Beleidsregel leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Leeuwarden 2025

Geldend van 27-05-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Leeuwarden 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden;

gelet op:

titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne;

de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

overwegende dat:

het college van burgemeester en wethouders, conform de bepalingen van de RooO, financiële ondersteuning wil bieden aan de Oekraïense ontheemden die geen eigen inkomen hebben;

het college van burgemeester en wethouders, conform de bepalingen van de RooO, wil overgaan tot het innen van de eigen bijdrage bij Oekraïners met eigen inkomsten die verblijven in de GOO;

het gewenst is om beleidsregels vast te stellen over de uitleg van de voornoemde wettelijke voorschriften;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Leeuwarden 2025

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • -

    de regeling: de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO);

  • -

    GOO: Gemeentelijke opvangvoorziening Oekraïners, zoals bedoeld in artikel 1 sub g van de regeling;

  • -

    POO: Particuliere opvang Oekraïners, zoals bedoeld in artikel 1 sub h van de regeling;

  • -

    ontheemde: de ontheemde zoals bedoeld in artikel 1 sub c van de regeling

  • -

    leefgeld: een maandelijkse financiële toelage voor voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 b van de regeling;

  • -

    buitengewone kosten: noodzakelijke kosten zoals bedoeld in artikel 11 van de regeling;

  • -

    gezin: de gezinsleden gezamenlijk, zoals bedoeld in artikel 1 sub f van de regeling, waaronder:

    • echtgenoten of aan gehuwden gelijkgestelde partners;

    • hun minderjarige kinderen, mits ongehuwd en van hen afhankelijk;

    • de vader, moeder, of een andere volwassene die volgens het recht of de praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige en ongehuwde ontheemde;

  • -

    aan gehuwden gelijkgestelde partners:

    • degene die zijn partnerschap heeft geregistreerd en niet duurzaam gescheiden leeft van zijn geregistreerde partner;

    • degene die met zijn of haar partner een gezamenlijke huishouding voert.

  • Van een gezamenlijke huishouding is sprake als twee personen hun hoofdverblijf hebben in de woning en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins;

  • -

    loondervingsuitkering: een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomstenvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg aan de werknemer of gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor militairen en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen of toeslag op grond van de Toeslagenwet;

  • -

    inkomsten: inkomsten worden voor de berekening van het leefgeld en de eigen bijdrage netto in aanmerking genomen. Er wordt geen rekening gehouden met het vakantiegeld of andere reserveringen en vergoedingen (zoals bijvoorbeeld reiskostenvergoeding). Het gedeelte van het inkomen waar beslag op is gelegd en/of een ingehouden bijdrage telt wel mee voor de berekening.

  • -

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden.

Hoofdstuk 2. Leefgeld

Artikel 2. Aanvraag

  • 1. De ontheemde kan schriftelijk/ via een email voor zichzelf en eventuele gezinsleden een aanvraag voor leefgeld of vergoeding buitengewone kosten indienen bij de het college.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, wordt het recht op leefgeld ambtshalve vastgesteld op het moment dat de ontheemde gaat verblijven in de GOO in de gemeente Leeuwarden.

Artikel 3. Recht op leefgeld

Ontheemden hebben recht op leefgeld als de ontheemde:

  • a.

    in de gemeente is ingeschreven in de Basisregistratie Personen, en;

  • b.

    verblijft in een GOO of POO, en;

  • c.

    geen inkomsten uit arbeid, uitkering of toeslag ontvangt die hoger zijn dan de toepasselijke leefgeldnorm.

Artikel 4. Recht op vergoeding buitengewone kosten

Ontheemden hebben recht op een vergoeding voor buitengewone kosten als de ontheemde:

  • a.

    in de gemeente is ingeschreven in de Basisregistratie Personen, en;

  • b.

    verblijft in een GOO of POO, en;

  • c.

    noodzakelijke kosten heeft die vanwege hun aard of hoogte in redelijkheid niet geacht worden door de ontheemde zelf te worden betaald. De ontheemde moet zijn inkomen (na aftrek van de eigen bijdrage) boven de van toepassing zijnde leefgeldnorm gebruiken om de noodzakelijke kosten te betalen. Ook moet het vermogen boven de vermogensgrens voor de bijzondere bijstand hiervoor worden gebruikt. Voor een alleenstaande is dit op 1 januari 2025 € 3.885,00. Voor een gezin is dit op 1 januari 2025 € 7.770,00. Als de vermogensgrenzen voor de bijzondere bijstand stijgen, wordt rekening gehouden met de nieuwe bedragen.

