Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739503
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739503/1
Beleidsregels handhaving Wet Inburgering 2021 gemeente Vlissingen 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-06-2025
Intitulé
Beleidsregels handhaving Wet Inburgering 2021 gemeente Vlissingen 2025Het college van de gemeente Vlissingen
gelezen het voorstel van 06-05-2025
gelet op de Wet inburgering 2021;
besluit vast te stellen de Beleidsregels handhaving Wet Inburgering 2021 gemeente Vlissingen 2025
Beleidsregels handhaving Wet Inburgering 2021 gemeente Vlissingen 2025
Inleiding
Als gemeente moeten we de wet- en regelgeving naleven. We zetten zoveel mogelijk in op preventie van verzuim en motiveren de inburgeraar mee te werken aan zijn of haar participatieplan. Handhaving wordt ingezet als uiterst middel, wanneer motiveren en stimuleren niet meer voldoende is.
Voor een optimale dienstverlening staat de inburgeraar centraal en sluiten we zo goed mogelijk aan bij zijn of haar mogelijkheden en wensen. We houden rekening met culturele aspecten en zorgen voor een duidelijke en begrijpbare communicatie richting de inburgeraar. Communicatie vindt zoveel mogelijk fysiek plaats en waar nodig met behulp van een beëdigde onafhankelijke vertaler. We monitoren het inburgeringsproces en staan in nauw contact met samenwerkingspartners om verzuim zoveel mogelijk te voorkomen.
Als preventie van verzuim niet tot het gewenste resultaat leidt en de inburgeraar niet mee werkt aan zijn of haar inburgeringstraject leggen we een sanctie op.
De sancties worden opgelegd vanuit het Besluit Wet Inburgering 2021.
In deze beleidsregels hanteren we een aantal begrippen:
- 1.
MAP – module arbeidsmarkt en participatie
- 2.
PIP - plan inburgering en participatie
- 3.
PVT - participatieverklaringstraject
Op grond van de Wet Inburgering 2021is de inburgeringsplichtige is verplicht om:
- a.
na de oproep te verschijnen bij de brede intake en hieraan mee te werken; en
- b.
de afspraken in het PIP na te komen, waaronder deelname aan voortgangsgesprekken en aan activiteiten in het kader van de MAP en het PVT.
De asielstatushouder is daarnaast ook verplicht deel te nemen aan de taallessen en andere activiteiten van de gevolgde leerroute.
Artikel 1 Handhaving verplichtingen bij de brede intake
- 1.
Wanneer de inburgeringsplichtige na de eerste oproep voor de brede intake niet verschijnt of onvoldoende meewerkt, geeft de gemeente een schriftelijke waarschuwing. Het college wijst daarbij op de gevolgen voor de inburgeringsplichtige als hij of zij opnieuw niet verschijnt na een oproep of als hij of zij op een andere manier onvoldoende meewerkt aan de brede intake. Het college nodigt de inburgeringsplichtige opnieuw uit om te verschijnen binnen 4 weken.
- 2.
Wanneer de inburgeringsplichtige na deze tweede oproep niet verschijnt of onvoldoende meewerkt, legt het college de inburgeringsplichtige een boete op. De hoogte van de boete is vastgesteld in artikel 7.1 lid 1 van het Besluit Wet Inburgering 2021.
- 3.
Voordat het college een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de inburgeringsplichtige niet komt of onvoldoende meewerkt. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt het college hem of haar de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen 2 weken per brief kenbaar te maken.
- 4.
Het college legt geen boete op wanneer aannemelijk is dat iedere verwijtbaarheid ontbreekt.
- 5.
De stelplicht en bewijslast van feiten en omstandigheden die aanleiding kunnen geven voor verlaging van de boete rust op de inburgeringsplichtige. Als het college op de hoogte is van bijzondere omstandigheden, wordt daarmee bij het opleggen van de boete rekening gehouden.
- 6.
In de beschikking waarmee de boete wordt opgelegd, nodigt het college de inburgeringsplichtige opnieuw uit om binnen 2 weken alsnog te verschijnen of mee te werken. Wanneer de inburgeringsplichtige hieraan niet voldoet, legt het college weer een boete op met inachtneming van artikel 7.1. lid 3 van het Besluit Wet Inburgering 2021.
Artikel 2 Handhaving tijdens het inburgeringstraject
- 1.
Het college legt een boete op als de inburgeringsplichtige de afspraken in het PIP tijdens het inburgeringstraject verwijtbaar niet of onvoldoende nakomt.
- 2.
Het college legt de asielstatushouder een boete op als hij of zij verwijtbaar niet of onvoldoende deelneemt aan de activiteiten van de gekozen leerroute.
- 3.
Voordat het college een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de afspraken in het PIP of de afspraken over de activiteiten bij de gekozen leerroute niet zijn nagekomen. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt het college hem of haar de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen 2 weken per brief kenbaar te maken.
- 4.
Mede op basis van het gesprek met de inburgeringsplichtige dan wel zijn of haar schriftelijke zienswijze bepaalt het college de mate van verwijtbaarheid. Als er sprake is van opzet, van grove schuld, van normale verwijtbaarheid of van verminderde verwijtbaarheid stemt het college de hoogte van de boete daarop af met inachtneming van artikel 7.1 lid 2 en lid 4 van het Besluit Wet Inburgering 2021.
- 5.
Het college legt geen boete op wanneer aannemelijk is dat iedere verwijtbaarheid ontbreekt.
Artikel 3 Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet
Wanneer een inburgeringsplichtige die een bijstandsuitkering ontvangt zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken in het PIP (bevorderen van participatie, vergroten van de taalbeheersing, verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt en aan overige afspraken en verplichtingen in het PIP), legt het college een boete op grond van de wet inburgering op.
Als voor dezelfde gedraging de bijstand op grond van artikel 18 of 18b Participatiewet kan worden verlaagd en een boete op grond van de Wet inburgering 2021 op kan worden opgelegd, wordt er voor gekozen een bestuurlijke boete op grond van de Wet inburgering 2021 op te leggen.
Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze beleidsregels treden in werking op 1 juni 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld te Vlissingen op 6 mei 2025
Burgemeester en wethouders,
de secretaris,
drs. R.D.A. Wiskerke
de burgemeester,
drs. A.R.B. van den Tillaar
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl