Ontwerp aanwijzingsbesluit locaties ondergrondse containers en bovengrondse GFT/GFE cocons binnenstad gemeente Hoorn

Besluit

• 1.

  het ontwerp aanwijzingsbesluit tot het aanwijzen van de 32 locaties voor een ondergrondse restafval containers en de daarbij gelegen groente, fruit en tuinafval/etensresten (GFT/GFE) cocons vast te stellen (inclusief bijlagen 1 en 2), met daarbij de volgende voorwaarden dan wel aandachtspunten:

• •

  Voor vier locaties met een A geldt dat het alternatieve adres voor de locatie zal gelden indien het proefsleuven onderzoek dat toestaat.

• •

  Bij de realisatie van de locaties met een S zal voorwaardelijk gelet worden aan de passende inpassing in de het omgevingsbeeld.

• •

  Voor de realisatie van de locaties met een K zal zorggedragen worden voor een afsluiting die de kermisactiviteiten ter plaatse mogelijk houdt tijdens de kermisperiode.

• •

  Voor de realisatie van de locaties met een G zal rekening worden gehouden met de uitkomsten van een bomen effect analyse (BEA)

• •

  Voor de locatie met een V geldt dat die zal vervallen indien alle omliggende locaties BH65R, BH63R, BH59R en BH79R gerealiseerd zijn.

• 2.

  De uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht toepassing te verklaren;

• 3.

  Dit ontwerpbesluit bekend te maken als een ontwerp aanwijzingsbesluit.

Ontwerp aanwijzingsbesluit Locaties ondergrondse containers en bovengrondse GFT/GFE cocons binnenstad gemeente Hoorn

In artikel 10.26 van de Wet milieubeheer staat dat gemeenten, in het belang van de doelmatigheid, huishoudelijke afvalstoffen mogen inzamelen nabij elk perceel. In artikel 10 van de Afvalstoffenverordening 2020 van de gemeente Hoorn in combinatie met artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2020 gemeente Hoorn wordt aangegeven dat het college aanwijst via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt. Daarbij wordt rekening gehouden met een aantal aandachtspunten. In het aanwijzingsbesluit worden deze aandachtspunten besproken en gemotiveerd waarom de voorgestelde locaties zijn gekozen. Er wordt gekozen voor inzameling door middel van een ondergrondse containers voor huishoudelijk restafval en er wordt gekozen voor bovengrondse cocons voor huishoudelijk GFT/GFE afval.

Reikwijdte

Dit aanwijzingsbesluit is voor de binnenstad van de gemeente Hoorn, dit betreft een groot gedeelte van het postcodegebied 1621.

Definities

In dit ontwerpbesluit wordt ten aanzien van de definities aangesloten bij de definities zoals omschreven in de Afvalstoffenverordening 2020 gemeente Hoorn en het Uitvoeringsbesluit 2020 en diens rechtsopvolgers.

Aangewezen locaties ondergrondse containers en bovengrondse GFT/GFE cocons

Tabel 1

Bij het plaatsen van inzamelvoorzieningen op grond van artikel 10, eerste lid, van de verordening wordt, indien van toepassing rekening gehouden met een aantal aandachtspunten. Hieronder worden deze aandachtspunten beschreven en toegelicht op welke wijze er rekening mee is gehouden.

• 1.

  Het bevorderen van doelmatige afvalinzameling en doelmatig afvalbeheer

De inzameling voor restafval, plastic-, blik- en drankenverpakkingen (PBD) en groente, fruit en tuinafval/etensresten (GFT/GFE) in de binnenstad en bij de hoogbouw moet worden aangepast. Volgens nieuwe landelijke regelgeving moet ieder huishouden GFT/GFE gescheiden weg kunnen gooien. Ook is bron- én nascheiding van PBD op één woonadres niet langer toegestaan. Op dit moment kunnen inwoners van de binnenstad en hoogbouw PBD in zakken scheiden (bronscheiding) en wordt tevens hun restafval nagescheiden. Daarnaast hebben deze huishoudens geen gescheiden gft inzamelvoorziening. Door de voorgestelde aanpassingen worden de basisvoorzieningen op orde gebracht en wordt de overlast gevende zakkeninzameling in de binnenstad beëindigd. Ook worden álle inwoners in staat gesteld om GFT/GFE afval beter te scheiden. Deze basis aanpassingen lopen gelijk met de ontwikkeling van een nieuw gemeentelijk grondstoffenplan. Voor beide activiteiten is een apart participatietraject uitgewerkt in een participatieplan. Op deze manier wordt met dit besluit bijgedragen aan het bevorderen van een doelmatige afvalinzameling.

• 2.

  De (verkeer)veiligheid.

In alle gevallen is rekening gehouden met de noodzakelijke verkeersveiligheid gedurende het periodiek ledigen van de containers op de locaties. Enig overlast voor het verkeer is daarbij onvermijdelijk. Belangrijke toegangsroutes naar de binnenstad voor fietsers zijn zoveel mogelijk ontzien. In afwijking van de verkeersregels van de gemeente ter zake is voor locatie BH24R toegestaan dat het inzamelvoertuig van de inzameldienst over een korte afstand achteruit zal moeten rijden na het ledigen van de betreffende containers.

• 3.

  De fysieke bereikbaar van de voorziening voor gebruikers

In een loopafstanden analyse per adres is gerekend met de theoretische loopafstand, bijvoorbeeld over zebrapaden vanaf het woonadres tot de locatie van de ondergrondse container. In onderstaande tabel 2 staat een beknopt overzicht waarbij er vier klassen ingedeeld zijn qua loopafstand, het aantal desbetreffende huishoudens en het percentage huishoudens.

Tabel 2: samenvatting loopafstandenonderzoek

Uit de tabel blijkt dat het overgrote deel van huishoudens minder dan 125 meter verwijderd zal zijn van de locatie met een ondergrondse container. Praktisch komt dit overeen met de 100 meter die in de gemeentelijke LIOR is opgenomen. De beperkte beschikbaarheid van geschikte locaties maakt echter dat 20,6 % van de huishoudens verder dan 125 verwijderd zijn van hun dichtstbijzijnde container. 15 huishoudens zelfs meer dan 200 meter.

Naast de vermelde loopafstanden is ook het aantal huishoudens dat gebruikmaakt van dezelfde container van belang. Hiervoor is een capaciteiten overzicht in bijlage 2 opgesteld. HVC hanteert qua reguliere capaciteit voor een container die eenmaal per week geleegd wordt ca. 50 huishoudens. Daarboven zullen containers mogelijk twee keer per week geleegd moeten gaan worden. Zodra er een capaciteit van meer dan 100 huishoudens is, kan een zogeheten ‘persfunctie’ aan de container worden toegevoegd waardoor de capaciteit van de ondergrondse aanzienlijk toeneemt. Voor 32 locaties zal de capaciteit als volgt verdeeld zijn.

Voor de locatie met het kenmerk V geldt dat de capaciteitsdruk zodanig laag is dat indien alle omliggende locaties doorgang kunnen vinden in de realisatiefase deze locatie omwille van het stadsbeeld zal kunnen vervallen. De loopafstanden nemen dan niet noemenswaard toe.

• 4.

  De fysieke geschiktheid van de locatie en zijn omgeving.

Bij de keuze voor de 32 locaties is rekening gehouden met tal van beperkende voorwaarden boven en onder de grond. Hieronder wordt op een aantal punten daar nader op ingegaan.

De aanwezige kabels en leidingen in de bodem.

De locaties zijn getoetst op de daarvoor beschikbare kaarten van de ondergrond en vervolgens nader onderzocht door het graven van zogenaamde proefsleuven. In een beperkt aantal locaties zal in overleg met de nutsbedrijven sprake moeten zijn van het verplaatsen/verleggen van kabels en leidingen.

Het beperken van overlast en voorkomen van schade.

Deskundigen binnen de gemeente op het gebied van stedelijk beheer, historisch erfgoed, bruggen en kades en openbaar groen (bomen) zijn betrokken geweest bij de aanwijzing van de locaties. Met hun adviezen is rekening gehouden.

In verband met de jaarlijkse kermis zal voor een vijftal locaties met kenmerk K in tabel 1 worden gezorgd voor een zodanige afdekking van de put gedurende de kermisperiode dat de kermis daardoor niet gehinderd wordt. Tijdens de kermisperiode zullen er voor de betreffende bewoners alternatieve aanbiedplekken worden aangewezen.

Bestaande groene- en parkeervoorzieningen.

In de beperkte geschikte locaties die overbleven moest ook in een aantal gevallen een parkeer- of losplaats opgeheven (13). Voor een drietal locaties was een uitwisseling van de parkeerplaats mogelijk. In bijlage 1 zijn deze gevolgen per locatie op een rij gezet.

Voor twee locaties met kenmerk G in tabel 1 zullen nog zogenaamde boom effect rapportages worden opgesteld die nog van invloed kunnen zijn op de exacte plaatsbepaling van de locatie.

• 5.

  Voldoende laagdrempeligheid wat betreft toegankelijkheid.

Bij de realisatie van de plaatsing van de containers zal rekening worden gehouden met de gewenste toegankelijkheid voor gebruikers. Waar nodig zal daarbij ook gebruikgemaakt worden van inritbanden.

• 6.

  De voorziene aanpassing van de omgeving.

Met stedelijk beheer zal de inpassing en realisatie van de locaties worden afgestemd met aandacht voor een goede inpassing in de betreffende stedelijke omgeving.

• 7.

  D oelmatige bedrijfsvoering van de inzameldienst.

