Verordening vertrouwenscommissie Huizen 2025

1. Leden van de commissie zijn de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke partijen.

2. De commissieleden kunnen niet door anderen worden vervangen.

3. De vice-voorzitter van de raad en de plaatsvervangend vice-voorzitter van de raad zijn voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

1. De commissie vergadert zo dikwijls als zij daartoe heeft besloten, en voorts als de voorzitter het nodig oordeelt of tenminste drie commissieleden daarom vragen.

2. De vergaderingen vinden alleen doorgang indien alle leden aanwezig zijn. Als één of meer leden verhinderd zijn en een vergadering naar het oordeel van de voorzitter geen uitstel kan leiden, dan kan vergaderd worden als tenminste meer dan de helft van de leden aanwezig is.

3. De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering, voor zover de commissie dat niet reeds in gezamenlijk overleg heeft bepaald.

4. De oproep aan de commissieleden voor het bijwonen van een vergadering, met een agenda, gaat uit van de voorzitter en wordt ten minste 5 werkdagen voorafgaand aan de dag van de vergadering verstuurd. Indien bijzondere omstandigheden aanleiding geven om op kortere termijn te vergaderen, dan kan van deze termijn worden afgeweken maar gaat de oproeping ten minste 24 uur voorafgaand aan de vergadering uit.

1. De besluiten van de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen, waarbij elk lid één stem heeft.

2. Indien de stemmen staken dan wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot de volgende vergadering.

3. Is uitstel van het te nemen besluit niet mogelijk, of staken de stemmen ook in de volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het verslag als bedoeld in artikel 8 opgenomen.

1. Overeenkomstig het bepaalde het in artikel 61c van de Gemeentewet geldt dat:

• a.

  de vergaderingen van de commissie besloten zijn;

• b.

  geheimhouding rust op de beraadslagingen in de besloten vergaderingen;

• c.

  geheimhouding rust op de stukken die de commissie aan de raad zendt.

2. Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “geheim” aan de raadsgriffier verzonden, die ze bewaart tot het moment van archivering. De bewaring gebeurt op een wijze die in overeenstemming is met de geldende geheimhouding.

3. De commissie draagt er zorg voor dat de geheimhouding geborgd blijft bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstippen van de gesprekken met de sollicitanten.

4. De geheimhouding als bedoeld in dit artikel duurt voort tot na het verstrijken van de daarvoor geldende wettelijke termijnen

1. De raadsgriffier draagt er zorg voor dat na ontbinding van de commissie alle archiefbescheiden van de commissie worden gerubriceerd als “geheim”, en worden overgebracht naar de daartoe aangewezen archiefbewaarplaats.

2. De raadsgriffier draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van de Archiefwet 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden van de commissie waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, lid 1 sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden van de commissie 75 jaar oud zijn.