Besluit van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 1-12-2009, van Zuid-Holland van 8-12-2009 en van Utrecht van 1-12-2009 houdende nadere regels met betrekking tot de regionale waterkeringen

Artikel 1

1.    De regionale waterkeringen voldoen in 2015 aan de veiligheidsnorm, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Verordening waterkering West-Nederland.

2.    Gedeputeerde staten kunnen op basis van een gemotiveerd verzoek van de beheerder een uitloop tot uiterlijk 2020 toestaan.

3.    Het eerste en tweede lid gelden niet voor niet-waterkerende objecten en kunstwerken, die deel uitmaken van de waterkering. Deze voldoen in 2030 aan de veiligheidsnorm bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2

1.    De beheerder brengt vóór 1 juli 2012 het periodiek verslag uit, bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Verordening waterkering West-Nederland.

2.    In afwijking van het eerste lid brengt de beheerder voor niet-waterkerende objecten en kunstwerken, die deel uitmaken van de regionale waterkeringen, het periodiek verslag uit, bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Verordening waterkering West- Nederland, vóór 1 juli 2020.

3.    Het periodiek verslag, bedoeld in het eerste lid, wordt na de eerste maal met een frequentie van eens in de twaalf jaar uitgebracht.

4.    Het periodiek verslag bedoeld in het tweede lid wordt na de eerste maal opgenomen in het toetsverslag, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3

In het als bijlage 1 bij dit besluit gevoegde overzicht is per waterschapsgebied aangegeven het tijdstip waarop de beheerder een legger heeft vastgesteld voor de regionale waterkeringen onderscheidenlijk het technisch beheersregister gereed heeft.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 december 2009.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2009.