Artikel 5. Ingangsdatum leefgeld en vergoeding buitengewone kosten

  • 1. Leefgeld wordt toegekend vanaf de datum van de aanvraag, maar niet eerder dan de datum van het feitelijk verblijf in de opvang.

  • 2. Bij de ambtshalve beoordeling van het recht op leefgeld (bij vestiging in de GOO) wordt het leefgeld toegekend vanaf het moment dat de ontheemde verblijft in de GOO.

  • 3. Als de inschrijving in de BRP later plaatsvindt dan de datum van het feitelijk verblijf in de opvang, en dit is te wijten aan de ontheemde, dan wordt het leefgeld toegekend vanaf de datum van inschrijving in de BRP.

  • 4. In afwijking van het eerste, tweede en derde lid is de ingangsdatum van het leefgeld:

    • -

      de eerste van de maand volgend op de maand waarin de ontheemde inkomsten uit arbeid, uitkering of toeslag heeft ontvangen;

    • -

      de eerste van de maand volgend op de maand van aankomst in de opvang als de ontheemde afkomstig is uit een andere gemeente in Nederland en daar leefgeld ontving.

  • 5. Een vergoeding van buitengewone kosten wordt toegekend vanaf de datum van aanvraag.

Artikel 6. Wijze van verstrekking

  • 1. Het leefgeld wordt verstrekt via een uitbetaling op een Nederlandse betaalrekening van de aanvrager of een ander meerderjarig gezinslid.

  • 2. Als de ontheemde geen Nederlandse betaalrekening heeft, wordt het leefgeld verstrekt via een maatschappelijke pas. Als de pas vervangen moet worden, doordat de ontheemde de pas kwijtraakt of de pas is geblokkeerd, dan wordt hiervoor 10 euro in rekening gebracht. Dit wordt verrekend met het leefgeld.

Artikel 7. Hoogte leefgeld en vergoeding buitengewone kosten

  • 1. De hoogte van het leefgeld wordt bepaald conform artikel 10 van de regeling voor een ontheemde in de gemeentelijke opvang of artikel 12 van de regeling voor een ontheemde in een particuliere opvang.

  • 2. Als er inkomsten zijn, lager dan de leefgeldnorm, worden deze inkomsten in de maand volgend op de maand waarin de inkomsten zijn verworven aangevuld tot de leefgeldnorm. Deze aanvulling vindt alleen plaats als de ontheemde de specificaties van de inkomsten tijdig inlevert.

  • 3. De hoogte van de vergoeding van buitengewone kosten wordt vastgesteld op de feitelijke kosten, dan wel op een door het college in redelijkheid vast te stellen tegemoetkoming.

Artikel 8. Beëindiging van het leefgeld

  • 1. De verstrekking van het leefgeld wordt beëindigd als de ontheemde:

    • a.

      inkomsten heeft uit arbeid in loondienst of als zelfstandige, in Nederland of in een ander land,

      hoger dan de van toepassing zijnde leefgeldnorm;

    • b.

      een loondervingsuitkering en/of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt, hoger dan de van toepassing zijnde leefgeldnorm;

    • c.

      gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van of namens het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling;

    • d.

      inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt;

    • e.

      geen gebruik meer maakt van opvang omdat opvang (of onderdak) elders is voorzien;

    • f.

      de opvang definitief verlaat of langer dan 28 dagen per kalenderjaar niet in de opvang is verschenen zonder het college hiervan op de hoogte te stellen.

  • 2. De verstrekking van het leefgeld kan worden beperkt of ingetrokken als de ontheemde:

    • a.

      ernstig inbreuk maakt op de verplichtingen, genoemd in artikel 6, derde lid van de regeling;

    • b.

      een ernstige vorm van geweld pleegt jegens medebewoners die in dezelfde opvangvoorziening verblijven, aan personen die werkzaam zijn in de voorziening, of aan anderen.

  • 3. De beëindiging/(gedeeltelijke) intrekking gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin van één of meer van de bovengenoemde omstandigheden is gebleken.

Artikel 9. Terugvordering leefgeld

  • 1. Het college vordert vanaf 1 januari 2025 te veel of ten onrechte verstrekt leefgeld terug als dit het gevolg is van het niet of niet tijdig doorgeven van wijzigingen door de ontheemde. Voor 1 januari 2025 te veel verstrekt leefgeld wordt niet teruggevorderd.

  • 2. Het college vordert niet meer terug dan dat er is verstrekt.

Artikel 10. Invordering leefgeld

  • 1. Het college start de invordering gelijktijdig met de afgifte van het besluit tot terugvordering en hanteert daarbij de in artikel 4:87 Awb genoemde betalingstermijn van zes weken.