Daar waar de capaciteit van de container vergroot moet worden in verband met het aantal aangewezen gebruikers, zal deze capaciteit vergroot worden door de container te voorzien van perscontainers. Daarnaast zal de inzameldienst het aantal ledigingen per week afstemmen op de geconstateerde vullingsgraad.

• 8.

  Gezichtsbepalende objecten in historische kernen.

De binnenstad van Hoorn heeft de status van rijks beschermd stadsgezicht. De bescherming heeft tot doel het typerende karakter, ook voor de toekomst, te waarborgen. Het historische karakter van de gebouwen en de openbare ruimte zijn van hoge waarde voor de ruimtelijke kwaliteit van de binnenstad. Belangrijk is om toenemende ruimtevragers, zoals containers voor afvalinzameling, zorgvuldig in te passen. Hierbij dient niet alleen rekening gehouden te worden met de locatie van de containers, maar is ook de vormgeving en inpassing in de openbare ruimte van de containers van belang. De inpassing van iedere container is per locatie maatwerk. Per locatie moet worden beoordeeld welke ruimtelijke aanpassingen noodzakelijk zijn om de containers zo goed mogelijk in het straat- en bebouwingsbeeld op te nemen. Deze aanpassingen zijn voorwaardelijk voor de plaatsing op locaties met het kenmerk S in tabel 1 en voor de overige locaties nader te bepalen. In sommige gevallen dient er alleen een aanpassing gedaan te worden aan het straatwerk dat dient aan te sluiten op de bestaande materialisatie. Wanneer containers in of nabij groen worden geplaatst, zullen ze worden voorzien van een haag of andere groene inpassing, waarbij het bestaande groen zoveel mogelijk behouden blijft of gecompenseerd wordt. In sommige gevallen is het niet wenselijk de ondergrondse container en bovengrondse GFE-cocon naast elkaar te plaatsen. De aanpassingen worden daarom per locatie vastgesteld.

Naast de inpassing is ook de kleurstelling van de (ondergrondse) container en onderliggende traanplaat belangrijk voor een goede inpassing in het straat- en bebouwingsbeeld. In de historische binnenstad wordt gewerkt met een standaard kleur, namelijk RAL6012 (groen) zodat deze goed aansluiten op het overige straatmeubilair. De traanplaat wordt voorzien van bekleding, zoals sierbestrating die aansluit om het aangrenzende straatwerk. De uitvoering hiervan wordt per locatie in overleg met HVC afgestemd.

Uniforme openbare voorbereidingsprocedure

Gekozen is om de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing te verklaren. Gelet op artikel 3:10 van de Algemene wet bestuursrecht is met dit besluit deze procedure toepassing verklaard. De reden hiervoor is dat het besluit een grote doelgroep raakt en door toepassing van deze procedure met veel zorgvuldigheid het aanwijzingsbesluit kan worden voorbereid. Zoveel mogelijk is ter voorbereiding op het ontwerp aanwijzingsbesluit al door bewonersavonden en voorlichting rekening gehouden met de vele belangen die spelen in de beperkte publieke ruimte in de historische binnenstad. Het ontwerp aanwijzingsbesluit en het definitieve besluit zullen ook worden bekend gemaakt.

Terinzagelegging

Het ontwerp aanwijzingsbesluit met bijbehorende stukken ligt gedurende 6 weken ter inzage. Deze termijn loopt tot en met 4 juli 2025.

Tijdens deze termijn kunt u de stukken raadplegen op de volgende wijzen:

• •

  op het stadhuis, Nieuwe Steen 1 Hoorn, hiervoor maakt u tijdig een afspraak met M. van Son via het algemene telefoonnummer van de gemeente Hoorn: (0229) 25 22 00;

• •

  op www.hoorn.nl/ondergrondse-containers.

Zienswijzen

Tijdens de terinzagelegging kunnen belanghebbenden zienswijzen naar voren brengen over het ontwerp aanwijzingsbesluit. U kunt reageren tot en met 4 juli 2025. Dit kan op een van de volgende wijzen:

• •

  schriftelijk: Postbus 603, 1620 AR Hoorn;

• •

  Via de website: www.hoorn.nl/ondergrondse-containers;

• •

  per e-mail op het volgende adres: gemeente@hoorn.nl;

• •

  mondeling: hiervoor maakt u tijdig een afspraak met M. van Son via het algemene telefoonnummer van de gemeente Hoorn: (0229) 25 22 00.

Uw zienswijze moet in ieder geval uw naam en adres bevatten, de datum van de zienswijze en de redenen waarom u het niet eens bent met het ontwerp aanwijzingsbesluit.

Hoorn, 20 mei 2025

Het college van Burgemeester en Wethouders

de secretaris,                                   de burgemeester,

Bijlage 1 Gevolgen voor parkeer- en losplaatsen

Bijlage 2: Capaciteitsdruk per locatie