die aan de (brom)fiets wordt bevestigd. Als een overtreding is geconstateerd, moet doorgaans een begunstigingstermijn (of hersteltermijn) worden geboden, voordat een (brom)fiets wordt verwijderd en afgevoerd. Binnen deze periode krijgt de eigenaar en/of gebruiker van de (brom)fiets de gelegenheid om de overtreding te herstellen.

In spoedeisende gevallen zoals bij gevaarlijk geparkeerde (brom)fietsen) wordt bestuursdwang toegepast zonder voorafgaande last (artikel 5:31 van de Awb); zogenoemde spoedeisende bestuursdwang. Van spoedeisende bestuursdwang wordt alleen gebruik gemaakt wanneer de (brom)fiets op een wijze is geplaatst die tot gevaarlijke situaties kan leiden en/of de doorgang ernstig hindert. Er is onder meer sprake van een spoedeisend situatie, indien een (brom)fiets geparkeerd staat voor een(nood)uitgang, brandkraan of op een blindengeleidestrook (<75 cm uit de as van een geleidestrook). Alvorens tot ruimen over te gaan wordt er een foto gemaakt waaruit blijkt dat de (brom)fiets gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan.

Het opleggen van de last onder dwangsom en het besluit om spoedeisende bestuursdwang toe te passen zijn beschikkingen. Tegen een beschikking kan binnen zes weken na de dagtekening bezwaar worden gemaakt door belanghebbende.

Ad 3. Opslag van de (brom)fietsen

Fietsen die worden meegevoerd worden vervoerd naar het fietsendepot AFAC. Als de (brom)fiets met een slot aan een object is bevestigd, dan mag het slot zorgvuldig worden opengebroken (de kosten van het opengebroken slot worden niet vergoed). De toezichthouder noteert per (brom)fiets in ieder geval: a) het tijdstip van verwijderen van de (brom)fiets; b) de locatie waar de (brom)fiets is aangetroffen; c) de technische staat van de aangetroffen (brom)fiets (slecht, redelijk of goed); d) een beschrijving van de (brom)fiets en de aan/op de (brom)fiets aangetroffen goederen (merk, type, kleur, of er een slot verwijderd moest worden en eventuele bijzonderheden). Van de (brom) fiets wordt een overzichtsfoto gemaakt waaruit blijkt om welke (brom)fiets en bijbehorende aangetroffen goederen het gaat.

Bij aankomst in het depot worden de (brom)fietsen geregistreerd op www.afac-arnhem.nl. Daarnaast worden de (brom)fietsen gecontroleerd op diefstal. Deze controle vindt plaats door raadpleging van het online register van gestolen (brom)fietsen van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (https://fdr.rdw.nl/). Mocht een (brom)fiets als vermist of gestolen geregistreerd staan, dan wordt de (brom)fiets overgedragen aan de politie.

Ad 4. Bewaring van de fietsen

Als de fietsen eenmaal verplaatst zijn naar het fietsendepot, moet er in beginsel een bewaartermijn van dertien weken (5:30 Awb) in acht worden genomen. Verkoop/vernietiging van de (brom)fiets kan eerder indien de verschuldigde kosten, vermeerderd met voor de verkoop geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van de (brom) fiets onevenredig hoog worden. In 90% van de gevallen de waarde van de fiets zo laag is dat deze niet langer dan drie weken hoeft te worden bewaard (zie: CROW-fietsberaad Bewaartermijnen verwijderde fietsen). Om deze reden maar ook vanwege het optimaal ruimtegebruik en een efficiënte logistiek in het depot bewaren we de (brom)fietsen 4 weken. Langdurige opslag is duur en frustreert een goede bedrijfsvoering. (Brom)Fietsen met aanzienlijke waarde worden dertien weken bewaard.

Ad 5. Afgeven of afvoeren van de voertuigen

Binnen de opslagtermijn van 4 weken kan de eigenaar van een opgeslagen (brom)fiets zich melden bij het fietsendepot van 2Swich aan de Bruningweg in Arnhem. De eigenaar moet zich identificeren en aantonen dat de (brom)fiets zijn of haar eigendom is (bijvoorbeeld middels een meegenomen sleutel, framecertificaat en/of aankoopbewijs). Ook moet de eigenaar een geldig legitimatiebewijs tonen. De kosten voor het terugkrijgen van de (brom)fiets bedraagt 35,- euro.

Als de bewaringstermijn is verstreken, en de (brom)fiets niet is afgegeven aan de eigenaar, dan wordt de (brom)fiets op grond van artikel 5:30 van de Awb verkocht aan 2Switch of vernietigd. Een deel van de (brom)fietsen wordt opgeknapt en verkocht aan mensen met een klein budget. Verder worden (brom)fietsen gedoneerd aan ANWB kinderfietsplan en stichting Leergeld. Deze (brom)fietsen worden opgeknapt door 2Switch medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt. Een ander deel van de (brom)fietsen wordt vernietigd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering 13 mei 2025

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

de burgemeester,