  • 2. De ontheemde wordt verzocht de vordering ineens in zijn geheel te voldoen. Als dat niet mogelijk is kan de ontheemde binnen 6 weken na verzenddatum van de beschikking een betalingsregeling treffen.

  • 3. Als de ontheemde uitsluitend een inkomen uit leefgeld ontvangt, wordt de maandelijkse aflossingsverplichting bij een betalingsregeling verrekend.

Hoofdstuk 3. Eigen bijdrage

Artikel 11. Doelgroep eigen bijdrage

  • 1. Met ingang van 1 januari 2025 brengt het college maandelijks een eigen bijdrage in rekening voor de opvang van meerderjarige ontheemden uit Oekraïne die vallen onder de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne en die verblijven in de GOO.

  • 2. De volgende ontheemden, en hun meerderjarig gezinslid, betalen een eigen bijdrage:

    • a.

      de meerderjarige ontheemde met inkomsten uit arbeid, in binnen- en/of buitenland;

    • b.

      de meerderjarige ontheemde die inkomsten uit een loondervingsuitkering ontvangt;

    • c.

      de meerderjarige ontheemde die gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling;

    • d.

      de meerderjarige ontheemde die inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt.

  • 3. Er wordt geen eigen bijdrage opgelegd als het inkomen van het gezin lager is dan het van toepassing zijnde drempelbedrag. Het drempelbedrag is gelijk aan de leefgeldnorm + de eigen bijdrage x 115%.

Artikel 12. Hoogte eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage bestaat uit:

    • a.

      een bijdrage voor gas, water en energiekosten voor de opvang, en;

    • b.

      een bijdrage voor de catering, als de ontheemde in een GOO verblijft waar maaltijden worden verstrekt.

  • 2. De hoogte van de eigen bijdrage voor gas, water en energiekosten wordt vastgesteld op het bedrag als bedoeld in artikel 8 lid 2 van de regeling. Per 1 januari 2025 is dit € 105,00 per maand per meerderjarige ontheemde, tot maximaal € 210,00 per maand per gezin.

  • 3. De hoogte van de eigen bijdrage voor de catering wordt vastgesteld op het bedrag als bedoeld in artikel 10 lid 2 van de regeling. Per 1 januari 2025 is dit € 252,18 per maand per volwassene ontheemde, met een maximum van € 504,361.

  • 4. De hoogte van de eigen bijdrage wijzigt wanneer dit in de regeling wordt aangepast.

Artikel 13. Innen van de eigen bijdrage

  • 1. De hoogte en de ingangsdatum van de eigen bijdrage wordt meegedeeld per beschikking.

  • 2. De eigen bijdrage is maandelijks met ingang van de eerste van de maand verschuldigd over de voorgaande maand. De bijdrage moet zijn betaald voor de 25e van de maand waarin de eigen bijdrage moet worden betaald.

  • 3. Bij het niet tijdig betalen van de eigen bijdrage wordt eenmaal een herinnering verzonden met een termijn van 14 dagen.

  • 4. Na het verstrijken van de termijn van de herinnering wordt een aanmaning verstuurd met een termijn van 14 dagen.

  • 5. Na het verstrijken van de termijn van de aanmaning kan een civiele procedure worden gestart al dan niet middels een gerechtsdeurwaarder.

  • 6. Bij het voeren van de civiele procedure wordt de volledige achterstand tot dat moment meegenomen in de procedure.

  • 7. Voor de maandelijkse eigen bijdrage kan geen betalingsregeling worden getroffen als daarnaast ook nog maandelijks de eigen bijdrage moet worden betaald.

Hoofdstuk 4. Inlichtingenplicht

Artikel 14. Leefgeld/eigen bijdrage en inlichtingenplicht

  • 1. De ontheemde is verplicht om uiterlijk binnen twee weken nadat de gemeente daarom heeft verzocht, mededeling te doen over zijn inkomsten en gezinssamenstelling.

  • 2. De Oekraïense ontheemde is verplicht om in geval van verandering in inkomsten of gezinssamenstelling de gemeente daarvan onverwijld (binnen 7 dagen) mededeling te doen.

  • 3. Onder inkomen wordt verstaan:

    • a.

      inkomen uit arbeid in Nederland of het buitenland;

    • b.

      inkomen uit zelfstandig bedrijf in Nederland of het buitenland;

    • c.

      een loondervingsuitkering;

    • d.

      een toeslag op grond van de Toeslagenwet.

Hoofdstuk 5. Overige bepalingen

Artikel 15. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere en dringende gevallen een artikel of artikelen van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van de belanghebbende, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2025.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Leeuwarden 2025”.

Ondertekening

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 13 mei 2025

Het college voornoemd,

burgemeester.

secretaris.