Regeling vervallen per 17-03-2020

Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 20 maart 2003 tot subsidiëring van statenfracties, gewijzigd bij besluiten van 7 november 2005, prov. blad 43, 17 december 2007, prov. blad 2008, 2

Geldend van 15-03-2007 t/m 13-12-2009

Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 20 maart 2003 tot subsidiëring van statenfracties, gewijzigd bij besluiten van 7 november 2005, prov. blad 43, 17 december 2007, prov. blad 2008, 2 (Subsidieverordening statenfracties provincie Utrecht 2002)

Provinciale staten van Utrecht;

Op het voorstel van de statenwerkgroep Dualisering van 16 december 2002, dienst/sector PSU/SGU, nummer 2003CGC000103i;

Gelet op artikel 145 van de Provinciewet;

Besluiten:

Artikel 1.

De fracties in provinciale staten ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor hun functioneren.

De bijdrage is per kalenderjaar:

a) ⿬ 22.261,- voor de eerste zetel van een fractie;

b) ⿬ 1.670,- voor elke volgende zetel van een fractie.

De bedragen worden jaarlijks herzien aan de hand van het indexcijfer van lonen van volwassen werknemers voor de sector overheid voor verwerking van het effect van de inhoudingsmaatregelen, geldende voor de maand september.

De Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 1998 is niet van toepassing.

 

Artikel 2.

Elke fractie is verplicht ervoor zorg te dragen dat de middelen waarop een fractie op grond van deze verordening recht heeft, kan worden overgemaakt naar de rekening van de rechtspersoon.

Bij het begin van elk kwartaal stort de provincie een vierde deel van de bijdrage voor de betreffende fractie op de voor haar bestemde rekening.

 

Artikel 3. (1)

De fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

a) uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

b) betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van diensten of goederen geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

c) giften;

d) uitgaven welke bestreden dienen te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden toekomen;

 

Artikel 4.

(vervallen)

 

Artikel 5.

Indien een fractie wordt gesplitst dan word de oorspronkelijke bijdrage, bedoeld in artikel 1, voor de nieuwe fracties vastgesteld naar rato van het aantal leden verdeeld op basis van het oorspronklijke budget, met ingang van het eerstvolgende kwartaal nadat de splitsing in werking is getreden.

 

Artikel 6.

Elke fractie stelt een kascommissie in van minimaal 2 personen die de financiele verantwoording van het fractiebestuur controleert op rechtmatigheid, doelmatigheid en volledigheid en daarvan aantekening maakt.

Elke fractie dient vòòr 1 april van elk jaar bij Provinciale Staten een financieel verslag, het verslag van de kascommissie en een activiteitenverslag in over de besteding van haar bijdrage in het afgelopen kalenderjaar. In het jaar waarin verkiezingen worden gehouden dient elke fractie een financieel verslag en een activiteitenverslag over het voorafgaande jaar en de eerste drie maanden van het verkiezingsjaar vóór 1 mei. Indien genoemde verslagen niet tijdig worden ingediend, wordt de uitbetaling van de financiële bijdrage opgeschort tot aan de verplichting voldaan is.

De provinciale controler beoordeelt de juistheid van besteding van de verstrekte subsidies aan de statenfracties en rapporteert zijn bevindingen aan de griffier. De griffier doet een voorstel ter finale afdoening aan het fractievoorzittersconvent. Bij twijfel omtrent de aanvaardbaarheid van uitgaven in de zin van de onderhavige regeling beslissen Provinciale Staten.

Aan het eind van een statenperiode wordt een financieel verslag over de hele statenperiode opgemaakt. De verslagen dienen voor 1 mei van het jaar waarin de statenperiode afloopt te worden voorgelegd aan de griffier. Het saldo aan niet bestede provinciale middelen wordt uiterlijk aan het eind van het verkiezingsjaar geretourneerd aan de provincie.

Na de finale controle over de hele statenperiode worden de boeken gesloten.

 

Artikel 7.

De Regeling tot het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van werkzaamheden van statenfracties wordt ingetrokken.

 

Artikel 8.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 21 maart 2003.

 

Artikel 9.

Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening statenfracties provincie Utrecht 2002.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 17 december 2007,

voorzitter, B. Staal griffier, L.W.F. van Herwijnen,

 

1) wijziging van 7 nov. 2005.