Aanwijzingsbesluit cameratoezicht binnenstad gemeente Hengelo 2025

De burgemeester van Hengelo:

Overwegende:

Dat de burgemeester op grond van artikel 151c Gemeentewet en artikel 2:85 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gemeente Hengelo, kan besluiten tot het instellen van cameratoezicht voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op openbare plaatsen;

Dat vanaf 2010 cameratoezicht is ingesteld in de binnenstad van Hengelo tijdens uitgaansnachten, grote evenementen, of gedurende andere omstandigheden waarbij het risico op verstoring van de openbare orde aanwezig is en dat hiervan een preventieve werking uitgaat;

Dat de aanleiding voor het huidige cameratoezicht in het aangewezen gebied onverminderd aanwezig is;

Dat er de afgelopen jaren steeds meer een verschuiving heeft plaatsgevonden van inzet puur ter bestrijding van de overlast in uitgaans-/horecagebieden naar een bredere inzet. Dat voor zover

het risico op verstoring van de openbare orde aanwezig is, het cameratoezicht ook in te zetten op preventie van (drugs)criminaliteit en overlast, het vergroten van het veiligheidsgevoel van bewoners/bezoekers en ondernemers, crowd-management, (on)aangekondigde demonstraties die de openbare orde verstoren, overlast van dak- en thuislozen en verwarde personen welke een aanzuigende werking hebben op de binnenstad.

Dat de politie kenbaar heeft gemaakt nog altijd belang te hebben bij het cameratoezicht, aangezien het een belangrijk hulpmiddel is voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid in de binnenstad. Waarbij de camera’s een effectief en efficiënt middel zijn voor het snel inschatten van situaties en het voorkomen van verdere escalaties, alsook als hulpmiddel bij opsporing van strafbare feiten;

Dat er aanleiding bestaat voor uitbreiding van het aantal camera’s binnen het huidige aangewezen gebied voor cameratoezicht om de volgende redenen:

• •

  uit informatie van de politie komt naar voren dat er “blinde vlekken” zijn in het huidige gebied voor cameratoezicht, waardoor het risico ontstaat dat potentieel onveilige situaties niet tijdig worden opgemerkt. En juist bij een openbare ordeverstoring is het zaak om onmiddellijk te kunnen reageren en de politie zo snel mogelijk ter plaatse te krijgen.

• •

  aan de Willemstraat, Langestraat en Pastoriestraat zitten veelal (nacht)horecagelegenheden welke, voornamelijk in het weekend, veel bezoekers aantrekken. Afhankelijk van hoe de camera’s gericht staan is hierdoor altijd een blinde vlek waardoor bepaalde incidenten gemist worden en/of achteraf niet op beeld blijken te staan. Hierdoor bestaat er de noodzaak voor de inzet van twee extra camera’s, aan het begin van de Langestraat en halverwege de Pastoriestraat;

• •

  aan de Veldbleekstraat zit ook een horecagelegenheid, hoewel deze buiten het horecaconcentratiegebied is gelegen, verplaatsen zich de nodige bezoekers tijdens uitgaansavonden ook naar deze locatie en is er hier vervolgens geen zicht meer op. Aangezien zich hier dezelfde incidenten voordoen als in het horecaconcentratiegebied, bestaat er de noodzaak voor de inzet van een extra camera, ter hoogte van de Veldbleekstraat/B.P. Hofstedestraat;

• •

  het Stationsplein ook veel bezoekers kent, zeker tijdens (grote) evenementen of in geval van een kermis, de bezoekers met het openbaar vervoer en de verbinding naar het Industrieplein (verplaatsing van uitgaanspubliek naar Metropool). Daarbij komt dat er zich op deze locatie ook andere diverse (heftige) incidenten hebben voorgedaan welke de openbare orde en veiligheid aantasten, maar ook fietsendiefstal, vernieling en brandstichting. Dit kan dan ook het veiligheidsgevoel vergroten van bewoners/bezoekers en ondernemers. Hierdoor bestaat er ook de noodzaak van een extra camera ter hoogte van het Stationsplein;

Dat de beelden deels live worden uitgekeken en met realtime camerabeelden heeft de politie direct zicht heeft op een situatie indien dat nodig is, zodat men snel en adequaat kan reageren;

Dat het belang van de handhaving van de openbare orde zwaarder weegt dan het individuele belang van burgers, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Dat het cameratoezicht voldoet aan de eisen die artikel 151c van de Gemeentewet stelt aan het instellen van cameratoezicht; kenbaarheid van cameratoezicht, proportionaliteit en subsidiariteit;

Dat met oog op artikel 13 van de Politiewet hierover overleg heeft plaatsgevonden met de politie en de officier van justitie;

Gelet op:

• 1.

  artikel 151c Gemeentewet;

• 2.

  artikel 2:85 APV;

• 3.

  de Wet politiegegevens.

Besluit tot het vaststellen van het aanwijzingsbesluit cameratoezicht voor de binnenstad: