Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739673
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739673/1
Beleidsregels vervoer naar school gemeente Waddinxveen 2025
Geldend van 23-05-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels vervoer naar school gemeente Waddinxveen 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen,
overwegende dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen over de uitvoering van het vervoer naar school;
gelet op artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht, gelet op Afdeling 4.3 “Beleidsregels” van de Algemene wet bestuursrecht, gelet artikel 6.1, lid 7 van de Verordening Sociaal Domein gemeente Waddinxveen Samenredzaam;
besluit vast te stellen de volgende Beleidsregels vervoer naar school gemeente Waddinxveen 2025
Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemeen bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
De begrippen in deze beleidsregels hebben dezelfde betekenis als in de Verordening Sociaal Domein gemeente Waddinxveen Samenredzaam 2023;
- a.
BIG: Wet Beroepen in de Gezondheidszorg;
- b.
Deskundige: een SKJ of BIG geregistreerde deskundige, niet zijnde de huisarts of werkzaam voor de Gemeente of de school;
- c.
Langdurige beperking: Een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische aandoening, die minimaal drie maanden duurt;
- d.
SKJ: Stichting Kwaliteitsregister Jeugd;
- e.
Woning: een woning zoals bedoeld in de Verordening waar de leerling gemiddeld minimaal twee nachten per week verblijft.
Artikel 2 Verantwoordelijkheden ouders
-
1. Het vervoer van leerlingen van woning naar school en terug en de begeleiding van de leerling in het vervoer van woning naar school en terug is een verantwoordelijkheid van de ouders.
-
2. Ouders dienen wijzigingen die van belang zijn voor het leerlingenvervoer door te geven via Wadwijzer. Dit geldt in ieder geval voor de volgende wijzigingen:
- a.
wijziging van de reistijd in het openbaar vervoer;
- b.
wijziging in het woonadres van de leerling, bijvoorbeeld door verhuizing;
- c.
wijziging in de gezinssituatie of gezinssamenstelling, die invloed heeft op het al dan niet kunnen begeleiden van leerlingen, bijvoorbeeld echtscheiding, nieuwe partner, zwangerschap, verandering van gezag/voogdij, verandering van opvanglocatie (pleegzorg of gezinshuis), gezondheid van de ouders (tijdelijke of permante beperking) of verlies van werk/toename van werkuren;
- d.
wijziging in de schoolinschrijving, danwel het adres van de school;
- e.
wijziging van de schooltijden van de school;
- f.
toekenning van bekostiging voor het reizen van en naar school anders dan op basis van de verordening;
- a.
-
3. Wanneer een ouder vaststelt dat een leerling als gevolg van ziekte of vanwege andere oorzaken niet vervoerd hoeft te worden, moet de ouder dat tijdig melden. Dit moet op de volgende manieren:
- a.
Ouders van leerlingen met aangepast vervoer melden leerlingen voor de eerstvolgende heen- of terugrit af bij de vervoerder;
- b.
Ouders van leerlingen met een vervoersvoorziening melden de leerlingen af bij de gemeente vanaf de 10e ziektedag.
- a.
-
4. Betermelding (na ziekte) moet via Wadwijzer worden doorgegeven. Een afmelding geldt tot tegenbericht van de ouder. Voor hervatting van het vervoer is vereist dat ouders de leerling tijdig weer beter melden. Zonder betermelding is er geen vervoer beschikbaar.
Artikel 3. Loosmelding
Een loosmelding houdt in dat een leerling niet aanwezig is op de opstapplaats of het ophaaladres of dat er niemand aanwezig is op het afzetadres om de leerling op te vangen. Bij de eerste loosmelding ontvangen de ouders een waarschuwing bij de tweede en volgende loosmelding zullen de kosten ter hoogte van € 10,- in rekening worden gebracht bij de ouders.
Artikel 4. Berekening afstand
-
1. De afstand woning-school wordt bepaald via de ANWB Routeplanner volgens de optie “kortste route per fiets”.
-
2. De vergoeding voor de afstand van eigen vervoer wordt bepaald via de ANWB Routeplanner volgens de optie “kortste route per auto”.
