Beleidsregels POET (parkeren op eigen terrein) en GROP (geen recht op parkeervergunning)

Geldend van 23-05-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels POET (parkeren op eigen terrein) en GROP (geen recht op parkeervergunning)

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen het collegevoorstel aanwijzingsbesluiten parkeren en POET van 18 december 2024 (zaaknr. 1946838);

overwegende dat het gewenst is beleid op te stellen over wanneer er sprake is van POET of GROP zodat daar bij de beoordeling van een vergunning geen onduidelijkheid over bestaat;

en gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3, lid 2 van de Parkeerverordening Amersfoort, het Besluit Uitgifte Parkeervergunningen en de vigerende Beleidsregel parkeernormen Amersfoort;

besluit vast te stellen:

Beleidsregels POET (parkeren op eigen terrein) en GROP (geen recht op parkeervergunning)

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen:

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • -

    adressenrestrictielijst: lijst van adressen waar een beperking op van toepassing is bij het uitgeven van vergunningen;

  • -

    parkeervoorziening: ruimte bedoeld, ingericht en toegankelijk voor het parkeren van een auto;

  • -

    parkeerruimte: ruimte bedoeld voor het parkeren van een auto die niet voor het parkeren van een auto toegankelijk of ingericht is;

  • -

    parkeereis: aantal parkeerplaatsen dat – na eventuele onderbouwde bijstellingen en rekening houdend met dubbelgebruik – nodig is op een bepaalde locatie om te voorzien in de parkeervraag van een ruimtelijke activiteit.

Artikel 2 Parkeervoorziening op eigen terrein op basis van verleende Omgevingsvergunning

  • 1. Bij een verleende Omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, die is aangevraagd na 1 oktober 2010, is er sprake van een parkeervoorziening op eigen terrein in de volgende situaties:

    • a.

      als de parkeereis, of een deel daarvan, van de vaste gebruikers is opgelost in een (gezamenlijke) parkeervoorziening op particuliere niet-openbare grond. Hiertoe wordt ook gerekend het huren of kopen van parkeerplaatsen op terrein van derden;

    • b.

      als in de Omgevingsvergunning is opgenomen dat op grond van de Beleidsregels parkeernormen of de daarvoor geldende Beleidsregels toepassing parkeernormen, gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om geen parkeervoorziening aan te hoeven leggen.

  • 2. Adressen worden op de adressenrestrictielijst geregistreerd met het kenmerk GROP (Geen Recht Op Parkeervergunning) in de volgende gevallen:

    • a.

      in de gevallen als bedoeld in het eerste lid onder a waar de parkeereis volledig op eigen terrein is opgelost;

    • b.

      in de gevallen als bedoeld in het eerste lid onder b.

  • 3. Adressen worden op de adressenrestrictielijst geregistreerd met het kenmerk POET (Parkeren Op Eigen Terrein) in de gevallen als bedoeld in het eerste lid onder a, waar de parkeereis voor een deel op eigen terrein is opgelost. Het aantal POET- parkeerplaatsen dat op de adressenrestrictielijst geregistreerd wordt, is gelijk aan het aantal parkeerplaatsen dat volgens de Omgevingsvergunning op eigen terrein gerealiseerd moet zijn.

  • 4. Als particuliere grond op basis van de Wegenwet openbaar wordt, wordt op basis van de parkeereis in de Omgevingsvergunning bepaald hoeveel parkeerrechten er uitgegeven kunnen worden. Na afstemming met de eigenaren wordt bepaald welke adressen in aanmerking komen voor een parkeervergunning en welke niet. De adressen die niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning worden op de adressenrestrictielijst geregistreerd met het kenmerk GROP.

  • 5. Of er sprake is van een parkeervoorziening op eigen terrein, zoals bedoeld in het eerste lid, moet blijken uit een Omgevingsvergunning of onderliggende stukken.

Artikel 3 Parkeervoorziening op eigen terrein op basis van verleende Bouwvergunning

  • 1. Bij een verleende Bouwvergunning voor de activiteit bouwen, die is aangevraagd vóór 1 oktober 2010, is er sprake van een parkeervoorziening op eigen terrein in de volgende situaties:

    • a.

      als de parkeereis, of een deel daarvan, van de vaste gebruikers is opgelost in een (gezamenlijke) parkeervoorziening op particuliere niet-openbare grond. Hiertoe wordt ook gerekend het huren of kopen van parkeerplaatsen op terrein van derden;

    • b.

      als in de Bouwvergunning is opgenomen dat op grond van de Beleidsregels parkeernormen of diens rechtsvoorgangers, gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om geen parkeervoorziening aan te hoeven leggen.

  • 2. Adressen worden op de adressenrestrictielijst geregistreerd met het kenmerk GROP in de volgende gevallen:

    • a.

      in de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onder a waar de parkeereis volledig op eigen terrein is opgelost;

    • b.

      in de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onder b;

    • c.

      in de gevallen dat de bouwvergunning onvoldoende uitsluitsel biedt over de manier waarop invulling is gegeven aan de parkeereis en aan de hand van de feitelijke situatie door de gemeente aannemelijk is gemaakt dat de parkeereis volledig op eigen terrein is opgelost.

  • 3. Adressen worden op de adressenrestrictielijst geregistreerd met het kenmerk POET in de volgende gevallen:

    • a.

      als een parkeervoorziening op eigen terrein aanwezig is die voldoet aan de afmetingen en bereikbaar is zoals aangegeven in bijlage 1;

    • b.

      als een parkeerruimte op eigen terrein aanwezig is die voldoet aan de minimale afmetingen zoals aangegeven in bijlage 1;

    • c.

      als wel een inrit of uitweg aanwezig is, maar geen parkeervoorziening die voldoet aan de minimale afmetingen zoals aangegeven in bijlage 1.

  • 4. In de gevallen dat adressen met het kenmerk POET op de adressenrestrictielijst worden geregistreerd, zoals bedoeld onder het derde lid, wordt het aantal POET-parkeerplaatsen als volgt bepaald:

    • a.

      er wordt één POET-parkeerplaats op de adressenrestrictielijst geregistreerd als één parkeerplaats op eigen terrein aanwezig is;

    • b.

      als meerdere parkeerplaatsen achter elkaar op eigen terrein aanwezig zijn die via één enkele uitweg bereikt kunnen worden, wordt dit op de adressenrestrictielijst geregistreerd als één POET-parkeerplaats;

    • c.

      als meerdere parkeerplaatsen naast elkaar op eigen terrein aanwezig zijn die ieder afzonderlijk direct vanaf de openbare weg te bereiken zijn, wordt het totaal aantal parkeerplaatsen die voldoen aan de minimale afmetingen zoals aangegeven in bijlage 1 op de adressenrestrictielijst opgenomen als POET-parkeerplaatsen. Hierbij worden de vereisten uit bijlage 1 in acht genomen. Bij woonadressen worden maximaal 2 POET-parkeerplaatsen per adres geregistreerd;

    • d.

      als voor een garagedeur een parkeervoorziening op eigen terrein aanwezig is die voldoet aan de minimale afmetingen en bereikbaar is zoals aangegeven in bijlage 1, wordt dit op de adressenrestrictielijst geregistreerd als één POET-parkeerplaats.

  • 5. Een parkeervoorziening wordt niet als POET geregistreerd in de volgende gevallen:

    • a.

      als er sprake is van GROP volgens het tweede lid;

    • b.

      als de parkeervoorziening een garage of losstaande garagebox betreft of een garage die is gekoppeld of toebehoort aan een grondgebonden woning;

    • c.

      als het parkeren op de parkeervoorziening volgens het Omgevingsplan valt onder strijdig gebruik.

Artikel 4 Registratie POET-parkeerplaats na verlenen Omgevingsvergunning voor uitweg/ inrit

Een parkeerruimte bij een adres wordt met het kenmerk POET op de adressenrestrictielijst geregistreerd als de gemeente een Omgevingsvergunning verleent voor het aanbrengen van een uitweg/inrit als aanvrager daarmee toegang krijg tot een parkeerruimte op eigen terrein die voldoet aan de minimale afmetingen zoals aangegeven in bijlage 1.

Artikel 5 Registratie POET-parkeerplaats op verzoek

Een adres kan op verzoek op de adressenrestrictielijst met het kenmerk POET worden geregistreerd als:

  • a.

    er sprake is van één van de gevallen zoals benoemd in artikel 3, derde lid en voldoet aan de minimale afmetingen zoals aangegeven in bijlage 1, maar de gemeente de parkeervoorzieningen of parkeerruimte bij dit adres ten onrechte niet op de adressenrestrictielijst geregistreerd heeft.

  • b.

    als de parkeerruimte direct grenst aan de openbare weg zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid van bijlage 1, maar de schriftelijke toestemming van de gemeente ontbreekt. Om hiervoor in aanmerking te komen, dient aanvrager de gemeente te verzoeken om deze beoordeling alsnog uit te voeren en toestemming te verlenen.

Artikel 6 Registratie POET-parkeerplaats opheffen op verzoek

Een registratie van een parkeerruimte of parkeervoorziening bij een adres op de adressenrestrictielijst met het kenmerk POET kan op verzoek worden verwijderd als de verzoeker aantoont dat de parkeerruimte of parkeervoorziening behorende bij het adres niet voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3, derde lid.

Artikel 7 Overgangsregeling

Tot de datum dat in een nieuw gebied parkeerregulering wordt ingevoerd, kan worden afgezien van de registratie van POET-parkeerplaatsen of GROP-parkeerplaatsen op de adressenrestrictielijst als bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid in de volgende gevallen:

  • a.

    als uit een Bouwvergunning of onderliggende stukken blijkt dat een parkeerterrein of gebouwde (ondergrondse) parkeervoorziening op eigen/mandelig terrein aanwezig had moeten zijn en in stand gehouden had moeten worden zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid onder a, maar in de feitelijke situatie deze parkeervoorziening niet aanwezig is of niet door (een deel van) de beoogde doelgroep te gebruiken is. Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen dient voldoende restcapaciteit beschikbaar te zijn in de openbare ruimte. Daarvoor dient aanvrager de gemeente te verzoeken om met een parkeeronderzoek aan te tonen dat het parkeren van (een deel van) de beoogde doelgroep in de openbare ruimte in de huidige situatie niet tot problemen leidt. Daarbij geldt dat de parkeerdruk in de openbare ruimte op het maatgevend moment niet boven de 90% uit komt als de beoogde doelgroep daar parkeert. Als uit het parkeeronderzoek blijkt dat er in de openbare ruimte onvoldoende restcapaciteit beschikbaar is, blijven de adressen als GROP-parkeerplaats op de adressenrestrictielijst geregistreerd staan. Als de gemeente kosten moet maken voor het parkeeronderzoek, komen deze voor rekening van de aanvrager;

  • b.

    als aan de hand van de feitelijke situatie door de gemeente aannemelijk is gemaakt dat de parkeereis volledig op eigen terrein is opgelost, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid onder c, maar deze parkeerruimte niet door (een deel van) de beoogde doelgroep te gebruiken is. In dat geval kunnen de adressen die niet van de bedoelde parkeergelegenheid gebruik kunnen maken van de adressenrestrictielijst worden verwijderd. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als bedoeld onder a.

  • c.

    als wel een inrit, maar geen parkeervoorziening meer aanwezig is zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, onder c. Om hiervoor in aanmerking te komen dient aanvrager de gemeente te verzoeken om de inrit op te heffen. De kosten voor opheffing komen voor rekening van de aanvrager.

Artikel 8: Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels POET en GROP’.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 13 mei 2025.

De secretaris,

De burgemeester,

Bijlage 1: Minimale afmetingen en bereikbaarheid parkeervoorziening of parkeerruimte:

Artikel 1 Minimale afmetingen parkeervoorziening of parkeerruimte

  • 1.

    De minimale afmetingen van een parkeervoorziening of parkeerruimte is bepaald zoals aangegeven in onderstaande tabel. In deze tabel is in de titel, tussen haakjes, een verwijzing opgenomen naar de figuur onder de tabel. De vereiste manoeuvreerruimte moet op openbaar gebied beschikbaar zijn. De manoeuvreerruimte wordt gemeten vanaf de erfgrens. Indien geen trottoir overgestoken hoeft te worden, geldt alleen de wegbreedte als manoeuvreerruimte.

Parkeerhoek in graden (a)

Diepte parkeervoorziening in meters (P1)

Breedte parkeervoorziening in meters (b)

Manoeuvreerruimte

(M)

30

4,19

2,50

3,00

45

4,95

2,50

3,00

60

5,38

2,50

3,00

90

5,13

2,50

5,66

Langsparkeren

5,75

2,00

3,50

afbeelding binnen de regeling

Figuur: Schematische weergave van opbouw van de totale lengte van de parkeervoorziening

  • b

    = breedte parkeervoorziening

  • P1

    = diepte van de enkele parkeervoorziening

  • M

    = manoeuvreerruimte

  • a

    = parkeerhoek

  • 2.

    In aanvulling op het bepaalde onder het eerste lid moet de parkeervoorziening of parkeerruimte 0,15 meter breder zijn als aan één kant direct naast de parkeervoorziening of parkeerruimte een haag of muur is geplaatst in verband met het kunnen openen van de deuren. Als aan beide kanten direct naast de parkeervoorziening of parkeerruimte een haag of muur is geplaatst moet de parkeervoorziening of parkeerruimte minimaal 0,35 meter breder zijn. De breedte van de parkeervoorziening of parkeerruimte wordt gemeten direct vanaf de muur of 10 cm vanaf de stam van de haag. Als er een boom direct naast de parkeervoorziening of parkeerruimte is geplaatst moet op locatie worden beoordeeld of er voldoende ruimte is om uit te stappen. Voor deze toetsing worden de normen uit de NEN 2443 gehanteerd.

  • 3.

    In aanvulling op het bepaalde onder het eerste lid moet de parkeervoorziening of parkeerruimte minimaal 0,65 meter breder zijn als gebruikers met de fiets in de hand langs een geparkeerde auto moeten kunnen lopen als dit de enige manier is om bij een garage of fietsberging te kunnen komen.

  • 4.

    In aanvulling op het bepaalde onder het eerste lid moet de parkeervoorziening of parkeerruimte minimaal 1,00 meter dieper zijn als gebruikers met de fiets in de hand voor of achter een geparkeerde auto langs moet kunnen lopen als dit de enige manier is om bij een garage of fietsenberging te kunnen komen of er moet een extra ruimte voor of achter de parkeervoorziening of parkeerruimte beschikbaar zijn van minimaal 1,00 meter.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde onder het eerste lid kan bij een parkeervoorziening of parkeerruimte met een parkeerhoek van 90 graden de diepte van de parkeervoorziening of parkeerruimte 0,30 meter minder zijn als een naastgelegen trottoir aanwezig is van minimaal 1,50 meter breed.

Artikel 2 Bereikbaarheid parkeervoorziening of parkeerruimte

Een parkeervoorziening of parkeerruimte is bereikbaar als deze voldoet aan de volgende vereisten:

  • 1.

    Als het voor het bereiken van de parkeervoorziening of parkeerruimte vereist is om het trottoir over te steken dient een inrit aanwezig te zijn. Er is sprake van een inrit als in het verlengde van de parkeervoorziening of parkeerruimte over een lengte van minimaal 2,5 meter de trottoirband verlaagd is tot op straatniveau of als in het verlengde van de parkeervoorziening of parkeerruimte inritbanden aanwezig zijn. Bij een dubbele parkeervoorziening moet in het verlengde van de parkeervoorziening of parkeerruimte over een lengte van minimaal 5,0 meter een inrit aanwezig zijn.

  • 2.

    Als de parkeervoorziening of parkeerruimte direct grenst aan de openbare weg, zoals bijvoorbeeld bij een oprit of parkeren in de voortuin. In dat geval moet aangetoond kunnen worden dat de uitweg met schriftelijke toestemming van de gemeente is aangebracht.

Toelichting

Algemene toelichting

Aanleiding

In het Besluit Uitgifte Parkeervergunningen is aangegeven dat we aan eigenaren van voertuigen (eerste) bewoners (parkeer) vergunningen verstrekken, tenzij het parkeren bij de bouw van de woning of het woningbouwcomplex op eigen terrein is voorzien. De basis hiervoor is gelegd in de Omgevingsvisie 2030-40 Gezond Samenleven. Sturing op het gebruik van eigen parkeerplaatsen is nodig vanwege de toenemende druk op de openbare ruimte. De openbare ruimte is schaars en er komen steeds meer functies en opgaven bij die de nodige ruimte vragen. Daarnaast heeft de gemeente de ambitie om te vergroenen. Doordat lang niet iedereen die de beschikking heeft over een parkeervoorziening op eigen terrein hier ook gebruik van maakt, is de parkeerdruk op de openbare ruimte groot en houden we onnodig openbare ruimte gereserveerd voor het stallen van auto’s. Deze ruimte kunnen we anders in zetten als we meer sturen op het gebruik van particuliere niet-openbare parkeervoorzieningen. Met beleidsregels die aangeven wanneer er sprake is van een parkeervoorziening op eigen terrein maken we het mogelijk om bestaande en toekomstige parkeersituaties te toetsen. Hierdoor kunnen wij bewoners, bedrijven, maatschappelijke voorzieningen en ontwikkelaars meer duidelijkheid bieden of er sprake is van een parkeervoorziening op eigen terrein. In de Beleidsregel Uitgifte parkeervergunningen staat welke consequenties dat heeft voor de uitgifte van vergunningen.

Registratie

Voorafgaand aan het invoeren van parkeerregulering in een gebied met vrij parkeren wordt onderzoek gedaan naar GROP en POET. Het onderzoek houdt in dat op basis van waarnemingen ter plaatse wordt vastgesteld of er sprake is van parkeren op eigen terrein. Dit houdt in dat parkeerplaatsen, opritten en ruimtes voor garages die ogenschijnlijk voldoen aan de minimale afmetingen zoals vastgesteld in bijlage 1 op een lijst worden geplaatst met voorlopige POET-registraties. Daarnaast wordt ook de lijst opgevraagd met verleende vergunningen voor een inrit/uitweg. Voor de bepaling van GROP worden alle niet-woongebouwen en appartementencomplexen op een lijst geplaatst met een voorlopige GROP-registratie.

De eigenaren (niet de huurders) van de gebouwen met een voorlopige GROP-registratie in nieuw te reguleren gebieden, worden vervolgens door de gemeente aangeschreven om aan te geven dat alle adressen binnen het gebouw straks niet in aanmerking komen voor een vergunning, omdat volgens de gemeente de parkeereis van de gebruikers volledig op eigen terrein is voorzien. De eigenaar wordt in de gelegenheid gesteld om hierover een zienswijze in te dienen. De gemeente beoordeelt de argumenten uit de zienswijze en neemt vervolgens een besluit over de GROP-registratie . Het is mogelijk om tegen dit besluit in bezwaar te gaan.

De eigenaren (niet de huurders) van grondgebonden woningen of de woongebouwen die voorlopig met het kenmerk POET op de adressenrestrictielijst geregistreerd staan in nieuw te reguleren gebieden, worden door de gemeente aangeschreven om aan te geven dat het adres van de woning of de adressen die onder een woongebouw vallen straks worden gekort op het aantal bewonersvergunningen, omdat ze volgens de gemeente beschikken over een of meerdere parkeerplaats(en) op eigen terrein. De eigenaar wordt in de gelegenheid gesteld om hierover een zienswijze in te dienen. De gemeente beoordeelt de argumenten uit de zienswijze en neemt vervolgens een besluit over de POET-registratie. Het is mogelijk om tegen dit besluit in bezwaar te gaan.

Na het besluit komen de adressen waar een GROP- of POET-registratie op van toepassing is terecht op de adressenrestrictielijst. Deze lijst wordt gepubliceerd op de website van ParkeerService, is door inwoners te raadplegen, en wordt door ParkeerService gebruikt bij de beoordeling voor het uitgeven van vergunningen.

Theorie en praktijk

In theorie zijn alle situaties duidelijk in te delen in de hiervoor genoemde categorieën, maar in de praktijk blijkt dit een stuk lastiger te zijn. Zo zijn lang niet alle parkeerplaatsen die ooit op eigen terrein zijn bedacht nog beschikbaar. We komen veel situaties tegen waarbij voormalige parkeerplaatsen zijn omgebouwd naar een tuin, inpandige garages zijn omgebouwd naar een extra kamer, garageboxen zijn doorverkocht, geen inrit meer aanwezig is, de wegbreedte te smal is of waar gezien de huidige afmetingen van voertuigen geen ‘normale’ auto meer kan parkeren. Om de theorie ook in de praktijk toepasbaar te maken zijn regels opgesteld waarop getoetst wordt of de parkeervoorziening op eigen terrein voldoet aan de minimale eisen voor een parkeervoorziening.

Nieuwe situaties

Bij het verlenen van de omgevingsvergunning, dus vooraf, is bepaald wat de parkeereis is van een bouwontwikkeling. De parkeereis is berekend aan de hand van de op dat moment geldende parkeernormen. In de omgevingsvergunning is vastgelegd hoeveel parkeerplaatsen er gerealiseerd moeten worden en hoe daar invulling aan wordt gegeven.

Over nieuwe situaties is geen discussie. Bij nieuwbouw is het uitgangspunt dat de parkeereis volledig op eigen terrein wordt opgelost. Nieuwe situaties moeten voldoen aan de eisen die de actuele Beleidsregels parkeernormen stelt aan bijvoorbeeld de afmetingen van een parkeerplaats, de Manoeuvreerruimte en de bereikbaarheid van de parkeervoorziening. Op een tekening, die onderdeel uitmaakt van de vergunningaanvraag, moet worden aangegeven waar de parkeerplaatsen komen, hoe de parkeerplaatsen bereikbaar zijn en wat de afmetingen van de parkeerplaatsen zijn, zodat de gemeente dit kan toetsen. Ook als op een andere wijze invulling wordt gegeven aan de parkeernormen binnen de kaders van de Beleidsregels parkeernormen, bijvoorbeeld door het inzetten van deelmobiliteit of het parkeren op terrein van derden, maakt dit onderdeel uit van de Omgevingsvergunning of onderliggende stukken. Alle adressen binnen nieuwe ontwikkelingen waarbij de parkeereis van de vaste gebruikers volledig op eigen terrein of op het terrein van derden wordt gerealiseerd, of adressen binnen nieuwe ontwikkelingen in de binnenstad waarbij de aanvrager gebruik maakt van de mogelijkheid om af te zien van het recht op parkeervergunningen zonder in parkeerplaatsen op eigen terrein te voorzien, worden geregistreerd op de adressenrestrictielijst met het kenmerk GROP. De beleidsregels hiervoor zijn vastgelegd in het tweede lid van artikel 2.

In sommige afwijkende situaties kan het voorkomen dat voor een deel van de parkeereis wordt uitgeweken naar de openbare ruimte. In dat geval moet een logische scheiding worden aangebracht in doelgroepen of in adressen, bijvoorbeeld dat alleen werknemers in de openbare ruimte mogen parkeren of dat alleen bepaalde woningen dat recht krijgen. In deze situatie worden namelijk alleen de adressen van de bewoners of gebruikers die op eigen terrein kunnen parkeren met het kenmerk GROP op de adressenrestrictielijst geregistreerd. De bewoners of gebruikers die volgens de omgevingsvergunning in het openbaar gebied mogen parkeren komen dan wel in aanmerking voor een parkeervergunning. De beleidsregels voor deze situaties zijn vastgelegd in het derde lid van artikel 2.

Bestaande situaties

In bestaande situaties, waarvoor geen omgevingsvergunning maar een bouwvergunning is verleend, gelden andere regels. Als uit een bouwvergunning ter herleiden is dat de parkeereis volledig op eigen terrein is aangelegd, dan worden de adressen binnen de bouwontwikkeling met het kenmerk GROP geregistreerd op de adressenrestrictielijst. Als de bouwvergunning of onderliggende stukken onvoldoende uitsluitsel geven over hoe invulling is gegeven aan de parkeereis, is de feitelijke situatie leidend voor het bepalen van GROP. Voor het bepalen van POET is de feitelijke situatie in bestaande situaties altijd leidend bij de beoordeling. De beleidsregels voor deze situaties zijn vastgelegd in de artikel 3.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Lid 1

In deze bepaling wordt omschreven wat we, in nieuwe situaties die na 1 oktober 2010 een Omgevingsvergunning hebben aangevraagd en verleend hebben gekregen, verstaan onder een parkeervoorziening op eigen terrein

Lid 2

In deze bepaling is omschreven in welke situaties een adres met een parkeervoorziening op eigen terrein met het kenmerk GROP wordt geregistreerd op de adressenrestrictielijst als een Omgevingsvergunning is verleend. In deze situatie heeft de gemeente een bouwontwikkeling goedgekeurd onder de voorwaarde dat de ontwikkeling de parkeereis volledig zelf en op eigen terrein (niet in de openbare ruimte) oplost. De gemeente heeft daardoor geen rol bij het invullen van de parkeereis en hoeft hiervoor geen openbare ruimte ter beschikking te stellen. Adressen waarop deze situatie van toepassing is komen dan niet in aanmerking voor een bewoners-/bedrijfsvergunning, afhankelijk van het type ontwikkeling. De genoemde adressenrestrictielijst wordt gebruikt voor de toetsing of aanvrager in aanmerking komt voor een bewoners-/bedrijfsvergunning.

Als bij bouwontwikkelingen de parkeernorm voor woningen lager is dan 1 parkeerplaats per woning, is er niet voor elke individuele woning een parkeerplaats beschikbaar. Bij een parkeernorm van minder dan 1 parkeerplaats per woning gaat de norm ervan uit dat niet ieder huishouden een auto heeft. Ondanks dat in de praktijk niet alle individuele woningen kunnen beschikken over een parkeerplaats, worden alle adressen die vallen onder de bouwontwikkeling op de adressenrestrictielijst geregistreerd met het kenmerk GROP. De parkeereis die op basis van de parkeernormen voor de hele bouwontwikkeling is berekend is immers volledig op eigen terrein opgelost. Ook al is de werkelijke vraag naar parkeerplaatsen groter dan dat er op eigen terrein beschikbaar zijn, is er geen recht op een parkeervergunning.

Lid 3

In deze bepaling is omschreven in welke situaties een adres met een parkeervoorziening op eigen terrein met het kenmerk POET wordt geregistreerd op de adressenrestrictielijst als een Omgevingsvergunning is verleend. In deze situatie heeft de gemeente een bouwontwikkeling goedgekeurd onder de voorwaarde dat de ontwikkeling een deel van de parkeereis op eigen terrein zou oplossen. Voor het deel van de parkeereis dat op eigen terrein is opgelost hoeft de gemeente geen openbare ruimte ter beschikking te stellen. Daarom komen adressen waarop deze situatie van toepassing is niet in aanmerking voor een bewoners-/bedrijfsvergunning (afhankelijk van het type ontwikkeling) voor het deel dat op eigen terrein is opgelost. In de genoemde adressenrestrictielijst wordt het aantal POET-parkeerplaatsen geregistreerd wat volgens een raadsbesluit, bouwvergunning, omgevingsvergunning, erfpachts- of splitsingsakte of huur- of koopovereenkomst op eigen terrein aanwezig moet zijn. De adressenrestrictielijst wordt gebruikt voor de toetsing of aanvrager in aanmerking komt voor een of meerdere bewoners-/bedrijfsvergunning(en).

Bovenstaande is met name van toepassing bij grondgebonden woningen zoals een rijtjeswoning, twee- onder- een- kapper of een vrijstaande woning. Als de parkeernorm hoger is dan 1, maar lager dan 2 (bijvoorbeeld 1,4) wordt één parkeerplaats op eigen terrein aangelegd, bijvoorbeeld in de vorm van een oprit. Het resterende deel van de parkeernorm wordt dan openbare ruimte opgelost. Bij nieuwe bouwontwikkelingen komt dit niet vaak meer voor, omdat de volledige parkeereis niet op een eigen oprit bij een woning of bedrijfspand maar op mandelig terrein wordt opgelost. In dat geval is er sprake van GROP en valt de ontwikkeling onder het bepaalde bij lid 1.

Artikel 3

Lid 1

In deze bepaling wordt omschreven wat we, in situaties die vóór 1 oktober 2010 een bouwvergunning hebben aangevraagd en verleend hebben gekregen, verstaan onder een parkeervoorziening op eigen terrein.

Lid 2

In deze bepaling is omschreven in welke situaties een adres met een parkeervoorziening op eigen terrein met het kenmerk GROP wordt geregistreerd op de adressenrestrictielijst als een bouwvergunning is verleend. Zowel een bepaling in een bouwvergunning of onderliggende stukken als de feitelijke situatie kunnen hiervoor bepalend zijn. De reden dat niet wordt meegewogen of de parkeerplaats nog voor de doelgroep beschikbaar zijn, heeft ermee te maken dat de gemeente geen verplichting heeft richting deze bewoners om te voorzien in de parkeerbehoefte. De gemeente heeft de bouwontwikkeling namelijk goedgekeurd onder de voorwaarde dat de ontwikkelaar de parkeereis op eigen terrein zou oplossen. Ook als de parkeereis op een andere wijze is ingevuld, zoals door de huur van parkeerplaatsen op terrein van derden of door de inzet van deelauto’s, wordt het adres nog steeds met het kenmerk GROP op de adressenrestrictielijst geregistreerd.

Lid 3

In deze bepaling is omschreven in welke situaties een adres met een parkeervoorziening op eigen terrein met het kenmerk POET wordt geregistreerd op de adressenrestrictielijst als een bouwvergunning is verleend. Zoals in deze bepaling wordt omschreven moet een parkeerplaats aan bepaalde afmetingen voldoen om als POET-parkeerplaats op de adressenrestrictielijst geregistreerd te worden. Aan de hand van de in bijlage 1 genoemde minimale afmetingen, wordt getoetst of bestaande parkeerplaatsen ook bruikbaar zijn als parkeerplaats. Ook wordt getoetst of de parkeerplaats bereikbaar is via bijvoorbeeld een uitrit. Ook opritten of een ruimte voor een garage(box) wordt gezien als parkeerplaats als deze aan de genoemde afmetingen voldoet.

Er kunnen ook adressen met het kenmerk POET op de adressenrestrictielijst geregistreerd worden waar geen parkeerplaats aanwezig is. Dit is bijvoorbeeld het geval als het op basis van het straatbeeld aannemelijk is dat alle huizen oorspronkelijk een parkeervoorziening op eigen terrein hebben gehad, maar dat bij één woning ontbreekt. Dit is ook het geval als nog wel een inrit/uitweg aanwezig is, maar de parkeervoorziening zelf ontbreekt.

Als referentie voor de feitelijke situatie wordt gebruik gemaakt van de rondkijkfoto’s van AI-InfraSolutions die in opdracht van de Gemeente Amersfoort worden gemaakt in mei 2025. De rondkijkfoto vormt de bewijslast om aan te kunnen tonen wat de feitelijke situatie was voorafgaand aan de invoering van het beleid. Hiermee willen we discussies over het wel of niet aanwezig zijn van POET voorkomen.

In gevallen dat bijvoorbeeld bewoners zelf een uitweg vanaf hun perceel naar de openbare weg creëren of hebben gecreëerd, bijvoorbeeld door een stuk schutting of haag te verwijderen, geeft dit geen recht op een vrije doorgang vanaf de openbare weg naar het perceel. In dat geval is namelijk niet door de gemeente getoetst aan de vereisten voor een uitweg, bijvoorbeeld een toets op verkeersveiligheid. In die gevallen is er sprake van een ongeoorloofd gecreëerde uitweg waar geen rechten aan ontleend kunnen worden.

Lid 4

In deze bepaling wordt aangegeven hoe POET-parkeerplaatsen geteld worden. In sommige gevallen worden namelijk meerdere POET-parkeerplaatsen gekoppeld aan een adres die met het kenmerk POET op een adressenrestrictielijst geregistreerd staat. Het aantal POET parkeerplaatsen die op een adres geregistreerd staan kan effect hebben op het aantal vergunningen dat voor dat adres uitgegeven wordt. Dit wordt geregeld in het Besluit uitgifte parkeervergunningen. Een lange oprit, waarbij in theorie meerdere parkeerplaatsen achter elkaar aanwezig zijn, wordt bijvoorbeeld als één POET-parkeerplaats geregistreerd. Voor woonadressen worden maximaal 2 POET-parkeerplaatsen per adres geregistreerd.

Lid 5

Garages of garageboxen, losstaand of bij grondgebonden woningen, worden niet als POET-parkeerplaats geregistreerd. De meeste garages worden in de praktijk namelijk niet gebruikt als parkeerplaats, voldoen niet aan de afmetingen, zijn omgebouwd tot extra kamer of bedrijfsruimte of zijn niet meer in eigendom van de woning (in het geval van losstaande garageboxen). De registratie en beoordeling hiervan zou veel werk opleveren en levert in de meeste gevallen weinig op, omdat de verwachting is dat volgens de regels in de meeste gevallen alsnog geen sprake zal zijn van POET. Bovendien is bij de meeste garages ook een ruimte vóór de garage op eigen terrein aanwezig die, als die aan de bepaalde minimale afmetingen in bijlage 1 voldoet, wél geregistreerd wordt als POET. Om bovengenoemde redenen is ervoor gekozen om garages niet als POET-parkeerplaats te registeren.

Artikel 6

Als een aanvrager kan aantonen dat de op de adressenrestrictielijst geregistreerde POET-parkeerplaats niet aan de afmetingen voldoet zoals opgenomen in Bijlage 1, kan door de gemeente worden afgezien van de POET-registratie. Deze mogelijkheid staat los van de in artikel 7 genoemde overgangsregeling. Om dit te kunnen beoordelen dient de verzoeker bewijslast aan te leveren waaruit blijkt dat de parkeerruimte/parkeervoorziening niet aan de genoemde voorwaarden voldoet. Als blijkt dat inderdaad sprake is van een onterecht geregistreerde POET-parkeerplaats, zal de gemeente de registratie van de adressenrestrictielijst verwijderen. Bij de beoordeling wordt de feitelijke situatie van mei 2025 als uitgangspunt genomen op basis van rondkijkfoto’s die in opdracht van de Gemeente Amersfoort door AI-InfraSolutions zijn gemaakt.

Artikel 7

Dit artikel regelt dat we na introductie van deze beleidsregels coulant zullen omgaan met de toepassing ervan. De reden hiervoor is dat we situaties die al jaren bestaan en niet tot overlast leiden niet te zwaar willen bestraffen. Met name bewoners kunnen in (financiële) problemen komen als we de regels bij invoering direct te streng toepassen. Als ze namelijk een auto hebben maar die niet op eigen terrein kunnen parkeren en straks geen parkeervergunning krijgen, vallen ze tussen wal en schip. Wel voorkomen we met het toepassen van regels over parkeerdruk dat toepassing van coulance ten koste gaat van parkeerruimte van overige parkeerders die voor het parkeren van hun voertuigen van de openbare ruimte afhankelijk zijn.