-
3. Als de afstand van de heenreis en de terugreis verschillend is, worden de afstanden afzonderlijk beoordeeld. Indien de reisafstand op de heenweg onder de in de verordening gestelde grens ligt doch de reisafstand op de terugweg daarboven of omgekeerd, dan wordt een gedeeltelijke bekostiging verstrekt: alleen de heen- of alleen de terugreis.
Artikel 5. Berekening reistijd openbaar vervoer
Het vaststellen van de reistijd met het openbaar vervoer vindt plaats op basis van de door de Reisinformatiegroep BV beschikbaar gestelde informatie (www.9292ov.nl). Er wordt uitgegaan van de adressen van de woning en de school.
Artikel 6. Fietsafstand
Als tijdens de afhandeling van een aanvraag voor vervoer naar school de vraag aan de orde komt of een kind of een ouder het vervoer naar school per fiets kan doen dan gelden de volgende uitgangspunten voor het bepalen van de afstand die bij fietsen wordt verwacht:
- •
Leerlingen tot en met 11 jaar: zes kilometer (eventueel de ouder met kind achterop)
- •
Leerlingen vanaf 12 jaar: tien kilometer
Artikel 7. Afstand tot opstapplaats
De maximale afstand tot een opstapplaats voor het aangepaste vervoer is 1 kilometer, gemeten volgens de ANWB-routeplanner kortste route met optie “wandel”.
Hoofdstuk 2 Beoordeling recht op vervoer naar school
Artikel 8. Verantwoordelijkheid ouders
Ouders zijn verantwoordelijk voor het vervoer van de leerling naar school. Pas als de leerling niet zelfstandig kan reizen en als begeleiding niet mogelijk is of tot ernstige benadeling van het gezin leidt, kan er aanleiding zijn voor aangepast vervoer.
Voor de wijze van vervoer geldt op grond van de verordening de volgende volgorde:
- •
Primair de leerling zelf per (brom)fiets, al dan niet onder begeleiding;
- •
Openbaar vervoer (OV), al dan niet onder begeleiding, als de leerling niet met de (brom)fiets kan reizen;
- •
Eigen (auto)vervoer van de ouders;
- •
Aangepast vervoer, als de voorgaande opties niet mogelijk zijn.
Artikel 9. Ernstige benadeling van het gezin
-
1. In de verordening is aangegeven wanneer begeleiding van de leerling bij het zelfstandig reizen niet kan worden gevraagd en aangepast vervoer kan worden toegekend. Dat is onder meer aan de orde, als begeleiding leidt tot ernstige benadeling van het gezin en een andere oplossing niet mogelijk is. Van ‘ernstige benadeling’ is sprake in de volgende situaties:
- a.
De duur van de reistijd voor de ouder: Als bovengrens wordt een reistijd van twee uur per dag van het woonadres naar school aangehouden. Is de reistijd langer en kan de leerling niet zelfstandig reizen, dan is aangepast vervoer aan de orde.
- b.
De handicap van de ouder(s), waardoor deze niet in staat zijn hun kind te begeleiden, dit dient door de ouders te worden aangetoond door een verklaring van een BIG of SKJ geregistreerde deskundige, zoals bedoeld in artikel 1 lid b.
- c.
De Inburgering of de werksituatie van de ouder is in het algemeen geen reden te spreken van een ernstige benadeling van het gezin. Uitzonderingen hierop zijn:
- a.
De ouder van een éénoudergezin heeft een arbeidsovereenkomst die in redelijkheid geen mogelijkheid biedt om in de werktijden rekening te houden met de schooltijden van de leerling. De werkgever dient schriftelijk te verklaren dat:
- ▪
Dat het gezien de aard van het werk niet mogelijk is rekening te houden met de schooltijden inclusief de buitenschoolse opvang,
- ▪
Wat de werktijden zijn en of dit vaste tijdenzijn.
- ▪
- b.
De ouder van een éénoudergezin heeft een inburgeringsverplichting die in redelijkheid geen mogelijkheid biedt om in de tijden rekening te houden met de schooltijden van de leerling. Een verklaring dient de lestijden te vermelden en aan te geven of het gezien de aard van de inburgering mogelijk is rekening te houden met de schooltijden en buitenschoolse opvang is niet mogelijk;
- a.
- a.
-
2. De werk- of inburgering verplichting is geen reden om de leerling naar de opstapplaats te begeleiden.
-
3. Er is sprake van ernstige benadeling bij een éénoudergezin met meerdere kinderen, waaronder tenminste een schoolgaand kind van negen jaar of jonger, die afzonderlijke scholen bezoeken en waarbij meerdere kinderen begeleiding nodig hebben bij het reizen van en naar die verschillende scholen. Een kind van negen jaar of jonger wordt nog niet geacht zelfstandig naar school of vroeg- en voorschoolse educatie te gaan;
-
4. Er is sprake van ernstige benadeling bij een gezin met meerdere kinderen naar (voortgezet) speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs;
-
5. Er sprake is van ernstige benadeling bij een éénoudergezin waarvan de begeleidende ouder de moeder is en zij binnen een maand zal bevallen van een kind of korter dan drie maanden geleden is bevallen;
Artikel 10. Beoordeling onmogelijkheid om met OV te reizen
-
1. Ouders dienen aan te tonen dat hun kind niet in staat is om met het OV te reizen.
-
2. Dit dient te gebeuren door middel van een verklaring en rapportage van een onafhankelijke BIG of SKJ geregistreerde deskundige, zoals bedoeld in artikel 1 lid b.
-
3. Het college kan hieromtrent vragen opstellen die in het onderzoek beantwoord dienen te worden.
Artikel 11. Specifieke onderwijskundige behoefte
-
1. Dat er sprake is van een specifieke onderwijskundige behoefte zoals bedoeld in artikel 6.4, lid 4 van de verordening waardoor leerlingen niet kunnen deelnemen aan het regulier onderwijs, dienen ouders aan te tonen. Dit kan op één van de twee navolgende wijzen:
- a.
Een verklaring van alle dichterbij gelegen scholen dat zij de leerling geen onderwijs kunnen bieden gezien zijn ondersteuningsbehoefte;
- b.
Een verklaring van een BIG of SKJ geregistreerde deskundige, zoals bedoeld in artikel 1 lid b, dat de leerling een ernstige ontwikkelingsbedreiging heeft bij het niet volgen van het specifieke onderwijs.
- a.
-
2. Leerlingenvervoer betreft vervoer naar de dichtstbijzijnde school die passend is voor de ondersteuningsbehoefte van het kind en waar plaats beschikbaar is. Indien ouders ervoor kiezen hun kind naar een verder weg gelegen school te brengen dan deze dichtstbijzijnde passende school, dan vergoedt de gemeente maximaal de reiskosten die zouden gelden voor vervoer naar de dichtstbijzijnde passende school.
-
3. Ouders dienen aan te tonen dat de door hen gekozen school de ondersteuning kan bieden die noodzakelijk is. Hiervoor dienen de ouders een verklaring van die school aan te bieden waaruit blijkt dat er sprake is van een voltijds aanbod voor de specifieke leerlingen. Hiervoor dienen de ouders via een formele brief een verklaring van die school aan te bieden waaruit blijkt dat er sprake is van een voltijds aanbod (dat wil zeggen: een compleet vijfdaags lesprogramma) voor de specifieke leerlingen. Deze leerkrachten hebben extra opleidingen gevolgd die passen bij de doelgroep.
Hoofdstuk 3 Bijzondere situaties
Artikel 12. Werkwijze twee woningen van de leerling binnen de gemeente Waddinxveen
-
1. In een situatie dat een leerling twee woningen binnen de gemeente heeft (bijv. co-ouderschap) kan er aanspraak zijn op bekostiging van leerlingenvervoer voor de dagen dat de leerling bij de betreffende ouder verblijft.
-
2. Beide ouders dienen dan afzonderlijk een aanvraag in voor de dagen dat het kind bij hen verblijft.
-
3. Vanuit iedere woning zal het recht op leerlingenvervoer afzonderlijk worden bepaald.
-
4. Indien het drempelbedrag en de eigen bijdrage van toepassing is, dan wordt dit berekend naar verhouding tot het aantal dagen dat de leerling bij de betrokken ouder verblijft, op basis van de werkelijke kosten.
Artikel 13. Afwijkende schooltijden
Als de leerling door een langdurige beperking slechts een deel van het onderwijsprogramma kan volgen, waardoor afwijkende schooltijden gelden, kan daar in uitzonderlijke gevallen bij het aangepast vervoer rekening mee worden gehouden. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
- •
Het betreft een langdurige beperking;
- •
Het aangepaste programma dient door de school te zijn opgenomen in het ontwikelingsperspectiefplan (opp) van de leerling, het opp kan worden opgevraagd;
- •
Bij de reistijd dient zoveel mogelijk te worden aangesloten bij de begin- of eindtijd van de school.
Artikel 14. Wachttijden
Ingeval er binnen een school sprake is van verschillende lesroosters worden de tijden in de schoolgids aangehouden om aan te sluiten op het reguliere leerlingenvervoer. School is verantwoordelijk voor de opvang wanneer een kind eerder start of klaar is.
Hoofdstuk 4 Financiën
Artikel 15. Terugval in inkomen
-
1. Het inkomen wordt bepaald op basis van het inkomen in het kalenderjaar twee jaar voor het schooljaar van het vervoer naar school.
-
2. Indien er een terugval van inkomen is van meer dan 15% (gelijk aan de Wet studiefinanciering 2000) kan het inkomen worden beoordeeld aan de hand van het jaar voorafgaand aan het schooljaar.
Artikel 16. Eigen bijdrage
Op vervoer per fiets en OV is geen eigen bijdrage van toepassing.
Hoofdstuk 5 Wangedrag in het aangepast vervoer
Artikel 17. Mogelijkheden tot aangepast vervoer
-
1. Uitgangspunt van het aangepast vervoer is dat de leerling veilig te vervoeren moet zijn en daartoe in staat is.
-
2. Burgemeester en wethouders verstrekken een voorziening in de vorm van aangepast vervoer indien de leerling de veiligheid van medeleerlingen en chauffeur in het aangepast vervoer niet in gevaar brengt.
-
3. Bij wangedrag kunnen burgemeester en wethouders maatregelen opleggen.
Doel van de maatregelen is ouders en leerlingen te wijzen op hun verantwoordelijkheid om gedragsproblemen op te lossen. De ondernomen acties worden in het dossier van de betreffende leerling vastgelegd.
-
4. Wangedrag betreft gedrag van zowel een leerling of een ouder.
Artikel 18. Wangedrag: categorieën
-
1. Naar het oordeel van burgemeester en wethouders is in ieder geval sprake van wangedrag als een leerling of ouder:
- a.
een bedreigende, hinderlijke of gevaarlijke situatie veroorzaakt, of;
- b.
(seksueel) grensoverschrijdend gedrag vertoont.
- a.
-
2. Niet alle misdragingen zijn even ernstig. Burgemeester en wethouders onderscheiden de volgende categorieën naargelang de ernst van het wangedrag:
- a.
lichte misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling zich niet houdt aan de regels van de vervoerder, zoals:
- i.
niet rustig in het voertuig stappen;
- ii.
niet luisteren naar de aanwijzingen van de chauffeur;
- iii.
ongepast gedrag vertonen;
- iv.
ongepast taalgebruik hanteren;
- v.
levensmiddelen in het voertuig gebruiken;
- vi.
(geluids-)overlast veroorzaken, of;
- vii.
de gordel niet omdoen.
- i.
- b.
ernstige misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling:
- i.
dreigt met fysiek geweld tegen de chauffeur of medeleerlingen of anderen die gelijktijdig worden vervoerd;
- ii.
dreigt met fysiek geweld tegen goederen, waarvoor geldt dat er bij de uitvoering van het dreigement gevaar voor personen ontstaat, of;
- iii.
de gedragingen genoemd onder a blijft herhalen.
- i.
- c.
zeer ernstige misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling:
- i.
fysiek geweld toepast tegen personen of goederen waarbij letsel wordt toegebracht aan personen of schade aan goederen ontstaat;
- ii.
fysiek geweld toepast tegen personen of goederen met de intentie om letsel toe te brengen aan personen of schade aan goederen te veroorzaken, zonder dat dit letsel of die schade daadwerkelijk wordt toegebracht of veroorzaakt;
- iii.
dreigt met fysiek geweld met de kennelijke bedoeling dat de chauffeur of andere personen in het aangepast vervoer iets doet of nalaat, waarbij de dreiging net zo lang wordt voortgezet totdat dat doel is bereikt of totdat dat doel niet meer te bereiken is;
- iv.
ernstig seksueel overschrijdend gedrag vertoont naar de chauffeur of andere personen in of bij het aangepast vervoer;
- v.
de gedragingen genoemd onder c blijft herhalen.
- i.
- a.
Artikel 19. Wangedrag: maatregelen
-
1. Burgemeester en wethouders hanteren per categorie wangedrag bedoeld in artikel 17, tweede lid, een stappenplan met maatregelen passend bij de ernst van de misdraging.
-
2. Stappenplan bij lichte misdragingen:
- a.
beginsel vindt eerst een gesprek plaats tussen de ouder(s) en de chauffeur of de vervoerder met als doel het gedrag van de leerling te verbeteren. Zo nodig betrekt één van de partijen de gemeente of school bij het zoeken naar een oplossing. Van het gesprek wordt een verslag gestuurd naar de gemeente;
- b.
Als het gedrag na het gesprek niet verbetert, volgt een schriftelijke waarschuwing;
- c.
Als het gedrag na de schriftelijke waarschuwing niet verbetert, wordt het stappenplan bij ernstige misdragingen toegepast.
- a.
-
3. Stappenplan bij ernstige misdragingen:
- a.
het aangepast vervoer wordt tijdelijk opgeschort. De ouder(s) ontvangen hierover een brief. De duur van de opschorting is afhankelijk van de ernst van de gedraging. De opschorting kan niet langer duren dan acht (8) weken. Gedurende de opschorting is de leerling wel verplicht naar school te gaan, hiervoor zijn de ouders verantwoordelijk. Tijdens de opschorting overleggen ouder(s) en gemeente om te komen tot een structurele oplossing na de opschorting;
- b.
als het gedrag na de tijdelijke opschorting niet verbetert, wordt het stappenplan bij zeer ernstige misdragingen toegepast.
- a.
-
4. Stappenplan bij zeer ernstige misdragingen:
- a.
het aangepast vervoer wordt opgeschort voor de rest van het betreffende schooljaar. De ouder(s) ontvangen hierover een brief;
- b.
herhaalt het gedrag zich in het daaropvolgende schooljaar dan wordt het aangepast vervoer definitief beëindigd. Leerlingenvervoer is dan alleen mogelijk in de vorm van een vergoeding voor eigen of openbaar vervoer.
- a.
-
5. Als sprake is van meerdere misdragingen geldt in beginsel de maatregel uit het stappenplan dat hoort bij de meest ernstige misdraging.
Hoofdstuk 6 Slotbepalingen
Artikel 20. Klachtenprocedure en bezwaar
Voor klachten over de uitvoering van het leerlingenvervoer kunnen ouders zich rechtstreeks wenden tot de vervoerder.
Voor bezwaar tegen besluiten van de gemeente, zoals het (niet) toekennen van leerlingenvervoer of het bepalen van de vorm van vervoer, verwijzen wij naar de bezwaarprocedure zoals opgenomen in de beschikking.
Artikel 21. Hardheidsclausule
Het college erkent dat zich omstandigheden kunnen voordoen waarin deze beleidsregels niet voorzien. In dergelijke gevallen kan het college, met inachtneming van de doelstellingen en uitgangspunten van het beleid, een individuele afweging maken en in redelijkheid een besluit nemen dat afwijkt van deze regels.
Artikel 22. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking op 21 mei 2025
Artikel 23. Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel vervoer naar school gemeente Waddinxveen 2025.
Ondertekening
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van gemeente Waddinxveen 20 mei 2025.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl